Alle berichten van Koos Slob

Voedselbos. Inspiratie voor ontwerp en beheer

Weer een interessant boek van KNNV Uitgeverij. Voedselbossen zijn hot dezer dagen, ze dragen bij aan een duurzame voedselproductie. Ze kennen een hoge biodiversiteit en verrijken de bodem. Verder zijn ze als het goed is volledig zelfvoorzienend en klimaatbestendig.

Wat verstaan we eigenlijk onder een voedselbos? De stichting Voedselbosbouw Nederland geeft de volgende omschrijving: ‘Een voedselbos is een vitaal ecosysteem dat door mensen is ontworpen naar het voorbeeld van een natuurlijk bos met als doel voedsel te produceren. Onderscheidende kenmerken van een voedselbos zijn: een vegetatielaag met hoge kruinbomen, minimaal drie andere vegetatielagen, een rijk bosbodemleven en een robuuste omvang (minimaal een halve hectare). Een voedselbos herbergt een rijkgeschakeerde, snel toenemende biodiversiteit.’ (p. 7)

Eerlijk gezegd heb ik er ook wel eens over gedacht om een stuk weiland in ons arboretum te veranderen in een voedselbos. Na het lezen van dit boek is dat nog steeds een soort gedachte, een wens, maar dat zal het wel blijven. Ik heb door dit boek geleerd dat er heel veel bij komt kijken. Met name ook na het planten is er het voortdurende onderhoud. En dat laatste is zeker iets waar je niet speciaal voor moet kiezen bij het ouder worden. Dan wil je graag je tuin, je arboretum zo onderhoudsvriendelijk hebben als maar kan.

Maar, voor wie dat wil en kan (en jong genoeg is) is in dit boek alle benodigde informatie te vinden om een klein of een groot voedselbos aan te leggen. Zeker ook met de bij dit boek behorende Plantengids voor het voedselbos waar ruim 250 soorten worden besproken. Naast allerlei theoretische en praktische aanwijzingen worden ook achttien verschillende Nederlandse en Belgische voedselbossen als ‘voorbeeldprojecten’ uitgebreid behandeld. De interviews met de eigenaars zijn informatief en leerzaam.

In de Volkskrant van 20 februari stond een uitvoerig verhaal over Voedselbos Ketelbroek, waarschijnlijk het oudste (gestart in 2009) van Nederland met de grootste collectie eetbare bomen en struiken. Verder wordt in dat artikel de start besproken van een nieuw voedselbos bij Schijndel (Noord-Brabant), twee percelen met oppervlakten van 16 en 4 hectare. De bedoeling van deze grootschaligheid is om te zien of de opbrengst zodanig is dat een landbouwer er van kan leven. Afwachten dus.

Tot slot: wie jong is, een stuk land van minstens een halve hectare beschikbaar heeft en van tuinieren houdt, moet dit boek aanschaffen en kan na lezen direct aan de slag. Ikzelf zal er niet meer aan beginnen.

Madelon Oostwoud (2019). Voedselbos. Inspiratie voor ontwerp en beheer. KNNV Uitgeverij, Zeist. € 29,95. ISBN 978 90 5011 6534.

Bomen van Paramaribo. Een ode aan de mooiste hoofdstad in de Tropen

Een leuke, goed gedocumenteerde wandelgids en naslagwerk voor degenen die een bezoek willen brengen aan Suriname. Het boek is ingedeeld in twee delen: ‘Honderd veelvoorkomende boomsoorten’ en ‘Zes wandelingen door de stad’. Deel I behandelt achtereenvolgens in zes hoofdstukken: Tien bomen in het centrum van Paramaribo; Exotische bomen; Inheemse bomen; Fruitbomen; Palmen en Kleine bomen.
Voorafgaand aan dit eerste deel wordt ingegaan op de naamgeving. In een land met veel bevolkingsgroepen – en dito talen – heeft elke groep zijn eigen benaming. Bij de bespreking van de verschillende bomen staat eerst de gangbare, plaatselijke naam of namen, met daarna de wetenschappelijke naam, gevolgd door de naam van de familie waartoe deze behoort. Achtereenvolgens bespreken de auteurs, op een eenvoudige maar duidelijk leesbare wijze, de samenstelling van de wetenschappelijke naam en de familienaam, waarna zij ingaan op de lokale Nederlandse of Surinaams-Nederlandse naam. Een apart hoofdstuk is gewijd aan parasieten, epifyten, slingerplanten, lianen en wurgers, die de bomen van Paramaribo bevolken.
Bij de bespreking van de afzonderlijke soorten in deel I komen, naast kenmerken en standplaats, ook het gebruik aan de orde. Elk beschreven soort wordt begeleid door een totaalfoto en foto’s van het blad, de bloem en de vrucht.
In deel II staan zes wandelingen door de stad. Elke wandeling is voorzien van een handig kaartje, waarop de nummers van de bomen corresponderen met de in deel I besproken bomen. Dit zijn zogenaamde kernbomen. Onderaan elk kaartje staat een opsomming van alle nummers van andere bomen die door de auteurs tijdens hun wandeling werden gezien. In het voorwoord van de wandelingen geven de auteurs aan dat sommige bomen vanwege ontwikkelingen in Paramaribo verdwijnen of reeds verdwenen kunnen zijn.
Het boek wordt afgesloten met een alfabetische index van de honderd boomsoorten, zowel naar inlandse als wetenschappelijke naam, aanbevolen literatuur en aanbevolen web­sites. Het is een heerlijk lees- en naslagwerk dat mogelijk werd gemaakt door het Wereld Natuur Fonds. Veel leesplezier.

Dominiek Plouvier en Chantal van den Bergh-Lodeweyckx (2017). Bomen van Paramaribo. Een ode aan de mooiste hoofdstad in de Tropen. 255 p. LM Publishers, Volendam. € 19,50. ISBN 978-9406022-425-6.

De populier. Onze volksboom in nieuw perspectief

Wat een leuk en interessant boek. Nooit geweten dat er zoveel wetenswaardigheden te vertellen zijn over de populier. Het is een heel bijzonder boek geworden. Wat heeft Wim Huijser, de schrijver, namelijk gedaan? Behalve zijn eigen bijdrage heeft hij gesproken met in totaal 32 mensen die ‘iets’ met de populier ‘hebben’. In de neerslag van die gesprekken heeft hij niet als verteller op willen treden, maar heeft hij zijn gesprekspartners zoveel mogelijk ruimte gegeven om hun fascinatie, kennis en vakbekwaamheid te delen. Het zijn prettig leesbare interviews geworden met een enorm gevarieerd gezelschap interessante mensen. Van een natuurfotograaf tot een maker van uitvaartkisten, van een Wageningse wetenschapper-taxonoom tot een kunstenaar-beeldhouwer, van een architect tot een botenbouwer, van een klompenmaker tot een boomrooier en nog veel meer. Ook Job Wittens, die in de vorige AV uitgebreid schreef over peppelhout (Arbor Vitae 27, 2017, p 26-28), komt uitgebreid aan het woord. Tussen de hoofdstukken vinden we telkens een ‘intermezzo’ van de hand van de schrijver, in totaal 26. Korte informatieve verhaaltjes en weetjes rond het thema ‘populier’.
De titels van de verschillende hoofdstukken dekken aardig de inhoud: Typologie van de populier; Teelt; Onderzoek; Kweek; Bos- en laanontwerp; Aanplant en educatie; Perspectief; Beheer; Dynamiek; Ambitie; Beweging; Hout als product; Handel; Exploitatie; Ketenregie; Kapverzet; Behoud; Onderhoud; Inspiratie; Kap; Verwerking; Ontwerp; Bouw; Kringloop; Kansen; Beeldende kunst; Innovaties en Economie. Elk hoofdstuk is apart te lezen.
U begrijpt het al, een boek dat ik van harte aan kan bevelen. Het is goed en makkelijk leesbaar geschreven Heel informatief zowel voor de deskundige als de liefhebber dendroloog, of zoals op de achterflap staat: ‘Interessant voor bomenliefhebbers en vakmensen.’

Huijser, Wim (2017). De Populier. Onze volksboom in nieuw perspectief. 256 p. KNNV uitgeverij, Zeist. € 24,95. ISBN 978 90 5011 6251.