De NDV organiseert samen met de NVTL deze eendaagse cursus op vrijdag 1 juni in Hilversum. Centraal staan de hedendaagse eisen aan boomsoorten in de openbare ruimte. De cursus zal deels plaatsvinden bij Werf 35 en deels buiten gehouden worden.
Cursusdag: theorie en praktijk
Aantastingen in steeds meer boomsoorten maken het noodzakelijk een sortiment met een grotere diversiteit te kiezen. Tegelijkertijd zorgt klimaatverandering ervoor dat inheemse soorten het lastiger krijgen in de stedelijke omgeving. Verder geldt dat gebruikers van groen (mens én dier) eisen stellen aan het gebruikte sortiment. Is het onmogelijk tot een goede soortenkeuze te komen? Nee, zeker niet! Maar wat zijn de uitgangspunten? Welke soorten zijn goede vervangers? Tijdens de eerste gezamenlijke dag van de NVTL en de NDV worden bij Werf 35, bovenstaande ontwikkelingen besproken. ‘s Middags zien we in Hilversum-Noord het besproken sortiment dat Dudok samen met Meijer plantte en waarom ze dat deden.
Programma
9.30 uur: Inloop bij Werf 35 (Mussenstraat 9, Hilversum)
10.00 uur: Welkom door dagvoorzitter
10.05 uur: Inleiding Werf 35 (Mussenstraat 9, Hilversum)
10.20 uur: Stedenbouw-uitleg Hilversum Noord (Henk Schuitemaker, bestuurslid NVTL en landschapsarchitect)
10.40 uur: Koffie/thee
11.00 uur: Bomen met Toekomst: theorie en goede vervangers (Jaap Smit, bestuurslid NDV, boomadviseur)
12.30 uur: Lunch (Chef aan de Werf)
13.30 uur: vertrek met auto’s naar Laan 1940-1945 (eigen auto)
14.00 uur: Start rondleiding over begraafplaats en H’sum Noord (Jaap Smit)
16.00 uur: Vertrek met eigen auto’s naar Karres + Brands (Landschapsarchitectuur en Stedenbouw).
16.30 uur: Afsluiting en borrel
De gemeenteraad van Zoetermeer ontving in 2015 het burgerinitiatief ‘Groene stad, prettig wonen tussen bomen’. De indieners vinden een groene stad van groot belang, maar ervaren ook overlast van bomen op het gebied van schaduw, beperking van lichtinval en belemmering van uitzicht. Ze stellen dat het huidige bomenbeleid van de gemeente Zoetermeer onvoldoende handvatten biedt voor verbetering.
Om een kapvergunning te krijgen voor het kappen van een boom, is overmatige schaduwoverlast één van de criteria. Maar wat gemist wordt, zijn heldere en objectieve criteria om dit te bepalen. De gemeente erkent dat bij de grootschalige uitbreiding van Zoetermeer in de jaren zeventig en tachtig op veel plekken (te) grote bomen zijn aangeplant op plekken met beperkte groeiruimte, zowel ondergronds als bovengronds. De raad nam de handschoen op en benoemde in 2016 een adviescommissie die objectieve criteria moest ontwikkelen. Drie deskundigen namen deze taak op zich:
boomdeskundige Jaap Smit (van Cobra Advies) kan beoordelen hoe de gezondheidstoestand, de beheertoestand en de toekomstverwachting is van de betreffende overlastboom;
gebiedsadviseur sociaal (Heleen Steens-Stam van de gemeente Alphen aan den Rijn) kan beoordelen welk effect de overlast heeft op de leefbaarheid van de omwonenden;
landschapsarchitect Henk Schuitemaker (van bureau VLUGP) kan beoordelen welke rol de betreffende overlastboom heeft in het landschap, de groenstructuur en de stedebouwkundige structuur van de stad.
Iedere deskundige vertegenwoordigt als het ware een of meer belangen die bepalen of ingrijpen nodig is. Wat ook meespeelt, is of de goede boom op de goede plek staat. Als er onevenredig veel beheer nodig is om een boom in toom te houden, is dat een reden om de boom te vervangen door een andere soort die wel passend is voor de plek; dat noemen we duurzaam beheer.
Werkwijze
‘Bomen zijn emotie’, is een veelgehoorde kreet. Daarom moet er een heldere en afgewogen argumentatie zijn om wel of niet in te grijpen bij overlast door bomen. Dit is meer dan het afvinken van een lijstje ‘objectieve’ toetsingscriteria. De situaties zijn vaak complex, met meerdere belangen naast elkaar of zelfs elkaar tegensprekende belangen. Dat vraagt om een afgewogen oordeel. Om dat goed te doen, hanteerde de commissie een werkwijze die de goedkeuring wegdraagt van zowel de indieners van het burgerinitiatief als van de gemeente. De commissie komt één keer in de maand bijeen en per bijeenkomst worden 3 tot 4 cases besproken:
De eerste stap: de commissie bekijkt de situatie ter plekke. In deze tijd van streetview is de verleiding groot om achter je computer te blijven zitten, maar dat is niet genoeg om een situatie goed te beoordelen. Dit locatiebezoek vindt plaats zonder dat de verzoeker daarbij aanwezig is, zodat de commissie niet beïnvloed wordt. De betreffende boom (of bomen) wordt beoordeeld op de diverse belangen en vaak is meteen duidelijk wat het probleem is en hoe ernstig de situatie is.
De tweede stap: na de locatiebezoeken krijgen de verzoekers een uitnodiging om hun verzoek toe te lichten. Wat is precies het probleem, welke oplossing heeft de verzoeker als voorkeur, hoe denken de buren er over, hoe is de woonsituatie en hoe lang woont de verzoeker al op het adres? Het scheelt nogal of de bewoner kon inschatten hoe groot de boom zou worden toen hij of zij er kwam wonen. Tot slot krijgt de verzoeker informatie over de mogelijkheden en onmogelijkheden en een toelichting op de vervolgprocedure. Veel verzoekers zijn blij dat ze de kans krijgen om hun verhaal te doen en voelen zich gehoord, ook al krijgen ze soms geen gelijk.
De derde stap: met alle informatie voorhanden bespreekt de commissie de casus. De commissie heeft geleerd dat een goede en ‘waterdichte’ beargumentering ondersteund moet worden met objectieve beoordelingsinstrumenten. Schaduwoverlast bijvoorbeeld, wordt bepaald met schaduwdiagrammen, waarbij op vier representatieve momenten per dag op drie momenten in het jaar gecontroleerd kan worden welk deel van de woning of tuin beschaduwd wordt door de boom. Op dit moment is ook een methode in ontwikkeling die de mate van belemmering van zicht en lichtinval bepaalt.
Maatwerk staat voorop
Inmiddels ligt er een startnotitie over de verankering van de werkwijze en belangenafweging van de adviescommissie bomen in het bomenbeleid van de gemeente. Iedereen weet dat elke situatie om maatwerk vraagt waarbij de verschillende belangen goed afgewogen en beargumenteerd moeten worden. De beoordelingsinstrumenten zijn slechts een hulpmiddel en geen doel op zich. Een goed beargumenteerde afweging blijkt ook in de verdere afhandeling van de klacht een goede basis te zijn voor communicatie met de belanghebbenden.
De Sassafras is thuis in Noord-Amerika en komt globaal voor van het zuiden van Maine en Ontario, naar het westen tot Iowa en naar het zuiden tot centraal Florida en het oosten van Texas. En er staan twee Sassafras albidum in mijn tuin in De Punt.
Waarom is de Sassafras albidum mijn favoriet?
Behalve dat de Sassafras een boom is met een mooie bladvorm en een prachtig gegroefde stam, is hij ook heel ‘veelzijdig’ en spreekt tot de verbeelding door het gebruik van nagenoeg alle delen zoals de takken, bladeren, bast, hout, wortels, vruchten en bloemen. Je kunt er een boek over schrijven, maar ik zal mij beperken tot een paar voorbeelden. De Sassafras is belangrijk voor de economische, medische en culturele geschiedenis van Noord-Amerika en ook van Europa. De Sassafras was al voor de kolonisatie een belangrijke boom voor de inheemse bevolking in het zuidoosten van de U.S.A., vooral op culinair en medicinaal terrein. In de beginjaren van de kolonisatie in de 16e en 17e eeuw kwamen de Europeanen in contact met de inheemse bevolking en leerden de Sassafras met al zijn ‘eigenschappen’ kennen. De inheemse bevolking gebruikte de Sassafras o.a. voor voeding, wondbehandeling, bestrijding van hoge koorts en andere kwalen. Van de bast werden verfstoffen gemaakt.
Alle delen van de boom zijn aromatisch en pittig van smaak. Een pas gezaagd stukje hout geurt heerlijk en de Louisiana Creoolse keuken gebruikt nog steeds voor de zogenaamde Gumbo de ‘gumbo filé’, een pittig kruid dat gemaakt wordt van gedroogde en gemalen Sassafrasbladeren.
Hele bossen vanuit zaad
Op een IDS tour in 1996 in North Carolina/Virginia zagen wij (Herman Oterdoom en ik) niet een paar Sassafras, maar hele bossen. Spectaculair om te zien en ook hoe daar de ‘suckers’ hun gang kunnen gaan zonder dat de mens ingrijpt. In Nederland bij Almen aan het Twentekanaal staat een opstand van Sassafras albidum, voortgekomen uit één boom. Piet Vos, Herman en ik zijn er jaren geleden nog eens geweest. Deze opstand heeft een hele geschiedenis gerelateerd aan het (verbreden van het) Twentekanaal en is zeer de moeite waard om te gaan bekijken.
Na de IDS tour hebben wij eind 1996 een zak Sassafraszaad van John Palmer (tourleader van vele IDS reizen in de U.S.A.) gekregen. Wij hadden er wel 100 van kunnen kweken, maar het bleef bij drie, die over bleven nadat de wilde konijnen (het was nog voor de grote konijnenziekte) ondanks de afdekking met gaas van de zaaibakken, de jonge sprietjes afgraasden. We hebben echter volgehouden. Na verloop van tijd kwam er weer wat groen op en uiteindelijk hadden we drie planten. We hebben ze lang in potten verzorgd en uiteindelijk toen ze groot genoeg waren, twee bij elkaar in de tuin geplant en één aan een naburig landgoed cadeau gedaan.
Na 21 jaar zijn de twee inmiddels bomen van formaat en elk jaar is er het plezier van de bloei, het nieuwe blad en de herfstkleur. Elk jaar heb ik ook een paar ‘suckers’, die ik wel moet afknippen. Dit jaar heb ik één laten staan waaruit alleen de top is geknipt om te kijken of deze, zoals in de literatuur staat, daardoor inderdaad wortels gaat maken.
Een Acer palmatum die in de buurt stond en die vorig jaar al wat kaal in de kruin werd, legde dit jaar het loodje door twee stormen. Het beeld van de Sassafras werd ineens geheel anders. De concurrentie was weg. In volle glorie stond hij prachtig te zijn. ‘Elk nadeel heb z’n voordeel,’ zei Cruijff, m.a.w. elke boom die, al of niet onverwacht, weg is, biedt ook perspectief voor iets nieuws. Wiecher Huisman, mijn tuinadviseur van het eerste uur, heeft een paar te laaghangende takken aan de onderkant weggehaald en het is een plaatje qua vorm, maar ook wat dit jaar de herfstkleur betreft. De afgelopen jaren waren beide Sassafras hoofdzakelijk geel in de herfst, nu lieten ze zich op hun best zien met in hoofdzaak oranje. Een beloning voor het weghalen van de ‘concurrent’?
Eindconclusie: ik ben na 21 jaar nog steeds verliefd op de Sassafras albidum!