Categorie archieven: Opmerkelijke ontmoetingen met bomen

De Linde op kasteel Endegeest

Wanneer ik op het terrein van kasteel Endegeest in Oegstgeest wandel, bewonder ik vooral de prachtige Eiken in diverse levensfasen. Van volwassen exemplaren die nog in de groeifase zijn tot oude bomen in transitie naar de veterane fase met een secundaire kroon in ontwikkeling. Er staan ook echte veteranen op het terrein: een Katsuraboom, Cercidiphyllum japonicum, met een bijna uit elkaar gescheurde stam en een Hollandse linde, Tilia ×europaea.

De laatstgenoemde staat naast de ingang van het kasteel. Deze boom, met een stamomtrek van 5,70 m,is dan ook moeilijk te missen.
Van een afstand heeft de Linde een kroon die bijna net zo breed als hoog is, met voor een Linde typische, wat hangende takken. De boom steekt ver boven de naastgelegen kasteelmuur uit. Toch is te zien, als men het van dichterbij bekijkt, dat de boom in het verleden sterk ingenomen is, bijna getopt. De huidige kroon is de na de ingreep gegroeide secundaire kroon. De Linde maakt volop jonge scheuten langs de gesteltakken en vlakbij de plek van snoei. Dit is de tertiare kroon in ontwikkeling. De stam laat mooi de segmentatie zien, iets wat kenmerkend is voor veterane loofbomen. Hierbij splitst de boom zich in meerdere ‘functional units’ (segmenten), waarbij elk segment bestaat uit een deel van het wortelstelsel, de stam of de kroon. Zo kan de boom efficiënter water en suikers transporteren. In de Linde bij Endegeest zijn er duidelijke segmenten in de stam onder elke gesteltak. De delen van de stam hier tussenin zijn ingezakt. Dit komt doordat de boom binnenin compleet hol is. Dit is te zien als men tussen de takken van de secundaire kroon inklimt en naar beneden kijkt in de stam. Maar dit raad ik voor het welzijn van de boom af.

Linde van Endegeest.
Foto: Essi Laine

Maar hoe oud is deze prachtige boom? Op Monumental Trees staat als plantjaar 1648. Verder staat erbij als toelichting dat de Linde meteen na de 80-jarige oorlog is geplant. Vaak zijn de plantjaren van oude bomen niet bekend, vanwege slecht bewaarde gegevens van terreineigenaren. Bij deze boom is er nauwkeurige informatie, maar zonder bronvermelding. Dezelfde informatie komt wel op andere websites terug, maar helaas ook zonder bron. Zou deze vrij onbekende Hollandse Linde dus 375 jaar oud zijn?
Laten we andere oude Linden in ons land bekijken. In het boek De Linde in Nederland is in 1989 een lijst gepubliceerd van meer dan 50 Lindenbomen (T. platyphyllos, T. cordata en T. ×europaea) met een stamomtrek van 4,50 m of meer. De lijst is deels gebaseerd op inventarisatie door de Bomenstichting. De Hollandse Linde van Endegeest staat echter niet op deze lijst. Onbekende schoonheid, althans in 1989. In hetzelfde boek wordt benoemd hoe de meeste oude Linden in ons land vaak juist Hollandse Linden (Tilia ×europaea) zijn, ook al is deze soort een kruising die in de natuur zeer weinig of niet voorkomt. Verder wordt er genoemd dat Linden vaak veel ouder worden ingeschat dan ze zijn.
In Arbor vitae van augustus 2021 heeft H. Sneep twee van de oudste Hollandse Linden in ons land beschreven. Dit zijn de Linden van Warken en Sambeek. De Linde van Warken is geplant rond 1650, zoals de Linde van Endegeest, en heeft een stamomtrek van ca. 7,70 m. De Linde van Sambeek is ouder geschat, geplant rond 1600 en heeft een stamomtrek van ca. 8m. Allebei zijn dus veel dikker dan de Linde van Endegeest, die een stamomtrek van 5,70m heeft, ook al zouden ze qua leeftijd wel bij elkaar in de buurt komen. Maar is dit een beetje appels met peren vergelijken? De omgeving, groeiplaats en beheer hebben grote effecten op de groei van een boom. Zo staan er in België bij de abdij van Tongerlo Hollandse Linden uit dezelfde klonale groep als de twee bovengenoemde reuzen. De bomen zijn geplant in 1678 en hebben een stamomtrek tussen 4,50 en 5,52 m. Dit komt meer in de buurt van de boom bij Endegeest. De bomen in Tongerlo staan in een dreef, waar men vroeger de auto kon parkeren. De bodemverdichting heeft wellicht effect gehad op de groei van deze bomen.
De Linde van Endegeest groeit op vrij arme zandgrond, zoals de naam van het kasteel al aangeeft. Endegeest betekent einde van geest, ofwel geestgrond, de benaming voor zandgrond van een oude strandwal. Het kasteel is gebouwd op het meest zuidelijke eind van de strandwal richting de riviergronden van de Oude Rijn. De boom staat in gazon in een park vlakbij het kasteel. Ook al is gazon niet de meeste ideale locatie voor een boom, is het zeker beter dan verharding of langs een straat. De groeiplaats is dus redelijk. De grondwaterstand op de oude strandwal ligt op een diepte van 1 tot 2 meter. De groeiplaats is dus vrij voedselarm en droog. Bovendien weten wij dat jaren geleden de top(pen) van de boom verwijdert is (of zijn). Het zou dus goed kunnen dat een Hollandse Linde in deze omstandigheden niet erg snel groeit in 375 jaar.

De Linde vanuit de kasteelpoort.
Foto: C.J. van Daalen

Op oud beeldmateriaal is deze boom ook zichtbaar. Op de oude inkttekening van 1783 (zie afbeelding) is er een grote volwassen boom getekend, precies op de locatie van deze boom. Mits het plantjaar van 1648 klopt, zou de Linde in deze afbeelding al 135 jaar oud zijn. Er is zelfs een nog oudere inktschets (van 1706) waar een boom op deze plek staat. De Linde zou dus hier 58 jaar oud zijn, maar de boom op de schets bereikt niet eens de hoogte van de kasteelmuur.

Inktschets Endegeest 1706.
Inktschets Endegeest 1783.

Wat interessant is, is dat uit DNA-onderzoek aan de oude Lindenbomen blijkt dat er ongeveer zes klonale groepen van T. ×europaea zijn in Europa. De oudste Linde in Nederland, van Sambeek, en de oudste Linde in Zweden, van Malmvik en de Lindendreef in Tongerlo behoren allemaal tot dezelfde groep. Deze zogenoemde E- of Malmvik-groep zou ook fysiek te onderscheiden kunnen zijn op basis van uiterlijke kenmerken. In het artikel van H. Sneep wordt geschreven: ‘Zowel de boom in Sambeek als die in Overpelt hebben een zeer scheve, bijna recht afgesneden, bladvoet’. Tekeningen van de bladeren zijn ook te vinden in het boek De Linde in Nederland. De Linde van Endegeest heeft toch meer een hartvormige bladvoet, en zou dus vermoedelijk niet behoren tot deze oude klonale groep. Het blad en ook de habitus van de Linde komt meer overeen met de klonale groep ‘Pallida’ zoals beschreven door Pigott in zijn boek Lime-trees and Basswoods.

Segmentatie van de stam.
Foto: Essi Laine

Wat de leeftijd van deze boom ook is, het is zeker een veteraan. De oudste Linden in Europa zouden 1000 jaar oud zijn, met een stamomtrek van 16 tot 17 meter. De Hollandse Linde van Endegeest kan dus nog een aardige tijd meegaan. Misschien zelfs langer dan het kasteel zelf.
Met dank aan C.J. van Daalen voor de foto’s en het proeflezen en S. de Groot voor de hulp met zoeken naar oud beeldmateriaal.

Takken van de Linde.
Foto: C.J. van Daalen

Bronnen:
1. Lonsdale, D., (2013). The recognition of functional units as an aid to tree managment, with particular reference to veteran trees. The International Journal of Urban Forestry. Jaargang 35, 4, 188-201.
2. https://www.monumentaltrees.com/nl/nld/zuid-holland/oegstgeest/6071_kasteelendegeest/12025/
3. Maes, N., Vuure, T. van, (1989). De Linde in Nederland. Utrecht, 64 pp.
4. Sneep, H. (2021). Oeroude Linden. Arbor Vitae 31, 3, pp. 18-20.
5. Van den Broeck, A. (2016). Genetische karakterisatie van de 17e eeuwse Lindendreef bij de abdij van Tongerlo. NBO Nieuwsbrief
6. Bengtsson, R. (2005). Variation in common lime (Tilia ×europaea L. ) in Swedish gardens of the 17th and 18th centuries. Acta Universitatis Agriculturae Sueciae, 64, 42 pp.
7. Pigott, D., 2012. Lime-trees and Basswoods. Cambridge University Press, 410 pp.

De Phellodendron amurense, (Amoer-kurkboom) in het Zuiderpark

Als socioloog ben ik nou niet de eerst aangewezen persoon om hier inhoudelijk dendrologische of botanische verhandelingen te schrijven. Maar ik ben nieuwsgierig en loop inmiddels al vele jaren stad en land af op zoek naar mooie en/of interessante bomen. Deze nieuwsgierigheid bracht me onder meer naar de grootste boom ter wereld in Oaxaca in Mexico. En uiteraard naar meerdere Sequoiadendron giganteum in Californië. Op zoek naar de grootste Taxodium distichum in St. Francisville in Louisiana werd ik helaas gestuit door de waterstand die zo hoog was dat benadering van de boom niet mogelijk was.

Dicht bij huis tref je niet van dat soort spectaculaire bomen, maar er zijn zeker mooie en bijzondere bomen, die mijn nieuws- en/of weetgierigheid nog meer prikkelen. Mijn nieuwsgierigheid naar bomen werd voor het eerst geprikkeld door het boek “Monumentale bomen in Europa” van Jeroen Pater, dat hij in 2006 liet verschijnen. Ik had er geen idee van dat bomen zo mooi konden zijn en zo oud konden worden als de bomen die hij beschrijft. In mijn onwetendheid ging ik op zoek naar soortgelijke bomen in Nederland. Uiteraard zocht ik ook op internet, maar dat was op het gebied van beschrijving en registratie nog niet zo ontwikkeld als het nu is. Uiteraard trof ik ze wel in Engeland, Duitsland en Frankrijk.

Phellodendron amurense in het Zuiderpark in 2014
Foto: Wim Brinkerink

Toen ik eenmaal een redelijk beeld had van wat Nederland op het gebied van monumentale (dikke?) bomen te bieden had, trokken steeds meer boomsoorten die niet van nature in Nederland te vinden zijn mijn aandacht. Het is grappig dat ik uitgerekend in Zuid-Holland veel bijzondere bomen tegenkom. Komt dat omdat juist Simon Doorenbos en Dick van Hoey Smith hier hun thuisbasis hadden? Je zou het bijna denken. Beiden zijn belangrijk geweest voor de oprichting en ontwikkeling van de NDV en beiden zijn actief geweest in gemeentelijke kringen in Den Haag en Rotterdam en beiden waren actieve vormgevers van een arboretum. Trompenburg is als thuisbasis van Dick van Hoey Smith natuurlijk zeer bekend. Ik heb de indruk dat de bekendheid van het arboretum (voorheen landengebied) Zuiderpark in Den Haag pas recent is ontstaan.

Toen ik mijn jaarlijkse verkenningen van het Zuiderpark begon, had ik nog niet zo veel respect voor dit park. Het was in mijn ogen nog te jong, want aangelegd in de 30’er jaren van de 20e eeuw. En als Randstedeling associeerde ik het Zuiderpark in Den Haag vooral met voetbal, als de thuisbasis van ADO. Maar gaandeweg ben ik gaan beseffen dat het landengebied zeer interessant is en dat er pareltjes in het park staan. Eén zo’n parel is de Amoer-kurkboom oftewel Phellodendron amurense. De Standaardlijst Nederlandse namen van cultuurplanten 2020, geeft Mantsjoerijse kurkboom als alternatieve benaming aan. Toen ik de boom voor het eerst zag, had ik nog niet door dat het om een Phellodendron ging, omdat namenbordjes in het Zuiderpark vrijwel ontbreken.

Stam van Phellodendron amurense in Mariemont
Foto: Wim Brinkerink

Uiteraard zoek ik altijd en overal bijzondere exemplaren van Phellodendron. Zo staat de dikste geregistreerde in Europa in Mariemont, in Henegouwen. Die ben ik als eerste gaan bezoeken. Van de bomen die ik aantref, blijkt dat ze op zijn mooist zijn als ze ergens vrij in een park staan. Dat is het geval in Mariemont en het Zuiderpark, maar ook in het Adegeestpark in Voorschoten en op Landgoed Avegoor in Ellecom. In die gevallen waaiert de kroon breed uit, waardoor zijn schoonheid goed tot zijn recht komt. Maar ook de schors van de boom is bijzonder. Het is niet te vergelijken met de kurk van de Quercus suber, de Kurkeik, maar mooi om te zien. Daar waar de boom minder de ruimte heeft, valt hij wat tegen. Juist de mogelijkheid om zo’n brede kroon te vormen, geeft hem een speciale uitstraling. Wat hem ook aantrekkelijk maakt is de mooie, gele herfstkleur. Ik heb foto’s van de Kurkboom in het Zuiderpark sinds 2014, maar tot mijn verrassing moest ik voor een foto van de gele herfstkleur uitwijken naar de boom in Voorschoten!

Herfstkleur van de boom in het Adegeestpark
Foto: Wim Brinkerink

De Phellodendron amurense heeft zijn oorsprong in de vallei van de Amoer, de grensrivier tussen Rusland en het Chinese Mantsjoerije. De boom is in 1856 ingevoerd in Europa. De boom behoort tot de Rutaceae, de wijnruitfamilie. In het Zuiderpark staat ook een ander bijzonder exemplaar van deze familie: de Tetradium daniellii, de Bijenboom.

Na dit positieve verhaal moet ik toch ook een grote ergernis kwijt. Ik heb de boom voor het laatst in juni 2021 bezocht. Toen bleek dat een vandaal een enorm grote verfklodder op de stam had uitgesmeerd. Ik had eerder dit soort vandalisme op één van mijn lievelingsbomen rond de Paauw in Wassenaar gezien. Maar ik kom het helaas steeds vaker tegen. Bij sommigen is er weinig respect voor andermans eigendom of liefde.

De Jan Wolkersboom: een merk­waardige Zomereik in Oegstgeest

Op 18 december op een prachtige zondagochtend met flinke vorst sta ik te wachten bij het hek van de ijsbaan in Oegstgeest. Ik ben één van de eersten op het ijs, dat nog niet aangetast is door een menigte schaatsers. Aan de rand van de ijsbaan, achter het clubgebouw, merk ik een eenzame boom op: een prachtige Zomereik met een knoestige stam en grillige takken. Ik heb de befaamde Jan Wolkersboom gevonden.

Jan Wolkerseik vanaf Oud Poelgeest in december 2022.
Foto: Essi Laine

Deze bijzondere Zomereik (Quercus robur) wordt in de volksmond van Oegstgeest de Jan Wolkersboom genoemd. De Eik heeft deze naam te danken aan de schrijver en kunstenaar Jan Wolkers, die de boom in de hongerwinter van 1945 tekende. De boom is vastgelegd vanuit de overkant van de sloot vanaf het bos van het landgoed Oud Poelgeest. Hier wandelde de schrijver vaak. De tekening is gepubliceerd in zijn boek Werkkleding. De boom is nog goed herkenbaar uit de tekening, ook al is deze later gesnoeid.

De boom is echter veel ouder dan Jan Wolkers en stond al lang voordat deze schrijver werd geboren op zijn plek aan de rand van de Ezelweide. Het is moeilijk om het exacte plantjaar en de leeftijd van de boom te achterhalen. In het Landelijk Register Monumentale Bomen van de Bomenstichting is als plantjaar “1890-1900” aangegeven2. Het bos bij het naastgelegen kasteel Oud Poelgeest is aangelegd in Engelse landschapsstijl in de tweede helft van de negentiende eeuw en bevat Eiken van 140 tot 180 jaar oud. Vermoedelijk stamt de Jan Wolkerseik uit hetzelfde tijdperk en zou dan ouder kunnen zijn dan de geschatte 120-130 jaar.

Tekening Jan Wolkersboom door Jan Wolkers in 1945 met toestemming van Mevr. Wolkers en met dank aan uitgeverij Rubinstein.

Wat de exacte leeftijd van de boom ook is, het valt niet te ontkennen dat het hier een veterane boom betreft. De huidige boom bestaat uit een holle stam met een omtrek van 4,71m, gemeten in 20183. De term “veteraan” betreft de complexe ouderdomsfase van een boom. Hierin heeft de boomkroon zijn grootste omvang verloren en is de boom weer kleiner aan het worden. Bij deze levensfase verliest de boom gedeeltelijk zijn eerst gevormde gesteltakken, of primaire kroon, en wordt er een nieuwe binnenkroon, of secundaire kroon gevormd. In het bos bij Oud Poelgeest staan Eiken die druk zijn met het ontwikkelen van een secundaire kroon5. Bij de Jan Wolkerseik zijn de opgaande armen, die een aantal jaren geleden ingenomen zijn, eigenlijk al de secundaire kroon van de boom. Lager langs de stam vormt zich al een kroon van de derde generatie. De boom is dus al veel verder in zijn levenscyclus dan de 180 jaar oude Eiken in het bos van het landgoed ernaast. Dit kan uiteraard ook een gevolg zijn van de standplaats, immers de Jan Wolkerseik staat vrij naast een weiland.

De Eik is in 2021 toegevoegd aan de lijst van monumentale en waardevolle bomen van de gemeente Oegstgeest. De gemeente neemt de boom mee met de regelmatige veiligheidscontrole en pleegt op basis daarvan onderhoud aan de boom.

Jan Wolkerseik naast de ijsbaan in december 2022.
Foto: Essi Laine

Terug naar de schrijver Jan Wolkers. Hij heeft nog het volgende over deze Eik geschreven: ‘In die tijd [in de hongerwinter van 1945] wilde ik in de aarde onder zijn machtige stam begraven worden, omdat ik dacht, zoals veel van mijn landgenoten, dat ik de hongerwinter niet door zou komen. Als mijn vrienden mij op de bosgrond naast die tekening hadden gevonden, zouden ze vast gemompeld hebben: ‘Zo sterft een held.’’1.

Jan Wolkers is op 19 oktober 2007 overleden, en zijn as is begraven onder de Tulpenboom in zijn tuin op Texel4. Deze prachtige Zomereik, die zijn naam nu mag dragen, leeft nog vitaal voort.

Referenties
1. Onno Bloem (2016). https://www.volkskrant.nl/cultuur-media/bomen-als-mijlpalen~b455ac42/
2. Bomenstichting. https://bomen.meetnetportaal.nl/index.php?c=portal&mm=claim&m=custom&options=monumentale_bomen/claimformulier.xml&boomnr=1692873
3. https://www.monumentaltrees.com/nl/nld/zuidholland/oegstgeest/6768_ijsbaanpoelgeest/
4. https://texelinformatie.nl/informatie/opmerkelijke-texelaars/jan-wolkers/
5. Sylvia de Witt (2017). https://www.boomzorg.nl/upload/artikelen/bz517biodiversiteit.pdf