Categorie archieven: Arbor Vitae

John Muir: Wildernistochten

Eindelijk is er een Nederlandstalige bloemlezing uit het werk van John Muir, de Amerikaanse evenknie en tijdgenoot van Jacques P. Thijsse en Hugo de Vries. Aan hem heeft Amerika het bestaan van de grote nationale parken te danken in met name de westelijke staten, van Californië tot Alaska. Sequoia en Yosemite zijn wellicht de bekendste, ook voor Nederlandse Amerika-reizigers.
Met Thijsse en De Vries heeft Muir, Schot van geboorte, een vaardige pen gemeen om zijn ontdekkingsreizen in de toen nog verregaand ongerepte wildernissen van bergen en prairies van het wilde Westen voor een groot lezerspubliek vast te leggen. In zes hoofdstukken wordt een even zo groot aantal van zijn belevenissen en waarnemingen beschreven, startend met de natuur in Wisconsin waar het pioniersgezin Muir een boerenbedrijf opbouwde en de kleine John zwemmend en paardrijdend de plantenpracht van de omringende prairies leerde kennen en bewonderen.
Gaandeweg laat Muir ons delen in zijn enorme kennis van planten en bomen die ook voor een botanicus en dendroloog heel informatief is. Tegelijkertijd weet hij ook magnifiek te vertellen over waterpartijen en de schoonheid van zo iets als plaatselijke windvlagen. Dendrologisch geschoolde lezers weet hij te prikkelen met de beschrijving van allerlei bij ons onbekende boomsoorten waaronder natuurlijk diverse Pinus soorten maar ook, wat de vertaalster noemt ‘Laurierbomen’ waarmee vermoedelijk gedoeld wordt op de ook hier vitale Umbellularia californica (Lauraceae).
Zoals gezegd is Muir een meeslepende schrijver en dus heb je, als het boek is uitgelezen, spijt dat het niet veel dikker was! Ik kan niet nalaten aan te bevelen om in dit verband ter aanvulling te lezen de twee nagenoeg vergeten maar springlevende boeken ‘Reizen naar Californië’ (I en II) van Hugo de Vries (antiquarisch te vinden): ere wie ere toekomt! Over de vraag of de Vries en Muir elkaar destijds in Californië ontmoet hebben, heb ik geen informatie. Wel was De Vries bekend met de milieubeschermingsorganisatie Sierra Club waarvan Muir mede-oprichter was. Dus misschien hadden die twee mutueel bevruchtend contact met elkaar. Voer voor een biologisch historicus.

John Muir (2018). In de wildernis, tochten door Wisconsin, Nevada, Californië en Alaska. Uitgeverij Van Oorschot, Amsterdam. € 19,99. ISBN 978 90 2828 0328.
Hugo de Vries (1905-1907). Reizen naar Californië. Antiquarisch te koop.

Zet de berm in bloei voor de bij!

Opnieuw een boekje (alles bij elkaar iets meer dan 100 pagina’s) van de KNNV uitgeverij. De ondertitel luidt: ‘Praktische handleiding voor organisatie & uitvoering van bijvriendelijk bermbeheer.’ De tekst is opgesteld/geschreven door ‘IVN Westerveld’ en het is een ‘praktisch boek, bedoeld voor actieve vrijwilligersgroepen die de bij willen helpen. Het biedt steun en geeft handvatten bij het opzetten van projecten voor bijen, inclusief een handige digitale werkmap met kant-en-klare handleidingen’ (p. 9).
Het boekje is eigenlijk een uitgebreid en gedetailleerd verslag van een project opgezet en uitgevoerd door de IVN-afdeling Westerveld. Een verslag van het begin tot het einde van hun project om van monotone bermen weer zoemende bermen te maken in hun eigen woonomgeving. In de hoop dat ook in andere delen van ons land mensen enthousiast worden en aan de slag gaan.
Het boekje omvat drie delen. In deel één (‘Het belang van bijen’) vinden we allerlei wetenswaardigheden over 1. bijenfamilies, 2. bloemen en bijen en 3. de achteruitgang van de bij. In het tweede deel (Ons project: ‘Bijen, bermen en biodiversiteit’) komen aan bod: 1. context, 2. organisatie, 3. symposium en 4. educatieve invulling. In het derde en laatste deel (‘Zelf aan de slag’) wordt verslag gedaan over: 1. activiteiten met inwoners, 2. samenwerken met de gemeente, 3. natuurinclusief bermbeheer, 4. bijen in eigen tuin en 5. digitale werkmap.
Het is een leuk boekje, fraai vormgegeven met duidelijke teksten en rijk geïllustreerd met mooie foto’s. Nuttige informatie voor een ieder die in zijn of haar tuin (of arboretum) de wilde bijen, hommels en de honingbij een handje wil helpen door een goede leefomgeving te bieden.

IVN Westerveld (2018). Zet de berm in bloei voor de bij. KNNV Uitg., Zeist. 110 p., € 17,95. ISBN 978 905 0116 589

Zet de berm in bloei voor de bij!
Zet de berm in bloei voor de bij!

Ficus met ijzeren steunen

Nog niet helemaal bekomen van de jetlag wandelen Berna en ik in april 2018 door Buenos Aires met de bedoeling om wat eerste herfstgeuren op te snuiven in deze metropool. En dus lopen we via de Plaza de Maya in zuidelijke richting naar het Cementero de la Recoleta, waar op een oppervlakte van 5,5 hectare zesduizend graven liggen, waaronder dat van Evita Perón.
Wanneer we voor die begraafplaats aankomen op het Johannes XXIII-plein met zijn weidse grasperken, bomen en bankjes, worden we verwelkomd door een immense boom die vanuit de stam zijn enorme dikke takken naar je uitsteekt, als om te zeggen: ‘Kom onder mijn vleugels, hier is schaduw, hier kun je tot rust komen.’
Maar voordat we daartoe in staat zijn, willen we eerst deze boom en zijn buurman wat nader bestuderen. Het valt onmiddellijk op dat deze horizontaal hangende takken ondersteund worden door ijzeren steunen. Waar dat niet het geval is, rust de tak domweg op de grond en krult van daaruit weer langzaam omhoog om zijn bladerentooi naar de zon te keren. Een van de steunen is vervaardigd in de vorm van een ijzeren man die een enorme tak op zijn schouder draagt. Sisyphus mocht tenminste nog op en neer lopen, deze man is tot stilstand veroordeeld om de tak van deze boom tot in lengte van dagen te dragen.

De immense afmeting van Ficus macrophylla
Foto: Fred Bleumer

Het bordje bij de boom leert ons dat het hier gaat om een Ficus macrophylla, grootbladige vijgenboom in het Nederlands. De soort behoort niet tot de Argentijnse flora, maar is inheems in Australië. Uit de tekst maak ik op dat er twee versies zijn rondom zijn ontstaansgeschiedenis: de eerste zegt dat de paters van Recoletos deze boom in 1823 op de begraafplaats hebben geplant en dat hij later naar deze plek is overgeplant; de tweede versie is dat de agronoom Martin José de Altolaguirre y Pando in 1791 op deze plek zijn buitenhuis had, genaamd ‘de la Recoleta’, tegenwoordig een chique wijk, waar ook koningin Máxima is opgegroeid.

Met al deze wijsheden op zak voelen we de jetlag wegvloeien en gaan we vol goede moed de daaropvolgende tijd Argentinië verkennen, op zoek naar meer geuren en kleuren van bijzondere bomen.

De ficussteun als dankbare drager van de horizontale takken
Foto: Fred Bleumer