Dikke oude bomen boek

Ergens had ik over het boek gelezen, (in)gekeken op internet, het leek me interessant en dus heb ik het besteld. Om te beginnen: een boek met een zeer origineel uiterlijk: een ‘open rug’. Je ziet duidelijk de verschillende katernen met daarop de gebruikelijke rugtekst van een boek (eigenlijk heel interessant om te zien hoe een boek is samengesteld!). Niet alleen het uiterlijk is origineel, maar ook de inhoud verraste mij. Het is werkelijk een boek tjokvol informatie die op prettige, eenvoudige manier wordt verteld. Ook met humor: ‘Een gegarandeerde remedie tegen zeeziekte is onder een boom gaan zitten’, of uit het voorwoord: ‘Ik heb zelfs een keer een boom geknuffeld, maar daarbij greep ik met mijn rechterhand in een afgebroken tak met een scherpe punt’…….

Om een idee te krijgen van de inhoud, hierna een overzicht van de hoofdstukken. Allereerst deel 1: 1. Boom des levens; 2. Bomen in religies; 3. Hoe groeit een boom; 4. The Wood Wide Web; 5. Bomen herkennen; 6. Oude bomen; 7. Oude bomen en dieren; 8. Oude bomen en klimaat. Dan deel 2: 1. De helende werking van bomen; 2. Waar staan de oudste bomen van de wereld?; 3. Bomen in Nederland en België. Naast allerlei interessante informatie over bomen zijn er ook talloze fraaie illustraties en prachtige foto’s van oude bomen. Het laatste hoofdstuk (50 pagina’s) is bedoeld voor mensen die daadwerkelijk een oude of heel bijzondere boom in Nederland en België willen gaan opzoeken en bekijken. Misschien is de beste aanbeveling voor het lezen van dit boek nog een citaat:

‘In een oude eik, beuk of linde wonen veel dieren. Uilen en vleermuizen verbergen zich in de gaten en eekhoorns en gaaien eten de eikels. De afgevallen takjes van de linde zijn geliefd bij insecten. Kijk goed naar de sporen die de dieren achterlaten: uilenballen, aan­geknaagde takjes of dennenappels waaraan geknaagd is. Vergeet ook niet eventuele drollen goed te bekijken. Zijn ze rond, torpedovormig? Zijn ze zacht? Of zit er een gedraaid pluisje aan, zoals bij een vos, of een wolf?’ (p. 150).

Kortom een heel origineel en heel informatief boek dat makkelijk leest. De auteur Gerard Janssen, heeft een prettige en duidelijke schrijftaal. Zeker de moeite waard om te lezen en om als cadeau weg te geven.

Janssen, G. (2021).
Dikke oude bomen boek.
Uitgeverij Snor, Utrecht.
Prijs: € 24,99.
ISBN 978 946 314 1116

Hans van Selm, een veelzijdige en multi-inzetbare plantenman

Mijn naam is Hans van Selm. Ik ben 75 jaar en in 1947 geboren in Utrecht (Zuylen). Mijn vader zat in de zuivel en was zijn loopbaan begonnen als melkboer. Gek-scherend gezegd: Ik ben een zoon van de melkboer. Waar mijn groene genen vandaan komen, is nog steeds een raadsel. Het groen had al vroeg mijn interesse en ik begon met stekjes maken, met wisselend succes. Het maakte niet uit wat het was, als er maar een plantje uit wilde groeien.

Hans van Selm
Foto: Wiecher Huisman

Het groen leren kennen en herkennen
Na de lagere tuinbouwschool in ‘s Gravenzande, waar allerlei Westlandse gewassen de revue passeerden, zoals Anjer en Freesia, heb ik van 1965 tot 1968 de avondmulo in Vlaardingen gevolgd. Gedurende die periode was ik als leerling tuinman werkzaam op de gemeentekwekerij van Schiedam. Na het behalen van het diploma heb ik me aangemeld in Frederiksoord. Daar moest ik eerst een toelatingsexamen doen voor de driejarige opleiding Boomteelt/Bloementeelt. Bij de uitslag van dat examen zei de toenmalige directeur ir. Jurriaanse: ‘Hannes, je zult hard moeten werken!’ Nou, bij de diploma uitreiking moest ik daar nog aan beginnen. Dat toelatingsgesprek vond plaats in de oude directeurskamer in het nog bestaande statige hoofdgebouw, wat nu het Klokkenmuseum is. Het schoolgedeelte waar de leslokalen waren, is helaas voor de nieuwbouw afgebroken, waarbij een heel grote Thujopsis dolabrata en een gedeelte van de Perenallee het loodje hebben gelegd. Op het terrein van de vroegere tuinbouwschool is helaas nog maar weinig van de oude glorie te vinden. De oude schooltuin wordt voor zover dat mogelijk is door vrijwilligers onderhouden. Ik heb er een heerlijke tijd gehad en veel plantenkennis opgedaan. Jurriaanse was mijn grote inspirator en raadde mij aan om lid te worden van de NDV. Daar heb ik me in 1968 bij aangesloten. Er waren toen weinig jonge leden. Jurriaanse (zelf ook lid) heeft meerdere leerlingen er toe aangezet om lid te worden. Ik heb bij de excursies veel geleerd van Theo Janson, de heren Sipkes en Doorenbos en Janssen (vader van Hans). Alles wat met planten te maken had, zoog ik op. Na Frederiksoord heb ik in Boskoop het praktijkgedeelte van de opleiding voor docent boomteelt gevolgd, waar Walther Grootendorst indruk maakte door z’n enorme plantenkennis en mooie verhalen. Twee maal heb ik de A-cursus gedaan van de NDV gedaan. De eerste keer in Frederiksoord, toen nog verzorgd door Theo Janson en Hans Janssen en de tweede keer in Velp, ook bij Hans Janssen.

Werkervaring opdoen
In de periode dat de handel naar Zwitserland per trein en het plantenvervoer in Boskoop nog grotendeels over het water ging, heb ik een tijdje gewerkt bij de firma Esveld in Boskoop. In de jaren vijftig en zestig jaren werd de handel voor o.a. Duitsland en Zwitserland verpakt in grote manden met staken die met wit gaas werden omwikkeld om schade te voorkomen. Op platte schuiten (een bok of een schouw) werden de manden over de sloten gevaren naar de sluis. De boten werden met een vaarpaal van vijf meter vooruit geduwd. De Boskoopse sloten liggen twee meter onder het polderniveau, dus moet je door de sluis om op het goede waterpeil te komen. Daarna werd de Gouwe overgestoken en ging de reis rechtdoor naar het station waar goederenwagons klaar stonden om de handel in te laden en te vervoeren. En dan weer met de lege boten dezelfde route terug. Ook heb ik bij Jan Leenders in Tegelen de nodige werkervaring opgedaan in de rozenteelt en -handel. Bij Darthuizer Boomkwekerijen heb ik de hevige najaarsstorm in 1972 meegemaakt, waarbij de grote in aanbouw zijnde rozenkas het loodje legde. In Harskamp op de Veluwe heb ik gedurende 10 jaar bij het bureau Cultuurtechniek van Defensie onder andere bestekken gemaakt. Daar heb ik nu nog steeds profijt van.

De mooie stam van Prunus serrulata
Foto: Hans van Selm

Kennis en enthousiasme doorgeven
De groene wereld heeft me meer gegeven dan ik me ooit had kunnen voorstellen. Die zit vol verrassingen én mensen met vakkennis. De interesse voor groen en milieu is het gesprek van de dag en vult veel kolommen in kranten en bladen. Mijn interesse gaat vooral uit naar bomen en dan in het bijzonder de stam. Vooral bij oudere bomen heeft de stam iets fascinerends. Het is niet zomaar een boom, het is een levend wezen met een eigen identiteit. Ik heb veel vrijwilligerswerk gedaan op groengebied en doe dat nog steeds. Bijvoorbeeld vier jaar bij de Bomenstichting. Verder bij beurzen zoals de Plantendagen op Bingerden in de stand van de NDV. En in de jaren negentig heb ik meegewerkt aan de tuinbeurs Fleurig, de eerste keer op het landgoed Kernhem in Ede en twee keer op het landgoed De Schaffelaar In Barneveld. Tenslotte kan Arboretum Belmonte nog worden genoemd en Diergaarde Blijdorp waar ik de botanische bibliotheek ga ordenen en in een database ga zetten en tenslotte de activiteitencommissie en de bibliotheek van de NVD in Trompenburg. De laatste 10 jaar is alles wat er voor de bibliotheek werd ingeleverd, gerubriceerd en aan het archief toegevoegd. De enorme verzameling boeken en tijdschriften van Dick van Hoey Smith is ook in het archief opgenomen. Soms kom ik weer iets tegen dat ik nog kan toevoegen. Ik vind het leuk om actief te zijn voor de NDV en ben nu namens de jubileumcommissie onder andere bezig met het doorspitten van het archief op leuke weetjes van de bijna afgelopen 100 jaar. In de jaren 90 heb ik ook meerdere jaren les gegeven aan volwassenen in het vak materialenkennis aan Wellant College in Rotterdam. Ik vind veel voldoening in het doorgeven van kennis en het enthousiasmeren van mensen.

Tilia ×europaea met eveneens imposante stammen. Laan op Rügen
Foto: Hans van Selm

De Phellodendron amurense, (Amoer-kurkboom) in het Zuiderpark

Als socioloog ben ik nou niet de eerst aangewezen persoon om hier inhoudelijk dendrologische of botanische verhandelingen te schrijven. Maar ik ben nieuwsgierig en loop inmiddels al vele jaren stad en land af op zoek naar mooie en/of interessante bomen. Deze nieuwsgierigheid bracht me onder meer naar de grootste boom ter wereld in Oaxaca in Mexico. En uiteraard naar meerdere Sequoiadendron giganteum in Californië. Op zoek naar de grootste Taxodium distichum in St. Francisville in Louisiana werd ik helaas gestuit door de waterstand die zo hoog was dat benadering van de boom niet mogelijk was.

Dicht bij huis tref je niet van dat soort spectaculaire bomen, maar er zijn zeker mooie en bijzondere bomen, die mijn nieuws- en/of weetgierigheid nog meer prikkelen. Mijn nieuwsgierigheid naar bomen werd voor het eerst geprikkeld door het boek “Monumentale bomen in Europa” van Jeroen Pater, dat hij in 2006 liet verschijnen. Ik had er geen idee van dat bomen zo mooi konden zijn en zo oud konden worden als de bomen die hij beschrijft. In mijn onwetendheid ging ik op zoek naar soortgelijke bomen in Nederland. Uiteraard zocht ik ook op internet, maar dat was op het gebied van beschrijving en registratie nog niet zo ontwikkeld als het nu is. Uiteraard trof ik ze wel in Engeland, Duitsland en Frankrijk.

Phellodendron amurense in het Zuiderpark in 2014
Foto: Wim Brinkerink

Toen ik eenmaal een redelijk beeld had van wat Nederland op het gebied van monumentale (dikke?) bomen te bieden had, trokken steeds meer boomsoorten die niet van nature in Nederland te vinden zijn mijn aandacht. Het is grappig dat ik uitgerekend in Zuid-Holland veel bijzondere bomen tegenkom. Komt dat omdat juist Simon Doorenbos en Dick van Hoey Smith hier hun thuisbasis hadden? Je zou het bijna denken. Beiden zijn belangrijk geweest voor de oprichting en ontwikkeling van de NDV en beiden zijn actief geweest in gemeentelijke kringen in Den Haag en Rotterdam en beiden waren actieve vormgevers van een arboretum. Trompenburg is als thuisbasis van Dick van Hoey Smith natuurlijk zeer bekend. Ik heb de indruk dat de bekendheid van het arboretum (voorheen landengebied) Zuiderpark in Den Haag pas recent is ontstaan.

Toen ik mijn jaarlijkse verkenningen van het Zuiderpark begon, had ik nog niet zo veel respect voor dit park. Het was in mijn ogen nog te jong, want aangelegd in de 30’er jaren van de 20e eeuw. En als Randstedeling associeerde ik het Zuiderpark in Den Haag vooral met voetbal, als de thuisbasis van ADO. Maar gaandeweg ben ik gaan beseffen dat het landengebied zeer interessant is en dat er pareltjes in het park staan. Eén zo’n parel is de Amoer-kurkboom oftewel Phellodendron amurense. De Standaardlijst Nederlandse namen van cultuurplanten 2020, geeft Mantsjoerijse kurkboom als alternatieve benaming aan. Toen ik de boom voor het eerst zag, had ik nog niet door dat het om een Phellodendron ging, omdat namenbordjes in het Zuiderpark vrijwel ontbreken.

Stam van Phellodendron amurense in Mariemont
Foto: Wim Brinkerink

Uiteraard zoek ik altijd en overal bijzondere exemplaren van Phellodendron. Zo staat de dikste geregistreerde in Europa in Mariemont, in Henegouwen. Die ben ik als eerste gaan bezoeken. Van de bomen die ik aantref, blijkt dat ze op zijn mooist zijn als ze ergens vrij in een park staan. Dat is het geval in Mariemont en het Zuiderpark, maar ook in het Adegeestpark in Voorschoten en op Landgoed Avegoor in Ellecom. In die gevallen waaiert de kroon breed uit, waardoor zijn schoonheid goed tot zijn recht komt. Maar ook de schors van de boom is bijzonder. Het is niet te vergelijken met de kurk van de Quercus suber, de Kurkeik, maar mooi om te zien. Daar waar de boom minder de ruimte heeft, valt hij wat tegen. Juist de mogelijkheid om zo’n brede kroon te vormen, geeft hem een speciale uitstraling. Wat hem ook aantrekkelijk maakt is de mooie, gele herfstkleur. Ik heb foto’s van de Kurkboom in het Zuiderpark sinds 2014, maar tot mijn verrassing moest ik voor een foto van de gele herfstkleur uitwijken naar de boom in Voorschoten!

Herfstkleur van de boom in het Adegeestpark
Foto: Wim Brinkerink

De Phellodendron amurense heeft zijn oorsprong in de vallei van de Amoer, de grensrivier tussen Rusland en het Chinese Mantsjoerije. De boom is in 1856 ingevoerd in Europa. De boom behoort tot de Rutaceae, de wijnruitfamilie. In het Zuiderpark staat ook een ander bijzonder exemplaar van deze familie: de Tetradium daniellii, de Bijenboom.

Na dit positieve verhaal moet ik toch ook een grote ergernis kwijt. Ik heb de boom voor het laatst in juni 2021 bezocht. Toen bleek dat een vandaal een enorm grote verfklodder op de stam had uitgesmeerd. Ik had eerder dit soort vandalisme op één van mijn lievelingsbomen rond de Paauw in Wassenaar gezien. Maar ik kom het helaas steeds vaker tegen. Bij sommigen is er weinig respect voor andermans eigendom of liefde.