Categorie archieven: Arbor Vitae

Aesculus ‘Chocolate Autumn’, een bijzondere herfstkleurverrassing

Bij de paardenkastanjes met een rode herfstkleur gaat het vooral om selecties van Aesculus glabra. De kleuren verschijnen kort voor de bladval. Bij A. ‘Chocolate Autumn’ gaat het allemaal anders en duurt de rode kleur bovendien van juli tot in oktober.
In het Von Gimborn Arboretum staat een oude Aesculus pavia, geplant in de jaren dertig van de vorige eeuw. Het is een geënt exemplaar, waarvan de bloei lijkt op die van de cultivar ‘Atrosanguinea’. Ze kreeg de cultivarnaam ‘Gimborn’. Evenals de rest van de soort is de herfstkleur geel en soms geeloranje. Een zaailing van deze boom van rond 2000 doet het heel anders. Alles wijst erop dat dat een kruising is. De enige bestuiver die daarvoor in aanmerking komt, lijkt A. ×mutabilis ‘Penduliflora’ te zijn. A. ×mutabilis is een kruising van A. pavia en A. sylvatica. Karakteristiek aan de selectie ‘Penduliflora’ zijn de overhangende twijgen met bloeiwijzen die daardoor ook niet rechtop staan. De lichtrode bloemkleur van A. ‘Chocolate Autumn’ wijst duidelijk op de invloed van A. pavia. Van de A. ×mutabilis ‘Penduliflora’ heeft ze de overhangende, vrij slappe twijgen geërfd.

Aesculus ‘Chocolate Autumn’ in augustus
Foto: Piet de Jong

In de loop van de maand juli krijgt het blad van ‘Chocolate Autumn’ tussen de nerven donkerbruine strepen. Rond half augustus verkleuren de strepen naar rood tot uiteindelijk het blad geheel rood is. Het bijzondere is nu dat het blad toch pas in oktober afvalt. De rode herfstkleur kan dus bijna twee maanden duren. Het is al met al een bijzonder fenomeen, omdat beide ouders zo’n herfstkleur niet vertonen. Beide kunnen hooguit geeloranje verkleuren. Op bijgaande foto’s is het herfstkleureffect van ‘Chocolate Autumn’ op verschillende tijdstippen afgebeeld.

A. ‘Chocolate Autumn’ is een vrij kleine boom met slappe overhangende twijgen. De beste standplaats is in lichte schaduw. Evenals de beide oudersoorten wordt het blad niet aangetast door de mineermot. Een mooi exemplaar staat in het Arboretum Oudenbosch.

Aesculus ‘Chocolate Autumn’ in september
Foto: Piet de Jong

Leycesteria formosa, sieraad van de omslag

Leycesteria formosa staat volop in bloei
Foto: Ineke Vink

De fraaie foto op de omslag van Arbor Vitae 3 van 2018 toont een heester waar de sierwaarde van af straalt. Toch is het helaas geen bekende tuinplant. De Nederlandse naam fazantenbes kreeg ze ooit omdat ze in Engeland en Frankrijk speciaal voor fazanten werd aangeplant die al etend van de bessen een gemakkelijke prooi voor de jagers waren.

Het geslacht Leycesteria werd door de bekende Engelse plantenverzamelaar Nathaniel Wallich genoemd naar William Leycester (1775-1831), een Engelse jurist, die tijdens zijn verblijf als rechter in voormalig Brits-Indië planten verzamelde. De introductie in Engeland gebeurde in 1824. Leycesteria behoort tot de familie van de Caprifoliaceae. Van de zes soorten die het geslacht telt, is L. formosa veruit de bekendste en ook de soort met het grootste areaal. Het omvat het gehele zuidelijke Himalayagebied van Pakistan tot in Z. W. China.

Kenmerken
De fazantenbes is een bladverliezende tot 2 m hoge heester met groene holle stengels met aanvankelijk een blauwachtige glans. De bladeren zijn tegenoverstaand, gaafrandig en lang toegespitst. De bovenzijde van het blad is donkergroen en de onderzijde blauwachtig. De bloeiwijzen zijn lange hangende schijnaren met donkerrode schutbladen en witte bloemen in de oksels. De bloei is van juli tot september. De felgekleurde schutbladen zorgen er voor dat de plant ook na de bloei de aandacht blijft trekken. De vruchten zijn zachte purperrode bessen met veel kleine zaden. Ze zijn sterk geurend en volgens sommigen chocoladeachtig, volgens anderen meer nootachtig. Dit laatste is terug te vinden in de Engelse benaming nutmeg. Behalve de naam fazantenbes wordt de heester ook grootmoeders oorbellen genoemd of, wederom vanwege de geur, caramelbes.
De fazantenbes houdt van een zonnige standplaats en een goed doorlatende bodem. In strenge winters kan de plant bevriezen, maar ze ontwikkelt in het voorjaar weer nieuwe stengels. De vermeerdering gaat gemakkelijk middels zaden. Mede om die reden is de soort invasief in Australië en Nieuw-Zeeland en dreigt ze dat ook te worden in Europa en Noord Amerika.
Een fraaie cultivar is ‘Purple Rain’ met, zoals de naam al aangeeft, een zeer intense purperen kleur van de schutbladen. Om dezelfde reden verschenen de selecties ‘Red Rockett’ en ‘Red Shuttle’ op de markt. Een geelbladige selectie met rood jong blad is ‘Golden Lanterns’.

Ook rupsen houden van Leycesteria formosa
Foto: Ineke Vink
De bessen van Leycesteria formosa
Foto: Ineke Vink

Oude esdoorn in de duinen

Ze bestaan nog steeds, zelfs in Nederland. Oude bomen waar weinig aan is gedaan door mensenhanden. Het was voor mij een grote verrassing om een paar jaar geleden, in een gebied waar ik in mijn jeugd vele kilometers heb gestruind, te stuiten op een uitzonderlijke, zeer ongewone Gewone esdoorn (Acer pseudoplatanus). Gezien de omvang en het model van de boom moet hij er al heel wat jaren staan, maar nog niet eerder was hij mij opgevallen. De boom staat in de Amsterdamse Waterleidingduinen op een onopvallende plek en dat is misschien de reden dat hij zo kon uitgroeien. De boom is in prima conditie met een ver uitwaaierende, zeer lage vertakking op de stam. In zijn jeugd zal de boom vrij in het toen nog ruige en tamelijk kale duinlandschap hebben gestaan (in bosverband had zich namelijk al snel een stam gevormd) en door de schrale grond en de zeewind een gedrongen en stevig boompje zijn geweest. Tegenwoordig is hij, op enige afstand, omgeven door jong geboomte dat luwte geeft waardoor de takken ook tegen de windrichting in (zoute zeewind) een enorme lengte hebben kunnen bereiken.

De oude Acer pseudoplatanus in de Amsterdamse Waterleidingduinen
Foto: Gert Fortgens

Hoe oud zal deze boom zijn? Dat vind ik moeilijk te zeggen. Wat bekend is dat in de omgeving van deze boom in 1853 graafwerk en grondverzet heeft plaatsgevonden voor de aanleg van de Oranjekom, een verzamelbekken voor drinkwater in het duingebied. De Amsterdamse Waterleidingduinen is een 3400 ha groot gebied en ligt tussen Zandvoort en Noordwijk. Een groot deel van het drinkwater voor Amsterdam wordt hier, sinds 1853, voorgezuiverd. Hiervoor zijn kanalen gegraven waarin water uit de Rijn wordt gepompt, naar beneden sijpelt door het zandpakket en een stuk schoner wordt opgepompt. De groeiplaats van de esdoorn ligt in de buurt van het oudste kanaal. Dus wie weet is de boom toen aangeplant of heeft hij zichzelf gevestigd als spontane zaailing. De boom zou dus wel eens 150 jaar oud kunnen zijn.

Acer pseudoplatanus – de paraplu geeft een indruk van de omvang
Foto: Gert Fortgens

Het natuurlijke verspreidingsgebied van Acer pseudoplatanus wat betreft Nederland is volgens de huidige inzichten beperkt tot Zuid-Limburg. Men gaat ervan uit dat deze boomsoort niet op eigen kracht in het duingebied is gekomen. Het zal een bewuste aanplant-keuze zijn geweest omdat men destijds al in de gaten had dat de boom het goed doet op diep doorwortelbare maar schrale gronden en ook zeewind goed verdraagt. De eerste aanplantingen dateren mogelijk al uit de 17e eeuw en hadden tot doel de stuivende duinen vast te leggen. En wie weet met plantmateriaal opgekweekt uit zaden van niet-Nederlandse herkomst (de boomsoort heeft een groot groeigebied in Zuid- en Midden-Europese gebergten). Dat gebruik van materiaal van niet-autochtone herkomst wordt tegenwoordig niet erg gewaardeerd. Niet alleen in het gehele duingebied, maar ook in de rest van Nederland is de boom tegenwoordig bijna overal te vinden. Nu zou er al snel het etiket van invasieve soort aan worden gehangen. Wat betreft invasieve soorten hebben ze in de duinen al meer meegemaakt. Het damhert heeft zich hier gevestigd. Dat moet gebeurd zijn rond 1980 (voor die tijd heb ik ze daar namelijk niet gezien) en de damherten zijn in een paar decennia verworden tot een plaag. Leuk om te zien, dat wel, maar voor de vegetatie (zoals ik die kende uit mijn jeugd) een drama. Na jaren gedoe in de gemeenteraad van Amsterdam (het zijn hun duinen tenslotte) is dan eindelijk besloten wat aan al die herten te doen. Net als (destijds) de damslapers, worden nu ook de damherten aangepakt.

De AWduinen en ook de website zijn het bezoeken waard. Zie: https://awd.waternet.nl/bezoekersinfo/

De damherten hebben het naar hun zin in de duinen
Foto: Gert Fortgens