Categorie archieven: Arbor Vitae

Hout leren kennen, benutten en waarderen

Wat kun je met hout doen, anders dan gebruiken voor brandstof? Eigenlijk moet de vraag zijn, wat kun je niet van hout maken? Bovendien worden er nog steeds nieuwe houttoepassingen uitgevonden.

De grondstof hout
Hout laat zich heel gemakkelijk bewerken. Je hoeft helemaal geen vakman of vakvrouw te zijn. Maar foutieve houttoepassingen geven aan hout een slechte naam. De ideale houtsoort toepassen in een foutieve constructie geeft een slecht resultaat, evenals het gebruik van een foutieve houtsoort in een goede constructie. Al deze foutieve toepassingen geven aan hout een slechte reputatie, waardoor hout dikwijls ten onrechte vervangen wordt door andere bouwstoffen. We kunnen hout enkel maar waarderen als het goed is toegepast en daar is houtkennis voor nodig.
Eigenlijk moeten we veel meer hout gebruiken, uiteraard met respect voor de natuur. Bomen slaan koolstofdioxide op in het hout dat zij produceren. Als we hout duurzaam toepassen, dan blijft dit broeikasgas bewaard. Bij het natuurlijk vergaan of verbranden van hout wordt koolstofdioxide teruggegeven aan de natuur. Dus hoe duurzamer de toepassingen, hoe langer het broeikasgas opgeslagen blijft, hoe beter voor ons milieu. Houtkennis ligt aan de basis van duurzaam gebruik.

Houtkennis is de basis
Een boom kan op verschillende manieren verzaagd worden. En dit heeft zijn invloed op de tekening van het hout. Het is belangrijk te weten dat bij het verzagen van de boom in planken de buitenplanken een andere tekening hebben dan de middelste plank van de boom. De plank op de foto links (p.37) geeft wat wij met een vakterm een dosse tekening noemen. De plank op de rechterfoto (p.37) noemen we kwartier omdat deze een kwartierse tekening geeft. Het verlopen van de tekening van dosse naar kwartier, gaat van buitenste plank naar middelste plank. Dat noemen we valskwartier.
De tekening van het hout is niet alleen belangrijk bij de esthetiek van het werkstuk, het heeft daar ook een technische invloed op. Zo heeft hout verschillende eigenschappen met technische invloeden op het werkstuk. Een goed en bekend voorbeeld daarvan is het zogenaamde ‘werken’ van hout, waarbij hout uitzet als het vocht opneemt en krimpt als het vocht afgeeft. Er zijn meer dan 60.000 verschillende houtsoorten en iedere houtsoort heeft zijn eigen karakteristieken. Zelfs de groeiomstandigheden bepalen mede de eigenschappen. Daarom moet de houtbewerker over voldoende houtkennis per houtsoort beschikken zodat het duurzaam toegepast kan worden.

Een eiken plank kwartierse tekening
Een eiken plank, dosse tekening

Onbegrensde houttoepassingen
Bekende en veel gebruikte houttoepassing zijn de toepassingen binnenshuis, zoals meubels, parket, deuren, enzovoorts. Ook buitenshuis wordt hout toegepast, onder andere in kozijnen, buitenschrijnwerk en bij de gevelbekleding. We kunnen een compleet houten woning bouwen en hout aanwenden in constructiewerk – zowel binnen als buiten – zoals we dat kennen bij bruggen.
Houttoepassingen in het water kennen we bijvoorbeeld als schepen en sluizen. Maar ook onder water wordt hout gebruikt voor waterbouwkundige werken. Beeldhouwwerk of draaiwerk zijn bekende vormen van hout in de sier- en kunstwerken. De mogelijkheden om hout in deze sector toe te passen zijn onbegrensd.
Voor productontwikkelingen (mallen of matrijzen) is hout een belangrijke grondstof. Hout verwerkt tot fineer geeft tal van toepassingen, waarbij we zuinig omgaan met de grondstof. Of een toepassing als afgeleid product, zoals meubel- of spaanplaten, MDF of multiplex.
Een muziekwereld zonder hout bestaat niet. Voor schoeisel, klompen, en in de kleding gebruiken we hout. Maar ook als verpakkingsmateriaal of voor onze hobby.

Een houten kubuscamera

Toekomstige houttoepassingen
Hout toepassen in de batterijwereld biedt tal van nieuwe mogelijkheden. Amerikaanse onderzoekers publiceerden een werk, waarin zij een batterij hebben ontwikkeld met hout. De kleine nieuwe batterij bestaat uit een strookje hout met een coating van tin en blijkt grote potentie te hebben. Verwacht wordt dat deze nieuwe techniek het best geschikt zal zijn voor grootschalige energieopslag van hernieuwbare energie door de relatief lage kosten van de gebruikte materialen.
Houtschuim biedt nieuwe toepassingen als natuurlijke isolatievorm. We kunnen hout sterker maken dan staal. We kunnen van hout glas maken. En hout biedt tal van mogelijkheden voor de 3D-printer. Niet zo vreemd, want hout is sterk en uitstekend te bewerken. Hout voor 3D-printing is leverbaar in verschillende kleuren en wordt vaak ingezet om huishoudelijke producten als bestek, sieraden, speelgoed en handgrepen te fabriceren.

Tot slot
Deze opsomming geeft geen volledig overzicht waarvoor we hout kunnen gebruiken. Wat kunnen we niet van hout maken?
De natuur bevat een zeer grote diversiteit aan houtsoorten. Elke houtsoort heeft zo zijn eigen eigenschappen, wat de toepassingsmogelijkheden ruim uitbreidt. We moeten ons huidige marktaanbod van houtsoorten aanpassen aan deze grote diversiteit. Hierdoor kunnen we de bedreigde houtsoorten redden van het uitsterven. Het bos op een duurzame manier behouden, geeft een onuitputtelijke bron van hout. Duurzaam geproduceerde houtproducten kunnen, mits correct onderhouden, eeuwig meegaan. Nadien kunnen we het perfect recycleren.
Met andere woorden: wij lenen hout van de natuur en geven het na gebruik terug aan de natuur.

* Ludo Van Bladel is Erkend Houtexpert en voorzitter van de HCTO Houtstudie Centrum, België.

Logo HCTO Antwerpen

Ronald Houtman, sortimentsdeskundige bij uitstek

Ik ben Ronald Houtman, 52 jaar, getrouwd met Petra en vader van twee zoons, Mark en Bart. Geboren op een kwekerij (De Bonte Hoek) in Glimmen (Gr.), mijn vader werkte daar. Na twee jaar zijn we verhuisd naar Boskoop, waar mijn vader vandaan komt (mijn moeder komt uit Reeuwijk). In het dagelijks leven ben ik sortimentsadviseur, schrijf ik artikelen over planten en hou ik me bezig met kwekersrechten en patenten, waaronder plantbeschrijvingen. Dat varieert van kamerorchidee (Phalaenopsis) tot coniferen, ‘s zomers zijn dat meestal vaste planten. Daarnaast ben ik secretaris van de keuringscommissie van de KVBC en doe ik een dag in de week selectiewerk in de veredeling bij Boot en Dart Boomkwekerijen.

Ronald Houtman
Foto: Ineke van Teylingen

Autodidact en zelfstandig
Ik heb in Boskoop de drie-jarige A-opleiding gevolgd op de RMTuS, een boomkwekersopleiding inclusief middenstandsdiploma voor zelfstandig boomkweker. Verder ben ik autodidact. Van mijn vader heb ik de liefde voor planten en natuur meegekregen. Hij was bevriend met Harry van de Laar, ze werkten beiden op het Proefstation voor de Boomkwekerij. Toen ik 14 jaar was zei ik tegen Harry: ‘Ik wil worden wat u bent.’ Hij gaf me de raad: ‘Je kunt veel beter een beetje weten van veel planten dan heel veel van een paar planten’ en merkte op dat je door veel te lezen heel veel kunt leren. Opmerkelijk dat ik bij de eerste kwekerij waar ik als jongetje werkte al zag dat alle Hamamelis door elkaar zaten en vond dat daar iets aan moest worden gedaan.
In augustus 1985 ben ik, na twee jaar stage, in vaste dienst gekomen bij Rinus Zwijnenburg. Een kwekerij met een uitzonderlijk sortiment, ik koester nog steeds de voorraadlijst uit die tijd. Bij hem maakte ik kennis met Roy Lancaster, die mij wel inspireerde maar van Harry en Rinus heb ik ongelooflijk veel geleerd. Ik heb gelukkig een (bijna) fotografisch geheugen en kan gemakkelijk plantennamen onthouden. Toen de kwekerij naar Texel was verhuisd ben ik in 1991 als kwekerijmedewerker volle grond en pakloods bij Fa. Esveld gaan werken. Daar heb ik ook veel planten leren kennen. In die tijd was het gebruikelijk dat particuliere klanten met grotere orders hun bestellingen afhaalden bij de loods. Op een bepaald moment legde een klant zijn bestelling in de kofferbak van zijn auto. Dick van Gelderen kwam aanlopen en dacht even te helpen door de klep dicht te gooien. Alleen… de klant hing nog half in de kofferbak en kreeg de klep in zijn nek. Dick sprak toen de legendarische woorden: ‘Kijk ik even niet, doet die man zijn hoofd ertussen.’
In 1985 had ik me aangemeld als lid van de KVBC. In 1994 heb ik het secretariaat van de keuringscommissie van Harry van de Laar overgenomen. Omdat ik toch liever zelfstandig wilde zijn begon ik op 1 januari 1998 mijn eigen bedrijf. Twee bestuursleden van de KVBC hebben er voor gezorgd dat ik het eerste halfjaar van werk werd voorzien met opdrachten voor het veredelen en selecteren van planten en het corrigeren van catalogi op plantennamen, teksten en prijzen. Al enkele jaren daarvoor was ik gestart met het schrijven van artikelen.

Ruimte om te schrijven en fotograferen
Na jarenlang een kantoor gehuurd te hebben zijn we vorig jaar verhuisd naar een huis met kantoorruimte. Een ideale plek voor een grote bibliotheek en voldoende ruimte om te werken en mensen te ontvangen. Ik kan er in alle rust artikelen schrijven, correspondentie verzorgen, lezingen voorbereiden, keuringsgegevens van verschillende soorten keuringen verwerken, rapporten opstellen en schrijven voor Dendroflora.
Op je 14e-15e jaar bedenk je niet wat je gaat doen maar ik ben erg blij met hoe het allemaal gelopen is. Ik had het geluk een niche markt te ontdekken, het kwekersrecht was in opkomst. Ik heb midden jaren negentig het proefschrift over kwekersrecht van Boskoper Paul van der Kooij goed bestudeerd en veel geleerd. Bij Rinus Zijnenburg had ik Piet Oudolf leren kennen, hij was vennoot bij Future Plants, een bedrijf uit de bollenstreek dat nieuwe vaste planten introduceert en beschermt. Ik werd daar geïntroduceerd en kreeg de opdracht om mijn eerste plantbeschrijving voor een Amerikaans plantpatent te maken voor Perovskia atriplicifolia ‘Little Spire’. Nu maak ik 200-250 beschrijvingen per jaar.
Het werk komt zoals het gaat, er komen kansen en uitdagingen waarop ik ja of nee kan zeggen. Soms levert een klus veel op, er zijn ook projecten geweest waar ik weinig of niets aan verdiende.
Met Sjaak de Jong ben ik eigenaar van Plants and Pictures, een extra bedrijvigheid. Foto’s maken was altijd al mijn hobby maar nu heb ik er ook mijn werk van gemaakt.

Jamesia americana
Foto: Ronald Houtman

Onverwachte en veranderende wereld
Het leukste van mijn vak vind ik de onverwachte ontmoetingen, zowel met mensen als met planten. Vooral als je planten in het wild ziet die je alleen van de kwekerij kent zoals Jamesia americana, Mahonia repens en Viburnum rufidulum die in Amerika in de berm staan. Maar ook Myrica gale (gagel) in Nederland in het wild zien is prachtig.
Ik probeer onafhankelijk te zijn. Het vak is op het gebied van de handel harder geworden. De bedrijven die zich bezig houden met kwekersrechten vinden alleen hun eigen planten het best. Het is jammer dat Plant Publicity Holland (PPH) niet meer bestaat, die stelde zich onafhankelijk op en deed goede promotieacties voor de gehele boomkwekerijsector. Door het wegvallen van PPH is er een enorme versnippering in promotie ontstaan. Gelukkig zijn er succesvolle initiatieven om gezamenlijk het sortiment te promoten, Perennial Power voor het promoten van vaste planten is hier een mooi voorbeeld van. Ook voor rozen wordt iets dergelijks opgezet (Roses for Gardens).
Mijn reizen in onder andere Amerika, de Britse eilanden en Scandinavië hebben grote indruk gemaakt. En ook de opwinding om in een ander land te zijn met andere culturen, geluiden, geuren en kleuren, ik vind het fascinerend.
Mijn (luxe)probleem is dat ik alles mooi vind, zowel gecultiveerd als natuurlijke vegetatie. Ik heb wel een zwak voor Salix, Betula, Olearia, Viburnum en ‘Engelse’ planten. Tot zo’n tien jaar geleden waren die planten in ons klimaat niet voldoende winterhard en waren ze bestemd voor export naar Engeland en Ierland of Frankrijk en Italië. Door de klimaatverandering kunnen ze ook hier worden toegepast en geeft dat minder problemen.

Viburnum plicatum ‘Rowallane’; de originele plant in Rowallane Gardens, Noord-Ierland.
Foto: Ronald Houtman

Kennis doorgeven
Ik vind dat je iedereen die geïnteresseerd is in planten goed moet ondersteunen. Kennis en ervaring doorgeven is heel belangrijk. Ik spreek uit ervaring want ik heb het zelf meegemaakt. Wim van Nierop is voor mij een belangrijke kruiwagen geweest, zeker in de tijd dat ik me ontwikkelde en later toen ik met mijn ‘bonte planten boek’ bezig was. Ik ben door de specialisten ‘opgevoed’ en gevormd. Ik heb het geluk dat ik in een dorp woon met veel gelijkgestemden op plantengebied.
Toen ik van de tuinbouwschool kwam heb ik getwijfeld of ik de Hogere Tuinbouwschool zou gaan doen. Ik heb geen titels bij mijn naam, dat mis ik soms wel maar ik doe mijn werk met veel plezier. Het is heel veelzijdig.

Plantentuin Meise

Op slechts drie kilometer van het Brusselse Atomium ligt Plantentuin Meise, een botanische tuin van wereldformaat. Met een levende collectie van 18.000 plantensoorten en een herbarium met 4 miljoen specimens horen wij bij de grootste botanische tuinen ter wereld. Plantentuin Meise is een internationaal vermaarde onderzoeksinstelling waar tropische en Europese plantkunde centraal staan. Jaarlijks ontvangen we meer dan 180.000 bezoekers die we kennis laten maken met de wondere plantenwereld.

Plantentuin Meise kent een lange geschiedenis die teruggaat tot 1797, toen opgericht als ‘Le Botanique de Bruxelles’ en gelegen in het zuiden van Brussel. Na een verhuizing, binnen het brusselse, en enkele naamsveranderingen kwam de Plantentuin in 1939 uiteindelijk op zijn huidige locatie te liggen: het Domein van Bouchout te Meise. Het huidige domein is gevormd door samenvoeging van twee kasteeldomeinen, van Bouchout en van Meise. Het Kasteel van Bouchout is tot op vandaag een bezienswaardigheid in het domein. Het Hof van Meise brandde echter af tijdens de Tweede Wereldoorlog.
Het domein van de Plantentuin beslaat 92 ha waarvan 1,5 ha serres. Tot het einde van de jaren zeventig bevonden de belangrijkste collecties zich hoofdzakelijk in het Plantenpaleis. In het park waren, naast de bospercelen, een klein aantal oude parkbomen aanwezig die meestal nog dateerden uit de 19e eeuw. Maar de ontwikkeling van de buitencollecties, en dus ook de dendrologische collecties, moest toen eigenlijk nog beginnen. Gedurende de jaren zeventig en tachtig van de vorige eeuw werden verspreid over het domein heel wat collecties ontwikkeld en uitgebouwd die tot op vandaag blikvangers voor de Plantentuin zijn. Recent, in 2014, kreeg de Plantentuin een nieuwe boost bij de overdracht naar de Vlaamse Overheid en werd ook een nieuwe naam gegeven: Agentschap Plantentuin Meise.

Het Kasteel van Bouchout
Foto: Kenneth Bauters

Collecties
In het meest zuidelijke deel van het domein bevindt zich het Coniferetum, een collectie naaldbomen gegroepeerd per familie en genus. Een deel van deze collectie dateert van 1941 maar het overgrote deel werd aangelegd eind jaren zeventig van de vorige eeuw. Vertegenwoordigers van bijna alle winterharde genera zijn hier te vinden en de collectie bestaat uit 250 taxa van zowel botanische soorten als cultivars. Vaak is het zo dat de cultivars rondom de botanische soort staan waaruit ze veredeld werden. Tegenwoordig planten we nog weinig cultivars en proberen we de focus op wildverzameld materiaal te leggen. Goed vertegenwoordigde genera zijn Abies, Chamaecyparis, Juniperus, Larix, Picea, Pinus en Thuja maar ook bijzonderheden zoals Fitzorya en Wollemia ontbreken niet. In 2019 hebben we 80 Picea’s moeten kappen die gesneuveld waren aan de letterzetter (Ips typographus). De droge zomers van de laatste jaren hebben de sparren duidelijk verzwakt en vatbaarder gemaakt voor deze kleine bastkever.

Nabij het Coniferetum ligt een collectietuin van meer dan vijf ha, het Dahlgrenarboretum. Dit is een systematische verzameling van houtachtige bloemplanten, tot voor kort Fruticetum genoemd. Deze collectie beperkt zich vooral tot struiken aangevuld met kleine bomen of bomen die klein blijven in ons klimaat. De gevolgde systematiek is geïnspireerd op die van de Deense plantkundige Rolf Dahlgren. Ondertussen is deze systematiek verouderd, maar door de grootte van de collectie en de planten is het onmogelijk om de systematiek naar het huidige APG-systeem om te zetten. We kiezen er dus bewust voor om nieuwe planten volgens het Dahlgren systeem te blijven aanplanten en zo dit historisch klassificatiesysteem in de kijker te plaatsen. Op de plantenlabels zullen we voor de systematiek zowel naar de Dahlgren als de APG-systematiek verwijzen. We vinden hier maar liefst 1300 taxa uit 259 genera en 92 families.

Een zicht op het Dahlgren Arboretum met Prunus sargentii in herfstkleur
Foto: Kenneth Bauters

De eikencollectie toont aan de hand van een 100-tal taxa de enorme variabiliteit binnen het genus Quercus. De eiken zijn hier allen als solitair aangeplant een gegroepeerd naar verwantschappen. In 2007 stelden BGCI en FFI gezamenlijk een rode lijst voor eiken op (The Red List of Oaks). Hierin werden 29 taxa beoordeeld als ‘critically endangered’ of ‘endangered’. Een onderzoek naar ex-situ collecties werd uitgevoerd. Deze studie omvatte 3796 Quercus collecties van 198 instituten uit 39 landen. Hiervan waren slechts 91 collecties (13 soorten) bij die de critically endangered of de endangered soorten vertegenwoordigen. Dit wil zeggen dat 16 (sterk) bedreigde soorten helemaal niet vertegenwoordigd zijn in collecties. Plantentuin Meise scoorde goed in dit rapport door de aanwezigheid van 3 bedreigde taxa: Q. acerifolia (2 collecties), Q. georgiana (1 collectie, 2 planten), Q. oglethorpensis (1 collectie).
De Dendrologische Schatkamer is, zoals de naam doet vermoeden, een ware highlight voor dendrologen. Ooit was dit een onderdeel van de kwekerij, wat nog te zien valt aan een rij Ginkgo biloba’s en een aantal oude coniferen. De minst waardevolle planten werden in de jaren tachtig geëlimineerd om kleine tuinkamers met een eigen microklimaat te creëren. Dit liet toe om heel wat halfwinterharde struiken en bomen aan te planten. Rariteiten die hier te vinden zijn: Aphananthe aspera, Quercus rugosa, Neolitsea sericea, Cupressus bakeri, Cyclocarya paliurus, Ehretia dicksonii, Nyssa aquatica, Robinia neomexicana

In 2019 werd onze Rozentuin officieel geopend. In tegenstelling tot vele andere rozentuinen zet Plantentuin Meise de botanische roos in de spotlights. Deze zijn bovendien volgens verwantschappen aangeplant. Met meer dan 100 verschillende botanische soorten vormt dit een van de belangrijkste rozencollecties ter wereld. Er werd ook een beperkte selectie van cultivarrozen aangeplant die de geschiedenis van de rozenteelt weergeven. Hiervoor kozen we vooral voor selecties van Belgische makelij.
Dit zijn slechts enkele van de grote collecties die jaarrond te bewonderen zijn in Plantentuin Meise. Je vindt er verder ook nog een Aziatische esdoorncollectie; een Magnolia-collectie; een Rhododendron-bos met meer dan 300 taxa; een Noord-Amerikaans bosbestand; een bloementheater met focus op pioenen; een Cronquisttuin (Herbetum) met meer dan 1500 kruidachtigen, systematisch aangeplant; een medicinale tuin; en een Hydrangea verzameling, vooral opgebouwd rond H. macrophylla cultivars. Op het moment van schrijven hebben we net een overeenkomst gesloten over de overname van een prachtige Hydrangea-collectie van meer dan 300 planten. Dit zal ons ‘Hydrangea-bos’ in ieder geval van wat extra kleur en spektakel voorzien!

De rozentuin werd geopend in juni 2019
Foto: Manon van Hoye

We mogen uiteraard ook ons Plantentpaleis niet vergeten. Dit serrecomplex werd gebouwd in de jaren vijftig om de snel groeiende exotische plantencollectie van de Plantentuin te huisvesten. Dertien grote, onderling verbonden serres nemen je mee op een tocht rond de wereld. Elke kas heeft als thema een vegetatiezone, gaande van tropisch regenwoud tot droge woestijnen. In elke kas bevinden zich tussen de 400 en 700 verschillende soorten.

Nieuw erfgoed in de maak
In samenwerking met Toerisme Vlaanderen en het Facilitair Bedrijf werkt de Plantentuin aan een vernieuwing van de infrastructuur en een uitbreiding van het publieksaanbod. De toekomstige bezoeker kan via een wandelparcours de diverse thema’s van het domein ontdekken. De beleving door de bezoeker staat voorop. Er wordt gestreefd naar maximale toegankelijkheid. De rozentuin is hier een eerste concreet uitvloeisel van en binnenkort zullen we ook onze nieuwe Welkomsttuin openen. Deze tuin bestaat uit twee tuinkamers, een voorbeeld van een middeleeuwse tuin en een geuren- en kleurentuin. De omgeving rondom deze twee tuinkamers is aangeplant met meerstammige bomen, onder andere Acer freemanii ‘Jeffersred’, Cercis canadensis, Heptacodium miconioides en Zelkova serrata. Ook een culinaire tuin, een romantische eilandtuin en de heraanleg van enkele serres staan op de planning voor de komende twee jaar. Ondertussen hebben we ook onze Eredreef heraangeplant. Deze dreef verbindt de hoofdingang van de Plantentuin met het Kasteel van Bouchout. Van de historische beukendreef die dit ooit was, bleven slechts enkele bomen over. Opnieuw een beukendreef zou een logische keuze geweest zijn, maar de klimaatverandering maakte een meer gedurfde keuze wenselijk. Met de aanplant van 48 watercipressen (Metasequoia glyptostroboides) kiest Plantentuin Meise resoluut voor de toekomst!

Geënte kastanjes (Castanea sativa), mogelijke relicten uit de late 18de eeuw van een drevenpatroon rondom het verdwenen Kasteel van Meise
Foto: Kenneth Bauters

Bezoekadres: Agentschap Plantentuin Meise, Nieuwelaan 38 1860 Meise (België)
info [@] plantentuinmeise.be
www.plantentuinmeise.be

* Kenneth Bauters is wetenschappelijk beheerder van de openlucht collecties. Elke Bellefroid is diensthoofd van de levende verzamelingen en domein.