Dendrologendag Quercus: “Wat ik vertel is waar maar… niet zeker”

Een aantal jaren geleden kwam ik Gert Fortgens, mijn klasgenoot op de RHSTL te Boskoop, tegen in Trompenburg Tuinen & Arboretum. Sinds mijn verhuizing naar een appartement met uitzicht op het Arboretum kom ik daar vaak. Gert sluit dit jaar na meer dan 30 jaar zijn werkzaamheden af bij het Arboretum en gaat met pensioen. In het najaar verwacht hij zijn boek te kunnen presenteren over deze periode in de geschiedenis van Trompenburg. Op donderdag 22 juni werd er de Dendrologendag Quercus gehouden. Logisch dat Gert die dag een centrale rol had.

We werden ontvangen in de tuin ‘Perenhof’ van Trompenburg. In een reusachtige tent heette Jos Koppen de meer dan 80 deelnemers welkom en bedankte de directeuren Hester Avis en Gert voor het beschikbaar stellen van deze prachtige locatie. Trompenburg herbergt de grootste verzameling Eiken en was daarmee de juiste locatie voor deze dag. Jaap Smit, de opvolger van Gert, was de dagvoorzitter.
Piet de Jong was de eerste spreker op deze dag. Na introductie van de familie Fagaceae, de onderverdeling in subfamilies en een aantal wetenswaardigheden over de Eik volgde een nieuwe classificatie van het geslacht Quercus. Op het scherm verscheen een afbeelding van deze nieuwe classificatie ten opzichte van eerdere classificaties in de vorm van balken met verschillende kleuren. Piet gaf aan dat we nu in hoofdzaak twee subgenera kunnen onderscheiden, te weten subgenus Cerris en subgenus Quercus. Ongelofelijk hoe zoiets complex te vatten is in één overzichtelijke dia! De nieuwe classificatie is gebaseerd op pollen.

Hierna wachtte Gert ons op met vier grote emmers met takken die correspondeerden met de onderverdeling die hij had gemaakt op basis van morfologische kenmerken van de bladeren: met lobben, met puntjes, gladrandig en lijkend op Hulst. Gert, door Jos voorgesteld als de Eikenexpert, gaf aan dat volgens hem Dick van Hoey Smith, zijn voorganger en voormalig eigenaar van Trompenburg, de echte Eikenexpert was. Dat kan zo zijn, maar doordat Gert er zo enthousiasmerend en inspirerend over kan vertellen, zien velen hem toch als een echte expert. Gert begon zijn verhaal over de verschillende takken met de nieuwsgierig makende uitspraak dat alles wat hij ging vertellen waar was maar… niet zeker. De Eikenfamilie is divers en de leden gedragen zich soms onvoorspelbaar. Menig expert komt daardoor voor verassingen te staan. Gevolg kan zijn dat een Eik na verloop van tijd een andere benaming krijgt.

Tijdens de lunch konden mensen die takken hadden meegenomen bij Gert terecht om ze van een naam te laten voorzien. Dat dit soms een uitdaging was voor Gert kon je verwachten! Ook was er de mogelijkheid om de door Gerbert Klein Wassink meegebrachte verschillende soorten Eikenplantgoed te kopen.

Na de lunch werd Gert in het zonnetje gezet door Jos vanwege het feit dat hij Trompenburg gaat verlaten, maar vooral om wat hij heeft gedaan voor de NDV, Arbor Vitae en de Eiken. Als dank zal in het najaar bij zijn nieuwe huis een bijzondere Zuileik worden geplant namelijk de Quercus ×warei ‘Chimney Fire’.
Daarna kreeg Carlos Verhelst, voormalig boomkweker, het woord over de vermeerdering van Eiken. Carlos ging in op de voor- en nadelen van het enten van Eiken waarbij opnieuw duidelijk werd dat Eiken soms onvoorspelbaar kunnen zijn. Niet alleen vanwege afstoting door onmiddellijke of uitgestelde onverenigbaarheid, maar ook vanwege het gehalte van een bepaald enzym (isoperoxidase) dat bij de twee individuen moet overeenkomen.

De laatste presentatie werd gegeven door René Priem, groenbeheerder bij de gemeente Leidschendam-Voorburg. Hij vertelde over het gebruik van Quercus in stad en buitengebied. René is op weg om 1000 bomen onder te brengen in zijn gemeente. Momenteel zijn het er 960 waar 72 soorten Eik deel van uitmaken. Ook hier blijkt dat niet elke Eik die door René is besteld of aangeplant uitgroeit tot de soort die hij had verwacht.

Tenslotte volgde een wandeling door de tuin langs verschillende Eiken. In groepjes werden een aantal kenmerkende Eiken bekeken in het altijd fotogenieke Arboretum. Onder andere: Quercus robur ‘Alnarp Weeping’ (zie ook Arbor Vitae 2021/2 of dit artikel op deze website), de grote Quercus ‘Macon’ een zaailing uit 1952 en de Quercus cerris aangeplant ter gelegenheid van 75 jaar NDV.
Na de wandeling werd deze fantastische dag afgesloten met een drankje en daarna vertrokken de leden, sommigen met een nieuw Eikje, richting huis. Misschien leuk om over een paar jaar te kijken of deze Eiken nog steeds de naam dragen die op 22 juni 2023 op het kaartje stond.
En wat betreft Gert; het is waar dat hij per 1 augustus met pensioen gaat, maar het is niet zeker of hij ooit Trompenburg Tuinen & Arboretum gaat verlaten!
Zie voor een interview met Gert Fortgens Arbor Vitae 2022/3 of dit artikel op deze website.

Leergang Ermelo, 1 juli 2023

In de herkansing! Op zaterdag 1 juli 2023 was het zover: Leergang Ermelo. De eerder geplande leergang van 10 juni was afgeblazen vanwege de hitte, vandaag aardig wat motregen. Maar ja, bomen waarderen regen beter dan mensen. De deelnemers van deze Leergang vormden een klein select gezelschap van acht mensen onder de bevlogen leiding van Renske Bos. Aangenaam dorp ook, Ermelo. Renske had de tocht gebaseerd op een bomenwandelroute ‘Groene Toppers’, verkrijgbaar bij de lokale VVV. Ze had een lijst opgesteld van maar liefst 66 interessante bomen. En dat waren ze, stuk voor stuk.
Bij het NS station begon het voor mij al: daar staat hij, centraal, monumentaal de aandacht trekkend; met een bordje van de Bomenstichting: ‘Bruine of rode beuk. Fagus sylvatica ‘Atropunicea’. Waarschijnlijk geënt, de kleine vergroeiing is de entplaats; daar is vroeger een takje (ent) van de bruine beuk op een stam van een gewone beuk gezet. Blad loopt dieprood uit en verkleurt naar intens bruin rood.’ Ermelo staat vol met dit soort bordjes. De ‘bomenstichtingbordjes’ zijn heerlijk, gemakkelijk en motiverend. We concluderen echter wel dat het belangrijk is dat er bij de gemeente een persoon moet zijn die goede kennis heeft van het sortiment bomen en struiken. Is dat niet zo dan versloft het onderhoud van de bordjes. Met soms verwarrende en frustrerende gevolgen.

Renske leidde ons langs een grote reeks indrukwekkende bomen, de Fagus sylvatica ‘Rotundifolia’ met zijn kleine, ronde blad, ook wel Kwartjesboom genoemd. Op het gerenoveerde voormalige ziekenhuisterrein Salem troffen we een oude Thuja plicata, de Reuzenlevensboom met meer dan zes afgelegde takken. Een imposant gezicht, zo’n enorm groot Thuja eiland. Het Leerganggroepje ging langzaam vooruit, druk pratend bij elk verhout gewas.
Een greep: een mooie Hollandse linde Tilia ×europaea, geplant op 5 nov 1994, een Fagus orientalis met het kenmerkende grote blad en de opgaande takken. Die gaat bij de klimaatverandering een grotere rol krijgen in Nederland, verwacht Harry de Coo.
Verder zien we een indrukwekkende bloeiende Cotinus coggygria ‘Purpureus’. We bewonderen de afwisseling van bomen in de hoofdstraat met een wisselende aanplant van Cladrastis kentukea, Halesia carolina, Prunus serrulata ‘Umineko’ en Cercidiphyllum japonicum. Op het Raadhuisplein werden we verrast door een groep Wilgbladige eiken, de Quercus phellos!! Wat een plaatje!
Voor het laatste deel van de leergang steken we het spoor over en belanden in een totaal andere omgeving: landgoed Veldwijk. Mooi, groot, oorspronkelijk in eigendom van dhr. M.J. Chevallier en vanaf 1885 bekend als het gesticht Veldwijk. Een deel van de gebouwen wordt nog steeds door de gezondheidszorg gebruikt. Het onderhoud op het landgoed is verwaarloosd, maar wordt voorzichtig weer een beetje opgepakt. Er staan hier veel oude bomen. Zo is daar de Fraxinus ornus, met in dit jaargetijde spectaculair ogende en prachtig geurende pluimen. Het bos oogt wat luguber bij deze natte weersomstandigheden met donkere en onheilspellende wolken. En ook zien we een reuzeformaat Ginkgo biloba, hoewel pas 25 jaar. De Ginkgo is tweehuizig maar bloei kunnen we er nog niet in vinden.
Plotseling gaat de aandacht naar het Jacobskruiskruid, of is het toch Boerenwormkruid? Sommigen zijn inmiddels een beetje bomenmoe en tonen een brede belangstelling.
Renske daagt de groep uit met af en toe een Quizvraagje: ‘Enig idee wat dit is?’ Een Photinia davidiana is de conclusie na wat heen en weer gepraat. De groep werd getrakteerd op een mooie en afsluitende quote van Renske: ‘de natuur is een grote winkelstraat’. Zo is dat!
O ja, onderweg kwamen we ook nog een bijzondere haag tegen die we niet op naam kregen. Later heeft Harry de foto nog met verschillende mensen gedeeld via de app, zo werkt dat bij de NDV. Nee, het was geen Cotoneaster; het blijkt toch een Escallonia te zijn en waarschijnlijk ‘Dart’s Rosy Red’. Die zie je niet veel als haag en het is zeker geen goedkope haag.

Bomen en struiken leren doe je tijdens een leergang! Ik kan het iedereen aanraden om af en toe eens mee te gaan!

Dikke oude bomen boek

Ergens had ik over het boek gelezen, (in)gekeken op internet, het leek me interessant en dus heb ik het besteld. Om te beginnen: een boek met een zeer origineel uiterlijk: een ‘open rug’. Je ziet duidelijk de verschillende katernen met daarop de gebruikelijke rugtekst van een boek (eigenlijk heel interessant om te zien hoe een boek is samengesteld!). Niet alleen het uiterlijk is origineel, maar ook de inhoud verraste mij. Het is werkelijk een boek tjokvol informatie die op prettige, eenvoudige manier wordt verteld. Ook met humor: ‘Een gegarandeerde remedie tegen zeeziekte is onder een boom gaan zitten’, of uit het voorwoord: ‘Ik heb zelfs een keer een boom geknuffeld, maar daarbij greep ik met mijn rechterhand in een afgebroken tak met een scherpe punt’…….

Om een idee te krijgen van de inhoud, hierna een overzicht van de hoofdstukken. Allereerst deel 1: 1. Boom des levens; 2. Bomen in religies; 3. Hoe groeit een boom; 4. The Wood Wide Web; 5. Bomen herkennen; 6. Oude bomen; 7. Oude bomen en dieren; 8. Oude bomen en klimaat. Dan deel 2: 1. De helende werking van bomen; 2. Waar staan de oudste bomen van de wereld?; 3. Bomen in Nederland en België. Naast allerlei interessante informatie over bomen zijn er ook talloze fraaie illustraties en prachtige foto’s van oude bomen. Het laatste hoofdstuk (50 pagina’s) is bedoeld voor mensen die daadwerkelijk een oude of heel bijzondere boom in Nederland en België willen gaan opzoeken en bekijken. Misschien is de beste aanbeveling voor het lezen van dit boek nog een citaat:

‘In een oude eik, beuk of linde wonen veel dieren. Uilen en vleermuizen verbergen zich in de gaten en eekhoorns en gaaien eten de eikels. De afgevallen takjes van de linde zijn geliefd bij insecten. Kijk goed naar de sporen die de dieren achterlaten: uilenballen, aan­geknaagde takjes of dennenappels waaraan geknaagd is. Vergeet ook niet eventuele drollen goed te bekijken. Zijn ze rond, torpedovormig? Zijn ze zacht? Of zit er een gedraaid pluisje aan, zoals bij een vos, of een wolf?’ (p. 150).

Kortom een heel origineel en heel informatief boek dat makkelijk leest. De auteur Gerard Janssen, heeft een prettige en duidelijke schrijftaal. Zeker de moeite waard om te lezen en om als cadeau weg te geven.

Janssen, G. (2021).
Dikke oude bomen boek.
Uitgeverij Snor, Utrecht.
Prijs: € 24,99.
ISBN 978 946 314 1116