Sortimentscursus-A -Trompenburg

Graag maak ik jullie attent  op de mogelijkheid jullie plantenkennis te vergroten De NDV en Trompenburg Tuinen & Arboretum organiseren deze cursus. Leden van de NDV worden van harte uitgenodigd voor de cursus die in november 2017 al start.
Cursus-infomatie:
Deze A-cursus behandelt een deel van het veel toegepaste houtige sortiment. Aan de orde komen, naast de winter- en zomerkenmerken, de gebruikswaarden van gewassen, nomenclatuurregels en de plaats van de behandelde planten in het plantenrijk. U leert goed kijken, determineert en ontdekt de verwantschap tussen de gewassen. Heeft u de cursus doorlopen dan kunt u de meeste houtige gewassen op geslachtsnaam brengen. Afhankelijk van de wensen van de groep worden, als extra, eventueel excursies worden georganiseerd, bijvoorbeeld naar andere botanische tuinen of in nader uit te zoeken stadswijken.
De cursus wordt afgesloten met een certificaat.
Marco Hoffman (plantentaxonoom en hoofdredacteur van het lesmateriaal) en Jaap Smit verzorgen deze cursus samen.
Data:
Er zijn twaalf lesavonden, telkens van 19:00 tot 22:00 uur. Meestal, als het licht het toestaat, lopen we deels in de tuin en volgen we theorie binnen. De lesdagen zijn in overleg met Trompenburg als volgt vastgesteld:
les datum
1 donderdag 23 november 2017
2 donderdag 7 december 2017
3 donderdag 11 januari 2018
4 donderdag 18 januari 2018
5 donderdag 29 maart 2018
6 donderdag 12 april 2018
7 donderdag 26 april 2018
8 donderdag 3 mei 2018
9 donderdag 13 september 2018
10 donderdag 27 september 2018
11 donderdag 11 oktober 2018
12 donderdag 25 oktober 2018

gratis parkeren op de
Honingerdijk 86 te Rotterdam
Goed bereikbaar met openbaar vervoer

Naslagwerk digitaal
Deelnemers krijgen een digitaal bestand van de cursus. Het lesmateriaal is geschikt voor gebruik op tablet of laptop en kan tevens dienen als naslagwerk.
Met het naslagwerk is het ook mogelijk planten die op een van de avonden onverhoopt niet aan bod komen, te bestuderen.

Prijzen:
Trompenburg stelt zijn locatie ter beschikking, waardoor de cursus voor vrijwilligers en medewerkers van Trompenburg Tuinen voordeliger wordt aangeboden.

De prijzen zijn als volgt:
Vrijwilligers en medewerkers van Trompenburg Tuinen & Arboretum € 325,-
Leden van de NDV € 335,-
Niet-leden, niet vrijwilligers € 375,-

Opgave
Opgave is alleen mogelijk door een mailtje te sturen aan de penningmeester van de NDV: h.decoo@dendrologie.nl
Pas na uw betaling aan de penningmeester van de NDV is uw inschrijving definitief. De rekening wordt digitaal verzonden door de penningmeester van de NDV.
Inschrijven op volgorde binnenkomst. De cursus gaat door bij minimaal twaalf deelnemers. Het maximum is gesteld op twintig deelnemers.

Weet u meer mensen die deze cursus zouden moeten of willen volgen? Schroom niet deze mail dan door te sturen.
Heeft u vragen of opmerkingen? Bel 06 30394483 of liever: mail naar jaap.smit@dendrologie.nl

Akebia quinata, een bijzondere klimplant

Bij Akebia quinata zijn de bladeren meestal uit vijf blaadjes samengesteld
Foto: Ineke Vink

Op de omslag van de in mei van 2017 verschenen Arbor Vitae staat een bijzondere klimplant in volle bloei. Opvallend zijn de volkomen verschillende mannelijke en vrouwelijke bloemen aan dezelfde bloeiwijzen.

De geslachtsnaam Akebia is afgeleid van het laatste deel van de Japanse volksnaam fagikadsuri-akebi. Het geslacht Akebia is echter vooral in China inheems. Van het viertal soorten komen er daar drie voor. A. quinata komt, behalve in Japan, in China voor in de noordoostelijke tien provincies en verder nog in Korea. Het grootste areaal heeft A. trifoliata. Deze soort is over heel China verbreid en verder in Japan en Taiwan. In China heeft ze drie ondersoorten, waarvan de ondersoort australis het grootste areaal heeft.

De eerste wetenschappelijke beschrijving van een soort van het geslacht gebeurde door de Amsterdamse bioloog Maarten Houttuyn in 1779. Hij beschreef Rajania quinata. Enkele jaren later, in 1794, beschreef de Zweedse botanicus Carl Peter Thunberg een tweede Japanse soort als Clematis trifoliata. Het geslacht Akebia met de soorten A. lobata en A. quinata werd in 1839 beschreven door de Franse botanicus Joseph Decaisne. De Japanse botanicus Genichi Koidzumi ontdekte dat eerstgenoemde naam een synoniem was en bracht in 1925 de soortnaam trifoliata van Clematis over in Akebia.

Akebia quinata kan snel hele pergola’s overdekken
Foto: Ineke Vink

Kenmerken Akebia
Akebia behoort tot de familie van Lardizabalaceae, een familie met een negental geslachten in Noord-Oost Azië. Het meest bekend zijn verder Decaisnea, Holboellia, Sinofranchetia en Stauntonia. Het zijn bladverliezende of half wintergroene klimplanten met een afwisselende bladstand. De bladeren zijn handvormig samengesteld en tellen 3-7 gaafrandige blaadjes. Bij A. quinata zijn het er doorgaans 5, wat ook is weergeven in de soortnaam. Bijzonder zijn de bloeiwijzen met heel verschillende mannelijke en vrouwelijke bloemen. De 4-8 (-11) mannelijke bloemen zijn veel kleiner dan de vrouwelijke. Ze hebben meestal 3 bleekroze kelkbladen en 6 kortgesteelde meeldraden met purperen helmhokjes. De 3 kelkbladen van de vrouwelijke bloemen zijn dieppurperkleurig en veel groter dan die van de mannelijke bloemen. Van de meeldraden resten steriele overblijfsels. De 6-9 vruchtbeginsels zijn eveneens diep purperkleurig. De ellipsvormige tot 8 cm lange vruchten worden zelden gevormd. Ze lijken op die van Decaisnea, maar zijn lichter van kleur. Het eetbare witte vruchtvlees bevat een groot aantal zwartgekleurde zaden.

De in ons klimaat geringe om niet te zeggen zeldzame vruchtdracht heeft onverlaten er toch niet van weerhouden om als Nederlandse naam ‘schijnaugurk’ te bedenken dan wel te gebruiken. De Nederlandse naam klimbes slaat ook nergens op. Gelukkig zijn er daarnaast nog enige die toepasselijker zijn, bijvoorbeeld chocoladerank, naar de kleur van het blad.

Akebia quinata, een flinke klimmer
Foto: Ineke Vink

Akebia quinata is een bijzondere, maar ook onstuimige klimmer die snel hele pergola’s kan overdekken. Met een flinke snoei na de bloei is de struik goed in toom te houden. Voor mogelijke vruchtzetting zijn meerdere planten wenselijk. A. trifoliata heeft drietallig blad, waarvan de blaadjes wat groter zijn dan die van A. quinata. De kleur van de bloemen verschilt niet, maar de aantallen per bloeiwijze zijn flink hoger. De groei is minder onstuimig. In het oosten van China en in Taiwan hoort A. longeracemosa thuis. Deze half wintergroene heester produceert bloemtrossen met tot 45 bloemen, maar lijkt in ons klimaat niet winterhard. Dat geldt waarschijnlijk ook voor de vierde soort A. chingshuiensis, die thuishoort in de bergen van Taiwan.