Alnus glutinosa ‘Pyramidalis’, vervolg (2)

Alnus glutinosa ‘Thillie Trompenburg’
Foto: Gert Fortgens

Naar aanleiding van zijn vraag in het stukje over Alnus glutinosa ‘Pyramidalis’ van Cees van der Linden in AV-3, 2017, wil ik graag reageren met wat bijkomende informatie. Na enig speurwerk was het nogal een verrassing in het brievenarchief van Trompenburg te vinden dat de herkomst van de boom anders is dan in het boek uit 2001 staat beschreven. Wat blijkt? Op 6 januari 1965 is een exemplaar ontvangen van Hillier’s Nursery onder de naam Alnus glutinosa ‘Fastigiata’. Met daarbij de opmerking ‘which we grafted especially for you from Kew’, getekend Harold Hillier. Dus in tegenstelling tot het boek niet via Edinburgh en ook niet vermeerderd door boomkweker Streng. Boeiend is wel te weten dat het speurwerk van Cees heeft opgeleverd dat de boom al in 1903 werd aangeplant in de Royal Botanic Gardens Edinburgh. Hieruit blijkt dat de boom vroeger wel degelijk was te vermeerderen. Ook later is dat blijkbaar niet echt een probleem, aangezien de boom weliswaar niet algemeen is verspreid maar wel degelijk door kwekerijen wordt aangeboden en hier en daar (zoals door Cees bij het dorp De Glind) wordt aangetroffen. Ook ikzelf heb al diverse malen enthout aan kwekers verstrekt van de boom op Trompenburg en daarvan jonge bomen terug ontvangen.

Zaailingen van Alnus glutinosa ‘Pyramidalis’ (Finland)

In de gebruikswaardeproef straatbomen is deze opgaande els gedurende een aantal jaren geobserveerd op vier plekken in Nederland. De foto’s op deze website laten een boom zien met een ander model kroon (minder slank) dan onze boom op Trompenburg. Het vermoeden dat er verschillende vormen in omloop zijn, bestaat al langer. Dat er verschillende zuilvormige klonen zijn, zien we ook in Finland. Daar is sedert een jaar of twintig een selectie gangbaar als boom voor smalle straten onder de naam Alnus glutinosa f. pyramidalis ‘Sakari’. Het is een selectie van Professor Sakari Saarnijoki met een smalle regelmatige kroonopbouw. Bij een recent bezoek aan een tuin in zuidelijk Finland zag ik verschillende slank opgaande elzen in een groepje bijeen. De eigenaar van de tuin kon mij vertellen dat hij die zelf had gezaaid en aangeplant. Zaaien van de slank opgaande els kán dus, het resultaat is bomen met verschillende vormen van slankheid.

Kruisen en zaailingen
Ook kruisen met deze els is mogelijk. Op Trompenburg staat Alnus glutinosa ‘Pyramidalis’ niet ver verwijderd van een Alnus glutinosa ‘Aurea’ (geplant in 1938, met geel uitlopend blad dat later in de zomer naar lichtgroen verkleurt). In 2001 kiemden onder de gele els tientallen opvallend geelbladige zaailingen. Deze hebben wij voor een groot deel opgepot en weggegeven of verkocht. Tussen al deze zaailingen vond ik er één die een beetje afweek van de andere in takstand. Zou het zo zijn dat hier bloed in zat van de buurboom? In 2004 is de boom aangeplant in de tuin en na enkele jaren kwam het vermoeden uit. De takstand is opgaand en de combinatie met de gele bladkleur maakt de boom uniek. In 2017 is de boom 12 m hoog en 3 m breed. We hebben hem Alnus glutinosa ‘Thillie Trompenburg’ genoemd: naar tuinvrijwilliger Thillie om haar goede zorgen voor de toen nog jonge boom en naar Trompenburg, omdat hij hier is ontstaan.

Alnus glutinosa ‘Pyramidalis’, vervolg (1)

Enkele reacties op mijn artikel over Alnus glutinosa ‘Pyramidalis’ in AV-3, 2017. Volgens Harry de Coo staat er een mooi exemplaar van deze boom in de schooltuin van de voormalige tuinbouwschool te Frederiksoord. Wijlen Theo Janson had een voorliefde voor het Alnus sortiment. Vandaar dat op die plek een aardig Alnus sortiment staat, waaronder eerder genoemde boom. Mart van den Oever deelt mee dat bij het kantoor van Mart van den Oever Boomkwekerijen te Haaren een aantal exemplaren van genoemde boom staan. Mogelijk, volgens informatie van Leo Terlouw, een eigen import vanuit de VS? Bram Versprille meldt dat de boom nog steeds aanwezig is in de Vermeerderingstuin van de NAKT te Biddinghuizen. Het materiaal van deze boom is afkomstig van de boom in Trompenburg. De voormalige Kwekerij Ton van den Oever (Haaren) nam aardig wat hout/griffels af. Verder vertelt Bram dat in zijn eigen tuin al jaren een Alnus glutinosa ‘Pyramidalis’ staat. Vormvast en nog nooit gesnoeid. De boom is circa 25 jaar oud.

De in het artikel genoemde voormalige kwekerij in Leusden was de kwekerij van Leo Terlouw. De bomen op de foto’s in het vorige nummer zijn daarom zeer waarschijnlijk afkomstig van de voormalige kwekerij van Leo. Als laatste knaller: De boom wordt gelukkig nog steeds gekweekt en wel bij Batouwe Boomkwekerijen te Dodewaard. Zij kweken deze boom sinds een jaar of vijf. Zijn er misschien nog meer kwekers die deze prachtige boom kunnen aanbieden?

Pootrechten in Meierijstad

Meierijstad is een nieuwe gemeente, per 1 januari 2017 ontstaan uit de vroegere gemeenten Sint-Oedenrode, Schijndel en Veghel. Met een oppervlakte van 185,5 vierkante kilometer is het de grootste gemeente van Brabant. De naam refereert aan de oude Meierij van Den Bosch, grofweg het gebied tussen Den Bosch, Tilburg en Eindhoven.

Historie
Vanaf de 12e eeuw vond in Brabant grootschalige ontbossing plaats waardoor schaarste ontstond aan hout. De Hertogen van Brabant gaven vanaf 1396 ter compensatie pootrechten uit aan eigenaren van ontgonnen percelen (bos of heide). Als eigenaar van zo’n ontginningsperceel kregen zij het recht in de strook langs de openbare weg die grensde aan hun perceel bomen en ander houtgewas aan te planten, de vruchten daarvan te trekken en het gewas door een ander te vervangen. Na de introductie van het Burgerlijk Wetboek (1838) zijn er geen pootrechten meer uitgegeven. Pootrechten zijn daarmee onlosmakelijk verbonden met de ontginningsgeschiedenis van Brabant en een belangrijk cultuurhistorisch fenomeen.
Aanvankelijk werd in de zogenaamde pootstroken geriefhout aangeplant; inheemse houtsoorten die geschikt waren voor allerlei gebruiksdoeleinden (timmerhout, stookhout, gereedschap). Het nadeel was dat die gewassen vaak lang moesten groeien voor een acceptabele opbrengst. In de 18e eeuw werd de populier geïntroduceerd. En daarmee ontstond snel een kentering in de aanplant. De populier leverde immers in korte tijd een hoge houtopbrengst van goede kwaliteit. Daarmee werd de populier vrij snel een veel toegepaste soort, niet alleen in de pootstroken maar ook op kavelgrenzen en in populierenweides en -bossen. Zo ontstond een door populieren gedomineerd coulissenlandschap, het zogenaamde ‘populierenlandschap’. Vanwege de grote verschillen in leeftijd en de vele verschillende soorten, kenmerkt dit landschapstype zich door een ongekende dynamiek.

Pootrechtenkaart
Pootrechtenkaart

Ruilverkavelingen
Onder andere door ruilverkavelingen heeft dit unieke landschap aan waarde ingeboet. In Meierijstad waren daar twee ruilverkaveling debet aan: Leijgraaf (ca 1958-1980) en Sint-Oedenrode (1987-2005). In de eerstgenoemde (ten noordoosten van de Zuid-Willemsvaart) zijn pootrechten op grote schaal afgekocht door de Landinrichtingsdienst. Voorpootbomen, veelal populieren, zijn op grote schaal gerooid. Bij de herbeplanting van de resterende wegen werd terug gegrepen naar de oorspronkelijke houtachtige vegetatie zoals eik, berk en es. In dit gebied is het coulissenlandschap nu nog zeer beperkt aanwezig. De dynamiek van het populierenlandschap maakte plaats voor een veel statischer landschap, waarin veel houtopstanden van dezelfde leeftijd het beeld bepalen.
In de recente ruilverkaveling Sint-Oedenrode (ten zuidwesten van de Zuid-Willemsvaart) zijn pootrechten nadrukkelijk erkend als cultuurhistorisch fenomeen. Pootrechten zijn hier kadastraal vastgelegd en bij de herverkaveling en perceelvergroting bewaard gebleven, nog steeds gekoppeld aan de oude perceelgrenzen.
Vanwege de gedaalde handelswaarde, maar ook door een veranderende bevolkingssamenstelling van het platteland, daalde de interesse voor de aanplant van populieren. Het effect was dat pootrechthouders ook andere boomsoorten gingen toepassen, soms soorten die niets met het oorspronkelijke landschap van doen hadden, zoals bruine beuk, sierkers en bolvormen. Ook werden pootrechten niet altijd meer gebruikt. Het populierenlandschap onderging daardoor een metamorfose en een deel van de landschappelijke dynamiek is helaas verdwenen. De herkenbaarheid van het pootrecht is echter blijven bestaan.

De dynamiek van het populierenlandschap in relatie met het pootrecht
De dynamiek van het populierenlandschap in relatie met het pootrecht

Beleid Meierijstad
Het stimuleren van het gebruik van het pootrecht vormt vanuit cultuurhistorisch oogpunt daarom een belangrijk aandachtspunt voor Meierijstad. Het is niet vanzelfsprekend dat overal de populier zal terugkeren. Hoewel dat vanuit landschappelijk oogpunt wenselijk is, kan dat niet worden verplicht. De gemeente kan echter sturen en faciliteren, bijvoorbeeld door het beschikbaar stellen van plantmateriaal, zoals dat in Schijndel de afgelopen jaren actief beleid was. Daar waar pootrechten verdwenen, plant de gemeente actief populieren aan om de ontginningsgeschiedenis van het gebied zichtbaar en levendig te houden. Hierbij wordt rekening gehouden met oude, mogelijk verdwenen kavelgrenzen, waaraan de oorspronkelijke pootrechten gekoppeld waren. Het gebruik van de populier als herkenbare en onderscheidende boomsoort ligt voor de hand.
Het wegbeheer is een belemmerende factor bij het aanplanten van populieren langs openbare wegen. Populieren staan bekend om de schade die ze door wortelopdruk kunnen veroorzaken aan het wegdek. Herstel daarvan is kostbaar en gaat vaak ten koste van de vitaliteit of stabiliteit van de bomen. Bij de aanplant van bomen of bij een eventuele reconstructie van de weg is dit een punt van aandacht. Een goede constructie, gecombineerd met een goede plantplaats en een goede soortkeuze, voorkomt veel schade en daarmee hoge beheerkosten.

Wim Bekkers is beleidsmedewerker groen bij de gemeente Meierijstad.