Belgische DENDROLOGIE Belge 2022

De Belgische zusterorganisatie van de NDV, de Belgische Dendrologische Vereniging, ofwel: la Société Belge de Dendrologie, geeft elk jaar een schitterend jaarboek uit. In december 2023 is het jaarboek 2022 verschenen: een meer dan 200 pagina’s tellend en rijk geïllustreerd overzicht van de stand van de Belgische dendrologie.
Dit jaarboek bevat een In Memoriam voor André Charlier (1929-2022), de stichter van de Closerie du Rond-Chêne in Esneux, het grootste privé-arboretum van Wallonië. Ook vinden we een (Engelstalig) artikel over de correcte naamgeving van een aantal cultivars die door Charlier werden geselecteerd. De meeste artikelen zijn overigens voor ongeveer de helft Frans en voor de helft Nederlands.

Het jaarboek start met twee verslagen van plantentochten naar resp. Montenegro en naar het Pilion schiereiland in Thessalië, Griekenland. Behalve dendrologische waarnemingen bevatten deze artikelen ook uitgebreide informatie over de botanische rijkdom van de bezochte gebieden. Een excursie naar het Pindos-gebergte in het noordwesten van Griekenland wordt in een ander artikel beschreven. Verder wordt uitgebreid verslag gedaan van een bezoek aan Mount Olympus in de Verenigde Staten (ten westen van Seattle). Boeiende kost, deze reisverslagen.
In oktober 2022 hield de Belgische Dendrologische Vereniging een studiedag over Rubus, bramen. Dat leverde een zeer lezenswaardig (Engelstalig) artikel over deze ‘underdogs of the garden’ op (ook gepubliceerd in het International Dendrology Society Yearbook 2022).
In de uitgebreide rubriek ‘Dendrologische notities’ wordt door een groot aantal auteurs verslag gedaan van recente ontwikkelingen in alle belangrijke arboreta en plantentuinen in België. Zo wordt onder andere beschreven hoe in de Plantentuin Meise in de kasteelvijver een nieuw eiland werd ingericht, hoe in Arboretum Bokrijk de schade door de bever wordt ingeperkt en hoe de plantentuin Gent haar accreditering op niveau IV door ArbNet wist te realiseren. Zonder iets af te doen aan de andere delen van dit jaarboek, is dit deel toch wel wat mij bij lezing het meest aansprak en de meeste informatie bood over de stand van de Belgische dendrologie. Een waar genoegen om kennis te mogen nemen van deze wetenswaardigheden over alle belangrijke arboreta in België.
De rubriek ‘Excursies’ bevat vervolgens de verslagen van negen bezoeken aan verschillende, soms wat minder bekende tuinen. In z’n soort al niet veel minder informatief dan de vorige rubriek.
De laatste rubriek ‘Reis’ bevat een gedetailleerd en met veel foto’s verlevendigd verslag van de reis naar Ierland die plaatsvond tussen 23 en 27 april 2022. Een groot plezier om te lezen.
Het boekwerk sluit af met een nauwkeurige index op wetenschappelijke namen en een overzicht van alle taxa waarvan een afbeelding is opgenomen.
Dit uitstekend verzorgde jaarboek biedt een levendig, gevarieerd en buitengewoon lezenswaardig overzicht van wat er speelt op het vlak van de dendrologie bij onze zuiderburen. Een aanrader voor iedereen die wel eens die kant uit gaat of zou willen gaan.

Belgische DENDROLOGIE Belge. Jaarboek van de Belgische Dendrologische Vereniging. Prijs € 25 (+ verzendkosten). Voor meer informatie: https://www.dendrologie.be/nl/publicaties-0.

Om de tuin geleid Natuur en horticultuur in Europa

Eind februari las ik een NRC-recensie van twee ‘bomenboeken’ met als titel: ‘Wat is de relatie tussen mens en boom en waarom willen we graag een tuin?’ Het eerste deel van de titel betrof ‘Bomen en Bossen’ van Ton Lemaire (besproken in de vorige Arbor Vitae). Het tweede deel doelde op een boek van Th. Oudemans: ‘Om de tuin geleid’. De recensent noemde het eerste boek ‘een romantische ode aan zijn groene vrienden’. Over het tweede boek zei hij: ‘Th Oudemans produceerde met Om de tuin geleid een polemischer geschrift met veel stekeligheden.’

Ik was dus wel benieuwd naar Oudemans’ boek. Eerlijk gezegd viel het mij niet mee. Het boek is weliswaar prachtig geïllustreerd, maar de tekst is niet altijd even goed te volgen en te begrijpen voor mij. Het boek bestaat eigenlijk uit twee delen. Het eerste deel bevat veel historische informatie over allerlei soorten Europese tuinen door de eeuwen heen. Veel originele beschrijvingen met een veelal filosofische benadering van het begrip ‘tuin’, wat niet zo vreemd is, want Oudemans is filosoof. Het tweede deel van het boek gaat over zijn eigen bomentuin: arboretum Tennax (Wedde, Gr.). Dat is een grote collectie treurbomen, vandaar de naam ‘Hangende Tuinen’. Het is een combinatie van een dinopark en miljoenen jaren oude boomsoorten, waarover hij zelf schrijft: ‘Gelukkig schuwen De Hangende Tuinen de vreemde beelden (dinosauriërs), angstaanjagende geluiden, kermisachtig vertier en verrassingseffecten helemaal niet. Ze zijn speels, zoals de rest van de natuur dat is.’ (p. 117)

Een aantal zinnen uit het boek vielen me op, maar vond ik lastig te begrijpen, bijvoorbeeld: ‘…de aard van dit boek. Dit is geen beschrijving van tuinen door de eeuwen heen (–), maar het wekken van een besef van diepe grammatica’s of semantieken die hele epochen domineren veelal zonder dat de bewoners van die epochen daar weet van hebben. Het gaat om de grammatica van natuur, kunst en paradijs.’(p. 14). Of: ‘In dit boek mag iets duidelijk worden van een nadenken dat geen filosofie is, maar iets heel anders, namelijk nadenkend gestemd raken. Let op: iedere samenleving is omgeven door gesedimenteerde tekenen, die een betekeniswereld vormen waarover niet nagedacht kan worden, maar die wel sturing geeft aan alles wat in zo’n samenleving gebeurt. In dit boek wordt dit duidelijk aan de hand van de woorden natura en ars.’ (p. 35). Dergelijke zinnen maken het boek voor mij moeilijk leesbaar. Het moge duidelijk zijn dat Oudemans’ schrijfstijl niet ideaal is voor mij. Maar tegelijkertijd realiseer ik me dat meer filosofisch ingestelde mensen met genoegen dit boek zullen lezen.

Oudemans, Th.C.W. (2023). Om de tuin geleid. Natuur en horticultuur in Europa. KNNV Uitgeverij, Zeist. Prijs: € 29,95.

Nawoord van de redactie: Filosoof Wouter Oudemans is op 22 maart overleden. Hij laat een groot aantal boeken en landschapspark Tenaxx na, een park met een grote treurbomencollectie en dinosauriërs. Oudemans was lid van de NDV en schreef regelmatig kritische stukken in Arbor Vitae. Zijn meest recente artikel (‘Laat de boom van het leven toch bloeien’) staat in AV-1, 2024, pp 24-26.

Algemene ledenvergadering NDV, 2 maart 2024

Op 2 maart heeft, op de inmiddels bekende plek in Driebergen, de algemene ledenvergadering plaatsgevonden. Met negentig deelnemende leden werd die druk bezocht. Tijdens het ochtendprogramma werden verslagen en de begroting goedgekeurd en werden twee bestuursleden herkozen. Ook werd het jubileum besproken. De mededeling dat we een beschermheer hebben in de persoon van Floor Vermeulen, burgemeester van Wageningen en tevens zoon van een (vroegere) kweker uit Boskoop, werd enthousiast ontvangen. Hij zal zeker deuren voor ons kunnen openen naar bijvoorbeeld de WUR, naar politiek en andere overheden. Verder is het predicaat Koninklijk aangevraagd voor de vereniging, een langlopende procedure waarvan het spannend blijft hoe die afloopt.
Een mooi moment was de uitreiking van de bronzen Doorenbosplaquettes aan Marco Hoffman en Mirjam Lemmers, elders uitgebreider besproken in dit blad (zie p. 46).
En ook op de benoeming van Hans Janssen als derde erelid werd enthousiast gereageerd. Hans is sinds 1969 zeer actief lid van de vereniging en voor velen een vraagbaak. Heel zijn carrière is hij met plantmateriaal en lesgeven bezig geweest. Hij zat drie periodes in het bestuur en is nog steeds actief als docent en redacteur van
Dendroflora. Vanaf nu zijn er dus drie ereleden: Piet de Jong, Anneke van Rhijn en Hans Janssen.

Hans Janssen, nieuw erelid, reageert op de toespraak van Jos Koppen
Foto: Carey Homan

Na de lunchpauze volgt de inleiding van Dr. Ute Sass-Klaasen, onder andere lector duurzaam bosbeheer aan de Hogeschool Van Hall Larenstein. Zij werkt in het dendrolab in Velp. Vijf studenten zijn dit jaar afgestudeerd in de dendrochronologie, de wetenschap die zich bezighoudt met het dateren van houten voorwerpen of archeologische vondsten. Jaarringen kun je zien als de barcode van een boom. Met dendrochronologie kun je constateren hoe oud een boom is. De breedte van de ringen zegt iets over de groei en de gezondheid van een boom. Smalle ringen geven stress aan.

Een houtsoort moet je leren lezen. Iedere boomsoort heeft andere jaarringen. Zo hebben die van naaldbomen een andere structuur dan die van loofbomen. Met microscopisch onderzoek zijn de jaarringen het duidelijkst te zien. Voor de studenten van nu is dendrochronologie een hulpmiddel bij het zoeken naar de goede boomsoorten voor een sterk bos in een veranderend klimaat.
Ook kan de stress in een boom op een bepaald moment worden gemeten, door het meten van de sapstroom, met een hiervoor geschikt apparaatje. Zo is al voordat dat voor ons zichtbaar is, te meten dat een boom last heeft van stress. Aan de reacties van het publiek te horen vindt men dit een boeiend onderwerp.

De volgende spreker, veldbioloog Dirk Slagter, vertelt over zijn nieuw verschenen boek Ontdek Winterkenmerken van bomen, struiken, bamboes, houtige klimplanten en houtige kruipplanten. Hij start zijn verhaal met een plaatje van een xylotheek, houten kistjes met meestal een beschrijving van de inhoud. Dat kunnen zaden, takjes of gedroogde blaadjes zijn. Xylotheken zijn te vinden bij universiteiten. De eerste xylotheek was van de universiteit van Franeker, die in 1811 is opgeheven. Ook Leiden en Delft hebben xylotheken maar die dateren uit een latere tijd.
In zijn boek valt veel te ontdekken voor geïnteresseerde groenliefhebbers. In Arbor Vitae 1-2024, pp 48 en 49 heeft Hans Janssen dit boek uitgebreid besproken.

De inleiding van Peter Vanlaerhoven heeft de titel ‘Van zaad tot zaailing’. Peter is als kweker begonnen met zaaien, tegenwoordig wordt er ook geënt en gestekt. Zaaien doe je met botanische soorten. Het is behoorlijk arbeidsintensief: zaad kweken, oogsten, voorbehandelen, weer zaaien en nabehandelen.
Hoe krijg je vitale zaden? Dat is niet eenvoudig en is uiteraard afhankelijk van de soort. Bestuiving is belangrijk. Het feit dat er steeds minder insecten zijn, werkt daarom niet mee. Ook weersinvloeden, zoals een late nachtvorst, kunnen funest zijn voor een goede opbrengst. Er zijn boeken die aangeven op welke tijdstippen gezaaid en geoogst moet worden, maar veel hangt toch af van de weersomstandigheden. Stratificeren van de zaden (het geven van een koude en/of warme behandeling) onder de juiste omstandigheden kan veel helpen. Zo ook scarificeren: het maken van een litteken in het zaad om de dikke beschermlaag te doorbreken. Dit kan met warmte door vuur en rook of chemisch in zuurbaden of mechanisch (kneuzen). Kaneelpoeder en knoflook werken preventief tegen schimmel in zaad en worden toegevoegd bij de bewaring. Tot slot van zijn presentatie laat Peter zo’n 20 soorten zien die hij zelf uit verschillende zaden heeft geselecteerd en in de handel heeft gebracht.

Voorzitter Jos Koppen sluit deze dag af met dank aan allen die een bijdrage hebben geleverd. Voor de enthousiaste plantenliefhebbers is er dan nog gelegenheid om bij Peter planten te kopen. Een leerzame middag.

De drie ereleden.
Foto: Gertrude van der Kleijn