Categorie archieven: Arbor Vitae

Dipelta yunnanensis, een soort met een hardnekkig synoniem

Op de omslag van de tweede Arbor Vitae van 2023 staat een fraaie bloem met opvallende oranje keel. Het is één van de drie soorten van het geslacht Dipelta en de enige waarvan het areaal nog buiten China verbreid is. Van dit laatste wordt echter door Flora of China geen melding gemaakt. De andere twee soorten zijn D. elegans en D. floribunda.

Dipelta behoort tot de familie van Caprifoliaceae en is nauw verwant aan Kolkwitzia, Linnaea en Weigela. De naam Dipelta wijst op de discusachtige vleugeltjes aan de basis van de vruchten. Het betreft de uitgroei na, of al voor de bevruchting, van twee van de vier steunblaadjes aan de basis van het vruchtbeginsel. De vruchten lijken sterk op die van de Iep. Opvallend is de geografische verspreiding van de drie soorten in China. Ze komen allen voor in de noordwestelijke provincies Gansu, Shaanxi en Sichuan. Alleen het areaal van D. elegans is beperkt tot deze drie provincies. D. floribunda komt verder voor in vier provincies van Centraal China en D. yunnanensis in drie provincies in het zuidwesten van China. Het areaal van D. yunnanensis is zuidelijker nog verbreid tot in het noorden van Myanmar. De drie soorten verschillen het meest opvallend in de bloemen. Bij D. yunnanensis steekt het nauwe deel van de kroonbuis niet boven de kelkbladen uit. Bij D. floribunda is de uitstekende nauwe kroonbuis juist heel karakteristiek. Tijdens de bloei groeien de steunblaadjes onder het vruchtbeginsel bij D. floribunda al uit en bedekken de kelkbladen. Bij D. yunnanensis is dat niet het geval. De kelkbladen van D. elegans zijn tot 2/3 van de lengte vergroeid en de kroonbladen alleen aan de basis. Opvallend bij deze soort zijn de tot 40 mm grote vleugels van de vruchten die evenals bij D. yunnanensis pas na de bloei uitgroeien. Vergeleken met de andere soorten is D. elegans een kleine heester die tot 2 m hoog kan worden. De soort is bedreigd en waarschijnlijk nergens in cultuur, want op internet zijn er geen foto’s te vinden. D. floribunda wordt tot 6 m hoog en heeft geurende bloemen. De eerder als soort beschreven D. wenxianensis wordt thans als varieteit van D. floribunda beschouwd.

Dipelta yunnanensis
Foto: Ronald Houtman

D. yunnanensis en D. ventricosa
In de Naamlijst van Houtige Gewassen vind je, evenals in Bean Trees and Shrubs en op veel websites, de soort D. ventricosa naast D. yunnanensis. Dendrologie van de Lage Landen vermeldt alleen D. ventricosa. D. yunnanensis werd in 1891 beschreven door Franchet op basis van een door Delavay in 1886 in Yunnan verzameld herbarium. De introductie vond plaats in 1910. De introductie van D. ventricosa vond in 1904 plaats door Wilson, met materiaal uit Sichuan. Hemsley beschreef de soort in 1908. Bean geeft van beide soorten een uitgebreide beschrijving, maar echte verschillen komen daar niet bij naar voren. Wel hebben de bloemen van D. ventricosa een sterkere roze kleur die in afbeeldingen op internet zelfs donkerrood kan zijn. In Flora of China is D. ventricosa een synoniem. Plants of the World Online heeft zelfs geen vermelding. De hardnekkigheid om D. ventricosa als aparte soort te beschouwen, heeft mogelijk te maken met de eerdere introductie door Wilson.

Dipelta floribunda
Foto: Ronald Houtman

Dipelta ingelijfd door Linnaea
In 2013 publiceerde Maarten J.M. Christenhusz in Phytotaxa (125 (1): 25–32) een opzienbarend artikel met de wat vage titel: ‘Twins are not alone: a recircumscription of Linnaea (Caprifoliaceae)’. Op basis van de reductie van de bloeiwijzen tot een tweetal bloemen, maar vooral door de monophyllie (gezamenlijke voorouders) bracht hij het geslacht Dipelta en verder o.a. Abelia (zonder sectie Zabelia) en Kolkwitzia onder in het geslacht Linnaea. Dit geslacht telde nu 13 soorten. Daarin is Dipelta floribunda nu Linnaea dipelta, D. elegans L. elegans, D. yunnanensis L. yunnanensis en Kolkwitzia amabilis L. amabilis. De auteur merkte op dat het wel schrikken zou zijn voor de tuinbouw en inderdaad: op internet zie je nog weinig navolging. Ook de Naamlijst van Houtige Gewassen houdt zich koest.

Het grote bladerboek

Weer een bomenboek, maar nu geschreven vanuit een niet vaak gehanteerde invalshoek: de bladeren. Het boek laat in vijftig verhalen de bladeren van boomsoorten de revue passeren met als doel om op een andere manier tegen bladeren en bomen aan te kijken. Naast een beschrijving van de kenmerken van de bladeren is er aandacht voor het determineren, de gebruiksmogelijkheden als bouwmateriaal, de medicinale werking en het gebruik als voedsel. Ook verdedigingsmechanismen van bomen en de bevruchting door insecten en ook boomprimaten worden besproken.

Voorbeelden van bomen die worden beschreven zijn de Sassafras, Dioon edule (de Mexicaanse palmvaren) en Ravenala madagascariensis (de Reizigersboom). Van de bladeren van de Sassafras is olie te winnen, een smaakstof die inmiddels vanwege gebleken giftigheid wordt afgeraden. Sap van de boom werkt abortief en ook sassafrasthee wordt niet meer gedronken. Dioon edule, is inheems aan de oostkust van Mexico. De zaadknoppen worden gegeten en de bladeren gebruikt als dakbedekking. De varen wordt, net als de meest andere palmvarens, bedreigd door illegale handel en inperking van het oorspronkelijke leefgebied. Ravenala madagascariensis is een wonderlijke plant en afkomstig van Madagaskar zoals de naam al aangeeft. De grote bladeren liggen in één vlak, vormen een grote waaier en zijn oostwest gericht, de reden waarom de boom Reizigersboom wordt genoemd. De bloemen worden bestoven door lemuren (halfaapjes) en vleermuizen die op het nectar in bloemen afkomen. Ook de Reizigersboom wordt in zijn bestaan bedreigd, maar hier is het uitsterven van de halfaapjes de oorzaak.

Een aanzienlijk deel van de wilde boomsoorten die genoemd worden, waarbij ook een kwart van de boomvarens, dreigt door het kleiner worden en de afnemende kwaliteit van hun habitat, uit te sterven. Deze verontrustende constatering wordt regelmatig genoemd bij de behandeling van de vijftig boomsoorten.

Het grote bladerboek is een boeiend, leerzaam en gemakkelijk te lezen boek.

Crowley, D. en Justice, D. (2022).
Het grote bladerboek.
Uitgeverij J.M. Meulenhoff,
Amsterdam.
ISBN 9789029096560.
Prijs: € 24,99

Bomen. Van wortel tot blad.

Dr. Paul Smith, secretaris-generaal van de Botanic Gardens Conservation International (BGCI), heeft een magistraal boek geschreven over bomen. De titel van het boek is Bomen. Van wortel tot blad en beter kan niet want het gaat over bomen in al zijn facetten: zaden, bladeren, vorm, wortelstelsels, bast, hout, bloemen, vruchten en symbiose tussen organismen. Veelomvattender kan nauwelijks. Het boek bevat opmerkelijk veel oogstrelende illustraties met toegankelijke teksten. Het laatste hoofdstuk ‘Bomen en wij’ handelt over de zo cruciale verhouding tussen bomen en de mens. Zelfs doorgewinterde dendrologen kunnen niet alleen genieten van dit boek, maar er ook van leren. Het boek heeft een internationaal karakter, daarom zijn er onderwerpen die niet rechtstreeks betrekking hebben op Nederland. Men kan dat een nadeel noemen, maar de veelomvattendheid verbreedt ook weer de kennis. De kennis over bomen is onuitputtelijk en hoe Paul Smith dat in dit boek kan samenvatten is verbijsterend.
Een boom van een boek!

Tip: op internet zijn delen van het boek te lezen en bewonderen (https://www.terralannoo.nl/nl/bomen)

Smith, P. (2022).
Bomen. Van wortel tot blad.
Uitgeverij Terra,
Amsterdam.
Prijs: € 45,
ISBN 9789089899088