Categorie archieven: Dendrovaria

The Urban Jungle Project

Men verwacht dat over 25 jaar ongeveer 80% van de wereldbevolking in stedelijke gebieden woont. Als we kijken naar de stedenbouwkundige ingrepen van de afgelopen 25 jaar dan voorspelt dit niet veel goeds. Veel nieuwe wijken bestaan uit huizen met kleine woonoppervlaktes, met nauwelijks snelle toegang tot een park of natuur. De openbare ruimte die er is, is veelal dienstbaar aan de mens en bestaat uit infrastructuur, parkeerplaatsen etc. Door luchtvervuiling en klimaatverandering gecombineerd met bevolkingsgroei en verdichting van bebouwing is de enige oplossing om steden leefbaar te houden het aanbrengen van bomen en planten.

Architectuur en natuur moeten elkaar constant ontmoeten. Dit is alleen mogelijk door het toepassen van techniek en innovatie. Steden zijn vooralsnog niet ontworpen om de natuur in te bedden in hun door beton gedomineerde structuren. Het is de missie van The Urban Jungle Project om steden te vergroenen op plekken waar dit normaal gesproken niet kan. Een ‘Urban Jungle’ is een antwoord op de maatschappelijke vraag naar een toekomstbestendig stadsklimaat. Maar waar bestaat een Urban Jungle uit?

Met een Urban Jungle kan een gebied vergroenen, zelfs op onverwachte en ontoegankelijke plekken. Groen schept ruimte voor biodiversiteit, brengt verkoeling en creëert een aantrekkelijke nieuwe ruimte. Het groen van de Urban Jungle bestaat uit bomen in een boomveerconstructie en modulaire vegetatiekratten met daarin weelderige beplanting. De kratten zijn stapelbaar, waardoor aanleg vlot gaat en de beplanting na aanleg ook weer eenvoudig te verwijderen is in het geval van onderhoud aan bijvoorbeeld het dak. Alle oplossingen zijn lichtgewicht en zeer gemakkelijk toe te passen.

Technische opstelling van een boomveer op kantoorgebouw The Finch, Oegstgeest
Foto: René Post

Een boomveer is een lichtgewicht boomopstelling voor toepassing op daken of op pleinen en in straten waar aanplant in de volle grond door kabels en leidingen of grondverontreiniging niet mogelijk is. De toegepaste boom staat niet met zijn wortels in de volle grond maar in een geprepareerde kluit. Hierdoor wordt het gewicht van een boom in de volle grond, circa 16.000 kg, beperkt tot 350 kg. In de speciaal geprepareerde kluit worden sensoren toegepast om de voedingsbehoefte van de boom te kunnen monitoren, waardoor de instellingen van het irrigatiesysteem worden bepaald. Op het moment dat we een boom uit de grond halen en op deze wijze prepareren hebben we het totale ‘boom groeisysteem’ in de hand. De meeste toegepaste soorten zijn Carpinus, Cornus, Gleditsia, Platanus en Pyrus.
Met deze innovatie maken we het mogelijk om van ecosysteemdiensten die bomen kunnen leveren te profiteren op plekken in de stedelijke omgeving waar dat normaal niet kan. Zo dragen we bij aan de transformatie van vastgoed naar leefgoed. En uiteraard zetten we, waar het mogelijk is, bomen en andere vegetatie nog steeds in de volle grond.

Een boom zoekt in eerste instantie zijn water aan de randen van de loodrechte projectie van de kroon. Dit noemen we ook wel de druipzone. Dit worteldeel is de eerste 90 centimeter in diepte het meest actief in wateropname. Heeft een boom dan nog stress door een tekort aan water dan zal hij met zijn wortels verder zoeken. Door voldoende water aan de boom te geven in deze specifieke zone heeft de boom voldoende aan zijn beperkte kluit in de boomveer. Het slagen van een ‘Urban Jungle’ valt of staat daarom met watergeven in voornamelijk de lange droge periodes. En gezien de enorme landelijke watervraag in die periodes en de watertekorten is effectief watergeven van groot belang. Door het plaatsen van een sensor in de kluit, gekoppeld aan een weerstation, wordt er op basis van de weersvoorspelling en actuele weersconditie doelmatig water en voeding gegeven.

Urban Jungle met boomveren en vegetatiekratten op het stadhuis van Zoetermeer
Foto: René Post

De grootste successen in vergroening zijn tot nu toe behaald op daken. Zo is een voorheen saai dak van grind en bitumen van het stadhuis Zoetermeer, omgetoverd tot een volwaardige daktuin met boomveren en vegetatiekratten. Het dak, dat in het zicht van een kantoorvleugel ligt, is toegankelijk gemaakt door een glazen pui te vervangen door een buitendeur. Sinds de aanleg van de daktuin zijn de omliggende kantoorruimtes tot de meest gewaardeerde kantoren van het pand gaan horen, terwijl daar voorheen nauwelijks medewerkers wilden werken.

Wie geïnteresseerd is, kan onder andere op de volgende locaties boomveren vinden:
– op het stadhuis van Zoetermeer
– op kantoorgebouw The Finch, Oegstgeest
– op het Stadhuisplein, Zaandam
– op het bedrijventerrein Westpark, Arnhem
– op het schoolplein van O.R.S. Lek en Linge, Ina Boudier-Bakkerstraat 2, Culemborg
– op het fietspad van de Toekomst, ventweg Utrechtsestraatweg t.h.v 143, Remmerden

The Urban Jungle Project bestaat uit een team van specialisten. Boomkwekerij Ebben en Grasveld Landschapsarchitecten ontwerpen de ‘Urban Jungles’. Een team van hoveniers, kwekers en planners voeren de dagelijkse werkzaamheden uit. Meer informatie is te vinden op www.theurbanjungleproject.com

*Harmen Kraai is plantkundige bij het Urban Jungle Project, René Post werkt bij boomkwekerij Ebben.

Houden van hout

Hout is een uniek materiaal en de boom, de leverancier van het hout, heeft zo zijn eigen fascinerende aspecten. De leden van NEHOSOC, de Nederlandse Vereniging van Houtsoortenverzamelaars, zijn mannen en vrouwen die vaak door hun beroep of door hun hobby met hout te maken hebben. Eén ding hebben zij gemeen: ze houden van hout. Vorig jaar vierde de vereniging zijn 75-jarig jubileum.

Bomen vervullen een essentiële functie in het leven van de mens. Ze komen op aarde voor in meer dan 60.000 soorten. Bossen zijn over de aarde verspreid in verschillende typen en vormen belangrijke ecologische leefgemeenschappen. Bij goed beheer vervangt hout zichzelf, het is milieuvriendelijk, bijna onbeperkt in zijn gebruiksmogelijkheden, vaak prachtig van kleur en tekening en boeiend door zijn structuur. Geen wonder dat mensen gefascineerd raken door hout.
NEHOSOC heeft als doel: het verspreiden van kennis van hout in het algemeen en het geven van steun en voorlichting bij het aanleggen van houtmonsterverzamelingen in het bijzonder. Eén van de belangrijkste kerntaken is het uitgeven van 12 houtmonsters per jaar. Die houtmonsters hebben een afmeting van 1x8x15 cm (dikte x breedte x lengte). Hiervoor speuren leden de hele wereld af. Ze kijken bij zagerijen, bosbeheerders, arboretums, houthandels, particuliere tuinen ect. Uiteraard worden de CITES-regels daarbij nagevolgd. En natuurlijk worden er geen bomen omgezaagd voor de houtmonsters.

De referentiecollectie.
Foto: NEHOSOC

Via de genoemde contacten wordt geprobeerd stamhout, dikke takken, planken en soms zelfs houtmonsters te kopen. Het maakt niet uit of het naald- of loofhout is. Van alle verkregen houtsoorten wordt eerst een preparaat gemaakt, dat wordt gecontroleerd en op naam gebracht. Het aangekochte hout wordt gezaagd, geschaafd, geschuurd, gekort en genummerd en twee keer per jaar aan de leden aangeleverd. Wanneer er geen hout genoeg is voor alle leden dan worden de houtmonsters uitgegeven op een ALV. Inmiddels bestaat NEHOSOC al 75 jaar en zijn er bijna 1300 houtmonsters uitgegeven. Elk uitgegeven houtmonster is voorzien van een geel kaartje. Hierop staan alle gegevens (botanische naam, herkomst, gebruik ect.) over het houtmonster. Veel monsters zijn nog na te bestellen. Er gaat altijd een exemplaar in de moedercollectie en één in de dochtercollectie. Ook is er een referentiecollectie van ongeveer 5000 species. Deze kan worden gebruikt voor determinatie.

Voorbeeld geel kaartje:
Staal no.: 1272
Naam: Katalox
Botanische naam: Swartzia cubensis (Britton & P. Wilson) Standl.
Familie: Fabaceae
Gebied: Yucatan, Mexico, Guatemala en Belize
Herkomst monster: Amerika
Vol. massa: Tijdens de meting was deze 1150 kg/m³, bij 12% vochtgehalte.
Algemeen: Swartzia cubensis is een 4 tot 20 meter hoge bladverliezende boom. De groenbruine schors is 15 tot 25 mm dik, zeer ruw diep verticaal gegroefd en horizontaal gebarsten. Door de horizontale barsten ontstaan gelaagde dikke schilfers. Blad elliptisch tot lancetvormig, gewoonlijk 2 4,5 cm lang en 1,5 3,5 cm breed, geleidelijk groter wordend naar de top van het blad. Bloeiwijzen op de takken en gevormd door bundelende trossen van talrijke bloemen, 2,5 8,5 cm lang, geel of wit van kleur;
Techn. gegevens: Het kernhout varieert van lichtbruin tot donkerbruin met donkere strepen en kan prachtig getekend zijn, het spint is geelachtig wit en duidelijk te onderscheiden van het kernhout. De nerf is fijn van draad en recht tot golvend Het hout is dof en zonder karakteristieke geur of smaak.
Gebruik: Het is o.a. geschikt voor meubilair, schrijnwerk, draaiwerk, handvatten voor messen, het maken van muziekinstrumenten en sieradenkistjes en fineer.
Opmerking: De informatie voor dit kaartje komt uit diverse bronnen.
Pakket: pakket 146, december 2021

Soms schuilt er een heel verhaal achter een houtmonster. Zo werd uit een particuliere tuin een Chamaecyparis obtusa (nummer 1260) aangeboden. Deze moest plaats maken vanwege een verbouwing. De boom was ongeveer 150 cm hoog en meer dan 50 jaar oud. De eigenaar wist te vertellen dat het om een cultivar ging, ‘Nana Gracilis’. Het mooie aan dit boompje was dat er een hele grote knol aan zat. Het was al met al een hele klus om deze uit de grond te krijgen. Er zijn netjes plakken van gezaagd, die overigens aangenaam zoet roken en deze werden op latjes te drogen gelegd. Na een paar maanden waren de plakken droog genoeg en zijn deze verder bewerkt tot houtmonsters. Ondertussen werd gezocht naar de oorzaak van die grote knol. Goed te zien is dat de knol uit twee stammen is gevormd.

De knol van de Chamaecyparis obtusa.
Foto: NEHOSOC

Het blijkt hier te gaan om een knol (een gal) veroorzaakt door de wortelknobbelbacterie (kroongalziekte) Agrobacterium tumefaciens.
In De Houtverzamelaar 228 is de houtsoort en de aantasting verder beschreven. Dit kwartaalblad bevat artikelen die over hout gaan in de breedste zin. Denk hierbij aan bomen, bos, uitgegeven houtmonsters, verhalen van leden over hout ect. Verder is er een jaarlijkse ledendag, waar leden contact leggen met elkaar en houtjes ruilen of aanschaffen. Voor leden die zelf thuis willen raken in het determineren organiseert de vereniging een driedaagse (basis)cursus ‘Hout-herkennen met de loep’. Allerlei informatie over de vereniging, collecties en cursussen is te bekijken op de onlangs gemoderniseerde website www.nehosoc.nl.
De vereniging is altijd op zoek naar mooi, nieuw materiaal. Dus mocht u een locatie weten waar niet alledaags hout beschikbaar is, neem dan contact op via info@nehosoc.nl

*Ron Metz is secretaris van NEHOSOC

De knol bestaat duidelijk uit twee stammen.
Foto: NEHOSOC

Floriade 2022 in Almere: het bezoeken meer dan waard

Almere is langzamerhand een echte stad aan het worden; er wonen nu 220.000 mensen. De doelstelling is dat er in 2050 400.000 mensen wonen.
In 2011 besloot het stadsbestuur om één van de oudste stukken van Almere aan de zuidoostkant van het Weerwater nabij de Rijksweg A6 te herontwikkelen en dit gebied aan te melden als locatie voor de Floriade 2022. Tijdens de Floriade 2012 in Venlo werd bekend dat de Floriade Expo 2022 inderdaad in Almere zou worden gehouden.
Op dat moment bestond het gebied uit het oudste bos van zuidelijk Flevoland, een camping en een jachthaven. De jachthaven is er niet meer, maar het bosje en de volwassen bomen van de camping zijn de basis geworden voor de inrichting van de Floriade. Het groen is geïntegreerd in een grid van rechthoekige vlakken. Elk vlak is rondom beplant met boom- en heestersoorten. Per vlak zijn steeds bomen en heesters met dezelfde letter uit het alfabet aanwezig en voorzien van de botanische en Nederlandse naam. In totaal zijn er 650 soorten en cultivars aangeplant, het mag met recht een arboretum worden genoemd.
Het is de bedoeling dat deze beplanting gehandhaafd blijft als straks de woonwijk verschijnt die na de Floriade hier wordt gebouwd.

De Aeres Hogeschool.
Foto: Huip Sneep

De infrastructuur voor deze nieuwe woonwijk, naar een ontwerp van het internationaal bekende architectenbureau MVRDV, inclusief een smart grid en een slim oppervlaktewaterafvoersysteem, is al aangelegd.
De bomen zijn bij een groot aantal kwekers verzameld door Jaap Smit, prominent lid van de NDV; de meeste zijn kosteloos ter beschikking gesteld. Het grootste deel van de bomen in het arboretum is op tijd geplant en heeft zich heel goed ontwikkeld. Dit ondanks het feit dat geplant moest worden in de plaatselijke zware kleigrond. Enkele aandachttrekkers zijn een laag betakte Fagus orientalis, de levende bomenbrug van Metasequoia en een tweestammige dakplataan. Opvallend is het grote aantal laag vertakte en meerstammige bomen.

De brug van levende bomen (Metasequoia glyptostroboides).
Foto: Huip Sneep

Omdat veel bestaande, volwassen bomen zijn geïntegreerd in het nieuwe ontwerp is het tentoonstellingsterrein opvallend groen. Ondanks het feit dat het aan open water ligt, zorgen de bomen voor luwte en een plezierig verblijfsklimaat. Er is ook veel groen op daken en aan gevels toegepast. Onder andere bij de Aeres Hogeschool Almere, die gevestigd is aan Arboretum West 98, wie zou niet op zo’n adres willen wonen of werken? Dit schoolgebouw is straks onderdeel van de woonwijk.
Het drijvende Iepenbos, geplant in kleurige boeien, is ook een opvallend element. Het lag hiervoor vier jaar lang in de Rijnhaven te Rotterdam en is in 2021 in bruikleen gegeven door de Stad Rotterdam.

Het Iepenbos, klaar voor de tewaterlating.
Foto: Huip Sneep

Op het Utopia eiland in de noordwesthoek zijn bijzondere vormen van eetbaar en ecologisch groen te zien. Onder het thema Boslandbouw wordt hier getoond waarom het zinnig is om bomen en struiken op akkers te mengen met eenjarige gewassen als aardappels, uien en bieten. De bomen en struiken dragen bij aan klimaatbestendigheid en produceren eetbare vruchten als noten, bessen en eetbaar blad. Deze vorm van landbouw wordt Agroforestry genoemd en begint in ons land voet aan de grond te krijgen.
Op dit eiland mag je ook de inzendingen van de gemeenten Amsterdam + Almere en de tuin van het hovenierscollectief Wilde Weelde niet missen. Deze laatste tuin is grotendeels opgebouwd uit vrijgekomen hout en trottoirtegels.

Volwassen bomen van de vroegere camping zijn fraai geïntegreerd in het parkontwerp.
Foto: Huip Sneep

De inzendingen van Quatar en de Verenigde Arabische Emiraten in het Urban District laten zien hoe in landen waar het jaarrond zeer warm en droog is, voedsel wordt geproduceerd en droogtebestendige groenvoorzieningen kunnen worden gerealiseerd, zelfs als dat met brak water moet.
Een publiekstrekker is verder de tuin van de LTO-cultuurgroep Zomerbloemen met zijn volgroeidheid en veelkleurigheid en ook de grote kas van The Green House is het bezoeken waard. De bekende steeds wisselende thema arrangementen van bloemen, groenten en fruit in die kas zijn spectaculair.
Op het centrale plein is een opvallend 12 meter hoog beeld genaamd ‘Beehold’ (samengesteld uit tienduizenden metalen bijen) van de bekende kunstenaar Florentijn Hofman geplaatst. Het zou eerst op het viaduct over de A6 worden geplaatst, maar Rijkswaterstaat vreesde dat het vrolijk zwaaiende duo tot verkeersongelukken zou leiden, vooral omdat daar de kabelbaan met skicabines ook al de aandacht trekt.

Een toekomstige straat van de woonwijk met in het midden de afvoer van regenwater.
Foto: Huip Sneep

Voor alle groenliefhebbers is een dag op de Floriade meer dan wel besteed en eigenlijk te kort! Beter is het om een seizoenkaart te kopen en nog een paar keer te gaan. De Floriade is tot 9 oktober geopend.