Categorie archieven: Boekbesprekingen

Basisgids Bomen en Struiken

Opnieuw een prachtig uitgegeven en geïllustreerd boek van de KNNV uitgeverij. Het is bedoeld om veel voorkomende bomen en struiken op naam te kunnen brengen. In totaal gaat het om 139 soorten, waaronder 26 coniferen.
Eén pagina per soort, een korte beschrijving en verder foto’s van de gehele plant, van de bloeiwijzen, van de bladeren en van de zaden en vruchten. Ook wordt vermeld of een boom één-of tweehuizig is en of de bloemen één- of tweeslachtig zijn.
Het inleidend hoofdstuk is heel informatief en behandelt kort en bondig allerlei essentiële dendrologische zaken als het groeiproces, het economische belang, herkomst, de anatomie van wortel, blad, bloem, vruchten en zaden. Het tweede hoofdstuk ‘Begrippen’ gaat over specifieke eigenschappen van naaldbomen en van loofbomen. Daarna volgt hoofdstuk 3 ‘Determineren’. Hierin wordt helder uitgelegd hoe de determineertabellen te gebruiken. Geadviseerd wordt dit hoofdstuk goed te lezen om daarna makkelijker de plant op naam te kunnen brengen. Dan volgen de 139 foto-pagina’s, te beginnen met Abies grandis en eindigend met Viburnum opulus.
Ik denk dat dit een heel goede benadering is. Met dit boekje kun je een groot deel van het jaar de boom of struik op naam brengen, uiteraard niet in de maanden dat de loofbomen hun bladeren hebben laten vallen. Dus opnieuw een boekje dat ik van harte kan aanbevelen.
Tot slot nog dit. De auteur bedankt uitvoerig ‘onze’ Cees van der Linden voor het kritisch lezen van de teksten: ‘Met name de vele inhoudelijke opmerkingen zijn zeer nuttig geweest.’ Voor mij een extra garantie dat de informatie correct is.

Bremer, Arie van den (2020). Basisgids Bomen en Struiken. Bloemen, vruchten en zaden. KNNV uitgeverij, Zeist. € 23,50. ISBN 9789050117302.

Informatieve foto-pagina’s helpen bij het determineren

Wild- und Zieräpfel. Üppige Pracht für Gärten und Parks

Zelden heb ik zo’n degelijk en fraai geïllustreerd dendrologisch boekwerk in handen gehad als het nieuwe boek van Andreas Bärtels. Deze bekende Duitse dendroloog en fotograaf had al een rijk oeuvre op zijn naam en nu kwam hij op 90-jarige leeftijd met dit schitterende boek. Het omvat alles wat je maar over het geslacht Malus kunt bedenken: de morfologie, taxonomie, palaeobotanie, cultuurgeschiedenis, cultuur, ziekten en plagen en, heel bijzonder, de appel in mythen, bijbel, spreekwoorden, gedichten, sprookjes en vertellingen. Na wat je met 85 pagina’s een lange inleiding zou kunnen noemen worden de soorten, hybriden en cultivars uitgebreid beschreven en geïllustreerd. Naast de vele foto’s is het boek ook verrijkt met kleurtekeningen van wilde soorten en hybriden uit het ‘Archiv Fischer’ vervaardigd in het Institut für Obstzüchtung in Naumburg.

Wild- und Zieräpfel. Üppige Pracht für Gärten und Parks

Het geslacht Malus is een moeilijk geslacht als het over ziekten en plagen gaat, met name schurft en meeldauw. De auteur besteedt er bij de beschrijvingen zeker de nodige aandacht aan, maar ontwijkt het in de beschrijvingen bij bepaalde cultivars op te merken dat ze echt gevoelig zijn voor schurft of meeldauw. Het blijft meestal bij licht gevoelig. In twee uitgebreide tabellen met het gehele sortiment worden de bloem- en vruchtkleur weergegeven. Zo’n tabel over ziektegevoeligheid mis ik wel. In de tabellen zijn soms merknamen gebruikt waar ook een goede cultivarnaam gebruikt had kunnen worden, bijvoorbeeld Malus PERPETU in plaats van Malus ‘Evereste’.
Maar het blijft echt genieten met zo’n compleet en bovendien zeer goedkoop boek (van maar liefst 528 pagina’s), waarvan het voorwoord werd geschreven door Eike Jablonski, de huidige president van de Deutsche Dendrologische Gesellschaft.
Bärtels, Andreas (2021). Wild und Zieräpfel. Üppige Pracht für Gärten und Parks. Quelle & Meyer Verlag GmbH & Co Wiebelsheim. € 31,63. ISBN 9783494018300.

Huis te Lande, vrouwen in de tuinbouw. Middelbare tuinbouwschool voor meisjes, uniek in Nederland

Huis te Lande, tuinbouwschool voor meisjes. Wie in de ‘groene’ wereld heeft er niet van gehoord? In 1907 opgericht door Jacoba Hingst heeft Huis te Lande een lange, indrukwekkende en bijzondere geschiedenis. Een tuinbouwschool voor meisjes tot 1985. Vanaf toen waren ook jongens welkom. Inmiddels, na alle veranderingen in het agrarisch onderwijs, een Wellantcollege mbo locatie Rijswijk.

Frans Holtkamp heeft na een aantal jaren onderzoek een prachtig boek over die rijke en bijzondere geschiedenis geschreven. Niet alleen voor Huis te Landers boeiend maar eveneens voor anderen met belangstelling voor geschiedenis van het tuinbouwonderwijs en voor emancipatie. Als oud-leerlinge kreeg ik vooral in het eerste stuk een trots gevoel dat ik deel heb mogen uitmaken van die geschiedenis.

In 1907 werd de school opgericht door Jacoba Hingst uit puur idealisme. In die tijd waren er nauwelijks mogelijkheden om je te bekwamen in de teelt van bloemen, vruchten en groenten en alles wat ermee samenhing. Er waren enkele tuinbouwscholen, maar daar was je als meisje niet echt welkom: mannenbolwerken. Het was ook ongebruikelijk dat vrouwen buitenshuis werkten en zeker in de tuinbouw. Dat tijdsbeeld wordt in het eerste gedeelte prachtig beschreven.

Jacoba Hingst kocht van eigen kapitaal 3 ha grond en bouwde eveneens met eigen middelen de gebouwen, schuren, koude bakken, kassen en de inrichting van de tuin, die ze zelf ontwierp. De eerste leerlingen kwamen vooral uit de gegoede burgerij, er moest veel schoolgeld betaald worden.

Plantenkennis is altijd belangrijk geweest op Huis te Lande. Op het terrein was een klein arboretum. Wij moesten daar alle planten van kennen. En van het hele schoolterrein. Die kennis vormde bij het maken van beplantingsplannen een prachtige basis.

Huis te Lande, vrouwen in de tuinbouw. Middelbare tuinbouwschool voor meisjes, uniek in Nederland

Het bijzondere van Huis te Lande is dat het de eerste 75 jaar slechts drie directrices heeft gehad. Jacoba Hingst, Erna Casparé en Ant Post. In de loop der tijd veranderde de school van een elitaire privé-school tot een brede school voor iedereen. Er is hard aan gewerkt dat iedereen ook echt ‘in het vak’ aan het werk ging en een baan kreeg. Door alle maatschappelijke en onderwijskundige veranderingen lag het toen voor de hand dat er in 1985 jongens op de school kwamen. Vanaf toen gingen de ontwikkelingen in een sneltreinvaart. De titel van het boek geeft aan dat het vooral over vrouwen in de tuinbouw gaat. In totaal heeft het boek 255 bladzijden, waarvan slechts 35 gewijd zijn aan de periode na Ant Post. Julia Voskuil heeft een aantal oud-leerlingen, mannen en vrouwen geïnterviewd. Verhalen die op groene bladzijden door het boek heen zijn geweven.

In de ledenlijst van de NDV zijn vele oud Huis te Landsters te vinden. Zoals voormalig NDV-voorzitter Joosje Oudemans en Tonny van der Plank, die in 2017 de bronzen S.G.A. Doorenbospenning kreeg.

Frans Holtkamp (2020). Huis te Lande, vrouwen in de tuinbouw. Middelbare tuinbouwschool voor meisjes, uniek in Nederland.
Stichting Rijswijkse Historische Buitenplaatsen (SRHP).
€ 20/€ 25,- inclusief verzending binnen Nederland.
ISBN: 978-90-78689-32-4.