Categorie archieven: Boekbesprekingen

Bomen en bossen. Bondgenoten voor een leefbare aarde

Tsja waar te beginnen? Een interessant boek. Korte, op zichzelf staande hoofdstukken, dus mijns inziens een prima boek om te lezen voor het slapen gaan. In de proloog geeft de schrijver (Ton Lemaire) aan dat hij ‘niet alleen aandacht wil besteden aan de huidige toestand van bomen en bossen in de wereld, maar ook aan de betekenis die ze voor mensen hebben en hebben gehad’. En even verder op: ‘… in het loutere gebruik van de natuur als materiaal en hulpbron voor menselijke behoeften …. bevindt onze maatschappij zich op een doodlopende weg die uiteindelijk alleen maar zelfdestructief kan zijn’. En als laatste: ‘In zekere zin is dit hele boek -mogelijk het laatste dat ik heb geschreven- één lange ode aan boom en geboomte’.

Bomen en bossen. Bondgenoten voor een leefbare aarde.

Het boek omvat zeven grote hoofdstukken: Bomen en mensen, De wereld in een boom, De boom in onze wereld, Boom en bos in de schilderkunst, Bos en woud, Ontbossing en Vruchtbomen en boomvruchten. Elk hoofdstuk is weer onderverdeeld in zes tot acht korte hoofdstukjes van enkele pagina’s.
Ik moet eerlijk zeggen dat sommige hoofdstukken mij meer boeiden dan andere. Sommigen heb ik slechts vluchtig gelezen. Toch, als ik nu terugkijk, heb ik weer van allerlei nieuwe dingen geleerd. Bomen op schilderijen, bomen in de bijbel (veel meer dan alleen de boom uit het paradijs), ‘heilige’ bomen, het land van de Ceders, verleidelijke vruchten, enz. enz. Bovendien zijn er twee katernen met in totaal 44 fraaie afbeeldingen van voornamelijk boom- en bosschilderijen van beroemde kunstenaars.
Ik kan het niet laten enkele voor mij interessante of grappige passages te vermelden. ‘Ik vind het overigens een sadistisch trekje van het Opperwezen dat hij een boom plant met aantrekkelijke vruchten en tegelijkertijd verbiedt om ze te eten!’(p. 217). En in het hoofdstukje ‘Planten en plukken’: ‘Een boom planten is dus duidelijk een scheppende daad, een bewijs van betrokkenheid bij het lot van de aarde en uiting van je verantwoordelijkheid voor het leven om ons heen. Inderdaad, ‘wie een boom plant, heeft niet voor niets geleefd’, zoals een anonieme bron het heeft uitgedrukt.’ (p. 260). Vooral dit laatste citaat zal het hart van menig dendroloog en bomenliefhebber sneller doen kloppen.

Als ik het samenvat: een interessant boek met allerlei informatie die mogelijk nieuw is voor de gemiddelde bomenliefhebber. Eigenlijk niet zo gek als je je bedenkt dat de schrijver Ton Lemaire (1941) van huis uit antropoloog en filosoof is en geen bioloog of dendroloog.

Lemaire, T. (2023). Bomen en Bossen. Bondgenoten voor een leefbare aarde.
Uitgeverij Ambo/Anthos, Amsterdam.
Prijs: € 24,99.

Ontdek Winterkenmerken

Eind vorig jaar kwam het boek Ontdek Winterkenmerken van bomen, struiken, bamboes, houtige klimplanten en houtige kruipplanten van de auteur Dirk Slagter uit. Het is een veel uitgebreider vervolg op zijn Winterflora bomen en struiken dat in 2012 uitkwam. Dirk Slagter verbaasde zich er indertijd over dat ook in de winter bomen en struiken kunnen worden herkend en heeft er een levenswerk van gemaakt om de winterkenmerken van zoveel mogelijk bomen en struiken waar te nemen, te leren kennen, te fotograferen en te beschrijven. Met dit boek wil hij met veel foto’s en met weinig, eenvoudige tekst de winterherkenning van de houtige gewassen in ons land op ervaren natuurliefhebbers en geïnteresseerde beginners overbrengen. Hij heeft zich beperkt tot de algemene en minder algemene soorten en enkele bijzondere opvallende bomen zoals Araucaria araucana en Eucalyptus gunnii. Het boek telt 528 pagina’s, weegt 1,3 kg, is handzaam en is geschikt om ook buiten bij determinatie te gebruiken. De mooie, duidelijke foto’s zijn hierbij een goed hulpmiddel. De wetenschappelijke namen zijn volgens de Naamlijst Houtige Gewassen (2016) en de Nederlandse namen volgen de Nederlandse namen van cultuur­planten, standaardlijst 2020.

De soorten zijn ingedeeld in tien hoofdgroepen, die met een kleurblokje op de zijkant van iedere pagina worden weergegeven. De hoofdgroepen zijn kegels, bomen, struiken, bamboes, houtige klimplanten, houtige kruipplanten, bolboompjes, treurboompjes, leiboompjes en heggen. Dit is een andere indeling dan gebruikelijk. Zo komen de coniferen niet als groep voor, maar zijn ze achtereenvolgens te vinden bij de kegels, bomen, struiken en heggen. Iedere hoofdgroep begint met een keuzelijst waarin subgroepen dan wel soorten worden uitgesplitst. Bijvoorbeeld bij de hoofdgroep Bomen leidt dit tot de groep ‘Algemene soorten bomen’ en ‘Minder algemene soorten bomen’. Met behulp van foto’s en korte tekst wordt verder gesplitst tot er kleine groepjes soorten overblijven waarbij weer met duidelijke foto’s de soort en soms de cultivar bepaald kan worden.
De keuzelijst bij ‘Gewone boomvormen’ heeft de volgende 17 groepen: bloemen, bessen of appeltjes, levende bladeren, dorre bladeren, kronkeltakken, schubvormige blaadjes, bijzondere structuren, takken met doorns, eindtakken bijzondere kleur, richels langs takken, zilverkatjes, naalden, stam, schors, knoppen en geen knoppen. Deze groepen zijn weer in talrijke subgroepjes ingedeeld.

Om het voor een groter publiek toegankelijk te laten zijn, is geprobeerd de kenmerken met eenvoudige taal te beschrijven en worden een aantal gangbare morfologische termen helaas niet gebruikt. Bij de subgroep bijzondere structuren wordt de aanduiding worstvormig en bij het volgende groepje slierten gebruikt. Ik vind het jammer en niet verstandig dat hier niet de gangbare term katjes gekozen is, waarbij de slierten dan de bloeiende katjes blijken te zijn. Verderop in het boek blijkt het moeilijk consequent te blijven. Bij struiken met kronkeltakken wordt bij mooie duidelijke foto’s van Corylus avellana ‘Contorta’ bij de beschrijving (p.167) zoals het hoort de aanduiding bloeiende mannelijke katjes gebruikt. Nog verder in het boek op p. 177 worden de katjes bij Corylus avellana weer worstvormige structuren en slierten genoemd.

Bij de wetenschappelijke namen is het gebruik van het x-teken voor de soortaanduiding bij hybriden niet toegepast. Ik kan dat wel billijken als poging om het eenvoudiger te houden. Bij de Egelantier vind ik Rosa rubiginosa, zoals de Naamlijst aangeeft veel duidelijker en zelfs beter dan de ingewikkelde naam Rosa sectie Rubiginosae. Bij de knopstand wordt de term twee aan twee gebruikt waar tegenoverstaand of kruisgewijs gangbaar is. KTO, knoppen tegenoverstaand, is een gangbare term bij leerlingen die bij plantenkennis winterkenmerken leren. Een aantal keren kwam ik ‘twee aan twee tegenover elkaar’ tegen, waarbij beide termen samen gebruikt worden mogelijk om het kenmerk te versterken. Echter letterlijk staat er morfologisch gezien dan kransstandig met vier bladeren.

Sommige geslachten zoals Ulmus, Tilia en Alnus worden uitgebreid behandeld. Rhododendron komt er karig vanaf met alleen de geslachtsnaam bij een foto, waarschijnlijk, van de algemeen voorkomende Rhododendron ‘Catawbiense Boursault’. Ik mis R. ponticum, de vroegbloeiende R. ‘Praecox’ en de Mollis en Japanse Azalea’s. Bij Prunus worden de voorjaarsbloeiers ook genoemd wat het boek nog levendiger maakt, maar die eigenlijk na het einde van de meteorologische winter bloeien.

Ik denk dat door te splitsen in de vele groepjes het een goed boek is om te determineren. Je hebt de kans om een soort op veel manieren te vinden. De tekst zoals ‘andere kenmerken vind je op p. 28, 49, 58, 65, 81 en 263’ komt veel in het hele boek voor. Het is hierdoor een echt bladerboek. Je kunt de draad kwijtraken. Maar ook dwalend door het boek gaan is aangenaam, want je komt altijd weer wat boeiends tegen. In het boek worden ook nog een aantal veel voorkomende gallen afgebeeld.

De index is erg uitbreid doordat het een dubbele functie heeft. Van de soorten worden de wetenschappelijke, de Nederlandse naam en ook van beide de synoniemen vermeld. In de tekst staan alleen maar de voorkeursnamen, die in de index dik gedrukt zijn. Het boek telt ongeveer 370 soorten.
Het is een goed boek voor de beginnende plantenliefhebber en ook voor de gevorderde kenner is het een aangenaam boek door de vele uitstekende foto’s, die grotendeels erg mooi op een witte achtergrond staan afgedrukt.

Dirk Slagter (2023). Ontdek Winterkenmerken van bomen, struiken, bamboes, houtige klimplanten en houtige kruipplanten. Uitgeverij Picture Publishers, Woudrichem
Prijs: € 32,50

Dikke oude bomen boek

Ergens had ik over het boek gelezen, (in)gekeken op internet, het leek me interessant en dus heb ik het besteld. Om te beginnen: een boek met een zeer origineel uiterlijk: een ‘open rug’. Je ziet duidelijk de verschillende katernen met daarop de gebruikelijke rugtekst van een boek (eigenlijk heel interessant om te zien hoe een boek is samengesteld!). Niet alleen het uiterlijk is origineel, maar ook de inhoud verraste mij. Het is werkelijk een boek tjokvol informatie die op prettige, eenvoudige manier wordt verteld. Ook met humor: ‘Een gegarandeerde remedie tegen zeeziekte is onder een boom gaan zitten’, of uit het voorwoord: ‘Ik heb zelfs een keer een boom geknuffeld, maar daarbij greep ik met mijn rechterhand in een afgebroken tak met een scherpe punt’…….

Om een idee te krijgen van de inhoud, hierna een overzicht van de hoofdstukken. Allereerst deel 1: 1. Boom des levens; 2. Bomen in religies; 3. Hoe groeit een boom; 4. The Wood Wide Web; 5. Bomen herkennen; 6. Oude bomen; 7. Oude bomen en dieren; 8. Oude bomen en klimaat. Dan deel 2: 1. De helende werking van bomen; 2. Waar staan de oudste bomen van de wereld?; 3. Bomen in Nederland en België. Naast allerlei interessante informatie over bomen zijn er ook talloze fraaie illustraties en prachtige foto’s van oude bomen. Het laatste hoofdstuk (50 pagina’s) is bedoeld voor mensen die daadwerkelijk een oude of heel bijzondere boom in Nederland en België willen gaan opzoeken en bekijken. Misschien is de beste aanbeveling voor het lezen van dit boek nog een citaat:

‘In een oude eik, beuk of linde wonen veel dieren. Uilen en vleermuizen verbergen zich in de gaten en eekhoorns en gaaien eten de eikels. De afgevallen takjes van de linde zijn geliefd bij insecten. Kijk goed naar de sporen die de dieren achterlaten: uilenballen, aan­geknaagde takjes of dennenappels waaraan geknaagd is. Vergeet ook niet eventuele drollen goed te bekijken. Zijn ze rond, torpedovormig? Zijn ze zacht? Of zit er een gedraaid pluisje aan, zoals bij een vos, of een wolf?’ (p. 150).

Kortom een heel origineel en heel informatief boek dat makkelijk leest. De auteur Gerard Janssen, heeft een prettige en duidelijke schrijftaal. Zeker de moeite waard om te lezen en om als cadeau weg te geven.

Janssen, G. (2021).
Dikke oude bomen boek.
Uitgeverij Snor, Utrecht.
Prijs: € 24,99.
ISBN 978 946 314 1116