Alle berichten van André Beerendonk

Excursie naar het Nationaal Bomenmuseum Gimborn

Op 25 juni kwamen vele geïnteresseerde leden naar het midden van het land voor een excursie naar Doorn en Leersum. In het Nationaal Bomenmuseum – Von Gimborn Arboretum te Doorn werden we verwelkomt door Piet de Jong die ons iets vertelde over de geschiedenis van de plek en de collectie. De groep werd in tweeën gedeeld. De ene groep ging mee met Piet de Jong en de andere groep met Theo Damen.

De groep van Piet werd getrakteerd op een meanderende wandeling met een focus op Esdoornsoorten. Piet heeft in de collectie diverse zaailingen opgenomen van zowel bijzondere (onder)soorten als kruisingen. De toer begon op de parkeerplaats bij een Chinapeer (Pyrus bretschneideri), een Melkboom (Neoshirakia japonica) en een Chinese sering (Syringa reticulata subsp. pekinensis ‘Gimborns China Pearl’), een eigen selectie. Voor we naar de Esdoorns gingen benadrukte Piet het belang van herfstkleur voor de beleving en toepassingswaarde van een plant. We begonnen met Acer pictum, de Aziatische tegenhanger van de Noorse esdoorn (Acer platanoides). De hybride van deze twee staat ook nabij de ingang; een middelgrote, gezonde boom. Een bijzondere Streepjesbastesdoorn is Acer tegmentosum ‘Joe Witt’. Ook diverse soorten met atypisch blad of met een bijzondere herkomst kwamen aan bod. Zo werden A. tschonoskii var. Australe en A. tschonoskii subsp. koreanum besproken. Deze beide ondersoorten van A. tschonoskii verschillen sterk van de eigenlijke soort (A. tschonoskii subsp. tschonoskii) en zijn waarschijnlijk aparte soorten. Ook A. ‘Ample Surprise’ (een kruising van A. pictum en A. platanoides), de hybride A. monspessulanum x A. saccharum, A. hyrcanum subsp. hyrcanum met rode bladstelen, A. cappadocicum var. sinicum met jonge rode loten, de zogenaamde sint jansloten en A. ‘Osiris’, een kruising van A. palmatum en A. sieboldianum kwamen voorbij.

Acer pictum ssp. pictum
Foto: Ineke Vink

Naast Esdoorns werd de groep getrakteerd op de vele Haagbeuken in de collectie. Tussendoor was er tijd om stil te staan bij bijzondere planten zoals de Sassafras (Sassafras albidum) met de vele wortelopslag, de geelnaaldige Kaukasische spar (Picea orientalis ‘Early Gold’), Crataegus pseudoheterophylla met fraaie rode vruchten, Knoptaxus (Cephalotaxus harringtonii ‘Fastigiata’), Ostrya japonica, Ostrya rehderiana een zeldzame Chinese soort en op dit moment mogelijk het enige exemplaar in Europa, Quercus robur ‘Cristata’, Corylus fargesii met een afschilferende bast en Liriodendron ‘Chapel Hill’, een hybride van L. tulipifera en L. chinense, met oranje bloemen. Bij iedere boom of struik wist Piet ons de achtergrond of een bijzonderheid te vertellen. De wandeling was daarmee leerzaam en leuk.

Bomen van de wereld en De boomgrens

De laatste tijd heb ik met veel plezier twee ‘bomenboeken’ gelezen. Allebei heel goed leesbaar en allebei zeer leerzaam, maar tegelijkertijd zijn ze heel verschillend.

Het eerste boek, Bomen van de wereld, geschreven door de bekende Italiaanse bioloog Stefano Mancuso, is eigenlijk een verzameling van acht verhalen. Elk hoofdstuk is een afgerond verhaal en op zichzelf te lezen. Uitgangspunt van elk verhaal is een boom en van daaruit of daaromheen komt dan een heel verhaal. De schrijver neemt ons mee van Italië naar Manhattan en van het zuiden van Japan naar Parijs. Zo vertelt hij over de boom die een klassieke moordzaak oploste (de dood van het ontvoerde zoontje van Charles Lindbergh) en over de boom (Picea abies, Fijnspar) waarvan Stradivarius zijn beste violen maakte. Of het verhaal van de piepjonge net afgestudeerde Amerikaanse onderzoeker die toestemming kreeg (1964) om een oude nog levende Pinus longaeva om te zagen om de jaarringen te tellen en tot zijn ontzetting tot bijna 5000 jaar kwam….. Op dat moment het oudste levende wezen op aarde!

Al zijn verhalen van bomen zijn onlosmakelijk verbonden met die van de mens. Want om Mancuso te citeren: “Wij dieren vertegenwoordigen slechts een miezerige 0.3% van de totale biomassa op aarde, planten 85%. Het is duidelijk dat planten in elke geschiedenis, in elk verhaal over onze planeet op de één of andere manier de hoofdpersoon zijn”.

Het tweede boek, De boomgrens, geschreven door Ben Rawlence, heeft als ondertitel: Het laatste bos en de toekomst van de planeet. Om de achterflap te citeren: ‘De afgelopen 50 jaar krimpen de noordelijke sneeuwbossen in een rap tempo.

Op deze grens worden de geologische effecten van klimaatverandering voor het eerst pijnlijk zichtbaar. De auteur neemt ons mee langs die cruciale grenslijn: van Noorwegen naar Siberië, van Alaska, via Canada tot Groenland. Op zijn reis ontmoet hij de wetenschappers, bewoners en de bomen die dagelijks met deze veranderingen te maken hebben. Hij portretteert een aantal veel voorkomende soorten van de boreale zone met zijn subarctische klimaat (Alnus, Betula, Corylus, Juniperus, Larix, Picea, Pinus, Populus, Salix, Sorbus en Taxus) en hun mysterieuze werking op de lucht waar wij afhankelijk van zijn’. Hij combineert zijn reisverhaal met journalistiek, antropologie en wetenschap. We leren niet alleen veel over de bomen maar ook indrukwekkend veel over de volken die in het barre klimaat rond de poolcirkel leven. En niet in de laatste plaats over hoe zij omgaan met de klimaatveranderingen die in hun leven plaatsvinden.
In het bijzonder werd ik getroffen door de epiloog van het boek: ‘Denken als een bos’. Een paar citaten die me eens te meer aan het denken zetten. ‘Een bos is geen statisch ding, maar een voortdurend mozaïek van soorten die op allerlei manieren met elkaar en met de rotsen, de atmosfeer en het klimaat in verband staan’. ‘Dit boek is een poging om een glimp op te vangen van de algoritmen die in de natuur aan het werk zijn, en om eens stil te staan bij de resultaten. Het doel was niet oplossingen aan te dragen voor de crisis die de mens in de natuur heeft teweeggebracht, hoewel sommige conclusies onontkoombaar zijn. Wat we weten geeft veel aanleiding om het ergste te vrezen, en wat we niet weten laat nog ruimte voor veel hoop’.

Het zal duidelijk zijn: twee boeken die ik van harte aan kan bevelen voor een ieder die geïnteresseerd is in klimaat, mensen en bomen.

Mancuso, S. (2022).
Bomen van de Wereld.
Uitg. Cossee, Amsterdam. ISBN 97894645200033.
Prijs: € 24,99

Rawlence, B. (2022).
De Boomgrens. Het laatste bos en de toekomst van de planeet. Uitg. Ten Have, Utrecht. ISBN 9789025910419.
Prijs: € 24,99

Een eerbetoon aan Dr. Piet de Jong in Nationaal Bomenmuseum Gimborn in Doorn

Aan de jarenlange inzet van Dr. Piet de Jong, vroeger als taxonoom en voormalig directeur van de Hortus Botanicus in Utrecht en vanaf 1996 als vrijwilliger bij het Von Gimborn Arboretum, is uitgebreid aandacht besteed. Op 19 mei jl. kreeg Piet op initiatief van de NDV en het Nationaal Bomenmuseum Gimborn een feestje aangeboden in het arboretum waarbij, op zijn eigen verzoek, zo’n 25 personen waren uitgenodigd. Geen groot eerbetoon maar een informele bijeenkomst, naar de wens van Piet.
Na de opening van dit samenzijn door dagvoorzitter Anneke van Rhijn, kreeg Piet de gelegenheid om te vertellen over de vele wetenschappelijke studies en publicaties die over het geslacht Acer zijn uitgegeven. Hij noemde hierbij ook zijn eigen proefschrift bij zijn promotie aan de Universiteit van Wageningen. Hiervoor heeft hij onderzoek verricht bij Kew Gardens in Londen en de Parijse Jardin des Plantes.
Na deze uitleg gingen we naar buiten om de uitgebreide collectie Acers te bekijken. Piet wees ons onder andere op de bijzondere bladvormen en vertelde over de oorspronkelijke plaatsen waar deze soorten gevonden zijn. De meeste Acers komen uit China, gevolgd door Japan. In de Verenigde Staten is het aantal soorten beperkt tot negen, al is er de neiging om de ondersoorten van Acer saccharum als echte soorten te beschouwen.

Piet krijgt een Acer pentaphyllum
Foto: Pierre Theunissen

In de loop van de jaren zijn er talloze cultivars ontwikkeld die het geslacht Acer een enorme bekendheid hebben gegeven. Enkele bijzondere Esdoorns tijdens de rondgang waren Acer distylum, A. pilosum subsp. stenolobum, A. sempervirens, A. sinopurpurascens en A. tsinglingense.
Op een bepaalde plek in het park stonden drie jonge bomen klaar om geplant te worden. Een cadeau voor Piet van de NDV en het Nationaal Bomenmuseum Gimborn. De bomen, een Acer pentaphyllum, een Acer elegantulum en een Castanea crenata, zijn gekweekt en geleverd door Chris van der Wurff uit Heeze.

Piet plant een gekregen boom.
Foto: Ineke van Teylingen

De uitstekende lunch werd verzorgd door de catering van het Bomenmuseum. Na de lunch volgde een tweede uitleg waarbij vooral aan de hand van de bloei werd ingegaan op de evolutie van het geslacht. Het bloeiverloop is in zijn oorsprong altijd in drie fasen: mannelijk-vrouwelijk-mannelijk. Het eindstadium is volledige tweehuizigheid. Eenzelfde ontwikkeling is er van insectenbestuiving tot windbestuiving. In het geslacht zijn nog veel soorten in een tussenstadium.
Na de lezing ging een deel van de aanwezigen weer met Piet op pad om in een ander deel van het park nog meer Acers te bekijken. Diversen aanwezigen hadden als blijk van waardering een plant of boom voor Piet meegebracht. Ook die krijgen een plek op Von Gimborn.
We kunnen terugzien op een geslaagde dag die door Anneke op een sympathieke manier werd geleid. Een informeel en informatief eerbetoon aan een bevlogen plantenkenner die met hart en ziel aan Von Gimborn is verbonden.

Piet legt uit.
Foto: Pierre Theunissen