Natuurlandschappen langs de Elbe

De tweede week van de excursie naar Duitsland (zie verslag op pagina 36) ging naar het gebied rondom de Elbe waar we konden zien hoe inheemse bomen in hun natuurlijke omstandigheden groeien. Voor zover mij bekend was dit de eerste keer dat er in een NDV excursie zo uitgebreid aandacht werd besteed aan natuur en landschap en hoe de bomen zich in natuurlandschappen ontwikkelen. Een ware verrijking van mijn bomenleven!

Pevestorf, dat zo’n 140 km ten zuidoosten van Hamburg aan de Elbe ligt is een zeer dunbevolkt gebied met volop ruimte voor de ontwikkeling en behoud van natuur. De Elbe was in dit gebied lange tijd de grens tussen Oost- en West-Duitsland. Er staat nog een, nu als museum ingerichte, wachttoren bij de pont van Lenzen naar Pevestorf.

Wilgen met door stromend water geërodeerde bodem.
Foto: Huib Sneep

Ooibossen
Langs de in dit gebied sterk meanderende Elbe komen veel ooibossen voor, zoals ooit ook in Nederland het geval was. Nu kunnen we dit vegetatietype alleen nog in de Ooipolder bij Kekerdom (Nijmegen) zien, zij het nog in het ontwikkelingsstadium. In het gebied rond de Elbe komen ook veel bijzondere vogelsoorten voor zoals Wouw, Zwarte ooievaar en Kraanvogel en er is een rijke wildstand.
In de uiterwaarden van de Elbe staan oude exemplaren van Fladderiep (Ulmus laevis), Zwarte populier (Populus nigra), Zomereik (Quercus robur) en Haagbeuk (Carpinus betulus). Veel van deze bomen staan in een parkachtige ordening vlak langs de Elbe en zijn nevengeulen. Tijdens hoogwater neemt de stroomsnelheid sterk toe en is bij menig boom de wortelaanzet blootgespoeld of is de boom geheel omgevallen waarna hij als mycologisch monument blijft liggen tot hij geheel tot humus is vergaan. Na de enorme schade als gevolg van de overstroming van de Elbe in 2002 en 2013 is er een nieuwe hoge dijk aangelegd die de Elbe moet beteugelen. Dit heeft grote gevolgen gehad voor de bossen. Er is een enorme sterfte onder de eiken, die niet omgezaagd worden zolang ze niet gevaarlijk voor het publiek zijn en als 30 meter hoge geraamten in het landschap staan: een enorme verrijking voor de biodiversiteit. Meestal worden staande dode eiken vanwege veiligheidsredenen direct verwijderd. Specifieke insecten die op dood eikenhout leven, zijn uiterst zeldzaam geworden, maar kunnen hier dus floreren. Een gebied dat economisch niet aantrekkelijk is, met veel leegloop als gevolg, biedt zo dus kansen voor de natuur.
De bossen achter de dijken zijn gevarieerde loofboomopstanden van Zomereik, Fladderiep, Zomerlinde, Haagbeuk, Zwarte Els met een goede ondergroei. Voor de biodiversiteit is het nadelig dat ze niet meer periodiek overstromen.

Broekbossen
Plaatselijk komen ook broekbossen van Zwarte Els voor, die zelfs eind juli van dit jaar nog drassig waren en in de winter langdurig onder water staan. Het is boeiend om te zien hoe de vorm van de stamvoet zich aanpast aan de moerassige omstandigheden. Bijzonder dat de bomen in deze modderige omstandigheden niet omwaaien.

Elzenbroekbos
Foto: Huib Sneep

Biomechanische optimalisatie
Direct langs de rivier, waar door erosie als gevolg van het snelstromende water het wortelgestel grotendeels boven de zandbodem uit gaat steken, zien we een voorbeeld van voortdurende mechanische optimalisatie. De wortels passen zich aan de minder stabiele situatie aan door de verhouding tussen cellulose en lignine in het hout aan te passen. Zo kunnen ze het hout buigvaster maken als het niet meer ondersteund wordt door de bodem; de bomen komen er dan als ‘steltlopers’ uit te zien. In Nederland zien we dit verschijnsel bij Zwarte Den op zandverstuivingen. In onze steden en parken zijn we vaak niet in staat om van het ‘natuurlijk gedrag en de lichaamstaal van bomen’ te genieten omdat de bomen door een sterk ontwikkelde behoefte aan ultieme veiligheid verwijderd worden zodra er een tak breekt, de wortels zichtbaar worden of een zwam verschijnt. Rond Pevestorf kan je de potentie van de natuur uitgebreid bestuderen.
Verder van de rivier af liggen de grotere plaatsen, zoals Gartow en Gorleben op voormalige rivierduinen. Deze zijn ontstaan toen in de ijstijd de rivieren geheel opdroogden en alle vegetatie verdwenen was. De rivierbedding kon toen op grote schaal gaan verstuiven.
Verder verwijderd van de rivier is het bodempeil hoger, bestaat de bodem uit droog zand en komen uitgestrekte naaldbossen met productiedoeleinden voor.

Veterane bomen
Aan de rand van het bos aan de zuidwestkant van Gartow staat nog een meerstammige veterane inlandse Eik (Quercus robur) van buitengewone grootte. Eerder hadden we in het centrum van het dorp al een Es in dezelfde staat gevonden in de tuin van een huis.
In dit gebied loopt veel wild rond, dat te observeren is met een nachtkijker. Met dit wonderlijke apparaat kijk je dwars door de vegetatie en het detecteert de warmte die door dieren wordt afgegeven. Zo kun je, kort na zonsondergang, allerlei dieren variërend van reeën tot marters waarnemen. Door dan in de richting van de lopende dieren te fietsen kun je ze plotseling uit een bospad tevoorschijn zien komen. Een interessante vorm van wildobservatie, waardoor je nog beter beseft dat waar de natuur een kans krijgt, alle organismen daarvan profiteren.

Veterane eik nabij Gartow
Foto: Huib Sneep

Geef een reactie