Een nieuwe classificatie van het geslacht Quercus

Op de Dendrologendag Quercus (22 juni 2023) werd tijdens de behandeling van de systematiek van de Familie Fagaceae een nieuwe classificatie van Quercus getoond. In de betreffende publicatie van zes wetenschappers (zie literatuurlijst) werd deze niet alleen met kleuren weergegeven, maar met het gebruikte kleurenpatroon werd ook de relatie inzichtelijk gemaakt met eerdere indelingen.

Fig. 1. Classificatieschema’s voor Quercus van Loudon tot Nixon (Denk et al., 2017)

Quercus is met 464 soorten het grootste boomgeslacht van het noordelijk halfrond. Het was 7000 jaar geleden de dominante boom in West- en Zuid-Europa. Diverse taxonomen hebben zich individueel ingespannen Eiken te classificeren. In de recente classificatie is duidelijk sprake van teamwork en dit betekent mogelijk dat men dichter bij een definitieve is gekomen. De beschrijvers maakten ook gebruik van de studies van fossiel pollen. In hun indeling (zie fig. 1) zijn er twee ondergeslachten: Cerris en Quercus. Het ondergeslacht Cerris telt drie secties: Cyclobalanopsis, Cerris en Ilex. Wat het meest opvalt daarbij is dat Cyclobalanopsis niet als apart ondergeslacht (of subgenus) wordt beschouwd, maar als een sectie. In enkele eerdere classificaties is Cyclobalanopsis zelfs een apart geslacht. Het areaal van het subgenus Cerris is in de Oude Wereld (Europa en Azië).
Het subgenus Quercus telt vijf secties: Quercus, Ponticae, Virentes, Lobatae en Protobalanus. De soorten van eerstgenoemde zijn zowel vertegenwoordigd in de Oude als in de Nieuwe Wereld. De drie laatstgenoemden uitsluitend in de Nieuwe Wereld. Opvallend is het areaal van sectie Ponticae. Van de twee soorten komt Q. pontica voor in het noordoosten van Turkije en aangrenzend Georgië en Q. sadleriana in het westen van Noord-Amerika. Figuur 2 toont met de kleuren van de secties hun areaal.
De Amerikaan Nixon onderscheidde in zijn publicatie van 1993 (evenals de andere hierna genoemde artikelen te vinden in de literatuurlijst van Denk et al., 2017) een apart subgenus Cyclobalanopsis en een subgenus Quercus met drie secties. Het bijzondere van de indeling is dat in zijn sectie Quercus de soorten van vijf secties van de nieuwe indeling zijn ondergebracht. De indeling van Menitzky uit 1984 telt drie subgenera maar betreft alleen de soorten van de Oude Wereld. Ze komen vrij goed overeen met de nieuwe indeling. De meest afwijkende indeling is die van Schwarz uit 1936. Naast Cyclobalanopsis als apart geslacht onderscheidde hij nog twee aparte geslachten met Amerikaanse eikensoorten. De belangrijke eikenonderzoeker Aimée Antoinette Camus produceerde in drie delen een zeer bijzondere studie voorzien van fraaie tekeningen. Naast het subgenus Cyclobalanopsis onderscheidde ze subgenus Euquercus met zes secties. Hiervan heeft sectie Lepidobalanus soorten van vier secties uit de nieuwe classificatie. De vier meest rechtse in het schema zijn allen van de Nieuwe Wereld. De drie subgenera van Trelease (1924) betreffen alleen Noord-Amerikaanse Eiken. De indeling van Ørsted (1871) heeft naast het geslacht Cyclobalanopsis een geslacht Quercus met vijf subgenera. Het meest opvallend daarbij is het subgenus Lepidobalanus met soorten uit vijf secties van de nieuwe indeling. De oudste classificatie is die van Loudon uit 1838. Weliswaar onderscheidde hij tien secties maar zijn indeling sluit verrassend aan bij de nieuwe classificatie. Hij plaatste vier secties in de Oude Wereld en zes in de Nieuwe Wereld. Feitelijk is het enige verschil dat bij hem de huidige sectie Quercus bestaat uit drie secties waarvan één in de Nieuwe Wereld en twee in de Oude Wereld.

Fig. 2. Geografische verspreiding van de acht secties van Quercus (Denk et al., 2017).

Literatuur
Thomas Denk, Guido W. Grimm, Paul S. Manos, Min Deng & Andrew Hipp (2017). An updated infrageneric classification of the oaks: review of previous taxonomic schemes and synthesis of evolutionary patterns. Oaks Physiological Ecology. Exploring the Functional Diversity of Genus Quercus L. (pp.13-38)

Geef een reactie