Nabloei is noodbloei

In een vorige Arbor Vitae (AV-3 2019) schrijft Huib Pisters over de nabloei in zijn Davidia involucrata. Eind oktober 2019 zag ik ook een dergelijk fenomeen in de Chinese judasboom Cercis chinensis ‘Avondale’. Terwijl de struik nog volop in blad zat, met hier en daar al wel enige herfstverkleuring, zag ik ineens een aantal takjes met de karakteristieke rood-paarse bloemetjes. De Cercis is een echte ‘naaktbloeier’, dat wil zeggen prachtige felgekleurde bloemetjes aan de naakte takken. Dus bloei voordat de bladeren komen. De ‘gewone’ Judasboom (Cercis siliquastrum) is een ander bekend voorbeeld van naaktbloei.
Deze late bloei wordt ook wel ‘noodbloei’ genoemd. Jitze Kopinga (Bomen # 46, 2019, p. 27) omschrijft het als volgt: ‘Bij noodbloei lopen bloemknoppen uit die in hetzelfde groeiseizoen zijn aangelegd. Het is kennelijk een poging van een boom om op zijn laatste krachten en zo lang het nog kan te zorgen voor een volgende generatie nakomelingen. Het hoeft denk ik geen toelichting dat dit een behoorlijke aanslag betekent op de energiereserves van de boom. En dat, wanneer de boom toch in leven blijft, in het daaropvolgende voorjaar de bloei minder uitbundig zal zijn (omdat er tijdens noodbloei doorgaans geen nieuwe bloemknoppen meer worden gevormd).’
Wij hadden afgelopen jaar een heel droge en warme zomer. Dat verklaart wellicht de ‘noodbloei’ in onze Chinese judasboom. Nu maar afwachten wat hij dit jaar gaat doen.

Noodbloei in Cercis chinensis ‘Avondale’
Foto: Ineke Vink

Bomenbieb en NDV delen hun kennis

In het middagprogramma na de Algemene ledenvergadering in 2019 hield NDV-lid Simen Brunia een voordracht over de plannen om een samenwerking op te starten tussen de Nederlandse Dendrologische Vereniging en Bomenbieb. Dit met als doel om juiste en duidelijke digitale informatie over bomen te verkrijgen voor een ieder die dat maar wenst. Dit is met name voor de NDV sinds jaren een grote wens omdat deze informatie binnen onze vereniging nauwelijks voorhanden is. Deze digitale boominformatie is echter wel volop te verkrijgen via de site van de Bomenbieb.

Logo van de Bomenbieb

Opzet en ontwikkeling
Deze website is jaren geleden opgestart door Simen. Het was zijn wens om deze digitale boominformatie flink uit te breiden zowel met tekst als met foto’s, echter ontbreekt hem de tijd om deze wens optimaal te vervullen. En zo is de samenwerking gevonden. Immers, binnen de NDV is veel kennis aanwezig en hoe mooi is het om deze kennis te bundelen en zichtbaar te maken voor iedereen. De slogan van de NDV die al vele jaren circuleert is ‘kennis halen en kennis delen’.
Na een voorzichtige start is achter de schermen al flinke vooruitgang geboekt. Voor de bezoeker van de NDV-site is dit zichtbaar doordat het logo van de Bomenbieb op elke pagina te zien is. Aanklikken daarvan geeft, via Bomenbieb, toegang tot de boominformatie. Op de site is alles te rangschikken op zowel wetenschappelijke als de meest bekende Nederlandse naam. Ook is per boom te zien welke ziekte en plagen bij deze soort voorkomen, reuze handig! Tot slot is van elke boomsoort een bijzonder exemplaar te vinden: de oudste, hoogste of dikste boom.
Natuurlijk werkt het twee kanten op: de ‘vreemde’ bezoekers van Bomenbieb.nl zien ook op elke pagina het logo van de NDV in de hoop dat onze site vaker bezocht wordt door bijvoorbeeld leden in spe. Eind 2019 werd de Bomenbieb maandelijks door vele duizenden unieke bezoekers bezocht.

Tetradium daniellii is een van de beschreven soorten in de Bomenbieb

Uitbreiding informatie
Op dit moment zijn er al bijna tweehonderd boomsoorten en cultivars te raadplegen. Om deze nu al uitgebreide boominformatie flink uit te breiden met nog meer soorten en cultivars wordt een beroep gedaan op NDV-leden om Simen te helpen met deze digitale bomenbibliotheek. Behalve de wens om nieuwe teksten en foto’s van nieuwe boomsoorten of cultivars aan te leveren is het ook van belang om de reeds beschikbare informatie te toetsen op juistheid. Hoe grondig iemand ook te werk gaat, foutjes kunnen er altijd insluipen. Denk bijvoorbeeld aan de juiste schrijfwijze van wetenschappelijke namen, een foto die bij een andere boom hoort, foutieve informatie omtrent de boombeschrijving.
U als lid kunt uw medewerking verlenen door aan deze digitale bibliotheek mee te werken. U kunt bijvoorbeeld van ontbrekende soorten zowel foto’s als de nodige informatie aanleveren bij Simen zodat deze geplaatst kunnen worden op de website. Ook is het wenselijk om eventuele foutieve informatie door te geven zodat dit gecorrigeerd kan worden. Vindt u het leuk om hier aan mee te werken of een bepaalde boomsoortgroep op de site te plaatsen, stuur dan uw gegevens per e-mail aan Simen: info@bomenbieb.nl. Vervolgens kijken we wat de beste werkwijze is en gaan we aan de slag.

Ook de papiermoerbei (Broussonetia papyrifera) wordt met naam en toenaam vermeld

Zoals Simen zelf tijdens zijn presentatie omschreef: ‘Bomenbieb en de NDV zijn een beetje verliefd op elkaar en pakken elkaars hand voorzichtig vast. Wandelend door de tijd proberen we aan beide zijden de relatie dit jaar op te bouwen en werken we aan een mooie en een vruchtbare toekomst.’
Met uw hulp gaat dat zeker lukken!

Araucaria araucana

Op de omslag van de eerste Arbor Vitae van 2020 staat een conifeer met een bijzondere geschiedenis. Het is een van de paar coniferen van het zuidelijk halfrond die in ons land winterhard zijn. In 1795 arriveerden in Engeland de eerste planten met het beroemde ontdekkingsschip de ‘Discovery’. De natuurlijke populaties in Chili en Argentinië vertonen een continue teruggang, wat leidde dat de soort in 2003 officieel een bedreigde status kreeg.

Nadat de Spaanse ontdekkingsreiziger Don Francisco Dendariarena in de 16e eeuw al melding had gemaakt van de boom, duurde het toch nog tot 1782 voordat Juan Ignacio Molina de soort beschreef als Pinus araucana. Dit was enkele jaren voordat Antoine Laurent de Jussieu het geslacht Araucaria beschreef. Niet bekend met de naam van Molina stond de soort lang bekend als Araucaria imbricata. Eerst in 1783 zette Karl Heinrich Emil Koch de zaak recht en werd het Araucaria araucana (Molina) K. Koch. De keuze van zowel de geslachtsnaam als de soortnaam verwijzen naar het herkomstgebied: de Chileense provincie Araucania. Het areaal van de soort omvat het zuidelijk deel van Centraal Chili en een smalle strook in aangrenzend Argentinië. Hij is daar te vinden tussen 600 en 1800 m. De bomen kunnen tot 40 m hoog worden. De dikke, scherp gepunte naalden kunnen tot vijftien jaar groen blijven. De soort is tweehuizig, al komen soms eenhuizige exemplaren voor. De grote eindstandige vrouwelijke kegels produceren na bestuiving grote eerbare zaden. De mannelijke kegels verschijnen uit zijknoppen en blijven na de bloei nog lang donkerbruingekleurd aanwezig.

Toenemende bedreiging
In Chili werd de boom zeer gewaardeerd vanwege de eetbare zaden en het waardevolle hout. De rechte stammen waren zeer geschikt als scheepsmasten. Het veelvuldige gebruik van het hout leidde er toe dat de soort in Chili in 1971 een beschermde status kreeg. In 1979 volgde plaatsing onder Appendix I op de Cites lijst. In 2000 onder Appendix II. Ze kreeg in Chili ook het predicaat nationale boom, wat voor extra bescherming moest zorgen. Hoewel de soort redelijk bosbranden kon doorstaan is dit een toenemend probleem geworden. Ook illegale kap en vulkanische activiteiten eisen hun tol. Op diverse locaties is er door overbegrazing en verzamelen van zaden nauwelijks regeneratie. Vooral bij diverse gefragmenteerde populaties is sprake van teruggang. In 2013 kwam de soort als endangered op de IUCN Red List.

Logo van de IUCN Rode Lijst
Logo van de IUCN Rode Lijst
Foto: Internet

Geschiedenis van de introductie
Het naar Engeland brengen van enkele planten door Archibald Menzies met de Discovery was toch niet de Europese primeur. Die was er zeer waarschijnlijk voor een expeditie naar Valdivia in het zuiden van Chili door Nederlanders vanuit Brazilië in 1642. Het bewijs daarvoor is een gravure gemaakt rond 1650 in de tuin van graaf Johan Maurits van Nassau-Siegen in Kleef, waarop duidelijk een afbeelding van de boom staat met zijn typische krans van takken. Menzies was scheepsarts op de Discovery die van 1791-1995 met kapitein George Vancouver een tocht maakte langs de gehele Amerikaanse westkust. In Valparaiso werd een beleefdheidsbezoek gebracht aan de gouverneur. Tijdens het diner stopte Menzies stiekem vijf zaden in zijn zak die hij terug aan boord bracht. Of dat echt gebeurd is, wordt zeer betwijfeld. De zaden werden voor consumptie eerst gekookt en uitvoer was niet verboden. Hoe hij ze ook in handen kreeg, hij slaagde erin ze op te kweken en mee terug naar Engeland te nemen. Hij gaf er twee aan Sir Joseph Banks en drie aan de Royal Gardens in Kew. Ze stonden daarna bekend als Joseph Bank’s Pine. In Kew overleefde er een tot 1892. Een belangrijke introductie was die door William Lobb in 1840. Hij verzamelde duizenden zaden, door de kegels uit de bomen te schieten. Maar een aantal bomen in cultuur op landgoederen en botanische tuinen in Engeland op dat tijdstip waren gekweekt van eerder door James Macrae van de Royal Horticultural Society in Chili verzamelde zaden. Met name van de introductie door Lobb resteren in Engeland en Ierland nog veel bomen, onder andere de beroemde lanen van Bicton Gardens in Budleigh Salterton. Het betreft een 500 m lange dubbele rij bomen .

Detailopname van de stam van Araucaria araucana
Foto: Ineke Vink

Het naamraadsel
Araucaria araucana was na zijn introductie lang bekend als de Chilean Pine totdat de fascinerende naam Monkey Puzzle Tree de overhand kreeg. Die naam zou te danken zijn aan Charles Austin die toen Sir William Molesworth hem in zijn tuin in Pencarrow de boom met zijn stekelige naalden toonde, opmerkte ‘would be a puzzle for a monkey’. Aanvankelijk leidde dat tot de aanduiding Monkey puzzler, later Monkey Puzzle Tree. De associatie met apen bleef in vele afgeleide namen, ook al komen deze niet voor in het herkomstgebied van de soort. In ons land wordt de boom wel apentreiter, apenpuzzel of apenverdriet genoemd. De naam apenboom slaat verder totaal nergens op. Beter is het dan nog te hebben over de slangenden.

De dikke en scherp gepunte naalden van Araucaria araucana vormen een mooi contrast met de ragfijne spinnenwebben
Foto: Ineke Vink

Nederlandse kampioenbomen
A. araucana kan tot 40 m hoog worden. De Chileense kampioen is zelfs 50 m hoog. Ze kunnen ook zeer hoge leeftijden bereiken. In ons land hadden ze in de vorige eeuw vaak sterk te lijden van strenge winters. Coniferenliefhebber Max von Gimborn was hier zo over ontstemd dat hij de bomen uit zijn arboretum verwijderde. Toch zijn er in ons land nog een aantal overlevers. Twee bomen op het landgoed Rhederoord in De Steeg zijn resp. 23 en 18 m hoog en werden geplant in 1868. Van 1860 is de boom in de tuin van Lenshoek nabij de kerk van Kloetinge. De boom bij kasteel Vaalshoek in Vaals is 17,5 m hoog.

Literatuur
David Gedy (2018). The introduction of Araucaria araucana into the British Isles. Yearbook 2017 International Dendrology Society, p 59-77.
https://www.monumentaltrees.com/nl/bomen/araucariaaraucana/records/, de dikste, hoogste en oudste apenbomen (Araucaria araucana).
Riddle of how the monkey puzzle tree came to be a UK favourite, https://www.ft.com/content/
2298f8dc-dfbf-11e2-9de6-00144feab7de
https://en.wikipedia.org › wiki › Araucaria_araucana