Dendrologische wandeling door Den Haag

Inleiding
In meerdere opzichten was de stadswandeling in Den Haag op zaterdag 9 oktober een uitgesproken succes. Misschien is deze conclusie op deze plek te voorbarig, maar toch …! Een korte impressie van de dag is hier gecombineerd met een zo precies mogelijke beschrijving van de route. Een zonovergoten dag in begin oktober – zo’n dag waarvan we er elk jaar maar een paar meemaken – zo’n dag was deze. Jaap Smit had vooraf zijn stedelijke Haagse relaties (waaronder Leendert Koudstaal van de Dienst Stadsbeheer) geraadpleegd. Daardoor werd de wandeling niet een ‘casual’ rondslenteren, maar stevig doorstappen langs een minutieus geplande route. Het was nog net geen marstempo!

Bijna 30 deelnemers meldden zich bij het Van Bylandt Huis aan de Benoordenhoutseweg 46, waar Reed Business Information – de werkgever van Jaap Smit – is gevestigd. Bij de groep waren onder anderen: Gabor Ajtay, Frits en Jannie Bart, Henk Brust, André Ebben, Rob van der Elst, Joost Gieskes, Martijn Haas, Sylvia Herschen, Hans Heybroek, Anne Hidder, Michiel Koster en collega, Hans van Miltenburg, Mart van den Oever, Adri Paardekooper, Tonny van der Plank, Jaap Smit, Corrie Stolk, Bram Versprille, Jan en Diny Voogd, Julia Weise, Joost Werkhoven en M. Wijsbek. Het aardige van deze gemengde groep was dat tijdens de excursie bleek dat de grote verschillen in kennis, ervaring en belangstelling geen belemmeringen vormden, maar daarentegen juist een positief en stimulerend effect hadden. Niet alleen over bomen is gesproken. Zo vertelde Joost Gieskes, bijvoorbeeld, ook over de geschiedenis van Clingendael. En het was niet alleen sortiment dat de klok sloeg. Mart van den Oever gaf desgevraagd een aantal keren toelichting op productietechnieken en liet zien hoe je die, zoveel jaren later, aan de bomen nog kunt herkennen.

Een troost voor de zwoegers en de twijfelaars onder de dendrologen: sommige sortimentsproblemen zouden deze dag zelfs voor experts onoplosbaar blijken. Het lijkt er op dat Simon Doorenbos, de mede-oprichter van de NDV, met zijn bijzondere beplantingen ons een aantal puzzels heeft willen nalaten. Mede dankzij deze Doorenbos mag Den Haag zich een echte bomenstad noemen.

Doorenbos volgde in 1927 P. Westbroek op als directeur van Dienst der Gemeenteplantsoenen en was de man achter de beplanting van het Zuiderpark en het Westbroekpark. Maar ook in de stad plantte Doorenbos flink wat soorten en (cultuur)variëteiten. Daarvan is nu nog een deel terug te vinden. Een goed beeld van het monumentale bomenbestand, geeft het boek Als de BOMEN van Den Haag konden spreken, uitgegeven door de Dienst Stadsbeheer van de gemeente, samen met uitgeverij Uniepers (ISBN 90 6825 250 X). Maar ook nu nog plant Den Haag meer dan het schrale standaard sortiment waartoe veel andere gemeentes zich budgettair toe beperkt voelen.
Routebeschrijving.

Vanaf de Benoordenhoutseweg gaan we de Van Hoytemastraat in. Opmerkelijk is hier de Sorbus aria ‘Majestica’: mooie ronde kronen, goede herfstkleur en gezondheid uitstralend.
Op het pleintje met kiosk houden we rechts aan. Let op de kleine Aesculus flava (A. octandra) midden op het plein. Vanaf dit pleintje gaan we de Breitnerlaan in waar we drie variëteiten aantreffen van Robinia pseudoacacia, waaronder ‘Sandraudiga’.
In het eerste hofje links zien we vijf Styphnolobium japonicum (voorheen Sophora japonica, de Japanse honingboom) en vijf tulpenbomen (Liriodendron tulipifera). In het tweede hofje staan weer enkele Japanse honingbomen.

We steken de Van Alkemadelaan over en lopen onder het poortje door naar het vervolg van de Breitnerlaan. Daarna rechtsaf de Hart Nibbrigkade op. We bekijken tegenover nummer 76 de drie Aesculus glabra, vervolgens zeven winterlindes van de variëteit Tilia platyphyllos ‘Laciniata’.

Bijna aan het einde van de Hart Nibbrigkade staat Kolkwitzia amabilis. Direct daarna gaan we twee maal linksaf en lopen dan aan de andere kant van de sloot. (Dit water is in 1611 gegraven om de eerste eigenaar van Clingendael de mogelijkheid te geven per boot naar de stad te gaan.) Op de hoek van de kade treffen we enkele soorten aan van de zwepenboom, waaronder Celtis australis en aan de andere kant Celtis occidentalis. Verderop zien we rechts in de Breitnerlaan een Ulmus glabra ‘Exoniensis’. Na deze iep gaan we meteen links. Aan de linkerkant zien we in een particuliere tuin een Pinus contorta. Aan het einde lopen we rechts de Wassenaarseweg op, waar we de zogenoemde Huntington elm, Ulmus x hollandica ‘Vegeta’ zien. We lopen door tot de kruising met de Laan van Clingendael. Let op, rechts in deze laan staat een Tilia americana.

Nu steken we de Wassenaarseweg over naar het park Clingendael. Rechts, naast het hek staat een Osmanthus heterophyllus en enkele meters verder een Elaeagnus x ebbingei. We lopen de laan uit, tot 100 meter voor het landhuis. Daar gaan we rechts het voetpad op. Hier staat links een groep Euonymus hamiltonianus – let even op de stam – daarachter een Acer rubrum. Verderop, rechts van het pad achter de gewone acacia, zien we een Halesia. We kwamen er niet uit: is het een H. carolina, een H. diptera of toch een H. monticola? Even verder staat rechts een Malus hupehensis. Maar zijn de vruchten niet te klein? Raadseltjes van dit type zullen we verderop tijdens de wandeling nog meer tegenkomen in de Ridderlaan.

Voorbij de Japanse Tuin gaan we linksaf, de bruine brug over en daarna direct weer links in de richting van de theeschenkerij. Hier net voorbij staat een Fraxinus ornus. Nu gaan we weer naar rechts, merken een Prunus subhirtella ‘Pendula’ op, maar vragen ons af: is het blad niet wat groot?

De eerste brug links gaan we over. Op het grasveld staat een Pterocarya stenoptera. We lopen langs het huis, maar gaan ter hoogte van het huis meteen naar rechts. Vlakbij het huis zien we een Aesculus x bushii, gemarkeerd door de grove schors en de vruchtjes. Bij de vijver staat een – voor deze cultivar – grote Quercus robur ‘Pectinata’, getekend door zijn fijnbladigheid en zijn trage groei.

We lopen door in de richting van de ingang van Clingendael aan de Van Alkemadelaan. Bij een dode boom gaan we naar rechts, houden vervolgens links aan om links langs de vijver te lopen en vergelijken daar de hangende toppen in de Metasequoia glyptostroboides voor de sloot met de toppen van de Taxodium distichum aan de overkant. Over de brug zien we rechts twee Aesculus flava. We lopen vervolgens onder drie Acer monspessulanum van Zuid-Europese origine door. Na de uitgang aan de Van Alkemadelaan gaan we rechtdoor de Van Montfoortlaan in, het rechter deel. Ter hoogte van nr. 10 heeft een Quercus robur ‘Pendula’ extra steun gekregen. Aan het einde van de straat gaan we rechts de Van Hoogenhoucklaan in; we nemen het middenpad tussen de beuken.

Bij het smalle asfaltpaadje, tussen de sneeuwbes en Rubus odoratus, gaan we links de Ridderlaan in. Simon Doorenbos heeft zich hier dendrologisch uitgeleefd. Bij de vijver zien we het enorme verschil tussen de hoge Betula pendula ‘Tristis’ en de lage Betula pendula ‘Youngii’.

We steken schuin over naar de Van Lanscroonlaan, kijken even naar de Crataegus persimilis (vroeger C. prunifolia) en vervolgen onze weg in de Ridderlaan. Hier lopen we langs het water. Aan de overkant, maar bijna aan te raken, staat een grote Fraxinus angustifolia ‘Elegantissima’ (?). Iets verderop, ook aan de overkant, staat een kardinaalshoed. Maar deze is wel heel erg groot. Welke is dit?
Aan deze kant van het water staat een groepje van drie Fraxinus sieboldiana (voorheen Fraxinus mariesii), maar eigenlijk lijkt de plant daar wat te klein voor. Of is het Fraxinus bungeana f. dippelana? De grootte klopt. Fraxinus anomala kan niet, want de twijgen zijn niet vierkant. Er is wel eens gesproken van Fraxinus trifoliata (?), maar daarvan is niets terug te vinden. Ook kennelijk een van de raadsels van Doorenbos, met zijn interesse voor zaden en zaailingen! Dan weer aan de overkant een fraaie groep Parrotia persica en aan deze kant een mooie, schuin gezakte Magnolia kobus met zaad. Wat verder zien we een groep Acer pseudoplatanus ‘Nizettii’, met zijn markante rode onderzijde van het blad. Op de hoek Lanscroonlaan/Ruychrocklaan zien we de in de nazomer bloeiende Ulmus parvifolia staan. De boom lijkt tamelijk resistent tegen de iepenziekte. En aan het einde rechts zien we een Fagus sylvatica ‘Rotundifolia’ met een typische groeivorm.

Tip: bij zoveel dendrologisch interessants, zo dicht bij elkaar, is het de moeite waard om voor het krijgen van een totaalindruk nog eens een extra rondje rond de vijver te lopen!

We lopen linksaf de Ruychrocklaan in en aan het einde daarvan gaan we rechts de Oostduinlaan in. We blijven langs het hek lopen en gaan met een rare bocht de Van Berwaerdeweg in en steken de Waalsdorperweg over. Let op: we gaan nu vrijwel rechtdoor, steil omhoog, de zogenoemde uitrenplaats op. In het ‘bos’ van het Sint-Hubertuspark, een oud duinrestant, steken we de kruising recht over en gaan daarna op de t-splitsing naar rechts. Vlak voor de traptreden gaan we links het paadje in. Onder een Pinus nigra op een vijfsprong gaan we min of meer rechtdoor. Op de St.-Hubertusweg gaan we naar rechts. Op de t-splitsing aan het einde van de weg gaat onze route rechtsaf de Kwekerijweg op. Na het bruggetje volgen we de weg die naar links buigt. Op nr. 8a is de ingang van de stadskwekerij. Aardig is het om te zien dat op een gemeentelijke kwekerij ook minder alledaagse bomen staan als Sycoparrotia x semidecidua en Ziziphus ziziphus ‘Li’ en ‘Lang’.

Na het bezoek aan de kwekerij gaan we linksaf. Hier zien we rechts op de Badhuisweg een van de monumentale bomen uit het boek over Den Haag, een Ulmus x hollandica ‘Belgica’. We gaan echter niet de Badhuisweg op, maar blijven aan de kant van het Ministerie van Verkeer en Waterstaat lopen. Op het kruispunt Nieuwe Parklaan/Plesmanweg steken we het kanaal over en vervolgen onze weg op de Koninginnegracht, dus linksaf na de tramrails. We gaan nu weer richting centrum. Langs een indrukwekkende rij monumentale Aesculus hippocastanum ‘Baumannii’ lopen we in de richting van Provinciehuis en Malieveld.

Ter hoogte van de Javastraat gaan we linksaf de Wassenaarseweg op. Langs het parkje aan het Josef Israelsplein, aardig om te zien dat zo’n parkje toch een bijzonder sortiment herbergt. We volgen de Wassenaarseweg tot aan een fraaie Pterocarya fraxinifolia. Daar gaan we het water over en dan direct rechts de Neuhuyskade op. De vierde straat links is de Roelofsstraat. Die gaan we circa 50 m in om te bekijken hoe links een Quercus x turneri ‘Pseudoturneri’ op een belachelijke manier is ingebouwd. Voor de goede orde, het gaat hier om een van de monumentale Haagse bomen! We lopen terug naar de Neuhuyskade en vervolgen onze weg naar het eindpunt (beginpunt) aan de Benoordenhoutseweg.