My life with plants

Roy Lancaster, My life with plants

Een nieuw boek van Roy Lancaster, dat moet wel over planten gaan. Ja en nee. Het jongste boek van de wereldberoemde plantenman is geen verzamelwerk over heesters en bomen voor de tuin of een boek over planten uit verre maar prachtige oorden. Het is een autobiografie.

Roy zou Roy niet zijn als hij niet al in de inleiding besluit met het aansporen van iedere plantenliefhebber (in de dop) tot het maken van reizen, om alle planten zelf te gaan zien. Hetzij in tuinen, maar vooral in de natuur. Het boek is opgedeeld in tien hoofdstukken, met allemaal een eigen thema. Uiteraard gaat het eerste hoofdstuk over de jeugd van Lancaster. De plaats (Bolton, Lancashire) waar hij opgroeide, het gezin en het struinen in de natuur om eieren, vogels en planten te zoeken. Het volgende hoofdstuk gaat over Lancasters eerste baan bij Bolton Parks Department, waar hij kennis maakte met planten uit alle delen van de wereld. Gevolgd door een hoofdstuk over militaire dienst. Dit lijkt onbelangrijk, maar Lancaster beschrijft treffend hoe juist de diensttijd in Maleisië een ommekeer in zijn leven betekende. Tijdens patrouilles planten en dieren bestuderen werd getolereerd en Lancaster schrijft dat zijn superieuren het wel amusant vonden om ‘such a character’ in de groep te hebben.

De volgende hoofdstukken gaan over de studietijd (Cambridge Botanic Garden) en Lancasters carrière bij Hillier Nurseries and Arboretum. Tijdens deze jaren maakte Lancaster furore als dendroloog, niet in de laatste plaats omdat hij verantwoordelijk was voor de bekende Hilliers Manual of Trees & Shrubs. Hij gaat uitgebreid in op de totstandkoming hiervan. Maar ook de mensen en de reizen die hij voor Hillier maakte komen ruimschoots aan bod.
Vervolgens maakt Lancaster de stap om freelance te gaan werken. Ook de ‘downs’ uit die periode worden niet geschuwd en het blijkt dat het ook in Engeland niet altijd even makkelijk is om in de dendrologie je brood te verdienen. De anekdotes over het geven van lezingen zijn erg leuk en zeer beeldend geschreven. Mede dankzij de optredens in BBC tv Gardener’s World werd Lancaster een nationale bekendheid en kon hij zijn kennis met een breed publiek delen.
Het negende hoofdstuk gaat over de vele reizen die Lancaster maakte. Hij vermijdt hierbij de meer bekende reizen waarover al eerder boeken werden geschreven, maar beschrijft bondig over veel verschillende bestemmingen. Ook Nederland wordt niet overgeslagen. Het laatste hoofdstuk gaat toch weer over planten. Dit keer in zijn eigen tuin. Hoe van een verwaarloosd stuk grond rond een oud huis (1896) een klein botanisch paradijs werd gemaakt. Het lijkt alsof alle planten in de tuin worden beschreven. En allemaal hebben ze hun eigen verhaal. Tegenwoordig is storytelling een belangrijk instrument bij de verkoop van planten. Lancaster beheerst deze kunst als geen ander.

My life with plants is dankzij de herkenbare schrijfstijl van Lancaster een bijzonder prettig leesbaar boek. Ondanks dat het over plaatsen en planten in alle uithoeken van de wereld gaat, is het overzichtelijk. Niet alleen is het boek in het Engels geschreven, het is ook een heel ‘Engels’ boek.
De mensen in het boek zijn voor het grootste gedeelte Engelsen. Toch schrijft Lancaster ook over vrienden in andere landen, zoals Mikinori Ogisu (Japan) en zijn Nederlandse vrienden Harry van de Laar en Rinus Zwijnenburg. Het spreekt voor zich dat aan de correctheid van wetenschappelijke namen grote zorg is besteed. Zoals gezegd is het geen boek dat primair over planten of plantgroepen gaat. Verwacht dus geen ‘coffee table’ boek met mooie foto’s van planten. Maar voor iedereen die geïnteresseerd is in de mensen in de dendrologische wereld is My life with plants een aanrader.

Lancaster, Roy. (2017) My life with plants. 312 p. Filbert Press, i.s.m. Royal Horticultural Society, Londen. € 29,90. ISBN 978-0-9933892-5-2

De postkantoorboom in Mosselbaai, Zuid-Afrika

Monumentale bomen fascineren mij. Bomen met een verhaal nog meer. Altijd even aanraken en voelen én bedenken wat die bomen allemaal in de loop der eeuwen hebben gezien en meegemaakt. Als bomen zouden kunnen praten…
Tijdens een reis naar zuidwest Zuid-Afrika kwamen wij op het spoor van een boom met een verhaal. Het gaat hier om de postkantoorboom in Mosselbaai, aan de kust tussen Kaapstad en Port Elisabeth, ten westen van George. Hij is meer dan vijfhonderd jaar oud.

Zicht op Mosselbaai
Zicht op Mosselbaai
Foto: Herman Geertsema

We weten allemaal dat de schepen van eerst de Portugezen en later de Nederlandse VOC, op weg naar de oost en weer terug naar huis, een stop maakten in Zuid-Afrika. Mosselbaai was een geschikte plek om binnen te varen. Direct aan de kust was een bron zodat het water kon worden ververst. Die bron en de boom, die er in de vijftiende eeuw al stond, zijn er nog steeds. Beide maken nu deel uit van het Barthlomeu Dias Museum Complex in Mosselbaai. In 1500 stopte een Portugese commandant een brief in een schoen die hij in/bij de boom verstopte. De commandant kwam uit de oost en was op weg naar huis. In de brief stond een verslag van de gevaren op zee bij Calcutta en het verlies van Portugese schepen en hun commandant Barthlomeu Diaz. Een jaar later werd de brief gevonden door een andere Portugese commandant, Joao de Novao, op weg naar India. Later hebben vele zeemannen op deze manier brieven daar gepost en voor elkaar meegenomen. Deze plek werd zo het eerste postkantoor van Zuid-Afrika. Nu hebben de Zuid-Afrikaanse posterijen in de vorm van een bronzen laars een echte brievenbus neergezet. Brieven die daarin worden gepost, krijgen een speciaal stempel.

De laars als hedendaagse brievenbus
De laars als hedendaagse brievenbus
Foto: Herman Geertsema

De boom is een Sideroxylon inerme, in het Afrikaans wit-melkhout en in het Engels Milkwood tree. De letterlijke vertaling van de wetenschappelijke naam is ‘ijzerhout’. De eerste kolonisten gebruikten het hout voor bruggen en molens. De naam Milkwood wijst op het witte latex sap dat te zien is als men een blad afbreekt. Ook heeft de boom medicinale krachten.
Milkwood trees komen voor langs de gehele kust van Zuid-Afrika en aan de oostkust van Afrika tot aan Tanzania. Ze zijn niet bedreigd, maar wel beschermd en mogen dus niet gekapt worden. Grote exemplaren kunnen achthonderd tot duizend jaar oud worden en bereiken een hoogte van vijftien meter. De boom is groenblijvend, heeft leerachtig blad, zwarte bessen en wit-groene bloemen.

Uitleg over de Milkwood tree
Uitleg over de Milkwood tree
Foto: Herman Geertsema

Geranium: Ooievaarsbek of Pelargonium?

De naamsverwarring door de drie namen in de aanhef door elkaar te gebruiken, zal altijd wel blijven bestaan. De Pelargonium zit in ons Nederlandse taalgebruik gebeiteld als de geranium waarachter gepensioneerden zich spreekwoordelijk bevinden. De in onze wilde flora voorkomende geranium die officieel de Nederlandse naam ooievaarsbek draagt, bezit de wetenschappelijke naam Geranium. Je moet er even voor gaan zitten, maar dan wordt het wel duidelijk.

Naast de in Nederland en België in het wild voorkomende dertien soorten ooievaarsbekken, bestaat dit geslacht uit een grote verscheidenheid van botanische soorten uit vele delen van de wereld. In totaal bestaat de Nederlandse Planten Collectie Geranium uit 203 soorten, variëteiten en cultivars.
Deze NPC bevindt zich in Barneveld op het landgoed van Hovenierscentrum ‘De Briellaerd’. Ze staan netjes opgeplant langs de randen van het terrein, steeds met drie planten per soort en alle van een juiste naam voorzien. Hierdoor is deze collectie perfect toegankelijk voor iedereen die hem wil zien of die er, tijdens een bezoek aan dit intieme landgoed, toevallig langskomt. Zoals het hoveniers betaamt, worden ze netjes verzorgd waardoor het bijzonder prettig kiezen is als er twijfel bestaat welke cultivar de juiste is voor het doel waarvoor hij aangeschaft gaat worden. Alle ooievaarsbekken zijn te koop in P9 uit eigen kweek. Naast de mooie presentatie is er de kennis van de collectiehouder die graag bereid is om te helpen bij het kiezen van de juiste soort of cultivar. Niet alleen de NPC Geranium is de moeite van een bezoek waard. Er is nog veel meer te zien in de voorbeeldtuinen met veel vrij onbekende vaste planten, heesters en bomen.

Fokke Mulder, NPC collectiehouder Geranium
Foto: Zwenneken van den Brink

In Barneveld geland
De collectiehouder die voor dit alles medeverantwoordelijk is, heet Fokke Mulder. Fries van geboorte, opgeleid aan de Rijks Middelbare Tuinbouwschool te Frederiksoord en aangestoken met de liefde voor planten door Theo Janson en Harry de Coo. Zoals wel vaker voorkwam, heeft hij daar zijn levensgezel Joselien gevonden. De liefde voor bomen en planten zat dus gebeiteld bij het echtpaar Mulder. Samen hebben ze in de wereld op meerdere plekken gewoond en gewerkt, waarbij hun ervaring steeds was dat je als goed opgeleide Nederlander in ons vak in het buitenland altijd welkom bent en hoog gewaardeerd wordt.
Terug in Nederland deed zich de mogelijkheid voor om bedrijfsleider te worden van hovenierscentrum ‘De Briellaerd’ te Barneveld. Hier neemt Fokke een deel van het werk uit handen van de eigenaar Willem van den Brink en zijn vrouw Roelie. Dit echtpaar heeft ongeveer 25 jaar geleden een weiland aan de rand van het dorp omgetoverd tot het huidige intieme landgoed met al het moois dat daar groeit en bloeit. Om te ontsnappen aan het hectische bestaan van een goed lopend hoveniersbedrijf, trekken Willem en Fokke er af en toe op uit om kwekerijen te bezoeken. Daar geven zij hun ogen goed de kost en nemen ze vaak onbekende vaste planten of heesters mee om die te observeren en verder te kweken.

Stoffig imago
Op een van die reisjes kwamen zij in Groningen op een kleine kwekerij terecht waar de NPC Geranium-collectie werd gekweekt en gekoesterd. Toen die kwekerij kort daarna te koop kwam, nam ‘De Briellaerd’ de collectie Geranium over. Zo kwam een collectie van ruim tweehonderd soorten, variëteiten en cultivars in Barneveld terecht. Aan Fokke Mulder de taak om deze collectie te beheren en verder uit te breiden. Fokke: ‘Geranium heeft een stoffig imago. Dit beeld is met name ontstaan doordat de eenjarige Pelargonium op één hoop werd geveegd met de ooievaarsbek. Deze ooievaarsbek is echter juist zo’n veelzijdige vaste plant die op droge of natte plekken, in arme of voedselrijke grond, vaak ook in diepe schaduw onder heesters of bomen prima gedijt en dus ideaal is voor iedere tuin. Bovendien vergt hij weinig onderhoud en is hij jaarrond vaak min of meer bladhoudend, met mooie bladeren en een rijke bloei in de zomer. Het zijn ook duurzame planten die zich goed handhaven in een border.’
Voor Fokke is het kweken van vaste planten zijn grote liefhebberij. ‘Vooral de soorten die moeilijk te krijgen zijn, vind ik interessant; het is een uitdaging om die proberen te kweken. Binnen ons bedrijf proberen we koploper te zijn in het gebruik van bijzondere vaste planten op de juiste plek in de border of waar dan ook in de tuin.’

Zaadknoppen van Geranium macrorrhizum ‘Bevan’s Variety’
Foto: Zwenneken van den Brink

Favorieten
Gevraagd naar de favoriete soorten van dit moment noemt Fokke de volgende:
Geranium ROZANNE ‘Gerwat’ is de meest aangeplante van dit moment, vooral omdat ze de hele zomer bloeien.
G. wlassovianum bloeit in de zomer met paarse bloemen en heeft een mooie rode herfstkleur om het jaar mee af te sluiten.
G. nodosum is een sterke soort die prima onder heesters of op andere moeilijke plekken groeit, de nieuwe groeipunten kleuren prachtig bij het gezonde glimmende blad.
De G. nodosum ‘Clos Du Coudray’ is een van mijn favoriete Geraniums.
G. phaeum is een echte voorjaarsbloeier waarbij de meeste ook nog eens een mooie bladtekening hebben, vooral G. phaeum ‘Samobor’. Een ander pluspunt is dat het een echte schaduwplant is en dus de donkere plekken kan opvrolijken.
G. maculatum ‘Spring Purple’ is een mooie paarse vroege voorjaarsbloeier voor de volle zon.
G. macrorrhizum is een plant waarvan wordt gezegd dat hij zevenblad onderdrukt. Of dit zo is durf ik niet met zekerheid te zeggen, maar het is wel zo dat deze plant op plekken groeit waar anderen het loodje leggen, zoals op boomspiegels of plekken waar niet naar wordt omgekeken. Na de bloei de bosmaaier er overheen en dan nogmaals genieten van een tweede bloei.

Geen tuin zonder Geranium en geen bloempot of -bak zonder Pelargonium zou de eindconclusie van dit verhaal kunnen zijn.
Een bezoek aan deze grote NPC met dit veelvormige en veelkleurige sortiment in de maanden juni t/m september is zeker de moeite waard. U bent van harte uitgenodigd.

http://www.briellaerd.nl/agenda/253/geraniumdag.html

Geranium ‘Sabani Blue’
Foto: Zwenneken van den Brink