Categorie archieven: Arbor Vitae

Herman Geers, specialist in miniatuurplanten

Ik ben Herman Geers, 71 jaar oud, wonend in Boskoop en getrouwd met Thea. Ik heb de lagere tuinbouwschool gedaan en mijn kennis vergaard door zelfstudie. Op mijn zestiende ging ik werken in de boomkwekerij bij P. Zaal. Dat was een Clematis kwekerij. Als we klaar waren met binden, moesten we weer van voor af aan beginnen, zo snel groeiden de ranken. Vanaf mijn twintigste ben ik zelfstandig boomkweker. Ik begon met struiken en parkrozen Rosa rugosa. Het kwekersbloed zit in de familie, mijn grootvader en overgrootvader waren ook hardwerkende kwekers dus ik ben met groen opgegroeid. Een oudoom van mij, Jan de Vink, was de eerste uitvinder van de dwergroosjes. Daarvan zijn er veel naar Amerika gegaan.

Herman Geers
Foto: Ineke van Teylingen

Dertig jaar geleden ben ik me gaan specialiseren. In de achtertuin zijn we begonnen met een rotstuin en hebben we de tuin ingeplant met miniatuurplanten. We zijn regelmatig naar de rotsplantenverzameling in de botanische tuin in Utrecht gaan kijken. We hebben een boek over rotsplanten aangeschaft. In de tuin bestond ongeveer 50% uit heesters en 50% uit coniferen. In de loop der jaren hebben we een enorm netwerk opgebouwd over heel Europa. Via de webshop worden er veel planten verkocht en verstuurd, verpakt in dozen.
Ik hou me ook bezig met kruisen. Ik ben 12 jaar bezig geweest om Weigela florida ‘Alexandra’ te ontwikkelen, genoemd naar onze dochter. Dit is een snijheester met donkerrood blad en een heldere bloem die in Amerika de merknaam ‘Wine & Roses’ heeft gekregen. De naam is gepatenteerd.

Weigela florida ‘Alexandra’
Foto: Ronald Houtman

Ik wil zolang mogelijk bezig blijven met wat ik altijd al heb gedaan en ben nog steeds bezig om nieuwe dingen te ontwikkelen. Eigenlijk is er altijd een conflict tussen kruisen en kweken. De taken hebben we verdeeld. Ik werk in de kas, Thea doet de PR en beheert de website. Een groot deel van de vermeerdering heb ik de deur uit gedaan. Een enkele keer geef ik nog een lezing waarbij ik planten meeneem en erover vertel. Het kwekersvak heeft me boven verwachting veel opgeleverd. We hebben veel contacten op allerlei gebied. Iedere zaterdag zijn we open voor het publiek en beschikbaar voor het beantwoorden van vragen. Tot onze verbazing komen er veel mensen op af. Het succes van de soorten met kwekersrecht heeft me verbaasd. Zo heeft het kruisen van Buxus geresulteerd in Buxus microphylla ‘Green Mountain’, ‘Green Gem’ en ‘Green Velvet’.
Aan de marketing moet ook aandacht besteed worden omdat er steeds nieuwe dingen op de markt komen. Zeker op ons bedrijf hebben we regelmatig een nieuwe kruising. Mijn favoriete plant is Ginkgo biloba, er zijn nu meerdere dwergvormen te koop.

Ik heb er geen spijt van dat ik boomkweker geworden ben, hoewel ik met zes negens en een tien van de tuinbouwschool ben gegaan en best iets anders had kunnen kiezen. Het advies toentertijd was om naar Wageningen te gaan.
Waar ik me aan erger is dat er op televisie zoveel gebrekkige voorlichting wordt gegeven over planten. Maak eens een programma over planten met mensen die weten waar ze over praten.

Oude Eiken

Eiken kunnen oude bomen worden. Op heel veel plaatsen zijn bijzondere, 1000-jarige Eiken te vinden. Of deze Eiken echt 1000 jaar oud zijn, is meestal niet helemaal duidelijk of ronduit niet mogelijk. Maar het zijn in ieder geval oude, mooie exemplaren met vaak een bijzonder verhaal en van grote betekenis voor de mensen die er in de buurt woonden of nu nog wonen. In dit stuk worden twee fraaie exemplaren beschreven.

De holle stam van de Trolleken.
Foto: P. Pouw

De Trolleneik van Öland, Zweden
Öland in Zweden is een populaire bestemming voor zowel vakantiegangers als natuurliefhebbers vanwege het unieke landschap dat op dit kalkrijke eiland aan de kust van Zweden is ontstaan. Voor bomenliefhebbers biedt het eiland mooie oude Eiken en Essen, ook al zijn de laatstgenoemde zwaar getroffen door essentaksterfte in afgelopen jaren.
In het noordelijkste deel van het eiland ligt het natuurgebied ‘Trollskogen’. Letterlijk vertaald betekent de naam ‘Trollenbos’. Het bos, waar dit natuurgebied bekend om staat, is een bos van talloze Grove dennen, Pinus sylvestris, die door de wind vergroeid zijn in toverachtige kromme vormen.
Als een kroon op dit gebied staat de enorme Trolleken, een Zomereik (Quercus robur) met een omtrek van 5,64 meter. De naam betekent ‘Trolleneik’ en die naam is te danken aan de grote omvang en het woeste uiterlijk van de boom. De boom is overwegend hol en de grote gestelarmen zijn afgescheurd. De boom staat mooi in zijn veterane fase, in de cyclus van aftakelen en regenereren.

De Trolleken.
Foto: P. Pouw

Op het informatiebord bij de boom en op diverse online bronnen staat vermeld dat deze Eik tussen 800-900 jaar oud zou zijn. Omdat de boom dichtbij de kust staat, werd hij van oudsher gebruikt als een oriëntatiepunt voor zeevaarders. Destijds was het landschap open, nu bevindt de boom zich binnen een bos.
De boom ziet er vitaal uit voor een 900-jarige. In 2019 was de boom in een slechtere staat. De maatregelen van de terreinbeheerder om de omgeving van de boom te beschermen met een hek tegen betreding en het kappen van bomen in de omgeving hebben baat gehad voor de Trolleken. De boom maakt veel nieuw lot en blad in de binnenkroon. Zie ook https://www.monumentaltrees.com/nl/swe/kalmar/borgholm/31161_trollskogen/57549/

Dennen in het Trolskogen.
Foto: P. Pouw

De Eik van Allouville-Bellefosse
Tijdens een tuinenreis in Normandië brachten we een bezoek aan deze Eik (Quercus robur). De boom is ca 1200 geplant. De Eik van Allouville-Bellefosse is misschien wel de beroemdste boom van Frankrijk, niet alleen door zijn leeftijd maar ook door de twee kapelletjes. In de holle stam bevindt zich op de begane grond de eerste. De tweede is bovenin en te bereiken via een trap die rond de stam wentelt.

De Eik van Allouville-Bellefosse
Foto: Ineke van Teylingen

In 1988 is de boom gered door een uitgebreide hersteloperatie, die gelukkig een gunstig effect heeft gehad. De hoogte is ca. 11 meter en de kroon zit weer goed in het blad. De verwachting is dat de boom zeker nog decennia mee kan gaan. De boom heeft het ‘Wereldboom certificaat’ (zie: www.wereldboom.org/wereldboom/eik-van-allouville/).

De trap die rond de boom wentelt
Foto: Ineke van Teylingen

Biodiversiteit in de stad; bomenregisters onder de loep – Reactie op ‘Het Leids Register ecologische bomen’

Het gaat niet goed met de biodiversiteit. Sla een krant of je laptop open, zet radio of televisie aan en de kans is heel groot dat het gaat over biodiversiteit en klimaatverandering. Ook gemeenten in Nederland hebben hier sterk mee te maken en willen een positieve bijdrage leveren.

Zo heeft de gemeente Leiden een ‘Register ecologische bomen’ opgesteld (Gemeente Leiden 2024, Register ecologische bomen. Inpasbaarheid van bomen voor biodiversiteit, zie ook artikel ‘Het Leids Register ecologische bomen’, Arbor Vitae 3-34, blz 24 – 26). Citaat uit deze publicatie: ‘Het Register ecologische bomen is een bijlage van de Leidse Verordening voor de Fysieke Leefomgeving. Doel van het register is bij de vervanging van beheerbomen en bij de aanplant van nieuwe bomen te kiezen voor bomen met een hoge ecologische waardering. Hiermee kan de gemeente de kansen voor biodiversiteit in de stad vergroten, waaronder voor vogels en insecten’.

Het is een lange lijst met bomen (en enkele grotere heesters) uit het huidige handelssortiment die met een cijfer van -1 tot 4 zijn gewaardeerd op hun ecologische potentie (van lage naar hoge ecologische waarde). In het genoemde artikel in de vorige Arbor Vitae over dit Register staat te lezen: ‘Leiden heeft een hoge ambitie voor wat betreft biodiversiteit en staat geen bomen toe met waardering –1 of 0 en verlangt een aanplant van gemiddeld tenminste waardering 2’. Even verder in het artikel staat ‘Het doel van het register is dan ook niet om boomsoorten of cultivars uit te sluiten’. Een vreemde tegenstelling. Van de 1.668 bomen in de lijst blijven er 933 over die door Leiden geschikt worden geacht om een juiste keuze voor biodiversiteit te vergemakkelijken. De rest met waardering -1 (‘Invasieve Exoten of soorten die daarnaar neigen’) en 0 (onder andere ‘Soorten van buiten Europa’) worden niet meer toegestaan in Leiden. Er is ook nog een beetje vreemd samengestelde groep met een waardering van 0,5 waarin onder andere boomsoorten zijn opgenomen die vóór en tussen de ijstijden in Europa voorkwamen. Maar echt aanbevolen worden ze niet (o.a. Ginkgo, Liquidambar, Cercidiphyllum en Magnolia). De redenatie is dat men van deze bomen verwacht dat ze ecologische relaties gaan ontwikkelen. Maar waarom zou dat niet gelden voor alle bomen met een 0 of een –1 in de lijst, vraag ik mij dan af. Na bestudering van de hele lijst in het register heb ik nog wel meer vraagtekens. Er staan toch wel heel veel met een 0 gewaardeerde maar in de praktijk algemeen toegepaste goede en nuttige bomen in. Hieronder bijvoorbeeld alle coniferen van buiten Europa. Alsof die voor vogels, insecten en zoogdieren geen functie hebben voor bijvoorbeeld schuilen, nestelen en voedsel! Het komt op mij allemaal nogal geforceerd over. Dat volgens het Leids register Taxus baccata wel mag maar Taxus cuspidata uit Japan niet mag, gaat voorbij aan het inzicht dat de verschillende Taxus-soorten (uit Azië, Noord-Amerika en Europa) meer op geografie dan op morfologie worden onderscheiden (eigenlijk is het allemaal Taxus baccata). Potentieel goede en bewezen goede boomsoorten die geschikt zijn voor de veranderde (en veranderende) omstandigheden in de stad lijken door dit register in Leiden dus te worden buitengesloten. Dat lijkt mij geen goede ontwikkeling om de stad leefbaar te houden en of (zoals in het artikel wordt geschreven) dit wel ‘een effectieve stap (is) om te werken aan het versterken van de stadsnatuur’ vraag ik mij af. Het komt op mij over als een onderschatting van het aanpassingsvermogen en de flexibiliteit van de planten- en dierenwereld waarin wij leven.

Liquidambar styraciflua.
Foto: Ronald Houtman

Breder van opzet is de ‘Bomentabel.nl’ die medio 2024 van start ging. Doel van deze website is het bieden van informatie bij de groene inrichting van de stad om te komen tot de juiste boom op de juiste plek. Hierbij gaat men uit van de gewenste functies (baten/ecosysteemdiensten) van dat groen op die plek, de eigenschappen en eisen van de gekozen boomsoorten en de kenmerken van de locatie. De Bomentabel bevat informatie over de bijdrage aan specifieke ecosysteemdiensten zoals klimaatadaptatie (hittestressbeperking?), biodiversiteit (nectarbron? stuifmeelbron?, voedselbron?), luchtkwaliteit (fijnstoffiltering?) en over de algemene eigenschappen (karakter, afgebeeld met één of meer foto’s) van 359 soorten en cultivars. De Bomentabel is op elk van die eigenschappen of een combinatie daarvan doorzoekbaar met behulp van de filterknoppen. Deze website is één van de producten van het TKI T&U project ‘Effectief Groen voor Klimaatadaptatie in de Stad’ waarin een groot aantal partijen uit de groensector, stedelijk beheer en onderzoek hebben samengewerkt aan de ontwikkeling van tools voor het realiseren van effectief klimaatgroen in de stad. Er is ruimte de lijst verder uit te breiden, getuige de oproep om aanvullende info (eigenschappen en ontbrekende afbeeldingen) of klaarblijkelijke fouten in de informatie door te geven aan de samenstellers en daarmee bij te dragen aan de verdere uitbreiding en onderbouwing van de weergegeven informatie. NDV-leden kunnen hieraan zeker een bijdrage gaan leveren, lijkt mij.