Categorie archieven: Monumentale bomen

De Eiken van Twickel

Nederland staat bekend als bomenarm land. Het aantal oude en dikke bomen dat wij huisvesten is gering in vergelijking met bijvoorbeeld onze oosterburen. In ons dichtbevolkte land halen bomen veelal geen hoge leeftijden omdat hun voortbestaan continu wordt bedreigd. Bijvoorbeeld door nieuwbouw, landbouwintensivering, of het typisch Nederlandse ‘netheidssyndroom’, waarbinnen weinig ruimte is voor oude, kromme, veterane bomen. Toch zijn er in Nederland nog plekjes te vinden met een weelderige rijkdom aan monumentale bomen, waar je je ogen uit kunt kijken qua bomenpracht. Met kop en schouders steekt hierboven uit een eeuwenoud landgoed verscholen in de buitengebieden van Twente: Twickel.

Een zeer forse Zomereik in de kasteeltuin van Twickel
Foto: Martijn Bouman

Delden en Twickel
Onder de rook van Hengelo ligt het landgoed Twickel, van oudsher onlosmakelijk verbonden met het naburige stadje Delden. Met zijn 6700 hectare is Twickel het grootste particuliere landgoed van Nederland. Het is een van de weinige voorbeelden van een stukje onaangetast Nederland, waar het soms lijkt alsof de tijd een paar eeuwen heeft stilgestaan, en waar het oude cultuurlandschap met onregelmatige percelen, heggen en houtwallen in stand is gehouden. Twickel en Delden vormen een uniek stukje Nederland, welke al vele jaren bekend staat om zijn grote hoeveelheid aan oude en dikke Eiken. Delden en omstreken heeft namelijk de hoogste concentratie dikke Eiken van Nederland. Er staan minstens 21 Eiken met een omtrek van meer dan 5 meter op een oppervlak van nog geen 1700 hectare, terwijl er van zulke bomen in de provincies Friesland, Groningen, Flevoland en Zeeland voor zover we weten niet één staat. Het is een waar paradijs voor de bomenliefhebber. Veel van deze majestueuze Eiken staan op de erven van één van de vele pachtboerderijen van Twickel. Ook in de bebouwde kom van het stadje Delden staan meerdere kolossale Eiken. Deze stonden vroeger ook op boerenerven van Twickel, maar zijn later opgeslokt door nieuwbouw. Een mooi voorbeeld hiervan is de bekende Kozakkeneik, met een omtrek van 7,5 meter één van de dikste Eiken van het land. Het verhaal gaat dat de Kozakken in de holle stam hebben gescholen tijdens de Napoleontische bezetting.

De Kozakkeneik in Delden is één van de dikste Eiken van Nederland
Foto: Martijn Bouman

Van inkomstenbron naar erfgoed
Hoe kan het dat specifiek op deze plek in Nederland zoveel oude Eiken staan, en bovendien dat deze al die jaren gespaard zijn gebleven? Het antwoord ligt in de visie en het beheer van de eigenaren van Twickel. Zij zijn door de eeuwen heen altijd zeer zuinig geweest op hun eikenhout. Het diende namelijk een belangrijk financieel doel binnen het landgoed; eikenhout is immers veel waard. Op de boerderijen van Twickel werden pachters verplicht eikenbomen te planten op hun erven, welke 100-200 jaar later gekapt konden worden voor bijvoorbeeld de (her)bouw van boerderijen. Om al het hout te verwerken heeft Twickel ook zijn eigen houtzagerij. Je kunt wel stellen dat Twickel een duidelijke langetermijnvisie had. In 1953 droeg de barones van Twickel het gehele landgoed over aan stichting Twickel, nadat er geen nazaten meer waren om het over te nemen. Het belangrijkste doel van de stichting luidt ‘het behoud van Twickel als natuurreservaat en cultuurmonument en handhaving van haar historische betekenis’. Mede door deze wens van de barones staan de Eiken er vandaag de dag nog steeds, en zijn de bomen natuur- en cultuurhistorisch erfgoed geworden.

Bakspiekereik
Op erve Scholten in Breckelenkamp, een van de oude boerderijen van Twickel, staat misschien wel de markantste boom van het hele landgoed. Dit is een boom met een bijzonder verhaal. De ongeveer 200 jaar oude Zomereik groeit dwars door het dak van een voormalig bakkershuisje (de bakspieker) heen. Het huisje dateert uit 1738, en lange tijd heeft de Eik vlak ernaast gegroeid. Rond 1900 vroeg de toenmalige pachter toestemming aan de barones van Twickel om het huisje uit te breiden met een varkenshok. Aangezien de Eik in de weg stond van de uitbreiding mocht dit niet zomaar. Alleen op voorwaarde dat de boom bleef staan mocht de boer zijn bakspieker uitbreiden, wat als gevolg had dat het varkenshok simpelweg om de boom heen werd gebouwd. Vandaag de dag, meer dan een eeuw later, staat de boom er nog steeds. De inmiddels forse stam begint door de steeds maar toenemende omvang langzaam de muur en de dakpannen weg te duwen. Met een omtrek van 4,4 meter is dit beslist niet de dikste of oudste Eik van Twickel. Het is echter wel typerend voor het strenge bomenbeleid van Twickel, en laat op een hele directe manier zien hoe zuinig het landgoed altijd is geweest op zijn Eiken.

Over de oude Eiken van Delden is ook een aflevering van de podcast Eik & Ik verschenen. Te beluisteren via alle bekende podcastplatforms of eo.nl/podcasts/eik-en-ik

De bakspiekereik groeit dwars door het dak van een schuur heen
Foto: Jeroen Philippona

De wonderlijke Beukenlaan van Walcheren*

De Beukenlaan van de buitenplaats Berkenbosch bij Oostkapelle op Walcheren is ter plaatse bij iedereen bekend. Het is dan ook een wonderlijk fenomeen, een laanbeplanting van dikke, grillige en laag vertakte beukenbomen. Niet iedereen zal zich echter realiseren dat het hier gaat om een oeroude beukenhaag die sinds ten minste een halve eeuw niet meer is geschoren. Bijzondere landschapselementen worden eigenlijk pas echt spannend als er een tijd lang niet meer naar gekeken wordt.

De pittoreske Beukenlaan van Berkenbosch met aan weerszijden de uitgegroeide oude beukenstammen
Foto: Bert Maes

Berkenbosch biedt trouwens wel meer curiositeiten. Door zijn hogere ligging in de binnenduinrand is de buitenplaats ontsnapt aan de overstroming van Walcheren tijdens de oorlogsinundatie, het onder water zetten van het gebied, van 1944. De groene oase ligt aan de duinrand en net wat hoger dan de rest van het schiereiland. De parkbossen van Berkenbosch en de doorsnijdende lanen staan vol met oude zomereiken van zo’n 200 jaar oud, blijkens de jaarringen. Veel van die eiken hebben een grillige of scheve stamvorm vanwege de stevige zeewinden die Zeeland kunnen teisteren.

Volgens overlevering staat er ook een oude, rijk vertakte Taxus die als de inspiratiebron voor de Mondriaanbomen zou gelden. En inderdaad de boom lijkt er verdacht veel op, maar na wat meer nauwkeurige inspectie moesten we er toch op terugkomen: dit is niet de boom van de schilderijen van Mondriaan. Niettemin, we blijven de prachtige boom de Mondriaanboom noemen.

Iedere Beuk van de laan is een natuurkunstwerk. De oude vlechtarmen zijn goed herkenbaar.
Foto: Bert Maes

Blauwgroen, of toch…
Dan is er de zogenaamde Goudviskom met drie grote, monumentale Moerascipressen op de oever. En daar is iets merkwaardigs mee aan de hand. De drie bomen zijn alle drie net anders van kleur; een groene, een blauwgroene en een er tussenin. Deze variëteiten zijn in geen dendrologische sleutel te vinden, maar toch: een bomenboek uit 1949 meldt een opvallende blauwgroene Moerascipres en geeft er een eigen variëteitsnaam aan: Taxodium sempervirens cultivar ‘patens’. En jawel de boom was waargenomen op Berkenbosch! Of deze kleurvariant nog ergens anders is te zien is ons onbekend.

Buitenplaats met barokke aanleg
De huidige aanleg van Berkenbosch dateert uit het begin van de achttiende eeuw. Sinds die tijd is er wel het een en ander veranderd en aangevuld, maar de buitenplaats is nooit ‘verlandschappelijkt’ zoals dat op veel andere buitenplaatsen is gebeurd. Berkenbosch is daarom tegenwoordig nog een van de fraaiste voorbeelden van een buitenplaats met barokke aanleg in Nederland. Wel is eind achttiende eeuw aan de zeezijde, en in samenhang met de aanpalende buitenplaatsen, een beschutting tegen de wind (manteling) van eikenbos en -struweel aangelegd. Wellicht is toen ook de beukenlaan geplant.

Het is echter ook mogelijk dat de beukenlaan ouder is. De dubbele heg loopt aan de noordoostzijde van de buitenplaats parallel aan de duinen en de zee. Hij zal zijn bedoeld voor beschutting en privacy, en wellicht ook als afbakening van de buitenplaats.

Rond 1870 is het oude landhuis, dat bij de nog bestaande rechthoekige vijvers stond, afgebroken. Er is een nieuw landhuis op een andere plaats aangelegd met een parkachtige landschappelijke beplanting waarvan inmiddels weer diverse grote bomen te zien zijn. De oudere beplanting van vóór 1870 is merendeels behouden gebleven en sinds de Tweede Wereldoorlog enigszins verwaarloosd. Rigoureuze beheerplannen zijn wel gemaakt maar zijn, gelukkig, niet uitgevoerd. Waarmee een prachtig oud landgoed met de wonderlijke Beukenlaan bewaard is gebleven.

De Beukenlaan is dus in feite een uitgegroeide beukenheg. De stamdikte van de individuele bomen verraadt de hoge ouderdom en met de doorgeschoten stammen is het hegkarakter minder herkenbaar. De beukenheggen staan in aanleg aan weerszijden van de laan, maar zijn op enkele plaatsen verdwenen. Vermoedelijk rond 1930 of iets eerder is er een eikenrij toegevoegd aan de beukenhaag, deels tussen de Beuken, deels erachter. Het is een tweede tijdslaag van de laan geworden.

Deze oude Taxus kan zo doorgaan voor een Mondriaan(boom).
Foto: Hanna Hirsch

Vlechtheg
Op een enkel deel van de laan zijn enkele decennia geleden weer Beuken aangevuld, maar met historisch onbegrip als opgaande boompjes. Inmiddels worden door de eigenaar Staatsbosbeheer pogingen ondernomen om de ontbrekende hegdelen weer te herstellen en aan te vullen. Bij nadere beschouwing blijkt de heg grillige zijtakken te hebben die te verklaren zijn als ‘vlechtheg’. De beukentakken zijn naar links en rechts gebogen en gevlochten om een mooie dichte haag te verkrijgen. Het is een oeroude wijze van hegbeheer. Uit Vlaanderen kennen we een prachtige prent uit de zestiende eeuw waarop een gevlochten beukenhaag te zien is. In Nederland zijn er hier en daar nog wel bewaard gebleven. Beukenheggen staan vooral in gebieden met zandgronden, en daar zijn ze na 1950 op grote schaal verdwenen en vervangen door Haagliguster, Schijncipres, Levensboom (Thuja), Japanse berberis of Gewone laurierkers.
Het groene cultureel erfgoed krijgt gelukkig steeds meer aandacht en juist bij de oude buitenplaatsen en parken zijn vaak nog verborgen parels van oude beheerwijzen en oude cultivars te vinden.

* Dit artikel is een licht bewerkte versie van een eerdere publicatie in Bomennieuws, 42e jaargang, winter 2017, p. 26-27.

Taxus baccata: een monumentale boom in rijksmonumentale huisvesting

Waar het Land van Maas en Waal overgaat in de Bommelerwaard ligt het Maasdorp Ammerzoden. Dit dorp is bij de meesten bekend vanwege het bijna gelijknamige kasteel Ammersoyen. Daar gaan we naar toe om de hier beschreven monumentale boom te kunnen bekijken. Die staat echter niet bij het kasteel, maar in een daar tegenover gelegen geconsolideerde ruïne. Die ruïne is een rijksmonument en gevestigd aan de mr. La Grostraat 29.

Een oude boom in een oude kerk
De ruïne betreft het middendeel (het schip) van een 16e-eeuwse kerk waarvan de toren aan de achterzijde en het koor aan de voorzijde nog functioneel zijn. Dat koor is omstreeks 1632 zodanig verbouwd dat het als kleinere kerk in gebruik kon blijven. Rondom de kerk staan bomen en er is een oud kerkhof met onder andere de Treurbeuk.

Het oude kerkhof met Treurbeuk, en de Taxus op de achtergrond
Foto: Gerrit Visscher

Als je het openbare terrein oploopt en links aanhoudt, trekken de tegen de kerktoren afstekende dikke muurrestanten en raampartijen onmiddellijk de aandacht. Voor een gewone toerist is dit wellicht voldoende, maar de boomliefhebber zal meer zien. Boven de zwaar in verval geraakte ommuring steekt een behoorlijke kroon van een Taxus baccata de lucht in. Je ziet ongeveer de helft van de boom. Om er achter te komen of deze Taxus werkelijk in de kerk staat, is slechts één locatie geschikt.

De ruïne is om begrijpelijke redenen niet toegankelijk. Een groot ijzeren spijlenhek schermt de ingang af. Maar hier doorheen kijkend zie je een redelijk dikke Taxus-stam naast een zuilvormig pilaarrestant van de kerk. Een fraaie combinatie en beide oud tot zeer oud.

De Taxus staat echt ín de kerk
Foto: Gerrit Visscher

In 1993 is deze Taxus onder nr. 1688328 geplaatst in ons Landelijk Register van Monumentale Bomen met als plantperiode 1890- 1900. De stamomtrek bedroeg toen 150 cm. Vermoedelijk zijn de getallen gebaseerd op schattingen. Toen deze boom aan de beurt was voor een nieuwe inspectie ten behoeve van ons Bomenregister kreeg ik in maart 2017 de sleutel van het hek en betrad dit heiligdom. Ik was diep onder de indruk en kon wat foto’s maken van de complete boom. Ik deed uiteraard ook een omtrekmeting. Op 50 cm stamhoogte was die 272 cm.

Bij 90% van de bomen meten we de stamomtrek op 1.30 m stamhoogte. Bij meerstammige bomen kiezen we de smalste stammenomtrek, vaak boven het maaiveld. Vervolgens is er soms een reden om bij een eenstammige boom toch op een andere hoogte te meten. In het geval van deze Taxus is dat het stamopschot. De beheerder vertelde dat de boom een keer fors was gesnoeid en dat hij nu het opschot af en toe verwijderde. Tijdens mijn meting was dat niet het geval en koos ik voor een zuivere stamomtrek op mindere hoogte. De foto’s tonen dat de Taxus een vrij strakke stam heeft, dus is er niet zo veel verschil qua hoogte.

De oorspronkelijke kerk op deze plaats was Rooms Katholiek. Na de Reformatie kwam het in andere handen en werd slechts het oorspronkelijke koor als kerkgebouw gebruikt. De rest raakte in verval. De legende dat Franse troepen in 1672 van over de Maas de kerk hebben beschoten en vernield is waarschijnlijk een broodje aap verhaal. Op internet valt hierover meer te lezen.

De deels vervallen kerk geraakte nog meer in verval tijdens het einde van de Tweede Wereldoorlog. Ook de toren en het koor kregen klappen te verwerken. Beide werden na de oorlog hersteld en in 1950 heropend. Het schip was en bleef een ruïne. Daarin heeft dus een Taxus kans gezien te ontkiemen en tot een eerbiedwaardige boom uit te groeien. Hij deed dat langzaam, zoals het deze soort
betaamt. Zijn leeftijd zal speculatief blijven, maar dat hij ooit nog eens door meneer pastoor is geplant, geloof ik niet. Sinds de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed (RCE) in 1972 de kerk plus toren een monumentale status verleende en de Bomenstichting in 1993 de inpandige Taxus baccata een soortgelijke status gaf, rest mij de gedachte: wat een ongelooflijke bofkont. Alleen jammer dat de RCE de Taxus niet in haar beschrijving noemt. Maar dat kan nog worden aangepast.

*Gerrit Visscher is boominspecteur bij de Bomenstichting

Op stamhoogte van 50 cm heeft de Taxus baccata een omtrek van 2,72 m
Foto: Gerrit Visscher