Categorie archieven: Groenliefhebbers aan het woord

Herman Mauritz, boomkweker in hart en nieren

Ik ben Herman Mauritz, 65 jaar en wonend in Randwijk in de Betuwe. Al mijn hele werkzame leven ben ik boomkweker. Meerdere generaties Mauritz hebben zich met het kweken van planten bezig gehouden. Mijn overgrootvader was ook boomkweker. Er is een bordje gevonden uit 1850 van een kwekerij met de naam Mauritz. Ook heeft er een familielid meegewerkt aan de Floriade in Venlo. Ik kom dus uit een boomkwekersfamilie.

Opgegroeid tussen de bomen
Na de lagere school ging ik naar de lagere tuinbouwschool in Kesteren en daarna naar de middelbare tuinbouwschool in Nijmegen. Het kwekersvak zit in mijn genen, ik ben als boomkweker geboren en moest al vroeg mee naar het land. En altijd ging er een fles water aangelengd met zwarte koffie mee. Als je niet wilde werken, werd je naar huis gestuurd, al was het 10 km lopen. Ook ging ik met mijn vader mee naar Boskoop.
Ik heb stage gelopen bij boomkwekerij Schiphorst, wat mij erg gemotiveerd heeft. In die tijd werden daar allerlei soorten coniferen en speciale soorten loofbomen gekweekt. Ik heb een passie voor soorten die een beetje onbekend zijn zoals Albizia en Davidia. Helaas leveren die minder op.

Herman Mauritz in zijn boomkwekerij (Mabo Boomkwekerijen), inmiddels grotendeels overgedragen aan zijn zoon Niels en medevennoot Jan.
Foto: Mabo Boomkwekerijen

Een stap terug
Ik heb de verandering in de boomkwekerij bewust mee gemaakt. Zo kost het nu meer energie om de grond goed te houden of te krijgen. Er worden meer grondmonsters genomen en bodemscans gemaakt. En alles is kapitaalintensiever geworden.
Ik heb geen spijt van mijn keuze, het boomkwekersvak is een mooi vak. Rond 1984 startte ik met de kwekerij, ik had toen geen idee wat ik als eigenaar van een bedrijf zou kunnen verwachten. Hard werken, maar gelukkig kan ik me goed ontspannen. Langzamerhand is de kwekerij uitgegroeid tot het huidige bedrijf, dat inmiddels grotendeels overgedragen is aan medevennoot Jan en zoon Niels. De opvolging is dus gelukkig geen probleem. Ik kan met een gerust hart achterover leunen in mijn stoel. Dat geeft veel ontspanning. Maar ik heb veel kennis van bomen kweken en blijf het belangrijk vinden om mijn kennis over bijvoorbeeld het voorkomen van ziekten te delen en onderwijs en cursussen te stimuleren.
Ons bedrijf van 20 ha heeft twee specialisaties: de sierbomenteelt in de volle grond en de containerteelt. In de containerteelt hebben we ons ook gespecialiseerd in de vormbomen. We kunnen veel verschillende leivormen maken. Zo hebben we een breed sortiment van zeer uniforme bomen. Nu is het leverseizoen aangebroken en staan er heel veel bomen met pot- of draadkluit klaar om van eigenaar te verwisselen. Op enkele velden staan enten en stammen in een 3 tot 7,5 liter pot klaar om opgekweekt te worden, om daarna in de volle grond te worden opgeplant. Laanbomen worden twee- of driemaal verplant. Drie maal verplantte bomen staan vaak eerst een jaar in een pot, daarna drie jaar in de volle grond en worden dan nog een keer verplant. Dat geeft dikkere bomen met een stamdikte van 14-16 tot 20-25 cm. Ons sortiment bestaat uit ongeveer 150 soorten bomen. Eerst waren dat er wel meer, maar dat leverde jammer genoeg niet genoeg op.

Herman Geers, specialist in miniatuurplanten

Ik ben Herman Geers, 71 jaar oud, wonend in Boskoop en getrouwd met Thea. Ik heb de lagere tuinbouwschool gedaan en mijn kennis vergaard door zelfstudie. Op mijn zestiende ging ik werken in de boomkwekerij bij P. Zaal. Dat was een Clematis kwekerij. Als we klaar waren met binden, moesten we weer van voor af aan beginnen, zo snel groeiden de ranken. Vanaf mijn twintigste ben ik zelfstandig boomkweker. Ik begon met struiken en parkrozen Rosa rugosa. Het kwekersbloed zit in de familie, mijn grootvader en overgrootvader waren ook hardwerkende kwekers dus ik ben met groen opgegroeid. Een oudoom van mij, Jan de Vink, was de eerste uitvinder van de dwergroosjes. Daarvan zijn er veel naar Amerika gegaan.

Herman Geers
Foto: Ineke van Teylingen

Dertig jaar geleden ben ik me gaan specialiseren. In de achtertuin zijn we begonnen met een rotstuin en hebben we de tuin ingeplant met miniatuurplanten. We zijn regelmatig naar de rotsplantenverzameling in de botanische tuin in Utrecht gaan kijken. We hebben een boek over rotsplanten aangeschaft. In de tuin bestond ongeveer 50% uit heesters en 50% uit coniferen. In de loop der jaren hebben we een enorm netwerk opgebouwd over heel Europa. Via de webshop worden er veel planten verkocht en verstuurd, verpakt in dozen.
Ik hou me ook bezig met kruisen. Ik ben 12 jaar bezig geweest om Weigela florida ‘Alexandra’ te ontwikkelen, genoemd naar onze dochter. Dit is een snijheester met donkerrood blad en een heldere bloem die in Amerika de merknaam ‘Wine & Roses’ heeft gekregen. De naam is gepatenteerd.

Weigela florida ‘Alexandra’
Foto: Ronald Houtman

Ik wil zolang mogelijk bezig blijven met wat ik altijd al heb gedaan en ben nog steeds bezig om nieuwe dingen te ontwikkelen. Eigenlijk is er altijd een conflict tussen kruisen en kweken. De taken hebben we verdeeld. Ik werk in de kas, Thea doet de PR en beheert de website. Een groot deel van de vermeerdering heb ik de deur uit gedaan. Een enkele keer geef ik nog een lezing waarbij ik planten meeneem en erover vertel. Het kwekersvak heeft me boven verwachting veel opgeleverd. We hebben veel contacten op allerlei gebied. Iedere zaterdag zijn we open voor het publiek en beschikbaar voor het beantwoorden van vragen. Tot onze verbazing komen er veel mensen op af. Het succes van de soorten met kwekersrecht heeft me verbaasd. Zo heeft het kruisen van Buxus geresulteerd in Buxus microphylla ‘Green Mountain’, ‘Green Gem’ en ‘Green Velvet’.
Aan de marketing moet ook aandacht besteed worden omdat er steeds nieuwe dingen op de markt komen. Zeker op ons bedrijf hebben we regelmatig een nieuwe kruising. Mijn favoriete plant is Ginkgo biloba, er zijn nu meerdere dwergvormen te koop.

Ik heb er geen spijt van dat ik boomkweker geworden ben, hoewel ik met zes negens en een tien van de tuinbouwschool ben gegaan en best iets anders had kunnen kiezen. Het advies toentertijd was om naar Wageningen te gaan.
Waar ik me aan erger is dat er op televisie zoveel gebrekkige voorlichting wordt gegeven over planten. Maak eens een programma over planten met mensen die weten waar ze over praten.

Marlien van der Linden, een allround vakvrouw in het groen

Ik ben Marlien van der Linden, 58 jaar en wonend in Boskoop en getrouwd met Nico Huisman. Mijn liefde voor het groen heb ik van mijn oma van moeders kant. Mijn moeder hield ook erg van groen en volgde een tuincursus voor particulieren op de tuinbouwschool in Boskoop, terwijl ik daar een opleiding volgde. Zo leerden we samen op. Mijn ouders werden dus door mij geïnspireerd tijdens mijn opleiding. Mijn vader is zelfs lid van de NDV geworden, terwijl hij een echte ‘houtman’ is, dus meer van de binnenkant van de boom weet.

Marlien achter de bloemen die ze gekregen heeft ter gelegenheid van haar afscheid bij Rijnbeek Vaste Planten.
Foto: Ineke van Teylingen

Een gedegen opleiding in depraktijk
Na de Middelbare Tuinbouwschool in Boskoop waar ik tuinaanleg en -onderhoud (A&O in vaktaal) had afgerond, kon ik geen werk vinden. Toen heb ik een jaar lang extra boomteelt gevolgd. Tegelijkertijd werkte ik bij Clemens en Rieneke van der Werf, vakkundige boomkwekers, ook in Boskoop en heb veel van ze geleerd. Het mes dat ik altijd in mijn zak draag, kreeg ik van hen. Het is een echt zetmes. Ze zeiden er wel bij; ‘Als je uit het vak gaat, moet je ‘m terug geven’. Dat zit er niet in, dus heb ik hem nog steeds. Daarna werkte ik bij kwekerij De Hoveling van Julie Ruys in Berkenwoude, een nichtje van Mien Ruys. In vakanties en op zaterdagen werkte ik al bij volgens zeggen ‘Het oudste tuincentrum van Nederland’, Tuincentrum Florida van Kees Bulk in Boskoop. Op het Proefstation voor de Boomkwekerij heb ik 10 jaar gewerkt als chef containerteelt en in nog wat andere functies. Vervolgens heb ik bij Koetsier Vaste Planten alle voorkomende werkzaamheden gedaan. Die baan was goed te combineren met mijn toen kleine kinderen. Via Koetsier, in die tijd leverancier van planten in grote pot, ben ik bij Esveld gaan werken op hun tuincentrum.

Overzicht van de siertuin van Marlien.
Foto: Marlien van der Linden

Kennis delen
Sinds drie jaar ben ik nu ‘plantenjuf’ aan de Ontwerp Academie, een particuliere opleiding voor tuinontwerpen en plantenkennis. Ik geef les aan carrièreswitchers en bijscholers, volwassen onderwijs dus. De lesstof heb ik, onder begeleiding van eigenaar Dolf Houtman, zo samengesteld dat naast het leren van planten ook meer praktische zaken voor het voetlicht worden gebracht. Als juf vind ik kennis delen natuurlijk heel erg belangrijk. Als mensen plezier hebben in hun tuin, gaan dingen vaak wél goed. Het is erg belangrijk om vakbekwame mensen op te leiden. Ik heb ook een tijdje gewerkt bij kwekerij Rijnbeek Vaste Planten. Binnenkort ga ik terug naar PlantenTuin Esveld en blijf nog jaarrond twee klassen lesgeven.

Vaste plantenborder.
Foto: Marlien van der Linden

Planten verzamelen
In onze, voor Nederlandse begrippen, royale siertuin (2000 m2) staan vier collecties: Amsonia, Brunnera, Calycanthus en Indigofera. Wij zijn aangesloten bij de NPC (Nederlandse Planten Collecties). We hadden nog een vijfde collectie, Persicaria amplexicaulis. Maar er blijven steeds nieuwe cultivars op de markt komen. We zijn erg tevreden met de grootte van onze tuin maar Persicaria ging wel een heel groot stuk in beslag nemen. Daarom is deze collectie van 60 taxa verhuisd naar Trompenburg Tuinen & Arboretum. Daar kon groene curator Jaap Smit wel een collectie gebruiken. Op de vochtige veengrond zal de collectie bij de ingang van de tuin mooi floreren. En hoe we aan de andere collecties zijn gekomen? Zoiets ontstaat gewoon. Je hebt een paar Brunnera cultivars in de tuin staan, komt allerlei andere tegen en voordat je het weet heb je een verzameling van bijna 40 verschillende. Daaronder bevindt zich ook Brunnera orientalis, een onbekende soort uit het gebied rondom Libanon. Die hebben we ooit gekregen van een Engelse verzamelaarster. Dat is een andere, erg leuke bijkomstigheid in het groene vak, het ontmoeten van andere plantenliefhebbers. Het klikt eigenlijk altijd. Zo zijn we toevallig de YouTube filmer Jim Putnam tegengekomen in de bekende Amerikaanse tuin, het JC Raulston Arboretum in Raleigh (North Carolina). Als voorbereiding op onze reis hadden we een filmpje van hem bekeken, opgenomen in dit arboretum. En dan loopt hij daar zomaar…. natuurlijk hebben we een praatje gemaakt. Dat zijn prachtige momenten.
Alles in mijn leven ademt groen. Ik bof met mijn man Nico die vol passie boomkweker is. Wij praten altijd over planten en in de weekenden bezoeken we kwekerijen of tuinen. In de vakantie idem met als aanvulling wandelen in de natuur om planten in het wild te bekijken. De kinderen krijgen wel eens genoeg van altijd dat gepraat over groen.

Border in de zijtuin.
Foto: Marlien van der Linden

Naamsveranderingen
Waar ik weleens moeite mee heb in ons vak? Met de huidige ontwikkeling van de naamgeving. Dat baart mij wel zorgen. Ooit hebben mensen met elkaar afgesproken dat we voor dezelfde plant dezelfde naam gebruiken, wereldwijd. Dat is een prachtig systeem. Alleen in de medische wereld is dit ook zo, maar verder niet, denk maar aan afwijkende (inhouds)maten. Het is dus iets waar we zuinig op moeten zijn want zo kunnen we met iedereen communiceren en hebben we het over exact dezelfde plant. Nu is er een tendens gaande dat bijvoorbeeld de website Plants of the World Online eerder veranderingen doorvoert dan de Naamlijst Houtige Gewassen en Vaste Planten. Gevolg is dat op tuincentra in Engeland, dit land neemt deze wijzigingen al over, Schizophragma nu Hydrangea heet, Hebe veranderd is in Veronica enz. Wat moet een Nederlandse kweker die in Engeland levert op zijn etiket zetten? Het wordt helemaal lastig als diezelfde kweker ook naar Duitsland verkoopt dat meestal nog achter Nederland aanloopt. Daar heet Asplenium scolopendrium nog steeds Phyllitis. En dan heb ik het nog niet eens over of het wel of niet nodig is om namen te wijzigen. Wij mensen willen planten classificeren om overzicht te hebben maar de natuur laat zich niet door de mens regeren. Daarom: blijf eensgezind in de naamgeving, het zijn alleen maar afspraken die we onderling maken.

Maar verder voel ik me als een vis in het water. Ik vind alles mooi, alhoewel vaste planten echt mijn ding is. Mijn leven in het groen geeft me veel voldoening. Je kunt de wereld mooier maken en dat kun je niet van ieder beroep zeggen!