Categorie archieven: Arboreta uitgelicht

Arboretum Wespelaar – telkens weer een ontdekking en een verademing

Voor plantenkenners wereldwijd is Arboretum Wespelaar, gelegen in Haacht tussen Leuven en Mechelen in België, een referentiecollectie. Mensen die niet zo met planten bezig zijn, hebben er echter zelden of nooit van gehoord (tenzij ze in de buurt van Haacht wonen – en dan nog blijken ze vaak erg verrast). We kunnen dus niet echt spreken van een toeristische trekpleister, maar voor wie van speciale bomen en struiken houdt zijn we zeker een revelatie.

Arboretum Wespelaar is het levenswerk van Philippe de Spoelberch, dendroloog in hart en nieren en tevens erevoorzitter van de Belgische Dendrologische Vereniging. De eerste aanplantingen deed hij in 1983 op de weiden achter zijn domein Herkenrode (de huidige Magnoliaweide). In 1991 voegde hij schaduwminnende planten zoals Acer, Cornus, Euonymus, Stewartia en Viburnum toe beschut onder het bladerdak van het Marnefbos, een bos met prachtige zomereiken aangeplant rond 1890 door zijn grootvader. In 2001 werd de basis gelegd voor de Stichting Arboretum Wespelaar en nam Koen Camelbeke de leiding op zich als directeur. Het arboretum ging officieel open voor het publiek in april 2011: de parkstructuur had tegen dan al vorm gekregen en de nodige ontvangstfaciliteiten waren voorzien.

Herfstzicht op de Artoisvijver
Foto: Laura Wester

Park met eigen selecties
Arboretum Wespelaar heeft een oppervlakte van 20 hectare en herbergt een gespecialiseerde collectie van meer dan 2300 verschillende houtige soorten en (cultuur-)variëteiten uit gematigde streken over de hele wereld die winterhard zijn in België. Door de grote verscheidenheid zijn er van april tot september telkens andere planten in bloei te zien en later op het jaar zorgen vruchten en herfstverkleuring voor een uniek schouwspel. Het arboretum heeft geen vast wandelcircuit of duidelijk afgebakende wandelpaden. Om het overzicht te bewaren zijn er negen zones met elk een eigen naam en karakter.
Sinds 2019 bieden we je op onze website als eerste kennismaking een virtuele tour aan die je meeneemt langs alle hoekjes en kantjes van de collectie. Er staan geen wegwijzers of infopanelen in het arboretum maar we helpen je bij een bezoek wel op weg met onze wandelfiche. Naast een overzichtsplannetje vind je hierop uitleg over tien markante bomen en struiken. De wandelfiche wordt om de twee à drie weken vernieuwd zodat de informatie actueel blijft en trouwe bezoekers telkens iets nieuws ontdekken.
Het arboretum is niet enkel en alleen een plantencollectie. Het is ook een prachtig park met oog voor esthetiek, harmonie en verrassende zichtpunten. De verschillende zones zorgen voor afwisseling en de brede zichtassen creëren verbindingen en nodigen uit om op ontdekking te gaan. Hier en daar trekt een beeld, een vijver of doorkijkje naar de buren de aandacht. Banken op uitgekiende plaatsen bieden een mooi en ontspannen uitzicht en de perfecte gelegenheid om de wandeling even te onderbreken.
April is onze drukste periode; dan zorgen de Magnolia’s op de Magnoliaweide voor een zee van roze en wit. Onze magnoliaverzameling behoort tot de grootste van West-Europa, met maar liefst 275 verschillende soorten en cultuurvariëteiten. Arboretum Wespelaar heeft ook heel wat eigen selecties waaronder de geliefde, geelbloeiende Magnolia ‘Daphne’ die een Award of Garden Merit kreeg van de Royal Horticultural Society. Onze selecties ontstaan uit eigen zaailingen en kruisingen of uit kruisingen uitgevoerd door andere enthousiaste boomliefhebbers. Na jaren observatie en vergelijking selecteren we enkel die planten die opvallen door hun uitzonderlijke kwaliteiten (rijkelijke bloei, kleurenpracht, boomsilhouet) en hun mogelijke commerciële waarde. Zo selecteerden we een aantal gele Magnolia’s waarvan tien kruisingen het resultaat zijn van het doorgedreven werk van Dr. August Kehr (1914-2001) die onderzoeker was aan het U.S. Department of Agriculture. Hij streefde ernaar winterharde laatbloeiende magnolia’s te creëren met intens gele bloemen. Wetende hoeveel tijd het hem zou kosten om zijn laatste kruisingen op te kweken en te evalueren stuurde hij ook pakketjes met zaden naar Wespelaar waar ze in 1992 werden uitgezaaid. Van de 110 zaailingen die vanuit de kwekerij in het Arboretum werden uitgeplant werden uiteindelijk tien planten geselecteerd, benoemd en commercieel vermeerderd.

Lentezicht op de Magnoliaweide
Foto: Laura Wester

Specialiteiten
Arboretum Wespelaar werkt ook aan de uitbouw van een degelijke Rhododendron collectie. Hierbij gaat de aandacht in de eerste plaats naar botanische soorten en F1 hybriden (het resultaat van twee zuivere soorten die met elkaar werden gekruist: liefst spontaan, kunstmatig mag ook). Ze werden aangeplant volgens de huidige systematische inzichten: nauw verwante soorten worden dicht bij elkaar in hetzelfde perk gezet waardoor je ze makkelijk kan bestuderen en vergelijken. De meeste tref je aan in het Verlatbos waar de dikke strooisellaag met naalden en kegels van de Corsicaanse den voor de ideale, zure voedingsbodem zorgt.
Een andere specialiteit is het geslacht Stewartia dat net als Camellia behoort tot de theefamilie (Camellia sinensis is de thee die we drinken). Stewartia’s hebben elk seizoen wat te bieden. Een mooi silhouet en vruchtrestanten in de winter, vaak ook een mooie, afbladderende schors, prachtige witte bloemen in juli-augustus en een mooie bladverkleuring in de herfst. De bekendste is Stewartia pseudocamellia wat letterlijk betekent ‘gelijkend op Camellia’. Stewartia malacodendron is misschien wel de mooiste: in tegenstelling tot de gebruikelijke geeloranje meeldraden heeft hij blauwpaarse.
Planten met een mooie herfstverkleuring hebben een voetje voor in Arboretum Wespelaar. Niet verwonderlijk dus dat we ook in het najaar veel bezoekers krijgen. Liquidambar, Parrotia, Carya, Nyssa, Euonymus, Disanthus, Quercus, Lindera en natuurlijk ook Acer dragen dan allemaal hun steentje bij. Zo verkleurt onze esdoorncollectie in gele, oranje, rode en paarse tinten. Maar ook buiten de herfst heeft het geslacht Acer veel te bieden met zijn enorme variatie in bladvorm, schors en algemene structuur. Onze collectie telt om en nabij 195 esdoornsoorten en (cultuur-)variëteiten. Wat herfstverkleuring betreft hebben we nog een paar prachtige eigen selecties: Quercus alba ‘Laura’, Quercus stellata ‘Artois’ (een knipoog naar de link met brouwerij Stella Artois waarvan de familie Artois aan de basis ligt van het domein van Wespelaar), Quercus serrata ‘Herkenrode’ en Nyssa sinensis ‘Jim Russell’.

Detail van Stewartia malacodendron
Foto: Laura Wester

Opkweek vanuit zaad of stekmateriaal
Heel wat planten in de collectie kweken we zelf op vanuit zaad of stekmateriaal. Zo krijgen we zaden via uitwisseling met andere collecties en van plantenkenners die op expeditie trekken om zaden te verzamelen in de natuur. Om een betrouwbare plantencollectie uit te bouwen gaat onze voorkeur uit naar planten van gekende oorsprong. Alles wordt nauwgezet geëtiketteerd en bijgehouden in de databank zodat geen informatie verloren gaat. De collectie levert ook een belangrijke bijdrage aan het behoud van bedreigde en beschermde plantensoorten. Zo hebben we heel wat Rode Lijst soorten in de verzameling waarvan we stekjes, bladeren en vruchten beschikbaar stellen voor wetenschappelijk onderzoek. Arboretum Wespelaar maakt deel uit van ArbNet, een wereldwijd netwerk van arboreta. Via ArbNet werken arboreta van over de hele wereld samen aan het behoud van bomen en boomcollecties en krijgen ze ook een officiële erkenning op wereldschaal. In 2016 kregen we als derde Europese collectie een ‘Level 4’ status (het hoogste niveau) binnen ArbNet. Dit hebben we te danken aan onze degelijke plantencollectie, de achterliggende databank, de uitwisseling van kennis en samenwerking met andere collecties en onze goed uitgebouwde gidsenwerking. Daarnaast vormt de indrukwekkende collectie gedetailleerde scans en determinatiesleutels die we via onze website ter beschikking stellen een belangrijke troef. Hiervoor werken we samen met Jan De Langhe, dendroloog aan de Plantentuin in Gent, die de sleutels en scans voor ons maakt.
Vanaf woensdag 1 april 2020 opent het Arboretum Wespelaar weer de deuren voor de bezoekers. Elke woensdag en zondag van 10 tot 17 uur kan het Arboretum bezocht worden, en dit tot en met zondag 15 november 2020. Er is tevens de mogelijkheid een geleid bezoek aan te vragen. Van harte welkom!

Quercus alba ‘Laura’
Foto: Koen Camelbeke

Bezoekadres: Grote Baan 63 – B-3150 Haacht-Wespelaar (België)
info@arboretumwespelaar.nl |
www.arboretumwespelaar.be

* Joke Ossaer is conservator-assistent

Arboretum De Nieuwe Ooster

‘In de geest van Springer’

We schrijven 1889
Een teekentafel.

Springer had een plan,
een dodenakker, uitgestrekt over 16 hectare,
een woud van honderd soorten bomen
als laatste rustplaats, met slingerende paden,
romantisch als verloren liefde.*

Geschiedenis
Zo is het begonnen. Een begraafplaats aan de rand van de grote stad Amsterdam die tevens dienst mocht doen als wandelpark. Een van de oprichters van de Nederlandse Dendrologische Vereniging, Leonard Anthony Springer, won een landelijk uitgeschreven ontwerpwedstrijd. Van de gemeente Amsterdam ontving hij maar liefst ƒ 750,- voor zijn winnende ontwerp ‘Stof’. In 1892 ging onder zijn leiding de eerste schep de grond in. Behalve over de paden, de gebouwen en de graflocaties dacht Springer na over de beplanting. Deze moest divers en bloemrijk zijn. De dendroloog bij uitstek wilde de bezoekers van het park, maar ook mensen in het groenvak, laten zien hoe verrassend het assortiment kon zijn. Dit in verschil van vorm, kleur, bloeiwijze, bloeiperiode et cetera. Volgens huidige normen was het gedenkpark direct na opening meteen een arboretum.
Maar Springer zelf kreeg steeds minder grip op zijn visie, zijn park, zijn droom. In 1915 mocht hij weliswaar een eerste uitbreiding realiseren, maar de grafvakken zelf moesten wat economischer ingedeeld worden. Men kwam er al vlug achter dat de beschikbare ruimte achterbleef bij de snelle groei van de stad, dus geen slingerende grafrijen meer, maar rechte lijnen. Rondom de grafvakken moest de beplanting gesloten blijven zodat de ceremonies op het veld intiemer werden. Zichtlijnen en open gedeeltes bleven dus achterwege. Hoewel de beplanting op het park altijd zeer divers is geweest, versoberde het assortiment. De verantwoordelijke beheerders hadden andere prioriteiten. Min of meer ‘standaard’ beplanting kreeg de overhand.

In De Nieuwe Ooster staat een grote variatie in vormen en kleuren van bomen
Foto: Annette van der Zee

Inventarisatie sortiment
In 1992 kwam ik als hovenier bij De Nieuwe Ooster. Voor die tijd had ik diverse jaren als boomverzorger (lees: bomenrooier) met de groene reuzen gewerkt maar ik had totaal geen oog voor het assortiment. Dat veranderde snel op mijn nieuwe werkplek. Al schoffelend en onkruid wiedend keek ik omhoog naar de takken, de bladeren en de bloeiwijzen. Ik verbaasde mij over de variatie en vroeg mij af hoeveel verschillende soorten op het gedenkpark stonden. Niemand die het mij zeggen kon. Ooit heeft Simon Doorenbos, ook medeoprichter van de NDV, een inventarisatie op het park volbracht waarna op honderd bomen een naambordje werd bevestigd. Dat was mijn uitgangspunt. Ik tekende de bomen in op perkamentkaarten en maakte een sortimentslijst. De eerste lijst waarmee ik pronkte bevatte 162 soorten.
Ik bracht een bezoek aan Trompenburg Tuinen & Arboretum en zag daar de zakdoekjesboom in bloei staan. Ik was verkocht. Deze moest ook op De Nieuwe Ooster komen. Ik mocht de boom aanschaffen. Steeds meer ging mijn aandacht uit naar de bomen en verdiepte ik mij in catalogi. Die is mooi, die ook … nee die.
In 2008 is Stichting Arboretum De Nieuwe Ooster opgericht met als doel het gedenkpark van De Nieuwe Ooster te promoten als arboretum, de verzameling uit te breiden en de educatieve waarde te vergroten. De laatste doelstelling wordt door de actualiteit steeds belangrijker: het belang van groen en bomen benadrukken. Met het aanplanten van nieuwe soorten probeer ik zo veel mogelijk rekening te houden met de bezoeker van het park. Je hoeft geen bomenkenner of dendroloog te zijn om verrast te worden door bloei, vorm en bladkleur van bomen. Waar je ook loopt in het arboretum, de diversiteit maakt de bewondering.

De graven liggen in de beschutting van de grote rode beuk Fagus sylvatica ‘Atropunicea’
Foto: Annette van der Zee

Landelijke bekendheid en functie
Nu zijn we ruim tien jaar verder en is het arboretum een landelijke bekendheid geworden. We zijn onderscheiden met het NDV-waardig predicaat met vijf sterren en de huidige collectie bevat meer dan negenhonderd soorten en is still going strong. Maar los van het assortiment en de bomen is de hechte groep vrijwilligers die hand- en spandiensten verricht voor ons bomenpark van grote waarde. Natuurlijk ben ik trots op de mooie bloeiende bomen en de omvang van de collectielijst, maar deze mensen die zich ook met hun hart inzetten voor het park laten mijn hart in vreugde kloppen.
Een sterk punt van ons park is ook de waarde die het heeft voor de sortimentscursus van de NDV. Met name voor de A-cursus, omdat in het 33 hectare grote park ook nog steeds een grote hoeveelheid basisbeplanting staat. We vinden hier nog ‘gewone’ bomen als Acer platanoides, Fraxinus excelsior, Betula pendula, Fagus sylvatica, maar ook heesterbeplanting zoals Forsythia, Ribes, Symphoricarpos en Berberis.
Maar als we dan met de cursisten door het park lopen worden natuurlijk ook de bijzonderheden getoond en benoemd. Met trots laat ik zeldzame bomen zien, zoals de Populus szechuanica, de Abies squamata en de Idesia polycarpa die vorige zomer zeer rijk gebloeid heeft en zijn prachtige trossen met oranje bessen liet zien. We hebben een Catalpa fargesii f. duclouxii die ongelooflijk rijk bloeit. Ach, ik kan hier een hele lijst opnoemen maar ik zou zeggen, kom eens langs en ontdek. Trek daar dan wel even de tijd voor uit want het park is nogal groot, namelijk 33 hectare. En ja, tussen de bomen liggen ook graven en dat is juist wat ons park zo uniek maakt: de combinatie van die twee. Dat brengt me op het volgende punt.
Vorig jaar bestond onze stichting tien jaar. Ter gelegenheid daarvan is een boekje samengesteld onder de naam Bomentroost. In dit boekje geen dendrologische beschrijving van boomsoorten maar een totaal ander aspect van bomen. Bomen bieden namelijk ook troost aan hen die iemand hebben verloren en bij ons de gelegenheid hebben om een boom te planten ter nagedachtenis. Met deze bomen of naambordjes leven degenen die ons zijn ontvallen voort. Ik prijs me gelukkig en dankbaar dat ik samen met families nieuwe bomen mag planten ter nagedachtenis aan hun dierbaren. Vaak een emotionele gebeurtenis. In Bomentroost komen zij aan het woord. En de dankbaarheid spat ervan af.

Renovatie
Een paar jaar geleden werd een landschapsarchitect ingeschakeld om ons te helpen en te adviseren inzake het renoveren van een aantal grafvakken. Door de jaren heen waren de bomen zo uitgegroeid dat de onderbeplanting bijna geheel in de schaduw stond. Er moest ruimte komen voor de aanplant van nieuwe bloemheesters, zoals Springer dat in het begin ook gedaan had. Een bloemrijke omgeving geeft ook troost aan nabestaanden dacht hij destijds al. Deze architect ging aan het werk, maar nam het ontwerp van Springer van destijds wat al te letterlijk en zette rode kruisen door bomen die daar volgens oude tekeningen niet stonden. Verkeerde bomen, foute bomen, maar bovenal ‘mijn’ bomen. Bomen die ik met alle liefde en zorg her en der vandaan heb gehaald, vertroeteld, bewaterd en verzorgd (en nog net niet geknuffeld). Bomen die ik met trots tijdens rondleidingen laat zien en die het goed bij ons hebben. Geloof me, er zijn pittige discussies geweest en ik schaam me niet om te bekennen dat toen bij de overdadig bloeiende Catalpa fargesii f. duclouxii werd gezegd ‘dan koop je toch gewoon een nieuwe’, mijn tranen vloeiden. Wat een (gebrek aan) verstand …
Maar goed, de directie zag in dat dit niet goed zou gaan en de samenwerking werd op een heel laag pitje gezet. De groenrenovatie doen we nu in een lager tempo en met meer beleid. De bijzondere bomen mogen blijven staan. Hier en daar sneeft af en toe een Acer pseudoplatanus, een Fraxinus excelsior of een Pinus nigra, maar ach, hier hebben we er zat van en bovendien …

Johan Mullenders bij zijn trots Catalpa fargesii f. douclouxii
Foto: Annette van der Zee

En dan een actueel nieuwtje.
Zoals gezegd is ons park aangelegd door Leonard Springer. Behalve ons park heeft hij door het gehele land vele parken, stadstuinen, villatuinen, begraafplaatsen et cetera aangelegd (in totaal ruim boven de zeshonderd stuks). Zijn naam is binnen de NDV dan ook een begrip. Juist vanwege zijn ongelooflijke hoeveelheid werk en aandacht voor het dendrologische vak verdient deze man een standbeeld. Welnu, dat gaat er komen en wel in ons arboretum. Dit kondig ik met grote trots aan daar ik zelf de initiatiefnemer ben van dit project. Samen met de directie van De Nieuwe Ooster gaan we het realiseren. Het is de bedoeling dat het bronzen borstbeeld in het voorjaar 2020 onthuld gaat worden op een prominente plek in ons arboretum, ‘zijn’ arboretum, ‘zijn’ bomenpark.

* Citaat afkomstig uit gedicht ‘Een lichte buiging’ van Herman van Tongerloo.

Arboretum Bokrijk

Het Domein Bokrijk in Genk is voornamelijk gekend van zijn Openluchtmuseum, maar het huisvest ook al zeer lang een zeer indrukwekkend en uniek arboretum. De nadruk ligt momenteel op de beleving van de bezoeker, waar de omvangrijke plantencollectie op een esthetische manier wordt gecombineerd tot een prachtige siertuin.

Geschiedenis
Nog voor het arboretum werd aangelegd, had het Domein Bokrijk al een rijke geschiedenis op het vlak van dendrologische collecties. Bij de bouw van het kasteel begin 1900 werd door de toenmalige eigenaars gekozen om een Engels park aan te leggen, waarvan sommige oude parkbomen in het arboretum nu nog getuige zijn. De aanleg van het arboretum zelf, naar een initiatief van gouverneur Verwilghen en toenmalig directeur Gaston Geerts, gebeurde in samenwerking met het Centrum voor Bosbiologie (het huidige Provinciaal Natuurcentrum). Zij waren in de jaren vijftig bezig met een testproject rondom de bruikbaarheid van exotische boomsoorten op de arme zandgronden van de Kempen. De eerste aanplantingen dateren van de periode 1956-1960 en gebeurden op een systematische manier. Soorten werden gegroepeerd per familie en op lijnen aangeplant. Initieel werden de planten enkel onderhouden voor hun genetisch potentieel.
Eind jaren zeventig kwam het besef dat een dergelijke collectie ook een maatschappelijke meerwaarde moest kunnen uitoefenen, gebaseerd op de visie van het Arnold Arboretum in Boston. Omwille van het toeristische karakter van het domein werd de recreatieve functie steeds van groter belang. Hierdoor werd de systematische collectie geleidelijk aan omgevormd tot een meer landschappelijk aantrekkelijk geheel. Eind jaren tachtig begon het voorbereidend werk aan de aanliggende bostuin naast het arboretum, met de eerste effectieve aanplantingen in 1992. Dit was oorspronkelijk een bosperceel van grove den waarin collectieplanten werden aangeplant. Via deze weg probeerde men aan te tonen dat op deze arme zandgronden vele plantensoorten konden gedijen, geïntegreerd in de bestaande begroeiing. Zonder er een gestileerde tuin van te maken, werd een botanische collectie uitgebouwd onder de bestaande boomlaag. In de loop der jaren zijn de lager gelegen delen getroffen door stormschade, waardoor we een groot aantal grove dennen uit de boomlaag zijn verloren.

Overzicht arboretum Domein Bokrijk
Foto: Sven Bronckaers

Collectie
Vanuit de Vereniging voor Botanische Tuinen en Arboreta (VBTA) werd verwacht dat een botanische tuin zich specialiseerde in één specifieke referentiecollectie. In Bokrijk werd uiteindelijk de keuze gemaakt voor drie referentiecollecties. De eerste keuze was een collectie van Ilex (actueel 800 taxa), aangezien de soort Ilex aquifolium goed gedijt op de Kempense zandgrond. Daarnaast bleek dat nergens in Europa een dergelijke referentiecollectie bestond. Omdat België het eerste land was waar een botanische collectie van bamboe werd uitgebouwd (sinds 1805 in Bergen), werd dit de tweede keuze (actueel 250 taxa). De laatste keuze viel op het geslacht Magnolia (actueel 400 taxa), omwille van de mooie grote bloemen. Zo kon er tezelfdertijd op het recreatieve aspect van het arboretum ingezet worden. Lokaal bestond er al een collectie van Magnolia, wat aangaf dat deze ook goed zou kunnen gedijen in Bokrijk. Veel van de soorten die werden aangeplant waren afkomstig van zaad van de Internationale Magnolia Vereniging en van wijlen Wim Rutten uit Leende. In Bokrijk zijn er veel verschillende selecties uitgeprobeerd, waaronder ook verschillende afkomstig van William Smith uit de Louis Ginter Botanical Garden. Een van zijn selecties (Magnolia yuyuanensis × sieboldii) heeft in Bokrijk de naam ‘Buksenwhite’ gekregen. Dit is een wintergroene soort, iets waarvan we binnen de collectie een grote en unieke verzameling hebben.

Magnolia ‘Buksenwhite’ in Domein Bokrijk
Foto: Jef Van Meulder

Vanuit de oorspronkelijke aanplantingen is een prachtige collectie oudere coniferen overgebleven, vooral soorten van Chamaecyparis. Deze waren eind jaren zestig – begin jaren zeventig heel populair als tuinplant. Daarnaast werden er door de jaren heen grote collecties aangelegd van Rhododendron (meer dan 1000 taxa), Quercus (meer dan 200 taxa) en werd de laatste jaren de varencollectie (meer dan 200 taxa) ook aanzienlijk uitgebreid. Binnen deze laatste collectie stimuleren we voornamelijk groepen van varens, aangeplant in grote oppervlaktes. Hiermee proberen we een meer natuurlijk karakter na te streven, in vergelijking met allemaal individuele planten naast elkaar.

Oude varencollectie: Gymnocarpium dryopteris (links) en Asplenium scolopendrium (rechts)
Foto: Sven Bronckaers

Visie en beheer
Het beheer is vooral gericht op het creëren van een esthetisch interessante tuin. Hier staat het arboretum bij de doorsnee bezoeker op dit moment ook om bekend. Mensen komen vooral naar het arboretum om de rust op te zoeken. Vanuit de groendienst inspireren we door een verscheidenheid aan soorten in verschillende configuraties te testen. We proberen hierbij het hele jaar rond een interessant aanbod te hebben met winter- en voorjaarsbloeiers en bijzondere herfstkleuren. We gebruiken geen herbiciden meer waardoor we experimenteren met verschillende bodembedekkers en verschillende soorten varens – dit vergemakkelijkt het onderhoud.

Toekomst
We willen vooral onze collectie breed zichtbaar maken voor de bezoekers. Dit gebeurt nu veel te weinig en bijkomende informatie in de vorm van infoborden en plannen (aangepast aan het seizoen) moeten de collectie dichter bij de bezoeker brengen. Aanplantingen van interessante soorten die zichtbaar zijn vanaf de omliggende wandel- en fietspaden moeten de mensen uitnodigen om het arboretum meer te bezoeken.
Het blijft voor ons van belang dat we het aanbod blijven uitbreiden, blijven experimenteren en inspireren. Dit vanuit een horticultureel standpunt, waar we voor verschillende periodes in het jaar steeds op zoek blijven naar interessante soorten (winterkleuren, winterbloeiers). Daarnaast kan de collectie ook van wetenschappelijk belang zijn en dragen we graag bij aan onderzoek in welke vorm dan ook. Dit kan specifiek onderzoek naar één soort zijn of een bijdrage aan het behouden van genetische biodiversiteit in ex situ collecties.
Het hele jaar rond werkt onze ploeg er hard aan om ons arboretum zo mooi en interessant mogelijk in te richten, met voor elke bezoeker wat wils. Hopelijk mogen we u binnenkort verwelkomen!

* Hans Nickmans is collectiebeheerder van Arboretum Bokrijk