Inleiding
Op zaterdag 16 november 2013 werd ‘Het Schip van Blaauw’ bevolkt door zoveel enthousiaste en leergierige dendrologen (80), dat het maar gelukkig was dat het schip op het droge lag. Na het welkomstwoord door dagvoorzitter Wout Kromhout kreeg Jos Koppen even de gelegenheid zich te presenteren als interim-voorzitter van de NDV. Hoewel hij al jaren lid is, had hij tot nu toe weinig gelegenheid gehad bijeenkomsten bij te wonen, maar nu zijn de vooruitzichten daarvoor duidelijk beter. Alle aanwezigen hoopten dat het niet bij een interim zou blijven!
Presentatie dia’s Frans Fontaine door Cees van der Linden en Hans van Selm
De eerste presentatie werd verzorgd door Cees van der Linden en Hans van Selm. Zij hadden de diacollectie van oud-secretaris/penningmeester Frans Fontaine doorgespit en daaruit een selectie gemaakt van 75 dia’s die ze de moeite waard vonden. De vertoning verliep nogal chaotisch, omdat de aanwezigen ze bij vertoning gelijk konden claimen en Cees als een soort veilingmeester optrad. Het digitale tijdperk lijkt intussen de doodsklap voor de ooit zo gekoesterde diaverzamelingen. Wat verder opviel was, dat er nauwelijks nog (oud) leden herkend werden op de intussen 40 tot 60 jaar oude dia’s.
Presentatie van Wiecher Huisman over de Ericaceae
Intussen was iedereen wel erg nieuwsgierig geworden naar de presentatie van de Ericaceae door Wiecher Huisman. Het bleek dat Wiecher al op zeer jeugdige leeftijd geboeid was door rododendrons. Thuis had zijn vader een heidetuin, maar de liefde ontvlamde pas echt toen hij rond zijn vijftiende levensjaar in de Oostenrijkse bergen mocht vertoeven en daar rododendrons op de berghellingen zag. Achtereenvolgens liet hij een groot aantal geslachten de revue passeren. Bij diverse daarvan vertelde hij over zijn persoonlijke ervaringen met het zoeken naar de beste groeiomstandigheden, met name de vocht- en zuurgraad. De meeste tijd besteedde Wiecher aan Rhododendron, waarbij hij een vurig pleidooi hield om bij bladverliezende azalea’s ook te letten op de herfstkleur, een favoriet is o.a. Rhododendron prunifolium. Een heel aparte rododendron is volgens hem R. ‘Gowenianum’, een zogenaamde Azaleadendron, een kruising van R. ponticum en R. viscosum. Wiecher was vooral enthousiast over de aantrekkelijke geur van de bloemen. Het was zijn eerste powerpoint-presentatie en ook wat dat betreft zeker een geslaagd debuut.
Takkenwedstrijd
Na de lunch volgde de takkenwedstrijd onder leiding van Hans Janssen en Klaas Verboom. Meestal in de vorm van duo’s stortten de aanwezigen zich eerst op een tiental coniferen en Ericaceae. Daarna volgden twee ronden met 15 loofhoutgewassen. Om bij voorbaat niemand te ontmoedigen was er een flink aantal vrij gemakkelijke takken, maar daarnaast waren er genoeg die veel hoofdbrekens bezorgden, o.a. Rhododendron bureavii, Abelia mosanensis, Menispermum canadense, Poliothyrsis sinensis en Disanthus cercidifolius. In totaal konden 100 punten worden gescoord. Micha Wieland werd de winnaar met maar liefst 93 punten. En daarmee werd het dendrologische jaar afgesloten en kon men zich thuis met de pas verschenen Dendroflora gaan voorbereiden op de Sortimentsdag van 11 januari 2014.
Inleiding
Op donderdag 29 augustus komen rond tien uur de 41 deelnemers uit alle delen van het land per trein of auto bij elkaar in hotel Amrâth in Born voor de eerste kennismaking, natuurlijk met koffie en vlaai. Na een welkomstwoordje snel de bus in voor het eerste onderdeel: het stadspark van Maastricht. Onze gids vertelt wat over het ontstaan van het 10 ha grote park en het bomenbestand. Er staan 800 verschillende, je hebt minimaal vier uur nodig om alles te kunnen zien. Bijzonder is het verhaal over de Maclura pomifera, de Osagedoorn of Goudappel. Dit exemplaar van 130 jaar oud is helaas enkele jaren geleden omgewaaid, maar het hout is op allerlei manieren verwerkt zodat de boom niet wordt vergeten.* Het gaat te ver om alle bomen te noemen, maar een paar springen er uit: Sophora japonica ‘Harry van Haaren’, Liquidambar orientalis, Styrax obassia, Fraxinus velutina, Fagus sylvatica ‘Aspleniifolia’.
Begraafplaats Tongerseweg
Na de lunch in het Centrum voor Natuur en Milieu Educatie vertrekken we naar de uit 1812 daterende begraafplaats en tevens oudste Stille Tuin van Maastricht aan de Tongerseweg. Riekie Notten, echtgenote van medeorganisator Paul, leidt ons rond en weet veel anekdotes en bijzonderheden over deze indrukwekkende tuin te vertellen. In Maastricht werd vroeger door de gegoede burgerij Frans gesproken, de inscripties op de grafstenen staan in het Frans. De grafmonumenten van de elite liggen allemaal langs de hoofdpaden, het ‘plebs’ werd meer uit het zicht begraven. Ook hier bijzondere bomen o.a. een Sequoiadendron giganteum (ruim 30m hoog), een Fraxinus excelsior ‘Diversifolia’ en een Taxus allee die is aangelegd bij het begin van de bouw.
Particuliere tuin ‘De Heerenhof’
De volgende stop is de particuliere tuin ‘De Heerenhof’. Twee lange, smalle tuinen naast elkaar, de ene achter een voormalige stadsboerderij (nu kantoor) en weelderig in aanleg met achter elkaar liggende, verrassende kamers. De andere achter een zeer modern glazen woonhuis, strak van vorm, veel groen, weinig bloemen, grote vijvers en twee witte pauwen. Een groene oase, ruim honderd meter diep en vijftien meter breed, waarin twee totaal verschillende tuinen harmonieus aan elkaar zijn gekoppeld.
Kasteel Vaeshartelt
Het laatste onderdeel van de dag is een bezoek aan Kasteel Vaeshartelt. In het Verdrag van Meerssen uit het jaar 875 wordt dit gebied al beschreven, de naam Vaeshartelt wordt voor het eerst in 1381 genoemd. Lange tijd is dit kasteel eigendom geweest van de industrieel Petrus Regout. Koning Willem II heeft er ook gewoond, de initialen W II en het jaartal 1841 getuigen hiervan in het poortgebouw. De meest opvallende boom: een Tilia cordata, 200 jaar oud. Tijdens de rondwandeling raken we in gesprek met een bevlogen tuinman die bijzondere verhalen over bomen kan vertellen én over het nut van de tondelzwam in vroegere tijden. Sinds enkele jaren bestaan er plannen om het landgoed te ontwikkelen tot een proeftuin voor stadslandbouw en lokale tuinbouw met een hoogstamboomgaard met Limburgse fruitrassen, plantages met klein fruit en een moestuin met ‘vergeten’ groenten, kruiden en eetbare bloemen. Het kasteel is in gebruik als hotel en congrescentrum. Op vrijdag gaat de reis richting Sittard voor een wandeling door (ook hier) het stadspark. Het park is erkend als nationaal park en doet zijn naam eer aan. Prachtige, oude bomen in een rustgevende en ruime omgeving, een ontwerp van landschapsarchitect D.J. Tersteeg. Onze andere reisleider Piet de Jong geeft bij bijzondere bomen een uitleg.
Een imposante Quercus geeft veel stof tot discussie. Is het een palustris of een coccinea? Aan de eikeltjes kun je het verschil zien, maar ja die zijn nog niet voldoende ontwikkeld. Aan de hand van beschrijvingen en tekeningen uit diverse boeken is de conclusie: een coccinea.
Nog enkele bomen: Cladrastis kentukea, een zuilvormige Nyssa sylvatica met hangende takken, Aesculus flava, een opvallend breed groeiende Carpinus betulus ‘Fastigiata’, Diospyros lotus en een Carpinus betulus ‘Quercifolia’. Bij de Betula utilis ‘Doorenbos’ is even een uitleg nodig over de naamgeving, dat is Piet wel toevertrouwd. De wandeling eindigt rond koffietijd bij zorgboerderij ’Ophovenerhof’. Alle vlaaien zijn zelf gebakken volgens familierecepten, ze smaken heerlijk. Limburgs gezegde (gehoord van Riekie): een goede vla is dun van leer en dik van smeer!
Vasteplantenkwekerij en tuincentrum van Roger en Linda Bastin
Op naar de volgende locatie: de vaste plantenkwekerij en tuincentrum van Roger en Linda Bastin in Aalbeek. Op deze kwekerij bevinden zich de Nederlandse plantencollecties voor Salvia, Lavandula, Santolina, Rosmarinus en Thymus, prachtig aangelegd in bloemrijke borders. Het totale sortiment bevat ca. 1000 soorten vaste planten met een voorliefde voor winterharde mediterrane soorten en mensvriendelijke eetbare en geurende planten.
Landgoed Genbroek
Na de lunch bij restaurant ‘Aan de Meule’ in Klein Genhout (Beek) maken we een wandeling over Landgoed Genbroek in Beek, waarbij Paul Notten ons vertelt over de bodemgesteldheid van dit gebied. Eerst 5 m löss, dan 12 m grint en daaronder mergel met een grondwaterstand op een diepte van 65-90 m. Door de grintlaag stroomt water waardoor er op veel plaatsen bronnen zijn ontstaan, in dit gebied al zeven. Samen met het aanliggende Kelmonderbos is het een groot natuurgebied. De meest opvallende boom is een Alnus glutinosa ‘Imperialis’.
Landgoed Vliek
Landgoed Vliek in Ulestraten is de volgende bezienswaardigheid. We worden welkom geheten door de eigenaar, de heer Grouwels, en tijdens een zeven minuten durende video komen we van alles te weten over de geschiedenis van het landgoed en de werkzaamheden om huis en tuin te restaureren. Het rondje door het park brengt ons o.a. bij een Tetradium daniellii, een Calocedrus decurrens, een Fraxinus excelsior ‘Aurea’ en bij een 200 jaar oude rode Beuk. Een gewone zaailing, maar prachtig van kleur.
Tuin echtpaar Notten in Moorveld-Meerssen
De dag wordt besloten met een bezoek aan de tuin van het echtpaar Notten in Moorveld-Meerssen. Paul erfde twee ha weiland achter het huis, maar wat doe je met grasland dat meteen een tiental meters de diepte in duikt? Niveauverschillen maken en bomen planten (1975-1976). Een bijzonder gezicht als je achter het huis op je stoel zit en op gelijke hoogte bent met de boomtoppen. Paul neemt de helft van de groep mee voor een rondleiding, Riekie voorziet de rest van een borrel en een zoutje, na een half uur wordt er gewisseld. Piet heeft voor beiden een cadeau meegebracht en bedankt hen voor hun aandeel in de organisatie van deze
tuinentrip.
Botanische Tuin Kerkrade
‘s Zaterdags rijden we naar de Botanische Tuin in Kerkrade. Piet is vooraf een beetje sceptisch over wat we zullen aantreffen. Zoals bij de meeste botanische tuinen ontbreekt het aan voldoende financiële middelen en bestuurlijk is er nogal het een en ander fout gegaan. Bij de entree blijkt al snel dat van wanbeheer geen sprake is, de tuin ziet er zeer verzorgd uit en het is een feest om er in rond te wandelen. De tuin is ontworpen door tuinarchitect John Bergmans (1892-1980). In 1973 ontving hij de Veitch Memorial Medal van de Royal Horticultural Society vanwege zijn vele publicaties en internationale contacten. Zijn tuinen laten zich typeren door het gebruik van een uitgebreid sortiment aan vaste planten, rotsplanten en heesters. In zijn ontwerpen hield hij rekening met de aanwezige bomen. Een greep uit het sortiment: Acer palmatum “Shishigashira’ van ruim 8 m, een mannelijke Araucaria araucana in bloei, Chitalpa tashkentensis, Pterocarya stenoptera, Magnolia cylindrica, Malus sikkimensis, Gleditsia japonica, Phellodendron amurense, Acer mono, Asimina triloba, Abies arnoldiana, Prunus mahaleb ‘Pendula’, Catalpa ovata, Salix babylonica var. pekinensis. Bij de kuipplanten oogst de Euphorbia cotinifolia veel bewondering.
Kasteel Wylre
De volgende bestemming is Kasteel Wylre in Wijlre, sinds 1981 particulier bezit van de kunstverzamelaars Jo en Marlies Eyck die in de bijgebouwen en in een in 2001 gebouwd paviljoen het museum ‘Hedge House’ vestigden. Rondom het kasteel ligt een prachtige tuin in landschapsstijl. De dwalende wandelaar vindt, verscholen in het bos, een origineel geschoren slingerende Beukenhaag. De formele tuin bestaat uit meerdere kleine tuinen en een boomgaard. Strak geschoren hagen verbinden de tuin en spelen een belangrijke rol in de architectuur van de tuin.
Château St. Gerlach
De volgende verrassing wacht bij Château St. Gerlach in Houthem bij Valkenburg. In de tuinkamer van de Pachthoeve staat een feestelijke lunch klaar met gevarieerde broodjes en sandwiches én kannen met verse jus d’orange. Koffie in meerdere smaken komt vers gemalen uit een machine.
Omdat dit de laatste gezamenlijke maaltijd is wordt Piet even apart toegesproken en bedankt voor de organisatie, die hij samen met de Nottens op zich genomen heeft. Hij krijgt namens de deelnemers een fles wijn en een presentje voor zijn echtgenote aangeboden. Hoewel het programma nog niet is afgewerkt, is iedereen het ermee eens dat de trip nu al geslaagd is en er volgt een welgemeend applaus.
Hierna neemt Riekie weer de leiding voor een wandeling door de (beelden)tuin en de kloosterkerk. In de kapel vertelt zij het verhaal van de heilige Gerlachus, wiens leven op tien schilderijen is afgebeeld. Het vroegere klooster werd na de Franse inval geconfisqueerd, het kwam in particuliere handen en de toenmalige eigenaar liet het ombouwen tot een château, hij vond kasteel te ordinair. Château St. Gerlach is eigendom van de Limburgse hotelier Camille Oostwegel (geboren
in Houthem) en een van de vijfsterrenhotels in Nederland.
Boomkwekerij Jos Frijns en Zn.
Het laatste onderdeel van deze driedaagse reis is een bezoek aan de boomkwekerij Jos Frijns en Zn. in Margraten. Voordat we de ingang bereiken, lezen we op een gevelbord: ‘De rechte gaarde is niet op aarde’. Dat stemt tot nadenken. We worden welkom geheten door Jan Frints, directeur, en al de vijfde generatie die zich met het kweken van vooral fruitbomen bezig houdt. Ook hier staan koffie en vlaaien klaar, gemaakt met eigen fruit door de plaatselijke bakker volgens het familierecept en ‘eet maar zoveel je wilt’. Omdat een wandeling naar de plantage te lang gaat duren, gaan we er met de bus naar toe en krijgen ter plekke een uitleg over nieuwe rassen zoals Santana, kleuren, groeiwijze, vroege/late soorten enz. enz. ‘Wil je proeven? Prima, maar raap ze niet van de grond. Er lopen hier vossen, in de urine zitten bacteriën. Fruit altijd eten van de boom! Kun je hier gerust doen, we gebruiken geen bestrijdingsmiddelen.’ Onze gastheer laat iedereen zijn gang gaan en de meesten hebben wel pruimen geproefd en een paar appels voor onderweg geplukt. Omdat de trein in Sittard niet wacht en het tijdschema begint te dringen, moeten we afscheid nemen van een gepassioneerde kweker die nog wel uren zou kunnen vertellen. Het is een erg leuke reis geweest, veel verschillende onderdelen, zeer gevarieerd, wel een beetje in tijdnood af en toe. Als er zoveel moois te zien is wil je er nog wel een tijdje blijven hangen.
Inleiding
De objecten van de Zomerbijeenkomst van dit jaar waren in en rond Leuven. De overnachting in Hotel Ibis in het centrum van de stad bood de mogelijkheid het prachtige stadhuis te bewonderen en vroeg in de morgen te voet naar de kleurrijke Kruidtuin te gaan.
Japanse Tuin in Hasselt
De excursie begon na de opstap in Eindhoven met een bezoek aan de Japanse Tuin in Hasselt. Het is de grootste Japanse tuin in Europa en trekt jaarlijks maar liefst 55.000 bezoekers. De twee gidsen die de rondleiding verzorgden lieten blijken dat de bezoekers niet echt voor de bomen kwamen. Ze moesten bekennen dat ze daar niet veel van wisten en er normaal tijdens de rondleiding ook niet over vertelden. De tuin was door Japanners aangelegd, het plantmateriaal was door de Japanse architect in Europa gekocht. Naast Japanse flora betrof dat toch veel Europese bomen en struiken. Mogelijk speelde de aanschafprijs een rol, want er zijn talrijke Japanse soorten bij gespecialiseerde boomkwekers. De gidsen vertelden boeiend over hoe Japanners tuinen aanleggen en beleven. Stromend water en stilte zijn daarbij heel belangrijk. De stilte wordt in Hasselt echter nogal verstoord door de aangrenzende snelweg.
Arboretum van Bokrijk
Na Hasselt het arboretum van Bokrijk, een verborgen schat op het uitgestrekte terrein van het openluchtmuseum. Het ligt in een gratis toegankelijk gedeelte. In de folder van het jaarprogramma staat onder het kopje ‘Puur natuur’: ‘Je struint door het Arboretum’. Daarmee doet Bokrijk zich heel erg te kort. Het is een prachtig arboretum, goed onderhouden en met een rijk geschakeerde collectie. Vooral onder de deskundige leiding van Jef van Meulder is het vanaf 1985 één van de belangrijkste arboreta van België geworden. De tijd was te kort om alles goed te bekijken, maar wat beslist niet gemist had mogen worden was de grote vlek met in volle bloei staande Cyclamen hederacifolium. Aan het eind van het bezoek kreeg Jef van Meulder een exemplaar van Magnolia virginiana ‘Moonglow ‘ aangeboden. In zijn dankwoord zei Jef dat de bestuurders van het domein onvoldoende het belang van het arboretum beseffen. Hij zou het op prijs stellen als de NDV hen dit naar aanleiding van het bezoek zou willen laten weten.
Kruidtuin Leuven
De volgende ochtend werd al voor 9 uur de Kruidtuin bezocht. Een dreigend regenbuitje dat niet doorzette werd nauwelijks opgemerkt want al direct was men zeer onder de indruk van deze tuin. Waar vind je vandaag de dag nog een stadspark dat zo fantastisch wordt onderhouden? Naast de kleurenpracht van de éénjarigen viel ook het zeer deskundig samengestelde sortiment heesters op. Alle planten waren keurig gelabeld. Op de website wordt gemeld dat naast de wetenschappelijke en educatieve waarde van de plantencollectie de bezoekers dagelijks genieten van de paradijselijke schoonheid van het geheel!
Arenbergpark
Het volgende object in Leuven, het Arenbergpark, is sinds de K.U. Leuven het in 1916 verwierf omgevormd tot een groene campus van de faculteit Ingenieurswetenschappen. Dit heeft het oorspronkelijke karakter sterk veranderd, maar toch is nog een deel van de parkaanleg intact en het wordt ook goed onderhouden. Van de grote oude bomen zijn het noemen meer dan waard: Acer monspessulanum, A. saccharum, Morus nigra en Torreya californica.
Heverleebos
Na de lunch in dat ooit de boswachterswoning was van het Heverleebos werd onder leiding van Marc Struelens, boswachter van het Vlaamse Agentschap voor Natuur en Bos, het Arboretum Heverleebos bezocht. Onder supervisie van Marc wordt hier sinds 2000 het oude verwaarloosde arboretum gerenoveerd. Het arboretum ondergaat daarbij een ware gedaantewisseling. Eenvormige verzamelingen van vooral naaldhout maken plaats voor een mozaïek van bosjes, solitaire bomen en open ruimten. De verzameling wordt met de aanplant van diverse in- en uitheemse soorten ook gevarieerder. Het project is nog niet afgerond en de nieuwe aanplant nog pril, maar mede door de enthousiaste toelichting van Marc was men geboeid. Het wordt zeer extensief beheerd en dat vergde wel wat van de groep om door het
hoge gras Marc te blijven volgen.
Groot Park in Lovenjoel
Het laatste object van de tweede dag betrof ook een oud domein. Het Groot Park in Lovenjoel was ooit eigendom van het geslacht de Spoelberch, een familie die ook in het verleden dus al een grote belangstelling had voor dendrologie. In 1915 kwam het domein in het bezit van de K.U. Leuven en werd er een psychiatrisch ziekenhuis gesticht. De gebouwen worden thans verbouwd tot appartementen. Een deel is vrijgegeven voor woningbouw, maar de nieuwe eigenaar wil het karakter ervan zoveel mogelijk behouden. Bij de gebouwen staan o.a. grote exemplaren van Carya tomentosa, Fagus sylvatica ‘Asplenifolia’, Quercus petraea ‘Mespilifolia’ , Q. pubescens en Sophora japonica. Maar alle aandacht werd vervolgens gevraagd tijdens een rondgang door het gedeelte dat nu privé-eigendom was. Dat was een zeer dicht oud bomenbestand met daarin verstopt een aantal bijzondere bomen. De eigenaar was zeer geïnteresseerd om van de groep te horen hoe de renovatie kon worden aangepakt. Dat leverde veel discussie op. Het zou een langdurig project worden en de eigenaar hoopte vurig dat we snel weer zouden komen om de realisering te volgen.
Geografische Arboretum in Tervuren
Het Geografisch Arboretum in Tervuren is vanuit Leuven zeer snel te bereiken en zo stond de groep daar in de vroege ochtend in het West-Amerikaanse deel in een paradijselijke sfeer. Windstil, doodstil was het en met de nog laagstaande zon door de boomkronen. Het was voor iedereen een onvergetelijke ervaring. Dit deel van het arboretum dat gedomineerd wordt door 40 m hoge coniferen is een eeuw na de aanplant nog altijd van een bijzondere schoonheid. Het tempo lag dan ook niet hoog. Na de vele Picea sitchensis, Tsuga heterophylla, Thuja plicata, Pseudotsuga menziesii, Chamaecyparis lawsoniana, Abies en Pinus soorten werd nog genoten van de grote groep Zuid-Amerikaanse Araucaria, maar het bleef verder Westelijk Noord-Amerika met o.a. Calocedrusdecurrens en Sequoiadendron giganteum en natuurlijk de randbeplanting van veel Acer circinatum. Het oosten van N. Amerika moesten we rechts laten liggen, want voor een bezoek aan dit prachtige object moet je eigenlijk minstens een hele dag uittrekken.
Arboretum Wespelaar
Het laatste doel was een bezoek aan een vrij jong arboretum, het Arboretum Wespelaar. Vorig jaar werd daar een schitterend entreegebouw geopend met o.a. een cafetaria en een prachtig auditorium. Na de lunch verzorgde gastheer Koen Camelbeke in het Auditorium een korte presentatie van het arboretum met beelden van alle seizoenen. Belangrijke speerpunten zijn de Magnolia’s in het voorjaar, Stewartia en de herfstkleuren. Een Rhododendroncollectie is nog in opbouw. Koen leidde vervolgens de groep door het driehoekige 19 ha grote arboretum langs een keur van bijzondere bomen en struiken. Veel daarvan noemen voert te ver, maar veel aandacht trokken Betula dahurica met een witte stam, mogelijk een hybride, Magnolia ‘Daphne’, volgens Koen de mooiste gele, nieuwe Magnolia selectie met een tweede bloei, de zeer laat bloeiende Tilia henryana ‘Arnold Select’ met een mooie piramidale kroon, T. kiusiana en een zeer rijk vruchten dragende Viburnum plicatum ‘Dart’s Red Robin’. Ook voor dit arboretum kun je gerust een dag uittrekken. We kunnen jaloers zijn op wat onze zuiderburen op dendrologisch gebied te bieden hebben en ook op zulke enthousiaste dendrologen als Koen Kamelbeke en Marc Struelens!
Deze website maakt gebruik van cookies
Om de beste ervaringen te bieden, gebruiken wij cookies om informatie over je apparaat op te slaan en/of te raadplegen. Door in te stemmen met deze technologieën kunnen wij gegevens zoals surfgedrag of unieke ID's op deze site verwerken. Als je geen toestemming geeft of je toestemming intrekt, kan dit een nadelige invloed hebben op bepaalde functies en mogelijkheden.
Functioneel
Altijd actief
De technische opslag of toegang is strikt noodzakelijk voor het legitieme doel het gebruik mogelijk te maken van een specifieke dienst waarom de abonnee of gebruiker uitdrukkelijk heeft gevraagd, of met als enig doel de uitvoering van de transmissie van een communicatie over een elektronisch communicatienetwerk.
Voorkeuren
De technische opslag of toegang is noodzakelijk voor het legitieme doel voorkeuren op te slaan die niet door de abonnee of gebruiker zijn aangevraagd.
Statistieken
De technische opslag of toegang die uitsluitend voor statistische doeleinden wordt gebruikt.De technische opslag of toegang die uitsluitend wordt gebruikt voor anonieme statistische doeleinden. Zonder dagvaarding, vrijwillige naleving door je Internet Service Provider, of aanvullende gegevens van een derde partij, kan informatie die alleen voor dit doel wordt opgeslagen of opgehaald gewoonlijk niet worden gebruikt om je te identificeren.
Marketing
De technische opslag of toegang is nodig om gebruikersprofielen op te stellen voor het verzenden van reclame, of om de gebruiker op een site of over verschillende sites te volgen voor soortgelijke marketingdoeleinden.