Trompenburg Tuinen & Arboretum ligt op historische grond. Tegenwoordig is deze tuin een groene oase in de drukke en levendige stad Rotterdam. Tot in de late middeleeuwen was het slechts moeras, behorend tot de ambachtsheerlijkheid Cralingen.
Geschiedenis
De naam Rotta voert terug op een nederzetting in de 11e eeuw. Veelvuldige overstromingen waren aanleiding om dijken te gaan bouwen. Tot de eerste behoren de Oude Dijk en de Honingerdijk, de laatste is vernoemd naar Slot Honingen, dat hier ooit heeft gestaan. De dijken maakten het mogelijk om het moeras als weiland te benutten. Daartoe werden sloten gegraven, zodat water kon worden af- en aangevoerd. De structuur van lange smalle kavels met sloten is karakteristiek voor menig polderlandschap in veel gebieden in Holland en is ook op Trompenburg nog zichtbaar, met name in het oudste gedeelte dat aansluit bij het entreepaviljoen.
In die tijd bestond ambachtsheerlijkheid Kralingen uit meerdere buitenplaatsen. Aan de zuidzijde van de Oude Dijk lagen Slot Honingen, buitenplaats Woudestein en buitenplaats Zomerlust met daarachter de boerderij Trompenburg, de naam die tot op de dag van vandaag voortleeft. De buitenplaatsen werden gebouwd als weekend- en zomerverblijf, maar later werden ze het hele jaar bewoond. ‘Zomerlust’ door familie Smith, later Van Hoey Smith. De tuin achter het huis werd aangelegd in de Engelse (late) landschapstijl en vanwege de grote passie voor bomen begon familie Van Hoey Smith met de aanleg van een bomenverzameling, een arboretum. Door de grote vraag naar arbeidskrachten in de haven van Rotterdam stroomden havenarbeiders van heinde en verre toe. De woningnood was groot en Rotterdam bouwde huizen waar het maar kon. Ook de Kralingse buitenplaatsen ontkwamen niet aan de expansiedrift. In 1895 werd Kralingen geannexeerd door Rotterdam en verschillende buitenplaatsen moesten letterlijk het veld ruimen voor arbeiderswoningen. Het was een tijd vol veranderingen op maatschappelijk gebied. Buitenplaats Woudestein werd verkocht aan de gemeente Rotterdam. Een deel van het terrein werd verhuurd voor harddraverijen en een ander deel werd gemeentelijk sportterrein. Gelukkig bleef de buitenplaats Zomerlust, inmiddels omgedoopt in buitenplaats Trompenburg, behouden en ging een schakel vormen in de ‘Groene Long’ van Rotterdam.
Veranderende tuin
Verschillende generaties Smith en later Van Hoey Smith bewoonden Trompenburg. In 1950 komt het beheer in handen van J.R.P. van Hoey Smith. Vanaf die tijd groeit de collectie bomen explosief. Vooral eiken, beuken, rododendrons en succulenten waren zijn grote passie. In 1958 wordt Stichting Arboretum Trompenburg opgericht. Vanaf dat moment wordt de tuin op beperkte schaal opengesteld voor publiek. De tuin wordt in 1960 uitgebreid met Tuin Woudestein en Perenhof. In 2000 wordt Tuin Excelsior aan Trompenburg toegevoegd.
In 1996 breekt een nieuw tijdperk aan voor Trompenburg. Gert Fortgens wordt aangesteld als directeur/hortulanus van Stichting Arboretum Trompenburg en hij neemt hiermee het stokje over van vier generaties Van Hoey Smith. De openstelling wordt verruimd en er komt een modern vormgegeven entreepaviljoen. Hierin is een winkel ingericht met aan tuinen gerelateerde artikelen, en het paviljoen biedt de mogelijkheid voor het organiseren van bijeenkomsten, lezingen en presentaties. Ook de tuin verandert. Niet langer alleen bomen en struiken, ook vaste planten en steeds meer bol- en knolgewassen doen hun intrede. Het arboretum wordt weer een tuin: de mooiste, bijzonderste tuin van Rotterdam.
2008: Stichting Trompenburg Tuinen & Arboretum
In 2008 bestaat Trompenburg 150 jaar en viert Stichting Arboretum Trompenburg het 50-jarig bestaan. Maar Trompenburg is meer dan een arboretum: het is begonnen als tuin en bestaat uit een aaneenschakeling van fraai aangelegde en onderhouden tuinen met daar in opgenomen een bijzondere bomenverzameling: een arboretum. In het jubileumjaar wordt, om nadruk te leggen op de oorsprong en functie van Trompenburg, gekozen voor een nieuwe naam: Trompenburg Tuinen & Arboretum. In dat jaar wordt Tuin Excelsior geopend en ook De Overtuin gaat open voor publiek. De totale oppervlakte bedraagt daarmee ruim 8 hectare. Het voormalige scoutinggebouw in de meest oostelijke hoek van Tuin Excelsior is in 2008 ook in gebruik genomen als theehuis voor bezoekers. Het krijgt de toepasselijke naam De Uithoek. Deze locatie is sedertdien ook beschikbaar voor educatieve activiteiten en voor zakelijke bijeenkomsten. Naast het groeiende aantal bezoekers leveren de winkel en het theehuis een belangrijke bijdrage in het rond krijgen van de exploitatie.
Collecties
Wat in alle jaren hetzelfde is gebleven is de passie voor planten. Zij blijven de hoofdrol spelen in Trompenburg. Naast botanische soorten is er bewust gekozen voor het aanplanten en bijeenbrengen van collecties cultivars. Dit vanuit de gedachte dat gaandeweg in de geschiedenis van Trompenburg planten met sierwaarde steeds meer nadruk kregen. Hieronder zijn veel door kruisingswerk ontstane planten (bijvoorbeeld rododendron cultivars) of planten met een afwijkende eigenschap ten opzichte van de botanische soort (denk aan groeivorm of bladkleur). Hier ligt ook een museale taak, want Trompenburg wil bijdragen aan het in stand houden van oude cultivars. Door verschuiving van de belangstelling en door de constante vernieuwing van het aanbod aan nieuwe cultivars zouden de oudgedienden in het sortiment kunnen verdwijnen.
Enkele van de omvangrijke collecties in Trompenburg zijn de eiken, de beuken, rododendron, hulst, coniferen, hosta, en sedert 2008 is er ook een fraaie collectie blauwe regen (Wisteria) bijeengebracht. Naast deze collecties is er veel aandacht voor planten met seizoensaspecten. In de periode april – mei is de tuin bijzonder aantrekkelijk door de overvloedige bloei van alle voorjaarsbloeiers en door het frisse groen van het uitlopende blad. Dan zijn de bezoekersaantallen groot. Voor een spreiding van de aantrekkelijke momenten in de tuin wordt daarom steeds gekeken naar welke planten een aanvulling zouden kunnen zijn van de (late) winter tot diep in de herfst. Ook met het oog op een aantrekkelijk aanbod is de grote collectie cactussen en andere succulenten aangepakt. Deze stonden dicht opeen in de kas op tabletten. Alle tabletten in het publieksdeel van de kas zijn vervangen door grondbeddingen waarin de cactussen en vetplanten geografisch gerangschikt zijn. In deze natuurlijk ogende omgeving komen de afzonderlijke planten veel beter uit en is er een duidelijker verhaal bij te vertellen.
De bezoekers en de toekomst
Jaarlijks komen meer dan 50.000 bezoekers hier genieten van de prachtig aangelegde en onderhouden tuin, van de bijzondere planten in de collectie en van de rust. De hectiek van de levendige stad rondom Trompenburg lijkt zelfs op drukke dagen ver weg. Hiernaast worden voor bezoekers die een andersoortige belevenis willen evenementen georganiseerd, zoals weekends met plantenverkoop, muziek uitvoeringen, beeldende kunst en theater. Zo draagt Trompenburg een steentje bij aan de groeiende belangstelling voor Rotterdam als toeristenstad waar steeds iets leuks valt te beleven. Voor de komende jaren wordt een verdere groei van de bezoekersaantallen verwacht. Maar niet alleen voor dat soort gebruik is Trompenburg van blijvende waarde voor Rotterdam. Als cultuur-historisch monument verbonden met de geschiedenis van Rotterdam als havenstad wordt Trompenburg met het verstrijken van de jaren steeds interessanter. In de samenstelling van de beplanting van de tuin heeft zich in tweehonderd jaar tijd een cyclus voltrokken: was de beplanting van de oude buitenplaats in 1820 vooral gericht op bomen en struiken met fruit, alsmede het hebben van een grote moestuin voor eigen consumptie, in later jaren verschoof de rol van de beplanting nagenoeg geheel naar die van het creëren van een gevarieerd en aantrekkelijk beeld. Tegenwoordig komt de waarde van de beplanting in de tuin als ‘eetbaar groen’ meer en meer in de belangstelling. En daarin ligt de komende jaren nog een schone voorlichtende taak: voor een gedeelte van de tuin wordt gewerkt aan het inrichten van een voedselbos. De kwaliteiten van de aanwezige beplanting met eetbare delen worden voor het voetlicht gebracht en er worden nieuwe planten bij geplant waarmee van alles in de keuken valt te bereiden. Een geheel nieuw maar toch heel oud facet van de plant in de tuin! □
* Adelien Vis is medewerker bij Trompenburg Tuinen & Arboretum.