Eind februari las ik een NRC-recensie van twee ‘bomenboeken’ met als titel: ‘Wat is de relatie tussen mens en boom en waarom willen we graag een tuin?’ Het eerste deel van de titel betrof ‘Bomen en Bossen’ van Ton Lemaire (besproken in de vorige Arbor Vitae). Het tweede deel doelde op een boek van Th. Oudemans: ‘Om de tuin geleid’. De recensent noemde het eerste boek ‘een romantische ode aan zijn groene vrienden’. Over het tweede boek zei hij: ‘Th Oudemans produceerde met Om de tuin geleid een polemischer geschrift met veel stekeligheden.’
Ik was dus wel benieuwd naar Oudemans’ boek. Eerlijk gezegd viel het mij niet mee. Het boek is weliswaar prachtig geïllustreerd, maar de tekst is niet altijd even goed te volgen en te begrijpen voor mij. Het boek bestaat eigenlijk uit twee delen. Het eerste deel bevat veel historische informatie over allerlei soorten Europese tuinen door de eeuwen heen. Veel originele beschrijvingen met een veelal filosofische benadering van het begrip ‘tuin’, wat niet zo vreemd is, want Oudemans is filosoof. Het tweede deel van het boek gaat over zijn eigen bomentuin: arboretum Tennax (Wedde, Gr.). Dat is een grote collectie treurbomen, vandaar de naam ‘Hangende Tuinen’. Het is een combinatie van een dinopark en miljoenen jaren oude boomsoorten, waarover hij zelf schrijft: ‘Gelukkig schuwen De Hangende Tuinen de vreemde beelden (dinosauriërs), angstaanjagende geluiden, kermisachtig vertier en verrassingseffecten helemaal niet. Ze zijn speels, zoals de rest van de natuur dat is.’ (p. 117)
Een aantal zinnen uit het boek vielen me op, maar vond ik lastig te begrijpen, bijvoorbeeld: ‘…de aard van dit boek. Dit is geen beschrijving van tuinen door de eeuwen heen (–), maar het wekken van een besef van diepe grammatica’s of semantieken die hele epochen domineren veelal zonder dat de bewoners van die epochen daar weet van hebben. Het gaat om de grammatica van natuur, kunst en paradijs.’(p. 14). Of: ‘In dit boek mag iets duidelijk worden van een nadenken dat geen filosofie is, maar iets heel anders, namelijk nadenkend gestemd raken. Let op: iedere samenleving is omgeven door gesedimenteerde tekenen, die een betekeniswereld vormen waarover niet nagedacht kan worden, maar die wel sturing geeft aan alles wat in zo’n samenleving gebeurt. In dit boek wordt dit duidelijk aan de hand van de woorden natura en ars.’ (p. 35). Dergelijke zinnen maken het boek voor mij moeilijk leesbaar. Het moge duidelijk zijn dat Oudemans’ schrijfstijl niet ideaal is voor mij. Maar tegelijkertijd realiseer ik me dat meer filosofisch ingestelde mensen met genoegen dit boek zullen lezen.
Oudemans, Th.C.W. (2023). Om de tuin geleid. Natuur en horticultuur in Europa. KNNV Uitgeverij, Zeist. Prijs: € 29,95.
Nawoord van de redactie: Filosoof Wouter Oudemans is op 22 maart overleden. Hij laat een groot aantal boeken en landschapspark Tenaxx na, een park met een grote treurbomencollectie en dinosauriërs. Oudemans was lid van de NDV en schreef regelmatig kritische stukken in Arbor Vitae. Zijn meest recente artikel (‘Laat de boom van het leven toch bloeien’) staat in AV-1, 2024, pp 24-26.