Ik ben Ivo van Capel, in 1971 geboren in Noorden en wonend in Nieuwkoop. Ik ben letterlijk opgegroeid te midden van planten: mijn vader had zijn hele leven een eigen rozenkwekerij, waar ik in de schoolvakanties graag meewerkte. Mijn opa was mossteker (Spagnum) en rietsnijder. Het groen heeft me altijd aangetrokken. Na de mavo ging ik naar de middelbare tuinbouwschool in Aalsmeer waar ik veel leerde over het kweken van bloemen en het omgaan met planten. In het begin van mijn loopbaan heb ik meer in de commerciële tuinbouw gewerkt, namelijk bij stekbedrijven en rozenveredelingsbedrijven. Hobbymatig ben ik me meer en meer in de diversiteit van de tuinplanten en bomen gaan interesseren. Ik solliciteerde op een vacature in de tropische plantenkas van Artis. Achteraf ben ik heel gelukkig dat ik daar niet werd aangenomen. Een maand later heb ik namelijk gesolliciteerd bij de Botanische Tuinen Utrecht en werd ik aangenomen door Wiert Nieuman. In 2001 ben ik daar begonnen en ik ben nu hoofdtuinman van de Ontdektuin, de Bamboebostuin en de Noord-Amerikaanse bostuin. Het is een zeer gevarieerde baan waarin ik vooral buiten bezig ben. Ik zeg weleens gekscherend: ‘Van bomen zaaien tot bomen omzagen.’ In de Botanische Tuinen Utrecht, een onderdeel van universiteit Utrecht, faculteit biologie, zijn de laatste jaren veel positieve ontwikkelingen gaande, mede door een nieuwe, jonge directie met nieuwe inzichten, ook op commercieel gebied.
Groene kennis opdoen …
De liefde voor het groen is bij mij gaandeweg gegroeid. Ik heb na de middelbare tuinbouwschool een jaar in Amerika gewerkt op een potplantenkwekerij en had in die periode de mogelijkheid veel nationale parken te bezoeken. Tijdens mijn jaar in de V.S vond ik het heel bijzonder dat ze daar een weg hebben gemaakt waarbij je “door” een boom (de Kustsequoia, Sequoia sempervirens) kan rijden. Ook de rest van dat park (Redwood National Park) met haar imposante woudreuzen, heeft grote indruk op mij gemaakt. Ook heb ik een jaar in Nieuw-Zeeland mogen werken. Zo heb ik mijn kennis kunnen vergroten en de planten in hun natuurlijke habitat kunnen aanschouwen. De liefde kon niet meer stuk.
Bij de NDV heb ik de B- en C-cursus gedaan en ben ik met excursies meegegaan. Mijn interesse gaat vooral uit naar houtige gewassen en vaste planten.
Op mijn werk in Utrecht heeft Gerard van Buiten, de huidige hortulanus, mij nóg enthousiaster gemaakt voor het groen. Ik kom veel in contact met kwekers van botanische soorten en leer veel van mensen als Chris van der Wurff, Mark Bulk, Hennie Kolster en Peter Vanlaerhoven, als ook van onze contacten in België en Scandinavië. Ik heb een fascinatie voor alle planten ontwikkeld en geniet in het bijzonder van de bladvormen, stammen en schorsen van bomen en jaarrond van hun bloei, bladkleur en vruchten.
…… en in praktijk brengen
Ik werk fulltime in de Botanische Tuinen en ben er helemaal op mijn plek. Het is mijn passie en ik krijg veel vrijheid om nieuwe ideeën te ontwikkelen en te ontwerpen. Het team waar ik deel van uitmaak, pakt diverse projecten in de tuin op, om het voor de bezoekers zo aantrekkelijk mogelijk te houden. Andere tuinen bezoeken en excursies meemaken zijn belangrijk om op de hoogte te blijven van de ontwikkelingen. Toen ik in Utrecht begon, had ik geen idee wat me te wachten stond maar het heeft mijn verwachtingen overtroffen. Je gaat steeds meer ontdekken wat de tuin doet en oplevert.
Zo ben ik ooit aangesproken door iemand die zojuist genezen was van leukemie. Terwijl hij bij ons in de tuin was, vertelde hij dat in een van zijn medicijnen een werkzame stof zat van een plant die bij ons in de medicinale tuin groeit, Catharantus roseus. Hij wilde een stekje van de plant, ik heb hem een plant meegegeven.
Er komt veel publiek in de Botanische Tuinen. Ik vind het leuk en ook wel mijn plicht om mijn kennis, ervaring en enthousiasme te delen en geef antwoorden als er vragen worden gesteld over wat men ziet. Ik geef soms ook rondleidingen en voordrachten, bijvoorbeeld voor de Vrienden van de Botanische Tuinen. Vanaf de jaren negentig is er een stijgende lijn in het aantal bezoekers. Als medewerkers krijgen wij dagelijks van de bezoekers te horen hoe mooi en interessant men het vindt. Gewoon omdat we als team plezier in onze “hobby” hebben. Niks bijzonders, maar wel heel leuk om te horen en het went nooit. Bij de Botanische Tuinen hebben wij een internationaal netwerk voor het ruilen van zaden. Bomen en heesters zaaien we het liefst van zaden uit de natuurlijke habitat. Soms kan het heel snel gaan: in vier jaar tijd van een zaadje tot een bloeiende Magnolia cylindrica.
In de tuin zijn we de laatste vijf jaar erg bezig met een goed én gezond bodemleven. Al het blad op het hele universiteitsterrein wordt jaarlijks omgezet in bladaarde, dat weer wordt toegevoegd aan de grond in de tuin. Deze bladaarde is een zeer waardevolle verrijking voor alles wat groeit en bloeit. En op deze manier zijn we circulair bezig.
Terugkijkend op mijn groene leven tot nu toe was ik liever eerder de botanische wereld ingerold, want ik voel me er helemaal in thuis.