Asimina triloba, een interessant fruitgewas in opmars

Op de omslag van Arbor Vitae 4 (2020) prijkt een plant met een fraaie vrucht. Hoewel ze goed winterhard is, zag je ze tot voor kort maar zelden in ons land in cultuur. Ze krijgt nu langzamerhand meer aandacht omdat door de klimaatverandering de smakelijke vruchten ook de kans krijgen rijp te worden. Veredelaars hebben daarbij gezorgd voor een rijkere dracht en betere vruchtkwaliteit.

Op de omslag van Arbor Vitae 4 (2020) prijkt een plant met een fraaie vrucht. Hoewel ze goed winterhard is, zag je ze tot voor kort maar zelden in ons land in cultuur. Ze krijgt nu langzamerhand meer aandacht omdat door de klimaatverandering de smakelijke vruchten ook de kans krijgen rijp te worden. Veredelaars hebben daarbij gezorgd voor een rijkere dracht en betere vruchtkwaliteit.

Prachtig gekleurd maar onaangenaam ruikend, de bloemen
van Asimina triloba
Foto: Ineke Vink

Het geslacht Asimina is het enige geslacht van de familie van de Annonaceae buiten de (sub)tropen. Het telt in Noord-Amerika acht soorten waarvan alleen Asimina triloba winterhard is. Deze laatste heeft een areaal dat zich uitstrekt van Florida tot in het Canadese Ontario. De overige soorten horen thuis in Florida en alleen A. parviflora overschrijdt daarbij nog de grenzen van deze staat. A. triloba is in Noord-Amerika het houtige gewas met de grootste vruchten. Ze kunnen zelfs ongeveer een pond wegen. Linnaeus beschreef de soort in 1753 als Annona triloba, wel wat vreemd omdat de bladeren ongelobd zijn. De Franse botanicus Michel Adanson, die het geslacht Asimina beschreef latiniseerde de Franse benaming ‘asiminier’. Deze benaming is afgeleid van het indiaanse woord assimin voor de vrucht, maar veel bekender is de Indiaanse naam Pawpaw. Het is ook mogelijk dat deze naam vanwege de gelijkenis van de vruchten is afgeleid van het Spaanse Papaya voor de vruchten van de Carica papaya. Deze worden ook wel Pawpaw genoemd.

Kenmerken
A. triloba is een struik of kleine boom van 1,5 m tot soms ruim 10 m hoog. Vaak kan wortelopslag voorkomen. De plant overwintert met naakte knoppen, maar dat lijken door de sterke beharing gewone knoppen. De bladstand is afwisselend. Het blad is kortgesteeld, omgekeerd eirond, 15-30 cm lang. Heel typisch is verder dat de bladeren vanaf het ontluiken hangen. Dat verraadt mogelijk de tropisch oorsprong uit het regenwoud. De herfstkleur is geel en verschijnt al vroeg, want een andere link met het tropische verleden is het laat ontluiken en de vroege bladval. In het uiterste zuiden van het areaal is de plant (half)wintergroen. Het blad is aanvankelijk aan de onderzijde dicht bruin behaard, later alleen nog op de nerven. De purperkleurige klokvormige bloemen verschijnen voor de bladontwikkeling half mei uit okselknoppen van eenjarige twijgen. De bloemen hebben een aasgeur en de bestuiving is door aasvliegen. De groengele vruchten zijn 5-15 cm lang, hebben geel of oranje vruchtvlees en veel 1,5-2,5 cm grote kastanjekleurige zaden. Voor vruchtzetting is kruisbestuiving van de bloemen nodig al komt zelfbestuiving ook voor. De smaak van het zoete vruchtvlees heeft iets van bananen, al wordt ook mango genoemd en doet de nasmaak aan meloen denken. De vruchtkwaliteit en de smaak lopen op de natuurlijke groeiplaatsen nogal uiteen, soms smaken ze vrij bitter. Vanwege de eetbare vruchten zijn er in Amerika veel volksnamen: Dog Banana, Hoosier Banana, Indian Banana, Poor Man’s Banana, Ozark Banana, Prairie Banana en met diverse namen van staten, bijvoorbeeld Kentucky Banana. Ondanks het grote aantal zaden in de vruchten is de voortplanting op de natuurlijke groeiplaatsen, dat zijn vooral vochtige dalen, toch in hoofdzaak vegetatief in de vorm van wortelopslag.

Asimina triloba, deze keer niet met hangende bladeren
Foto: Ineke Vink

Asimina is niet de enige vertegenwoordiger
van de familie van de Annonaceae in Noord-Amerika. Het nauw verwante geslacht Deeringothamnus, de False Pawpaw, met twee soorten in Florida. In het uiterste zuiden van Florida zijn groeiplaatsen van Annona glabra, een soort die verder thuishoort in het Caribisch gebied, Midden en Zuid-Amerika en West- Afrika. De bekendste vertegenwoordigers van dit geslacht zijn Annona muricata, de Zuurzak, oorspronkelijk voorkomend in Midden-Amerika en de Caribische Eilanden en A. squamosa, de Suikerappel, oorspronkelijk eveneens afkomstig
van de Caribische Eilanden.

Fruitboom
Het gebruik als fruitboom neemt toe, vooral in de biologische teelt. Een belangrijke pionier op dit gebied in de VS is Dr. G.A. Zimmerman uit Harrisburg in Pennsylvania, die vooral superieure planten verzamelde. Echte veredeling begon vanaf 1980 door Neal Peterson en medewerkers in Maryland. Maar op dit moment vindt ook in Italië veredeling plaats. Intussen zijn diverse selecties in de handel gekomen met tot 450 gram zware vruchten en met weinig zaden, onder andere ‘Davis’, ‘Mango’, ‘Overlese’, ‘Prolific’, ‘S.A.A. Zimmerman’ en ‘Sunflower’. Italiaanse selecties zijn
bijvoorbeeld ‘Vitroplant 2’ en ‘Vitroplant 3’. Er zijn selecties waarbij zelfbestuiving mogelijk is maar meestal zijn meer planten nodig voor kruisbestuiving. Voor meer informatie over selecties zie Kwekerij de Zoetewei. Blijft dat de vruchten niet lang houdbaar zijn en vooral worden verwerkt tot sappen en jams.

Drie maal Asimina triloba, tegelijk geplant, heel verschillende habitus
Foto: Ineke Vink

Geef een reactie