Inleiding
In de middag van 25 juni verzamelden zich 20 enthousiaste dendrologen op de parkeerplaats bij de Botanische Tuin Rombergpark te Dortmund. De heer Herbert Reif, leider van de Botanische tuin, heette ons hartelijk welkom, wees ons de weg door de gebouwen en stelde een mooie strook gras beschikbaar om de tenten op te zetten. We werden ’s nachts bewaakt door o.a. Pinus ponderosa ‘Pendula’ en Picea smithiana.
Botanische Tuin Rombergpark
Om 18.30 uur stond de heer Reif klaar voor de eerste rondleiding door de Botanische Tuin. Hij vertelde e.e.a. over de geschiedenis van de Botanische Tuin en maakte ons met name deelgenoot van zijn grote zorgen over het voortbestaan ervan (waar hebben wij dat meer gehoord?). Hij levert een onafgebroken strijd met de politiek, die kennelijk ook hier niet het belang inziet van goed gedocumenteerde botanische verzamelingen.
Geschiedenis Botanische Tuin Rombergpark
Tussen 1818 en 1822 begon de familie Von Romberg op haar grondgebied rond het Wasserschloss Romberg met de aanleg van een park in Engelse landschapsstijl. In 1926 verwierf de stad Dortmund het park en bracht de Botanische Tuin, die vanaf 1887 aan de rand van de binnenstad lag, over naar het Rombergpark. De eerste directeur was Richard Nose. Hij breidde de collectie flink uit. Een deel van de tuin is naar hem genoemd: het Nose Arboretum. Eind 1944 werd Schloss Romberg door bombardementen verwoest en ook de Botanische Tuin werd zwaar beschadigd. Het enige wat nog aan Schloss Romberg herinnert, is het (gerestaureerde) poortgebouw. In 1949 werd de wederopbouw van de tuin ter hand genomen onder leiding van Dr. Gerd Krüssmann. Hij bracht één van de grootste collecties houtige gewassen in Europa bij elkaar (4500 soorten en cultivars). Daarnaast schreef hij tal van boeken. De Botanische Tuin Rombergpark werd internationaal bekend. In 1958 werden 1000 m² kassen gerealiseerd. In 2008 werd een deel van de kassen van een moderne nevelinstallatie voorzien en werden er 35 Wollemia nobilis geplant. Ook Krüssmann is geëerd met een ‘Krüssmann Arboretum’. Van 1975-1995 had Dr. Bünemann de leiding en van 1995 tot heden zwaait Herbert Reif de scepter. In feite is dit object een Arboretum met een oppervlakte van 65 ha.
Wandeling door de Botanische Tuin van Rombergpark
Tijdens de wandeling zagen we fraaie exemplaren van o.a.: Quercus rubra ‘Aurea’, Carpinus betulus ‘Columnaris’, Maclura, Juglans cinerea, Carpinus japonica, Pinus peuce, prachtige beuken, waaronder vooral een geweldige Fagus sylvatica ‘Asplenifolia’ uit 1822 opviel. Apart in het beukensortiment is een zgn. ‘Süntelbuche’, die van nature voorkomt in het Weserbergland, noordelijk van Hameln. De groeivorm is erfelijk. De wetenschappelijke naam is Fagus sylvatica f. suentelensis. Ook de moederboom van Ginkgo biloba ‘Tremonia’ hebben we hier bewonderd. Een lindenlaan uit 1822 staat er nog florissant bij.
Dag 2
Recklinghausen
Er werd vroeg opgebroken want we werden om 8.30 uur in Recklinghausen verwacht. De heer Eschrich bleek een vrolijke, onvermoeibare, enthousiaste prater die met veel elan uitleg gaf over alle bijzonderheden in zijn verzameling. Om half twaalf kwamen we bij een tuinhuisje in het 1,5 ha grote arboretum en daar wachtte ons een verrassing. Mevrouw Reif en mevrouw Eschrich hadden een lading wafels gebakken van onovertroffen kwaliteit en daar deden wij ons tegoed aan. Heerlijk!
Sortiment
Interessant: Acer platanoides ‘Tharandt’, die zelfs in de ‘Naamlijst’ niet genoemd wordt. Betula pendula ‘Schneverdinger Goldbirke’, een geelbladige berk van ruim 10 m hoog, Chamaecyparis lawsoniana ‘Wissel’s Saguaro’, een zeer slanke selectie uit de ‘Wisselii’, Pinus armandii met kegels en Tilia monticola (synoniem van T. americana var. heterophylla) met zeer groot blad met witte onderkant. De heer Eschrich oogstte 40 kg vruchten van zijn Actinidia deliciosa en 25 kg van zijn A. arguta!
Schloss Bodelschwingh
Ons volgende object was Schloss Bodelschwingh. Dit waterslot dateert uit 1300. Het oorspronkelijke gebouw was een tweekamerhuis op een fundering van eikenpalen. Een gedeelte van het huidige slot staat nog op die palen. De Heren van Bodelschwingh verkregen in 1336 het recht om zelf recht te spreken. In 1808 werd dit recht door de Fransen ingetrokken. De ‘gerechtsboom’, een honderden jaren oude Meidoorn, is in 1901 door een storm geveld. In 1565 kreeg het slot door uitbreiding zijn huidige vorm. De erfopvolging in mannelijke lijn is enkele malen onderbroken, zodoende is de huidige eigenaar Felix Freiherr zu Inn und Knyphausen.
Rond 1870 is het domein omgevormd tot een groot park in Engelse landschapsstijl. Dit is gedaan door landschapsarchitect Eduard Petzold (1815 – 1891). Petzold is een tijd lang in dienst geweest bij het Nederlandse koningshuis. In die periode werd het bekende ‘Park zu Muskau’ in Bad Muskau onder zijn leiding gerealiseerd. De huidige Duits-Poolse grens loopt dwars door het park. Van het ooit beroemde arboretum, thans op Pools gebied, is niets meer terug te vinden.
Tussen 1970 en 1980 is de A45 dwars door park Bodelschwingh aangelegd zodat nog slechts een fractie van het immense park over is. Er staan nog imposante Castanea, Bruine beuken, een machtige Liriodendron en een zeer oude laan van Carpinus betulus. Tegen 16.00 uur werd de terugweg naar Dortmund aanvaard. We kregen een uurtje pauze en ondertussen konden de liefhebbers voor de barbecue hun inkopen doen.
Rondleiding 2 door de Botanische Tuin Rombergpark
Om 18.00 uur stond iedereen weer klaar voor een tweede rondleiding door de Botanische Tuin Rombergpark. We werden andermaal overladen met dendrologische lekkernijen zoals: Nyssa sylvatica, Ostrya carpinifolia, Quercus bicolor, Q. frainetto, Q. velutina, Q. libanerris, Q. imbricaria, Picea omorika ‘Bruns’, uitzonderlijk slank, Acer platanoides ‘Walderseei’, Betula ermanii var. subcordata met fraaie stammen, Magnolia sieboldii in volle bloei, een mooie groep Sassafras, door wortelopslag zich langzaam uitbreidend, Syringa pekinensis rijk bloeiend, Chosenia bracteosa, bloeiende Rhus radicans, een Sequoiadendron-vallei, en als hoogtepunt een Buckleya distichophylla. Dit is een houtige halfparasiet uit de Santalaceae, die bij voorkeur groeit op de wortels van Tsuga, maar ook wel op andere gewassen. Komt voor in de zuidelijke Appalachen en is tweehuizig.
Tegen 21.30 uur kreeg iedereen toch wel trek en werd de barbeque opgezocht. Mevrouw Reif had deze al op temperatuur gebracht. Er stond een rij partytenten met tafels en banken opgesteld en het werd ongelooflijk gezellig. Tegen 23.00 uur zei de heer Reif: “Liebe Leute, ik heb jullie beloofd om onze Cyclocarya te laten zien, maar omdat het terrein zo immens groot is, zijn we daar niet aan toe gekomen. Wie zin heeft kan nu met mij meegaan en dan zoeken we hem alsnog”. En zo werd, in ganzenpas de heer Reif gevolgd door het nachtelijk duister naar de Cyclocarya. Meer dan een schim konden we op dit tijdstip niet zien. Het lukte Gerbert Klein Wassink echter, dank zij zijn lengte, om één overjarig vruchtje te vinden, hetgeen later als bewijs van echtheid gold. Na een kort, maar welgemeend dankwoord aan onze gastheer en zijn echtgenote, werden de tenten weer opgezocht.
Dag 3
Botanische Tuin van de Ruhruniversität
Om 8.00 uur had iedereen zijn tent enz. weer ingepakt en konden we op weg naar de Botanische Tuin van de Ruhruniversität in Bochum. Hier wachtte ons andermaal een verrassing. Er was afgesproken met één rondleider voor ca. 1,5 uur. Echter, er stonden twee mensen op ons te wachten, Dr. Veit Dörken en Prof. Thomas Stützel. En ze liepen niet anderhalf uur met ons rond, maar vier volle uren! Ongelooflijk.
Geschiedenis Botanische Tuin van de Ruhruniversität
Het was knap warm tegen de zuidhelling waarop de 13 ha grote tuin is gelegen. De Botanische Tuin hoort bij de biologische faculteit van de in 1962 gestichte Ruhr Universiteit en deze is in 1968 gestart en in 1971 voor het publiek opengesteld. Het zwaartepunt ligt op diverse biotopen die men hier in stand wil houden, hetgeen aardig lukt. Als bijzonderheid hebben ze een Chinees paviljoen van 1000 m². Dit ligt weliswaar te midden van niet Chinese elementen, maar oké. Het is een geschenk van de Tongji Universiteit uit Shanghai en is in 1990 door Chinese vakmensen met uit China overgebracht materiaal gebouwd. In 2001 heeft een groep Chinese vaklui vier maanden lang een complete restauratie uitgevoerd. Voorwaar een kostbaar geschenk. Wij zagen o.a. Acer buergerianum, Aristolochia brasiliensis, Ehretia dicksonii, Holboellia coriacea, Tetracentron sinense, Welwitschia mirabilis in bloei, Pseudopanax ferox, Robinia hispida, Sorbus torminalis, en Buckleya lanceolata. Het verschil met Buckleya distichophylla konden wij niet vaststellen.
Stadtpark Bochum
Na een verfrissing van Corrie (sap van Pyrus nivalis) namen enkele mensen afscheid. Elf ‘diehards’ trokken echter nog naar ons laatste object, het Stadtpark Bochum. Dit park, 31 ha groot, is het op één na oudste gemeentelijke park in het Roergebied. Het is in 1878 geopend. Aangelegd in Engelse landschapsstijl vormt het nu een ware oase in de grote stad. De aparte aantrekkingskracht schuilt hier in de grote verscheidenheid aan oude bomen zoals Liriodendron, Cladrastis, Phellodendron, Celtis, Acer macrophyllum, Acer platanoides ‘Cucullatum’, Ginkgo, Sophora, Pinus wallichiana, Sequoiadendron, Catalpa, Parrotia, Liquidambar enz. Door de zeer vruchtbare lössgrond is de groei voorbeeldig. De herfstbeelden zijn hier oogstrelend. Tegen 4 uur namen we afscheid van elkaar
op een terrasje tegenover het park.
Woorden van dank schieten te kort voor de Duitse gastvrijheid. De heer Reif heeft bij de voorbereiding een hele dag aan ons besteed en tijdens het kampeerweekend nogmaals anderhalve dag. En dan nog het gebruik van de kampeerruimte en de gebouwen.
In Bochum stond de top van de Botanische Tuin voor ons klaar en besteedde een hele zondagmorgen aan ons! DANKE, DANKE, DANKE SCHÖN.
Geschreven door: Pierre Theunissen