Gezellige leerzame Twente-excursie: Arboretum Poort Bulten

Inleiding
Nadat de buienlucht verdwenen was en we gelaafd waren met koffie en gebak, aangeboden door het Gewest Twente, eigenaar van Arboretum Poort Bulten, kon de rondgang een aanvang nemen. Niet minder dan 50 deelnemers waren op zaterdag 9 juli naar Twente afgereisd.

Bloeiende Catalpa’s in Arboretum Poort Bulten
Het eerste object waren de fraai bloeiende Catalpa’s. Aandachtig werd gekeken naar de kleurmetamorfose van de honingmerken op de bloemen. Ondergetekende wees op de bijzondere overeenkomst met die van de paardenkastanje. De twee honingmerken zijn eerst geel, vervolgens verkleuren ze naar oranje en eindigen paars.

Piet de Jong geeft uitleg bij een Catalpa
Piet de Jong geeft uitleg bij een Catalpa
Foto: Pierre Theunissen

Lindes in Arboretum Poort Bulten
Van de Catalpa ging het naar de grote groep linden, waar allereerst de overdadig bloeiende Tilia ×europaea ‘Euchlora’ de aandacht trok. Stilgestaan werd verder bij de grote Tilia oliveri, de indrukwekkende T. mongolica, de bizarre T. platyphyllos ‘Laciniata’ en T. tomentosa, de Zilver- of Hongaarse linde. Herinnerd werd aan de reactie in enkele Duitse steden nadat het opviel dat onder laatstgenoemde lindes zoveel dode hommels en bijen lagen. Men meende dat ze vergiftigd waren door de nectar en het kwam zelfs tot kappen van Zilverlindes. Onderzoek in de Universiteit van Münster wees uit dat het een kwestie was van verkommering. De laatst bloeiende linden trokken massaal insecten aan met het gevolg dat ze verkommerden. Einde verkeerde diagnose zou je denken. Recent Pools onderzoek komt zonder het Duitse onderzoek te citeren weer met die giftigheid op te proppen. Vraag blijft, wat vinden de insecten in Hongarije, het moederland, ervan? Naast het belang van linden voor de nectar is er ook de historisch betekenis van de linde als liefdesboom.

Andere soorten in Arboretum Poort Bulten
Natuurlijk werd er uitgebreid stilgestaan bij de beroemde Planera aquatica (Wateriep) en ook deze keer bleef het de vraag of dit echt wel een Planera betrof of toch een Amerikaanse iepensoort. Bloemen en vruchtjes zouden uitsluitsel kunnen geven. Voor de eerste waren we, evenals vorige excursies, te laat. Vruchtjes waren er helaas niet. Planera aquatica groeit van nature in moerasgebieden. Wat dat betreft is de vochtrijke bodem van Poort Bulten een prima biotoop. Bij de berken was Betula ermanii ‘Blush’ nog altijd gelabeld als B. costata. Deze historische misidentificatie, die ook wijlen Gerd Krüssmann in zijn ‘Laubgehölze’ niet doorzag, werd nog eens uit de doeken gedaan. B. costata was tot voor kort niet in cultuur bekend en heeft een duidelijk ander blad. Een opvallend kenmerk van B. ermanii is de glimmende onderzijde van het hartvormige blad. Na een schitterende Alnus japonica, een van de ouders van de ook aanwezige A. ×spaethii, komen we langs de Haagbeuken waarvan één gelabeld als Carpinus betulus ‘Frans Fontaine’. Of die selectie daar zo lang geleden al terecht kwam blijft toch de vraag. Eén kenmerk van deze cultivar toont de brede struik wel, namelijk de naar beneden gerichte top van de bladeren. Bij de esdoorns valt de enorme Acer saccharinum (Zilveresdoorn) op met zijn opgaande groeiwijze, die doet vermoeden dat het een ‘Pyramidale’ betreft. Stilgestaan werd nog even bij de gedenksteen voor Leonard Springer, ontwerper van het arboretum en één van de oprichters van de NDV. De Coniferen tonen dat het een echt mastjaar is voor Abies en Picea, volop kegels. Veel aandacht kreeg de bizarre Picea abies ‘Pendula’, de majestueuze Sequoiadendron giganteum en zijn buurman Thuja plicata. Intussen was het hoog tijd voor de lunch.

Totaalindruk Arboretum Poort Bulten
De totaalindruk van het arboretum was zeer bevredigend. Steeds mooier wordt het moerasgebied met zijn grote vijvers. Ook de populierenverzameling ontwikkelt zich goed. Aan het eind werd Huub Olde Loohuis bedankt voor zijn jarenlange inzet voor een goede nomenclatuur in het arboretum. Tijdens de rondgang kon hij een flink aantal determinaties noteren. Voor het arboretum werd hem een Heptacodium miconioides aangebonden.

Arboretum van Singraven
Na de lunch, met dank aan de fantastische, gastvrije inzet van Christel Morsink die in het weekend de Koffieschenkerij in het Bezoekerscentrum runt, togen wij door het fraaie Twentse landschap naar Singraven. Hier werden we opgewacht door Carla Oude Alink en Willem Oosterhuis, helemaal scherp om ook hier de nodige determinaties te noteren. Die waren er zeker, maar de wijze waarop dit arboretum door deze enthousiastelingen verder ontwikkeld wordt, maakte zeker indruk. Ook bij dit arboretum was Springer betrokken, maar de opzet is eigenlijk zeer eenvoudig. Brede gazons omzoomd met bos, een randbeplanting van bomen en heesters. Er is de laatste jaren veel aangeplant, maar het is de voor een deel oorspronkelijke beplanting die de meeste indruk maakt. Het is een zeer vochtig terrein, ideaal voor Alnus. Er zijn schitterende Alnus ×spaethii, waarvan enkele niet tot de veel gebruikte kloon cultivar ‘Spaethii’ lijken te behoren. Vermeldenswaard zijn verder o.a. Acer saccharum (vermoedelijk subsp. nigrum), Betula ermanii ‘Blush’, Magnolia hypoleuca, Ostrya virginiana, Pyrus cordata, Quercus pyrenaica, Zelkova carpinifolia en Z. serrata. Vooral de zeldzame, in het wild bedreigde West Europese peer, Pyrus cordata was een verrassing. Heel gezond en met prachtig overhangende twijgen. De kleine peertjes zullen bij gebruik in het openbaar groen geen enkel probleem opleveren. Het kleine blad was frisgroen en elliptisch tot rond. De wetenschappelijke naam wijst op hartvormig blad en zo zag ik ooit een fraai exemplaar in Kew Gardens, maar dat is bij deze soort vaak toch niet het geval.

Een zeldzaamheid op Singraven: Fraxinus platypode uit China
Een zeldzaamheid op Singraven: Fraxinus platypode uit China
Foto: Pierre Theunissen

Mede dankzij de nieuwe aanplant is het arboretum van Singraven zeker op weg een interessant object te worden. Het is op dit moment alleen nog maar voor groepen op afspraak toegankelijk. Dat is een groot contrast met Arboretum Poort Bulten dat jaarlijks een enorm aantal bezoekers trekt. De registratie vindt plaats met een teller bij de ingang. Het zou gaan om bijna 100.00 bezoekers per jaar.

Vlak bij het arboretum van Singraven is de bekende watermolen en een restaurant waar veel deelnemers, enkele vroegtijdig, neerstreken als afsluiting van het bezoek. Ook voor dit arboretum was een plant meegekomen, die per abuis achter het toegangshek van het landhuis was gestald. Dit hek bleek na de excursie gesloten, maar het lukte medeorganisator Tonny van der Plank toch om een Hydrangea paniculata ‘Ruby’ (Angel’s Blush) aan te bieden.

Geschreven door: Piet de Jong