De foto van de omslag van de derde Arbor Vitae uit 2022 toont de bekendste soort van het geslacht Arbutus met als Nederlandse naam de Aardbeiboom. Van nature is de soort wijdverbreid in het Middellandse Zeegebied en West-Azië. Daarbuiten ook nog in het westen van Frankrijk en, heel bijzonder, in het zuidwesten van Ierland.
Een tweede Europese soort is A. andrachne uit Zuidoost-Europa. A. unedo stond in de oudheid bekend onder de naam Andrachne. De Nederlandse naam voor A. andrachne is Griekse aardbeiboom. Waar de arealen van beide soorten elkaar overlappen, treed bastaardering op. De wetenschappelijke naam van de bastaard is A. ×andrachnoides. De derde soort van de westerse wereld is A. canariensis van de Canarische Eilanden. In Noord-Amerika zijn in totaal zes soorten, met arealen in het zuiden van de Verenigde Staten en in Mexico.
De Aardbeiboom is meestal een 1,5-3 m hoge struik, al kan het een meer dan 10 m hoge boom worden met een matgrijze, gegroefde afschilferende stam. De jonge twijgen zijn klierachtig behaard. Het wintergroene lancetvormige blad is aan de bovenzijde glanzend groen. De bladrand is fijngezaagd. De eindstandige bloemtrossen hebben klokvormige witte tot roze gekleurde bloemen met teruggekromde kroonslippen. De bloeiperiode is van oktober tot maart en in die periode kunnen er tegelijk bloemen en vruchten zijn. Deze laatste verkleuren van lichtgeel naar rood. De vergelijking met aardbeien gaat voor de rode kleur nog wel op, maar morfologisch verder totaal niet. Ze zijn eetbaar maar de smaak is ondanks het hoge suikergehalte wat zurig en weinig aromatisch.Volgens C.A. Backer in zijn Verklarend woordenboek van wetenschappelijke plantennamen zou unedo, dat in de oudheid ook voor de soort werd gebruikt, afgeleid zijn van unus (een) en edere (eten): wie één vrucht van de boom gegeten heeft, heeft er genoeg van. De vruchten worden wel gebruikt voor de bereiding van sommige wijnen en likeuren, zoals de Portugese medronho, of soms verwerkt tot jam. In Albanië maakt men van de vruchten de traditionele raki, bekend als raki kocimareje. In de oude geneeskunde zijn er ook diverse toepassingen. Brouwsels van de bladeren zouden onder andere werken tegen diabetes, hyperventilatie en reuma.
A. unedo in een warmer wordend klimaat
De Aardbeiboom is geschikt voor toepassing in diverse klimaten, al stelt ze warmte op prijs, en is goed resistent tegen droogte. Vooral in warmere gebieden als Californië is het een populaire plant. In tegenstelling tot de meeste familieleden van de Ericaceae verdraagt ze standplaatsen met een hoge pH. De vruchtproductie is op veel groeiplaatsen nogal wisselvallig.
Van A. unedo vermeldt de Naamlijst van houtige gewassen een zestal cultivars. ‘Compacta’ is een dwergvorm met weinig bloemen. Een verbetering daarvan lijkt ‘Atlantic’ die rijker vrucht draagt. ‘Rubra’ met rode bloemen is al bijna drie eeuwen bekend. Ze verkreeg evenals ‘Atlantic’ van de Royal Horticultural Society een Award of Garden Merit. ‘Minlily’ is een rijkvruchtende selectie en dat geldt ook voor ‘Marina’.
Introductie in cultuur
Hoewel de Aardbeiboom in Zuid-Europa al sinds de oudheid in cultuur was, kwamen de eerste planten die in West-Europa in cultuur genomen werden uit Ierland. Een bron vermeldt dat in 1586 planten gezonden werden naar Lord Leicester en Sir Francis Walsingham. In de Verenigde Staten vermeldde Thomas Jefferson de plant in 1778 in zijn Monticello Gardens Book.
Symboolfuncties
Een beer die met zijn voorpoten tegen de stam van een aardbeiboom staat en zo de vruchten eet, is te zien in het wapen van Madrid. In het centrum van de stad, op het plein Puerta del Sol, staat een standbeeld met deze voorstelling. Ook verder in de stad is deze voorstelling te zien op taxi’s en gebouwen. In Italië werd het in de 19e eeuw een nationaal symbool waarbij het groene blad, de witte bloemen en de rode vruchten de kleur van de Italiaanse vlag vormen.