Nu alle blaadjes weer van de bomen zijn gewaaid ziet ons arboretum er heel anders uit. Het is net of het kleiner is. Komt misschien omdat je nu verder kunt kijken. Ik ben elke winter weer blij dat er nog een flink aantal Coniferen zijn, die geven ten minste nog wat groene kleur.
Hoewel, ik realiseerde me dat er ook aardig wat loofbomen en struiken zijn die hun groene blad houden in de winter. Hoeveel zijn dat er eigenlijk bij ons, vroeg ik me af. Ik ben aan de wandel gegaan met een opschrijfboekje in de hand. Tot mijn eigen verbazing telde ik zo’n 100 taxa! Een paar voorbeelden. Groenblijvende Eiken zoals: Quercus ilex (Steeneik), Q. agrifolia (Californische hulsteik), Q. myrtifolia, Q. suber (Kurkeik). Maar ook de Magnolia grandiflora (Zuidelijke magnolia), M. laevifolia en M. figo (Bananenstruik) mogen er zijn. Elke winter geniet ik weer van de nu al flink uit de kluiten gewassen Ligustrum lucidum (Chinese liguster). Ook de paar winterharde Eucalyptus soorten E. gunnii (Cidereucalyptus), E. pulverulenta en E. pauciflora subsp. niphophylla (Sneeuweucalyptus) bezie ik altijd met veel plezier. Natuurlijk kwam ik ook een paar bijzondere tegen waarvan ik nauwelijks wist dat ze in de collectie waren, zoals Hakea microcarpa, Grevillea erectiloba (Australische zilvereik), Notaphoebe cavaleriei, Ilex perado (Spaanse hulst) en Umbellularia californica (Californische laurier).
Groenblijvende loofbomen hebben vaak een extra dikke cuticula, een vettig laagje op de bladopperhuid (epidermis). Ook hebben de cellen vriespunt verlagende stoffen in hun cellen. Dat beschermt hen tegen vorst.
Ik bedacht me ineens hoe interessant het zou kunnen zijn om een arboretum (of ten minste een groot deel ervan) met uitsluitend bladhoudende loofbomen aan te leggen, daar blijft het hele jaar door van alles te zien …