Op de omslag van de laatste Arbor Vitae uit 2024 prijkt een foto van Cercis canadensis ‘Forest Pansy’, één van de weinige cultivars van de Canadese Judasboom die al wat langer in cultuur is. In deze eeuw heeft hij gezelschap gekregen van een reeks van nieuwe selecties. Opvallend bij vele daarvan is de aparte bladkleur. De aantrekkelijke bloei op het kale hout lijkt daarbij van secondair belang.

Foto: Ronald Houtman
Eerst in de dertiende druk van Boom’s Dendrologie (2000) verscheen naast C. canadensis ’Alba’ uit de vorige drukken ‘Forest Pansy’, een nog altijd populaire roodbladige selectie. De kleur van het blad is bij het uitlopen roodpurper en verkleurt in het seizoen naar groenpurper in de zomer om te eindigen met een rode of oranje herfstkleur. De herkomst is niet bekend. De enige gevonden aanwijzing noemt Missouri als vindplaats. Krüssman (1976) vermeldt in het Handbuch der Laubgehölze de aanwezigheid van ‘Forest Pansy’ in het National Arboretum in Washington. In 1979 werd aan ‘Forest Pansy’ door de Keuringscommissie van de KVBC een Getuigschrift van Verdienste toegekend met recht op herkeuring voor een hogere bekroning. Dat gebeurde in 1981 met een Getuigschrift Eerste Klas. Ook de Royal Horticultural Society (RHS) verleende een Award of Garden Merit, maar dat gebeurde pas in 2017. Intussen zijn van de recente nieuwe selecties er drie door de Keuringscommissie positief beoordeeld. In 2019 kreeg Cercis canadensis ‘NCCC1’ (ᴄᴀʀᴏʟɪɴᴀ ꜱᴡᴇᴇᴛʜᴇᴀʀᴛ) op Plantarium een bronzen medaille. De struik met aanvankelijk donkerrood blad vereist een niet te zonnige, beschutte groeiplaats. Eveneens een bronzen medaille werd in 2021 bij de KVBC Spring Challenge gegeven aan C. canadensis ‘NC 2015’(ɢᴏʟᴅᴇɴ ꜰᴀʟʟꜱ), de eerste geelbladige selectie. Een zilveren medaille verkreeg in 2021 ‘NC2016’ (ᴇᴛᴇʀɴᴀʟ ꜰʟᴀᴍᴇ), een selectie met een uniek kleurverloop van zwartrood naar dieprood tot uiteindelijk donkergeel. De struik werd op de RHS Chelsea Flower Show in 2021 gekozen als ‘Plant of the Year’.

Foto: Cor van Gelderen
Cercis canadensis heeft in Noord Amerika een groot areaal dat zich uitstrekt van het zuidoosten van Canada en de zuidoostelijke helft van de VS tot in het midden en noordoosten van Mexico. Gezien het feit dat het leeuwendeel van het areaal in de VS ligt, is de Nederlandse benaming Amerikaanse Judasboom terecht. In 1753 beschreef Linnaeus in het geslacht Cercis de soorten C. canadensis en C. siliquastrum. Met name in Engeland was C. siliquastrum uit het Oostelijke Middellandse Zeegebied en Klein Azië meer geliefd dan C. canadensis en ook in ons land was canadensis lang zeer zeldzaam in cultuur aan te treffen. De cultivar C. canadensis ‘Alba’, beschreven in 1794, was heel lang de enige benaamde selectie. Dat beeld is thans volkomen veranderd. In de meest recente Naamlijst van Houtige Gewassen (2024) worden maar liefst 28 selecties vermeld. Het contrast met de voorheen meer geliefde C. siliquastrum met slechts twee cultivars kan niet groter zijn. Het voert te ver om deze cultivars in dit artikel de revue te laten passeren. De winterhardheid die voorheen een groot probleem was, zal mogelijk bij enkele daarvan nog wel een rol spelen.

Foto: Ronald Houtman
Van de tien soorten die het geslacht telt, zijn er vijf inheems in China. De in cultuur belangrijkste daarvan is C. chinensis met een groot areaal in China en ook vaak aangeplant. De bekendste cultivar is C. chinensis ‘Avondale’, een kleine struik met een donker rozerode bloemkleur. Ze verkreeg in 2012 van de RHS een ‘Award of Garden Merit’. Een eveneens rijkbloeiende kleine struik is C. chinensis ‘Don Egolf’.

Foto: Ronald Houtman