Herman de Meijer meldde de redactie dat hij soms namen tegenkomt, bestaande uit een soort code met erachter tussen haakjes een andere naam. Bijvoorbeeld in AV-3 2023, p. 37: Agapanthus praecox ‘HPP4087’ (ᴀᴍᴏᴜʀᴇᴛᴛᴇ sᴜᴘᴇʀʙ ᴡʜɪᴛᴇ). Hij vraagt zich af of hij bij een kweker moet vragen naar A. praecox ‘HPP4087’, of naar A. praecox ‘ᴀᴍᴏᴜʀᴇᴛᴛᴇ sᴜᴘᴇʀʙ ᴡʜɪᴛᴇ’? Verder is hij nieuwsgierig naar het doel van deze dubbele aanduiding. Omdat ons dat een interessante kwestie lijkt voor meer van onze lezers hebben we Ronald Houtman gevraagd en bereid gevonden om ons daarover te informeren.
In de basis bestaat een plantennaam uit twee delen: de geslachtsnaam (bijvoorbeeld Agapanthus) en de soortnaam (bijvoorbeeld praecox). Daar kan dan nog een forma (f.), ondersoort (subsp.) of natuurlijke variëteit achter komen, maar dat is voor de beantwoording van bovenstaande vraag niet relevant.
Als een afwijkende plant in cultuur wordt gebracht, krijgt deze een cultivarnaam, ook wel rasnaam genoemd (bijvoorbeeld ‘HPP4087’). De gehele naam is dan: Agapanthus praecox ‘HPP4087’.
De cultivarnaam is onlosmakelijk verbonden met het fysieke voorkomen van deze plant. Feitelijk staat deze dus voor een aantal eigenschappen die de cultivar ‘HPP4087’ afwijkend maken van de soort Agapanthus praecox.
Behalve de cultivarnaam wordt tegenwoordig ook vaak een handelsaanduiding/handelsnaam aan een plant gegeven. Als deze is gedeponeerd is dat een merk. Deze handelsnamen maken geen deel uit van de plantennaam. Het zijn immers toevoegingen, die naar believen van de kweker van de ene plant naar een andere plant mogen verhuizen. Het idee van handelsnamen is namelijk dat deze commercieel worden ingezet om de verkoop van deze planten te stimuleren. Zie het als een wasmiddel: het wasmiddel met de handelsnaam/het merk Dreft uit 1960 heeft een totaal andere samenstelling dan het middel Dreft dat nu verkrijgbaar is. Toch blijft de handelsnaam/het merk Dreft garant staan voor een goed wasmiddel. Zo zou het bij planten ook moeten gaan, maar dat is helaas meestal niet het geval.
Sinds eind vorige eeuw is het mogelijk om voor sierteeltgewassen kwekersrecht aan te vragen. Dit recht wordt gegeven op cultivars, die bij aanmelden van een cultivarnaam moeten zijn voorzien, want: ‘De cultivarnaam is onlosmakelijk verbonden met het fysieke voorkomen van deze plant.’.
Helaas zijn de richtlijnen van het EU bureau dat de kwekersrechtaanvragen verwerkt dermate strak, dat veel voorgestelde namen werden afgewezen. Dit heeft ertoe geleid dat kwekers ervoor zijn gaan kiezen om allerlei code-achtige cultivarnamen te verzinnen. Met als bijkomend voordeel dat deze namen in praktijk niet worden gebruikt ten faveure van de mooiklinkende handelsnamen, die de verkoop moet stimuleren. Het is echter niet altijd de angst voor afwijzing van de cultivarnaam. In veel gevallen wordt de cultivarnaam expres lastig gemaakt, zodat altijd de handelsnaam wordt gebruikt. En er zijn ook kwekers die denken dat het verplicht is om een code-achtige cultivarnaam te geven en een mooie handelsnaam… Wat dus zeker niet het geval is. In het geval van de Agapanthus staat de code ‘HPP’ voor de veredelaar van de Agapanthus: Highland Pot Plants. Het getal is waarschijnlijk een selectienummer.
De kwekers willen dus dat men steeds de handelsnaam gebruikt, in dit voorbeeld Aᴍᴏᴜʀᴇᴛᴛᴇ Sᴜᴘᴇʀʙ Wʜɪᴛᴇ. Gewoonlijk worden handelsnamen in zgn. klein kapitaal geschreven. Als dat niet kan, worden ze in hoofdletters geschreven.
Maar omdat in zeer veel gevallen alleen de handelsnaam wordt gebruikt, zonder verdere toevoeging van de cultivarnaam (die dus de soortechtheid garandeert), zal de handelsnaam vervallen tot de generieke naam. Omdat dit niet de cultivarnaam is, is de handelsnaam daarmee een soort statusloze naam geworden. Maar wel eentje die in praktijk overal wordt gebruikt en waarmee mensen een plant met bepaalde, gewenste, eigenschappen kopen. Feitelijk is echter, als er nergens op het etiket de cultivarnaam ‘HPP4087’ vermeld staat, niet te achterhalen of dit wel dezelfde cultivar is.
Sterker nog, er is, als zowel de cultivarnaam als kwekersrechtgegevens ontbreken, ook niet te achterhalen of de plant kwekersrechtelijk beschermd is. Waardoor de eigenaar min of meer het recht verliest om actie te ondernemen tegen vermeende illegale teelt van zijn gewas. Anderen konden immers niet nagaan of de plant beschermd is en bij wie zij zich dus zouden moeten melden.
Bovenstaande is slechts een deel van de (best wel) ingewikkelde en deels juridische discussie. Er zijn uiteraard verschillende uitzonderingen en gelukkig zijn zeer veel kwekers niet te kwader trouw. En dan nu het antwoord op de vraag: in een tuincentrum kun je het beste vragen om Agapanthus praecox Aᴍᴏᴜʀᴇᴛᴛᴇ Sᴜᴘᴇʀʙ Wʜɪᴛᴇ. Want van ‘HPP4087’ hebben ze bij het tuincentrum waarschijnlijk nog nooit gehoord. En dat dit dus niet in de systemen staat zegt eigenlijk al genoeg over hoe er met plantennamen wordt omgegaan. Let er wel op dat op het etiket ‘HPP4087’ staat, al is het maar op de achterkant en klein. Dit garandeert namelijk dat je exact de cultivar hebt die je wil!