Categorie archieven: Verslagen van activiteiten

Verslag excursie Lindenarboretum en Boomkwekerij Theo Westerveld

Verslag NDV excursie Nationaal Lindearboretum Winterswijk en Boomkwekerij Theo Westerveld 26 juni 2021

Voorbereid en geleid door Jan van den Brandhof die de Tilia collectie in het arboretum heeft opgebouwd en ook verantwoordelijk is voor de collectie. Het arboretum heeft geluk gehad dat Jan hierbij betrokken is geraakt omdat hij keurmeester was bij de NAKB en Naktuinbouw en daardoor nog steeds een enorm netwerk van kwekers en groenmensen heeft.

We werden door hem welkom geheten met koffie/thee en een gevulde koek van de warme bakker, een gulle geste. En Gerbert Klein Wassink had voor iedereen een Tilia insularis meegenomen, die nu eigenlijk Tilia amurense moet heten. Jules Klees had voor de liefhebbers  Pseudocydonia sinensis meegenomen. Gerbert en Jules bedankt!
Het begon meteen al goed doordat Huib Sneep Pierre Theunissen een trofee uitreikte die naar Pierre is  genoemd.
Hierna vertelde Jan een aantal wetenswaardigheden over het sortiment aan de hand van meegebrachte takken met bloemen. Hij legde de verschillen uit tussen de Tilia’s en vertelde wanneer welke linden bloeien (van vroeg naar laat).
In 1989 is het Arboretum opgericht door de Junior kamer Oost Achterhoek. De opbouw van de collectie is in 1996 gestart en het arboretum is 14 hectare groot. De grond heeft soms maar een dunne laag teelaarde, vandaar dat veel bomen de eerste jaren moeite hebben om op gang te komen.
Jan noemde verschillende selecties die hij zelf op naam heeft gebracht omdat hij daarin duidelijk een toegevoegde waarde ziet ten opzichte van het huidige sortiment. Daaronder Tilia cordata ‘Mieke’, Tilia x europaeaHemmen’, Tila tomentosa ‘Mat’ en ‘Wouter’, Tilia platyphyllos ‘Santje’ en Tilia americana  ‘Suus’. De vermeerdering van deze nieuwe cultivars loopt via Batouwe Boomkwekerijen B.V. in Dodewaard.
Daarna werd de groep in tweeën gesplitst. Jan en Jaap Smit namen allebei een deel van de groep mee voor de rondleiding.  We liepen eerst nog even met de hele groep naar de Meenkmolenweg waar Jan ons het verschil liet zien tussen ’Zwarte Linde’ en ’Koningslinde’. ’Zwarte Linde’: donkere indruk, zware takken en brede kroon, geen of vrijwel geen opslag en gegroefde stam. ’Koningslinde’: lichtere indruk, veel smallere kroon en geen groeven maar bobbels op de stam. Veel opslag bij bomen die in het verleden zijn afgelegd. Tilia x europaea ‘Zwarte Linde’ selectie Opheusden is een goed type. Dat het arboretum er zo voor ons gevoel perfect bij lag had naar mijn idee met twee dingen te maken. Eén, het natte voorjaar waardoor alle bomen er zo rijk en groen uitzagen. Pierre zegt dan “Mei koud en nat vult de boer zijn schuur en vat”. Een groene wijsheid die we dit jaar ervaren en twee, de naamgeving van de bomen. Met financiële steun van de NDV heeft het arboretum gelaserde blauwe aluminium naambordjes aangeschaft en hebben Jan en een vrijwilliger van de kasteeltuin in Hemmen deze met bindbuis aan de bomen gehangen. Dat maakt het voor ons lindeleken zo leerzaam. De bordjes zijn door het  Nationaal Bomenmuseum von Gimborn in Doorn gemaakt. 

 

Foto -1 Tilia europea ‘Jubilee’

Nu iets over het sortiment:
Tilia x europaea ‘Jubilee’ (zie foto 1) een gezonde niet verbrandende geelbladige Hollandse linde die gevonden is door boomkweker Gert Schaap uit Opheusden, Tilia cordata ‘Savaria’ (zie foto 2) een niet druipende heel smal blijvende Winterlinde uit Hongarije. Genoemd werd nog dat Tilia x euchlora een aparte hybride is. Jan noemde hier twee cultivars van: Tilia x euchlora ‘Laurel hurst’ en ‘Szent István’. Hij vertelde ons dat we eigenlijk van een Koningslinde-, Zwarte Linde- en Pallida groep moeten spreken omdat binnen deze cultivars verschillende klonen bestaan. We lopen langs bomen van de Tilia platyphyllos  Laciniata-Group waarvan verschillende cultivars en selecties in het arboretum staan. Jan noemt o.a. ‘Stephanie’ en ‘Capricio’. Wat kunnen we nog veel leren van deze ecologisch zeer waardevolle,  vriendelijke en voor stad, dorp en buitengebied onmisbare bomen die als ze bloeien heerlijk geuren. Een van de cordata cultivars wil ik hier noemen Tilia cordata ‘Böhlje’. Bram Versprille noemde hem de beste cordata, een uitstekende stadsboom en dat is het ook. 

Foto-2 Tilia cordata ‘Savaria’


In het boek van Piggot staat dat de Zomerlinde zo heet omdat hij aan het begin van de zomer bloeit maar waarom Winterlinde zo heet werd deze morgen nog niet beantwoord. Wie weet komt een lezer daarmee. De linde hoort het meest van alle bomen bij de mens en waar hij woont. Het is de meest gedomesticeerde boom en net zoals bij onze huisdieren waar we tot het laatst zuinig op zouden moeten zijn, zouden we ook geen  lindes moeten kappen. Als het niet anders kan, is verplanten altijd nog een optie. De Russische dichter Anna Achmatova die op het laatst van haar leven alles kwijt was door de Stalin terreur zei in een interview ’Het enige wat ik nog heb, is de lindeboom bij mijn ouderlijk huis’. Maar zeg het maar aan niemand want anders kappen ze die ook nog. Het prachtige silhouet, zowel in de winter als ook in de zomer, de kleur in het voorjaar van het uitlopend blad, de heerlijke geur als hij bloeit en daarmee voedsel is voor vele insecten, het licht verterend blad dat als je er niets aan doet in het voorjaar al verteerd is. Nothing compares.

In de middag werden we ontvangen op de boomkwekerij van Theo Westerveld in Varsseveld. Theo kweekt vanaf 1988 laanbomen op inmiddels 10 hectare. Hij probeert dat extensief en duurzaam uit te voeren. Een van zijn aandachtspunten is zorgvuldig grondgebruik. Zeker in een droge zomer is schoffelen van de toplaag belangrijk en zorgt dat voor isolatie. Zoals Theo aangeeft “schoffelen is als regen” en hij laat vervolgens zien dan de toplaag droog is en dat daaronder de grond donker en vochtig is. Het sortiment is divers en geeft aanleiding voor de nodige discussies over onze inzichten in het huidige sortiment. Een waardige afsluiting van een leerzame dag. 

Literatuur over Tilia:
Lime-trees and Basswoods   A Biological Monograph of the Genus Tilia   Prof. Donald Pigott
Tilia-Linden Cultivars Eike Jablonski und Andreas Plietzsch
Dendrologie van de Lage Landen naar Dr. B.K. Boom  J.W. van den Broek, J. de Koning
Onze loofhoutgewassen W.J. Hendriks
Het geslacht Tilia, F.J. Fontaine
Dendroflora, diverse nummers

Excursie Ridderkerk en Kralingen

Rondleiding Huys ten Donck en de Donckse Velden
We werden verwelkomd aan het begin van de Donckse Laan door Huib Sneep, Aart van Dragt en Gert Fortgens, onze rondleiders. Na een openingswoord door Catharina Groeninx van Zoelen, de eigenaresse en bewoonster van de buitenplaats, werden we in twee groepen gesplitst voor het ochtendprogramma. Aart van Dragt gaf veel achtergrondinformatie over het in 1746 op de grondvesten van een versterkt huis gebouwde buitenhuis en het omliggende park dat in verschillende stadia van een 18e-eeuwse formele tuin werd omgevormd naar een landschapstuin rond 1800. Uit deze tijd rest nog een enorme Oosterse plataan (Platanus orientalis).
Springer is hier begin vorige eeuw ook werkzaam geweest. Springer revitaliseerde enkele bijna verdwenen lijnen van de oude formele aanleg. Hij voegde veel bomen toe in contrastrijke combinaties zoals Bruine beuk (Fagus sylvativa ‘Atropunicea’), Tulpenboom (Liriodendron tulipifera), Japanse notenboom (Ginkgo biloba), Vleugelnoot (Pterocarya fraxinifolia), Zilveresdoorn (Acer saccharinum), Hongaarse eik (Quercus frainetto), Plataan (Platanus ×hispanica) en Rode paardenkastanje (Aesculus ×carnea). De buitenplaats is een prachtig voorbeeld van een gelaagde historische parkaanleg, die voor dendrologen interessant is als staalkaart van veranderende smaak en de verschuiving in het toegepaste sortiment.

Huys ten Donck, tuinzijde vijver
Foto: André Beerendonk

Het tweede deel van de wandeling voerde ons door het in 2009 aangelegde oostelijke deel van de Donckse Velden. De buitenplaats Huys ten Donck wordt aan weerszijden geflankeerd door dit stedelijk groengebied als buffer in de sterk verstedelijkte regio. Op voormalig akkerland tegen de rand van Slikkerveer is een natuurgebied ontwikkeld met bloemrijk grasland dat tevens dienst doet als stedelijke waterberging bij hevige regenval. Het extensieve recreatiegebied Donckse Velden wordt ontsloten door wandelpaden.
De aanleg van deze bufferzone bood Trompenburg Arboretum & Tuinen de mogelijkheid om hier een buitencollectie te vestigen. Daartoe zijn drie donken opgeworpen met voedselrijke akkergrond. Een vierde en kleinere donk ontstond uit veegafval en verwijderde moerasplanten en is niet beplant. Gert Fortgens leidde ons over de donken. Deze zijn beplant met kweekvormen van Eik (Quercus) en Beuk (Fagus) plus zaailingen van wilde herkomsten (Quercus). De planten zijn geplant in een raster van 5 x 5 meter aangevuld met Els (Alnus glutinosa).

Donckse velden
Foto: André Beerendonk

In de geest van Van Hoey Smith wordt nu weer geëxperimenteerd met zaailingen. Daarbij blijken de Beuken het over het algemeen goed te doen, maar geven Eiken soms problemen. Van de Eiken die het goed doen op de zware grond, dienen de zuidelijke soorten als Q. canariensis, Q. rhysophylla ‘Maya’ en Q. shumardii speciale vermelding naast, Q. muehlenbergii, Q. lobata, Q. faginea, Q. pyrenaica, Q. variabilis en Q. ×bimundorum. Van Quercus robur ‘Pendula’ zijn meerdere zaailingen uitgeplant die zeer variabel van vorm zijn, waaronder enkele goede groeiers.

Trompenburg is gekend als de kraamkamer van vele kweekvormen van Beuk met een bijzondere bladvorm of -kleur. Zaailingen van zuilvormen (‘Dawyck’) doen het goed, evenals zaailingen van F. sylvatica ‘Tortuosa’ en ‘Aspleniifolia’. De Oosterse beuk (Fagus orientalis) blijkt groeikrachtig op deze plek. Tot slot verdient Fagus sylvatica ‘Quercoides’, een beukenboom met een gegroefde stam als van een Eik en harder hout, speciale vermelding

Trompenburg Tuinen & Arboretum
De middagexcursie betrof een bezoek aan Trompenburg Tuinen & Arboretum dat eveneens teruggaat op een buitenplaats. Onze gidsen waren Anne Hilder, Liliane van Noort en Cor van Breda samen met Wilco Stolk. Bij de rondleiding met Anne Hilder lag de focus op de vele bijzondere bomen. Vanzelfsprekend hebben we vele Eiken en Beuken gezien, waarbij het aandeel zuilvormen opvallend is (bijvoorbeeld Quercus petraea ‘Eastcolumn’ en Q. ×rosacea ‘Westcolumn’). Verder kwamen voorbij: Mexicaanse Witte eik (Quercus polymorpha), Smalbladige rode beuk (Fagus sylvatica ‘Ansorgei’), Treureik (Quercus robur ‘Pendula’), Quercus ×turneri ‘Pseudoturneri’, Quercus ×hispanica, Quercus ×warburgii, Euonymus carnosus ‘Trompenburg Lustre’, Ilex cornuta en Quercus robur ‘Timuki’ en Q. robur ‘Fennessyi’. De Platycarya strobilacea leidde tot flink wat discussie in de groep.

Genieten in Trompenburg
Foto: André Beerendonk

Excursie Midden-Brabant

Op de zonnige zondagmorgen van de 15e augustus werden we gastvrij ontvangen in de sortimentstuin van Bea van Grinsven in het Brabantse Veghel. Met 30 mensen een sortimentstuin bekijken van anderhalve hectare, is dat wel programmavullend? Nou zeker! Bea vertelde al bij de eerste paden waar we liepen veel over de planten, hun namen, hun bijzonderheden en waar ze vandaan kwamen. Enkele deelnemers zagen hun kans schoon om al zelf op speurtocht te gaan en mooie en bijzondere bomen te ontdekken. Zoals veel verschillende soorten Euonymus. Van sommige waren de vruchten al wel en van sommige nog niet mooi op kleur. Een blauwgroene eucalyptus (Eucalyptus gunnii) viel van ver al op, staande naast de donkerrode Fagus sylvatica ‘Purpurea Tricolor’. En in het open gazon trok een ×Chitalpa tashkentensis met een prachtige bescheiden bloeiwijze de aandacht. Kronkelpaadjes, waterpartijen, grasveldjes, naambordjes, een kwekerijtje; op de anderhalve hectare is echt alles aanwezig. Het maakt niet uit dat er ook nog verschillende oude auto’s zijn gestald, de bomen zoeken en nemen hun ruimte en bepalen er de sfeer.

Bloem van ×Chitalpa tashkentensis
Foto: Wilma Verburg

Na de lunch in het ‘automuseum’ bij de bomentuin vertrokken we naar de boomkwekerij van Willie Spierings in Liempde. Willie vertelde dat hij al lang geleden was begonnen met enten. Daarna nam hij het veehoudersbedrijf van zijn vader over, maar bleef hij zich wel bezighouden met het kweken van bomen. Inmiddels bestaan zijn werkzaamheden vooral uit het kweken en verzorgen van bijzondere bomen.
In de tuin bij het huis kijken we al de ogen uit, maar ook verderop in de kwekerij is veel bijzonders te zien. Zoals Lagerstroemia indica volop in bloei, een bonte Clerodendrum, een Aesculus flava die er ook in het midden van de zomer zeer gezond uitziet en veel hoog geënte bomen. Toen we dachten dat we alles hadden gezien, bleek er ook nog een heel arboretum te zijn. Alles op rijen gezet, alles goed te bekijken en alles met voldoende ruimte en licht. Willie wist er heel veel over te vertellen en de middag vloog om. We konden nog wat napraten in de tuin en gingen daarna voldaan en overladen met kennis en indrukken weer naar huis. Fijn was het ook, om elkaar weer ontmoet te hebben!

Eucalyptus gunnii naast Fagus sylvatica ‘Purpurea Tricolor’
Foto: Wilma Verburg