Categorie archieven: Verslagen van activiteiten

Een eerbetoon aan Dr. Piet de Jong in Nationaal Bomenmuseum Gimborn in Doorn

Aan de jarenlange inzet van Dr. Piet de Jong, vroeger als taxonoom en voormalig directeur van de Hortus Botanicus in Utrecht en vanaf 1996 als vrijwilliger bij het Von Gimborn Arboretum, is uitgebreid aandacht besteed. Op 19 mei jl. kreeg Piet op initiatief van de NDV en het Nationaal Bomenmuseum Gimborn een feestje aangeboden in het arboretum waarbij, op zijn eigen verzoek, zo’n 25 personen waren uitgenodigd. Geen groot eerbetoon maar een informele bijeenkomst, naar de wens van Piet.
Na de opening van dit samenzijn door dagvoorzitter Anneke van Rhijn, kreeg Piet de gelegenheid om te vertellen over de vele wetenschappelijke studies en publicaties die over het geslacht Acer zijn uitgegeven. Hij noemde hierbij ook zijn eigen proefschrift bij zijn promotie aan de Universiteit van Wageningen. Hiervoor heeft hij onderzoek verricht bij Kew Gardens in Londen en de Parijse Jardin des Plantes.
Na deze uitleg gingen we naar buiten om de uitgebreide collectie Acers te bekijken. Piet wees ons onder andere op de bijzondere bladvormen en vertelde over de oorspronkelijke plaatsen waar deze soorten gevonden zijn. De meeste Acers komen uit China, gevolgd door Japan. In de Verenigde Staten is het aantal soorten beperkt tot negen, al is er de neiging om de ondersoorten van Acer saccharum als echte soorten te beschouwen.

Piet krijgt een Acer pentaphyllum
Foto: Pierre Theunissen

In de loop van de jaren zijn er talloze cultivars ontwikkeld die het geslacht Acer een enorme bekendheid hebben gegeven. Enkele bijzondere Esdoorns tijdens de rondgang waren Acer distylum, A. pilosum subsp. stenolobum, A. sempervirens, A. sinopurpurascens en A. tsinglingense.
Op een bepaalde plek in het park stonden drie jonge bomen klaar om geplant te worden. Een cadeau voor Piet van de NDV en het Nationaal Bomenmuseum Gimborn. De bomen, een Acer pentaphyllum, een Acer elegantulum en een Castanea crenata, zijn gekweekt en geleverd door Chris van der Wurff uit Heeze.

Piet plant een gekregen boom.
Foto: Ineke van Teylingen

De uitstekende lunch werd verzorgd door de catering van het Bomenmuseum. Na de lunch volgde een tweede uitleg waarbij vooral aan de hand van de bloei werd ingegaan op de evolutie van het geslacht. Het bloeiverloop is in zijn oorsprong altijd in drie fasen: mannelijk-vrouwelijk-mannelijk. Het eindstadium is volledige tweehuizigheid. Eenzelfde ontwikkeling is er van insectenbestuiving tot windbestuiving. In het geslacht zijn nog veel soorten in een tussenstadium.
Na de lezing ging een deel van de aanwezigen weer met Piet op pad om in een ander deel van het park nog meer Acers te bekijken. Diversen aanwezigen hadden als blijk van waardering een plant of boom voor Piet meegebracht. Ook die krijgen een plek op Von Gimborn.
We kunnen terugzien op een geslaagde dag die door Anneke op een sympathieke manier werd geleid. Een informeel en informatief eerbetoon aan een bevlogen plantenkenner die met hart en ziel aan Von Gimborn is verbonden.

Piet legt uit.
Foto: Pierre Theunissen

Bomenwandeling in de wijk Erflanden en het centrum van Hoogeveen

Al eerder in 2020 en 2021 stond deze excursie op de agenda maar nu, op zaterdag 19 mei 2022, kon de wandeling eindelijk doorgaan. Na ontvangst door Bas Vliegenthart en Jan Blom (gepensioneerd ontwerper openbare ruimte) van de gemeente Hoogeveen in Grand café ‘Marron’ werden we gesplitst in twee groepen en startten we de wandeling. De heren hadden de excursie degelijk voorbereid en we kregen allen een plattegrond uitgedeeld met daarop gemarkeerd de belangrijkste boomsoorten.

De hoofdstraat waaraan café ‘Marron’ ligt, vormt een dubbele noord-zuid gelegen allee met centrale as, ingericht als promenadegebied naar een speels ontwerp van Karin Daan. Buiten het café vallen meteen de beplantingen op met Corylus colurna, Liriodendron tulipifera en Zelkova serrata. De plantgaten zijn voorzien van boomgranulaat, helaas reageert de Prunus ×yedoensis geënt op Prunus avium daar matig op gezien de moeizame groei. De vakken met vaste planten in het midden worden door de hagen van Osmanthus heterophyllus ‘Purpureus’ van een prachtige bruine kleur voorzien. Overigens groeien de Osmanthushagen beter dan de ook toegepaste Taxushagen die er sleets uitzien.

De bloem van Malus hupehensis.
Foto: Bert Witvoet

Het park achter het gemeentehuis biedt een prachtig sortiment. Er staan enkele oudere exemplaren van Malus hupehensis volgens onze kenners. Deze soort heeft overlappende kroonbladeren in tegenstelling tot Malus baccata die geen overlappende kroonbladen heeft. Overigens zijn deze bomen zeer gezond, ook later in de zomer. Verder vallen de oude meerstammige boomboeketten van de Carpinus betulus ‘Fastigiata’, de roodbloeiende Robinia margaretta ‘Casque Rouge’ en de grootbladige Morus alba ‘Platanifolia’ op. Aan de straatkant staat een beplanting van Aesculus flava ‘Vestita’ volgens de lijst, maar dat blijkt Aesculus indica te zijn. Te zien aan de vier kroonbladen waarvan twee een honingmerk hebben, Aesculus flava heeft een vergroeide kroonbuis.
Bij het gemeentehuis staat volgens de lijst een rij bomen van Magnolia denudata. Blad en zaden komen echter niet overeen met deze soort, zodat het waarschijnlijk hybriden van Magnolia kobus zijn. De gemeente gebruikt een breed sortiment en schuwt ook niet bijzondere soorten toe te passen en dat zien we op weg van het gemeentehuis richting Dwingelandpark. We zien onderweg Acer triflorum met zijn bruine schilferachtige bast, Acer buergerianum, Cercis canadensis, Koelreuteria paniculata, x Sycoparrotia semidicidua en Davidia involucrata en Cercidiphyllum japonicum.
Het Dwingelandpark is aangelegd naar een ontwerp van Jan Blom. Op de tekening is het ontwerp erg mathematisch, volgens rechte lijnen en rasters. Maar in de werkelijkheid in het park zelf valt dat, na aangroei en door de diversiteit van het sortiment, helemaal niet meer op. Het park wordt goed bezocht door het publiek. Een verdiepte plek in het park wordt gebruikt door schoolklassen. De nazorg m.b.t. het watergeven viel wat tegen hoewel er gebruik gemaakt wordt van gietranden voor een deel van de bomen. Ook hier een toepassing van een breed sortiment. In de hoek van het terrein zijn 12 bomen van Tilia platyphyllos ‘Laciniata’ in een kleine cirkel geplant. Dit naar het idee van de apostelboom die ook elders in Drenthe te zien zijn, onder andere bij de kerk in Ruinerwold. De Linden groeien naar elkaar toe en vormen uiteindelijk één markante boom.

Bloeiwijze van Aesculus indica.
Foto: Bert Witvoet

Na een lunch in “Marron” vervolgen we de excursie in de wijk Erflanden. In het ontwerp was één van de uitgangspunten het vermijden van de plaatsing van schuttingen en coniferenhagen. Zo is er op een groot aantal plaatsen bij de bouw voorzien in een erfafscheiding. Erflanden kent een prettige logistieke structuur. De hoofdas is een langzaam-verkeerroute door de hele wijk. Deze hoofdas heet ‘de Laan’. Aan de zuidkant ligt de wijk tegen de geluidswal van de A28 en deze groenzone biedt een park voor de bewoners. Een deel van de geluidswal heeft een bosachtig karakter met de hoofdsoorten Berk, Eik en Japanse sierkers, in de struiklaag zijn ook diverse voedselbossoorten opgenomen, zoals Corylus, Aronia, Amelanchier en Prunus.
Op een ander deel van de geluidswal is een weidemilieu gecreëerd bestaande uit gras, bosachtige beplantingsgroepen en bomen.
De hoofdas en laan door de wijk is beplant met aan weerszijde Linden, denk daarbij aan Tilia tomentosa ‘Szeleste’ en Tilia platyphyllos ‘Delft’. In de wijk zijn de straten aangekleed met heestervakken en bomen. Opvallend zijn de mooie beplantingen met Pyrus calleryana ‘Capital’, een gezonde sierpeer met een smalle kroon en kleine vruchten,
Magnolia x loebneri ’Merrill’ en Prunus sargentii ‘Charles Sargent’ en bij de vijvers: solitairen van Salix pentandra, Taxodium distichum, Populus simonii ‘Fastigiata’ en Nyssa sylvatica.

Een zeer geslaagde excursie mede ook door de enthousiaste begeleiding van de gemeente Hoogeveen, die de NDV uitnodigt om nog een keer in het najaar te komen kijken. Dat is zeker het over­wegen waard!

Excursie Brabantse Wal: Ossendrecht en Halsteren

Op 26 maart 2022 bezochten we twee boomrijke gebieden op de Brabantse Wal, een twintig kilometer lange zandrug met daarop steden, dorpen en natuurgebieden, die zich in noord-zuidrichting uitstrekt van Steenbergen via Bergen op Zoom, Halsteren en Woensdrecht tot aan Ossendrecht bij de grens met België. Opvallend in dit landschap is de steile rand of zoom, ook wel steilrand, die de begrenzing vormt van hoge zandgronden (tot 22 meter) en lager gelegen zeekleipolders.

Overzichtskaart Brabantse wal met de steilrand

Parkachtig groenproject Achtlanen in Ossendrecht
Peter Blommerde leidt ons rond. We starten in de Wilgenlaan. Peter is de initiator van het burgerinitiatief Groenproject Achtlanen, een in zijn woonwijk gelegen dendrologisch park. Boomsoorten die in het gebied al aanwezig waren, zoals Zomereik (Quercus robur), Gewone beuk (Fagus sylvatica) en Grove den (Pinus sylvestris), zijn de afgelopen jaren aangevuld met vele andere boomsoorten, in het bijzonder met diverse soorten en cultivars van de Spar en Magnolia. We treffen het qua sfeerbeeld, want veel soorten Magnolia staan eind maart in bloei.

Met Peter Blommerde op stap in de Achtlanenwijk
Foto: Eduard Groen

De droom van Peter is dat Ossendrecht hét Magnolia-dorp van Nederland wordt. Dertig jaar geleden begon hij met de aanschaf van acht exemplaren voor zijn eigen tuin. Geleidelijk aan wist hij meer en meer buren te enthousiasmeren, wat ertoe leidde dat er inmiddels zo’n vierhonderd Magnolia’s in de Achtlanenwijk staan. Uiteindelijk wist hij ook het dorpsplatform Ossendrecht en de gemeente Woensdrecht mee te krijgen. In 2020 konden – met gemeentelijke subsidie – honderdtachtig Magnolia’s in privé voortuinen worden aangeplant en daarnaast op dertien locaties in het openbare gebied. De bedoeling is dat er de komende jaren nog meer Magnolia’s bijkomen, met als te bereiken resultaat een Magnolia-route door het gehele dorp, met naambordjes waarop de boomsoort zijn vermeld.
Vanaf het begin is Peter bezig met de bodemverbetering van de zure zandgrond door toevoeging van champignonmest en mineralen. Eerst in de eigen tuin en in de omliggende percelen, vervolgens in de buurt en de wijk. In de loop van de jaren zijn honderden kubieke meters champignonmest in het gebied verwerkt. Per boomsoort wordt de na te streven pH-waarde benaderd door toevoeging van een uitgekiende mix van kalk, kalium en magnesium, opdat een perfecte bosgrond wordt gecreëerd, met behoud van een humuslaag.
We wandelen door de Eikenlaan en zien vaardig gemaakte insectenhotels en nestkastjes. Dat moet de aanwezigheid van vogels zoals boomklevers en mezen stimuleren, ter voorkoming van insectenplagen in bomen. ‘De mezen doen het werk’, aldus Peter.
De extra aangeplante bomen zijn veelal als zaailingen gekocht. We zien onder andere diverse exemplaren van de Zoete kers (Prunus avium), Japanse kornoelje (Cornus kousa) en Sneeuwklokjesboom (Halesia carolina). De mooiste plek in het gebied is ongetwijfeld de vallei langs het pad naar de hoek Berkenlaan/Kastanjelaan. ‘Hier moet ik iets mee’, dacht Peter toen hij het verwaarloosde gebied jaren geleden voor het eerst zag. Tegenwoordig ligt in het centrum van deze vallei een prachtig grasveld vol met Madeliefjes (Bellis perennis), met daaromheen diverse kleurige voorjaarsbloeiers zoals Langbladige druifhyacint (Muscari armeniacum) en Winterakoniet (Eranthis hyemalis), waarbij verder ook diverse exemplaren van de Naald van Cleopatra (Eremurus robustus) opvallen.
Peter loodst ons dwars door de met Sparren bezette helling. In de ondergroei zijn Rododendrons aangeplant. We zien onder andere Colorado-zilverspar (Abies concolor), Edelspar (Abies procera) en Reuzenzilverspar (Abies grandis).
Via de Lindelaan, de Dennenlaan en de Duinstraat lopen we terug naar de Wilgenlaan om tot slot de tuin van Peter te bewonderen. Onderweg en in zijn tuin kwamen we vele soorten Magnolia tegen, zoals Magnolia grandiflora, M. campbellii, M. ×soulangeana, M. ‘Atlas’, M. ‘Genie’.

De vallei met Madeliefjes, in de Achtlanenwijk
Foto: Eduard Groen

Landgoed De Hertgang in Halsteren
In het twintig kilometer noordelijker gelegen arboretum Landgoed De Hertgang in Halsteren worden we ontvangen door Hans en Jannie Remijnse. Dit arboretum ligt pal op de steilrand, een overgang van de hoger gelegen zandgronden naar de lager gelegen kleipolders. Het zand is daar in de laatste paar duizend jaar van de laatste ijstijd vanuit de Noordzee naartoe gewaaid. De steile wand is vervolgens gevormd door de rivier de Schelde. Het hoogteverschil van de polder tot het maaiveld rondom het landhuis is twaalf meter.
Hans vertelt dat het water in 1953 tijdens de ramp tot in het landgoed stond. Een deel van de zandgrond is daarna afgegraven om de dijken te herstellen. Daardoor is in een deel van het landgoed een vallei ontstaan waar sinds de vijftiger jaren tal van bomen zijn aangeplant.
In het arboretum staan meer dan 150 boomsoorten, waarvan 90 met naambordjes. Hans en Jannie bewonen en beheren het gebied nu veertig jaar. Veel energie hebben zij gestoken in de aanplant van bodembedekkers, waardoor een afwisselend en divers bosbeeld is ontstaan.

De aanleg van de tuinen rondom het landhuis en de beplanting van het landgoed in de jaren vijftig en zestig komen zijn van de hand van tuinarchitect Jan Hendrik van Koolwijk, wiens archief via de Database Tuin van Wageningen University & Research digitaal vrij toegankelijk is. Jammer dat de Macedonische den (Pinus peuce) vlak bij het landhuis de storm Eunice in februari 2022 niet heeft overleefd. De boom is 63 jaar oud geworden.