Excursie naar Den Haag

De NDV-excursie in Den Haag van 15 oktober viel op een grauwe herfstdag. Toch was er een grote groep geïnteresseerden gekomen, zelfs meer mensen dan zich hadden opgegeven. We hebben deze dag twee locaties bezocht: het Doorenbos Arboretum in het Zuiderpark en het Westbroekpark.

De dag begon in het Zuiderpark. Dit park, aan de westzijde van Den Haag, werd aangelegd vanaf 1923 als onderdeel van het uitbreidingsplan van Berlage uit 1908. De eerste schetsen van het park zijn door Pieter Westbroek, tot zijn overlijden in 1926 directeur van de Gemeentelijke Plantsoenendienst, en de bekende landschapsarchitect Dirk Tersteeg ingrijpend aangepast. Het park werd in 1936 officieel geopend en is een typisch volkspark op Duitse leest met een grote centrale vijverpartij, een evenementenweide én losse functionele delen zoals een dierenweide, volkstuinen, heemtuin, sportvelden, ma­nege, openluchttheater en zwembad in een groene rand daaromheen. In die groene rand werden een eendenkooi uit de 17e eeuw en een arboretum opgenomen.

De groep werd welkom geheten door John Schaaper (beheerder van het Zuiderpark) die een korte introductie gaf. De NDV-excursie focuste specifiek op het Doorenbos Arboretum van 14 ha groot en ingeplant door de opvolger van Westbroek, Simon Doorenbos. Doorenbos was één van de oprichters van de NDV in 1924 en later ook voorzitter. Na de restauratie van het arboretum werd het in 2016 naar hem vernoemd. Het betreft een geografisch bomenpark. Doorenbos bracht hier stekken, enten, planten en zaailingen bijeen uit China, Japan, Himalaya, Azië, Noord-Europa, Zuid-Europa en Noord-Amerika.

Een Gymnoclades (Doodsbeenderenboom) in het Zuiderpark
Foto: Essi Laine

De groep werd gesplitst in een deel dat met Piet de Jong een rondgang maakte en een tweede groep die met Jos Koppen meewandelde. De groep van Piet keek naar de landengebieden van China, Himalaya, Japan en Azië. Door het gebrek aan bordjes in het arboretum ontstonden er de onvermijdelijke discussies over de juiste naamgeving. De eerste boom waarbij men stilstond was Populus lasiocarpa met de grote bladeren. Klaas Verboom kwam met de praktische tip om wortelopslag vanuit onderstam te voorkomen door nooit te enten op P. nigra ‘Italica’ of een andere sterke populierensoort, maar liever te kiezen voor een langzame groeier voor de onderstam en altijd laag te enten. De groep stond ook stil bij een boom die opvallende, kogelbloemachtige bloemen had en verrassend genoeg tot de Kornoeljefamilie bleek te behoren. Deze Camptotheca acuminata (Boom van het leven) bevat medicinale stoffen die in China gebruikt worden voor medicijnen tegen kanker. Verder was er discussie over diverse Esdoorns, van Acer cappadocicum en daar sterk op lijkende A. × zoechense tot de erg verwarrende Acer carpinifolium; een leuke instinker voor de takkentoets met zijn haagbeukenblad.

Het Westbroekpark.
Foto: Gertrude van der Kleijn

Het middagprogramma vond plaats in het Westbroekpark alwaar we werden rondgeleid door Ron Appeldoorn (beheerder) en Marco Braun (rozenspecialist). Het Westbroekpark nabij Scheveningen is genoemd naar Pieter Westbroek, die ook het ontwerp voor dit park maakte. Het ‘Nieuwe Park’ werd in 1925 voltooid en werd een jaar later naar de dan net overleden ontwerper vernoemd. In 1961 kreeg het park een tweede leven als locatie van het Internationaal Rosarium. Het rosarium beslaat een groot deel van het park dat verder ook een grote ligweide, interessante boom- en struikengroepen en vasteplantenborders omvat. Het park is aangelegd op een in de 19e eeuw afgegraven duin wat specifieke problemen met zich meebrengt voor het beheer, vooral ook als gevolg van de voortgaande klimaatverandering.

Het rosarium is een testlocatie, maar ook een toontuin voor nieuwe rozen die worden ingestuurd door diverse kwekers uit voornamelijk Nederland, België, Duitsland, Denemarken en Frankrijk, met aanvullende inzendingen uit andere landen. Het gaat daarbij nooit om botanische soorten maar om complexe hybriden die worden ingedeeld naar type. In het Internationaal Rosarium zijn trosrozen, grootbloemige rozen, heesterrozen, bodembedekkende rozen, laagblijvende trosrozen en klim- en leirozen aangeplant in door gras omgeven vakken. In totaal zijn zo’n 25.000 struiken ingeplant verdeeld over acht deeltuinen. De rozen nemen deel aan een concours waarin ze meermaals beoordeeld worden door zowel een vaste als een internationale keuringscommissie. Een internationale jury keurt de rozen met een certificaat van aanbeveling. Van deze rozen wordt er jaarlijks aan één het predicaat Gouden Roos van Den Haag toegekend. In het rosarium is er een Goudenrozenring ingeplant met de winnaars sinds 1974.

Rozenvakken in het Westbroekpark.
Foto: André Beerendonk

De rozen zijn de grote trekker van het Westbroekpark en het was opvallend hoeveel kleur de diverse struiken nog gaven half oktober. Rozen groeien het best op een rijke, vochthoudende bodem. Vanwege de zandgrond in het park wordt geëxperimenteerd met groeimedium. Er wordt nu een mengsel van weinig zand met veel humus aangevuld met portgrond en turf gebruikt. De rozen die in de bedden met het nieuwe bodemmengsel staan groeien zichtbaar beter, sommige vakken waren vol bebladerd met weinig typische bladschade. Sinds een jaar wordt in het park geen gewasbescherming meer toegepast. De verwachting is dat sommige rozen daardoor zullen wegvallen uit het sortiment. Met het oog op de toekomst blijven dan de betere rozen over voor plantsoen en tuin.

Geef een reactie