Op donderdag 10 oktober 2019 reikt burgemeester Besselink van de gemeente Bronckhorst de derde NDV-plaquette uit aan de familie Feith van Pinetum De Belten. Daarmee onderstreept de NDV het belang van de grote collectie Abies, Chamaecyparis, Picea en Pinus met al zijn bijzondere, zeldzame en historische kweekvormen. De plaquette wordt overhandigd tijdens de 78e Dendrologendag.
Het Pinetum maakt deel uit van het landgoed De Belten. De gronden waarop het landgoed werd gesticht, maakten tot 1929 deel uit van het nabijgelegen landgoed Wildenborch en bestonden vooral uit arme heide en lage zandduinen (‘de belten’). Landgoed De Belten werd in 1955 aangekocht door Jonkheer Mr. Pieter Rutger Feith. Hij stichtte het Pinetum in 1962 op het noordelijke deel van het landgoed. Hier was ruimte ontstaan na de kap van meerdere witte acacia’s (Robinia pseudoacacia). Er werden ter vervanging meerdere soorten naaldbomen en andere naaktzadigen geplant om te bekijken welke van deze boomsoorten het goed zouden doen op de arme grond. Dit sloeg gedurende de jaren zeventig van de 20e eeuw om in een verzamelwoede, die resulteerde in een collectie met meer dan 1500 soorten en kweekvormen. De vader van de huidige beheerder, Rhijnvis Feith, had daarmee in die tijd een van de grootste particuliere verzamelingen in Nederland. Hij was tijdens zijn vele reizen altijd op zoek naar soorten die hij nog niet had en liet die vaak over grote afstand en soms per trein naar het landgoed sturen. Deze verzameling vormt nog steeds de kern van het huidige pinetum.
Professionalisering en ontwikkeling
Vóór het overlijden van Pieter Rutger in 1980 is het pinetum ondergebracht in een stichting. De familie stond voor het grote vraagstuk om het beheer van dit erfgoed op een goede manier voort te zetten. Besloten werd om professioneel advies in te winnen en dit resulteerde tussen 1990 en 1995 in een ingrijpende renovatie waarbij 600 bomen zijn verwijderd om meer groeiruimte te creëren. Ook zijn van bijzondere taxa stekken genomen en in Boskoop opgekweekt om te herplanten. Op dit moment bestaat de verzameling uit bijna 1000 coniferen en andere naaktzadigen.
Pinetum De Belten meet 1,8 hectare. Het is niet ontworpen als bomentuin, maar ontwikkeld vanuit een experimentele boomaanplant die met het groeien van de verzameling werd uitgebreid. Het resultaat is een halfopen bostuin met een breed scala aan naaldbomen en schubconiferen, die in visueel aantrekkelijke combinaties zijn geplant met vaak leuke doorkijkjes. Het oudste deel, met de grootste bomen – vaak wilde soorten – is gelegen in het zuiden. Het noordelijke deel omvat de latere toevoegingen. In dit deel zijn ook een vijver en een schuilhut gelegen. Bij de vijver staan enkele grote exemplaren van de moerascypres (Taxodium distichum), die anders niet zouden groeien op deze arme zandgrond. Vanwege die bodem doen vooral den (Pinus), zilverspar (Abies), fijnspar (Picea), Japanse notenboom (Ginkgo) en Schijncipres (Chamaecyparis) het goed. Er zijn van deze coniferen diverse soorten en vele – zeldzame – kweekvormen aanwezig, waaronder draadvormige selecties van Chamaecyparis pisifera. Wat verder opvalt zijn de vele inmiddels volwassen geworden dwergvormen. Sommige zijn redelijk klein gebleven, andere zijn soms metershoog uitgegroeid en hebben zo een geheel eigen karakter gekregen.
Het pinetum is in principe het gehele jaar tot zonsondergang open voor belangstellenden. Er is een plattegrond met plantlijst aanwezig bij de ingang. Omdat deze redelijk onbekende tuin het waard is om door meer mensen ontdekt te worden, zowel uit de regio als daarbuiten, en vanwege grote waarde als referentiecollectie heeft het NDV-bestuur besloten Pinetum De Belten de NDV-plaquette toe te kennen.