Op de omslag van de eerste Arbor Vitae uit 2022 prijkt de schitterende vruchtdracht van een heester met een ambivalente reputatie. Behalve die fraaie vruchten staat de heester bekend als boomwurger, met ook een stevige potentie om invasief te zijn.
Celastrus is naamgever van de Celastraceae, een plantenfamilie die bij ons weer bekend staat als de Kardinaalsmutsfamilie met als belangrijkste geslacht Euonymus. Van de 43 soorten die het geslacht Celastrus telt komen er maar liefst 25 voor in China, waarvan 18 inheems. C. orbiculatus heeft daar een groot areaal en komt verder ook nog voor in Japan en Korea. De geslachtsnaam Celastrus is afgeleid van het Griekse woord kelastra. Dat woord was al in gebruik voor groenblijvende heesters voordat Linnaeus het gebruikte om in 1753 het geslacht te beschrijven met de Amerikaanse soort C. scandens. Thunberg baseerde C. orbiculatus op Japans materiaal. Het areaal van het geslacht omvat Oost- en Zuidoost-Azië, Oost-Australië, Madagaskar, Oostelijk Noord-Amerika, Midden-Amerika en het noorden van Zuid-Amerika.
Bij de publicatie van de soort door Thunberg in Flora Japonica in 1784 ging het mis. Door een drukfout op pagina 92 stond de soort lang bekend als C. articulatus. De correcte naam C. orbiculatus en beschrijving staan op pagina 152. De introductie vond plaats uit Japan in 1870 door professor Sargent. Het eerste zaad uit China werd in 1883 opgestuurd door Bretschneider.
Twee- en eenhuizig
De soorten van Celastrus zijn tweehuizig, dus met mannelijk of vrouwelijk bloeiende individuen. In C. orbiculatus is een eenhuizige plant bekend met de naam ‘Hermaphroditus’. De herkomst heb ik niet kunnen achterhalen. C. orbicularis ‘Diana’ is een rijk van vruchten voorziene vrouwelijke plant. Een aanbevolen bestuiver is C. orbicularis ‘Hercules’.
Een vrij recente eenhuizige selectie is C. scandens ‘Bailumn’. Meestal alleen aangeduid met de handelsnaam autumn revolution. C. scandens is de enige vertegenwoordiger van het geslacht in Noord-Amerika. Ze heeft een groot areaal in de oostelijke helft en staat bekend als ‘American bittersweet’. Er zijn van deze soort in Noord-Amerika ook enkele vrouwelijke planten in cultuur, namelijk ‘Indian Brave’en ‘Indian Maiden’, maar het sterke punt van ‘Bailumn’ zijn de grote vruchten naast de zelfbestuiving.
Verschillen met Euonymus
In tegenstelling tot Euonymus waar bij rijping de zaden aan de navelstreng bungelen, blijven de zaden bij Celastrus lang in de geopende vrucht zitten. Dat is ook de reden dat vruchttakken vaak gesneden worden en in droogboeketten worden gebruikt. Een overeenkomst is weer het oranje vliesje om het zaad, de arillus, het snoepje voor de vogels. Bij beide geslachten zijn de zaden giftig. Een belangrijk verschil is de bladstand die bij Celastrus verspreid is en bij Euonymus tegenoverstaand.
Invasieve soort
C. orbiculatus treffen we in ons land vrij zelden aan in tuinen en parken. Toch heeft soms verwildering plaats gevonden, maar dergelijke planten zijn vrijwel steeds snel verwijderd. Anders ligt het in Nieuw-Zeeland en de Verenigde Staten waar het een echt invasieve soort is. Het probleem is in de Verenigde Staten nog ernstiger door hybridisatie met de inheemse C. scandens, wat zeer groeikrachtige bastaarden oplevert. Volgens deskundigen is het zelfs mogelijk dat C. scandens daardoor kan uitsterven. Als invasieve soort vormt ze een sterke bedreiging voor de lokale flora. Ook de handige symbiose met mycorrhiza helpt daarbij. Veel informatie hierover in https://en.wikipedia.org/wiki/Celastrus_orbiculatus
PS In de vorige Arbor Vitae is in het omslagverhaal over Cornutus een lelijke verschrijving blijven staan. In plaats van quinquecornutus staat in de tekst tweemaal quinquefolius.