Afgelopen zomer kreeg ik dit boek te leen, het zou ‘echt iets voor mij zijn’. Ik was in eerste instantie niet zó enthousiast, met name vanwege de ondertitel. Toen ik zag dat een van de auteurs Stefano Mancuso was, ging er een lichtje branden. Van hem had een jaar geleden een boekje gelezen en besproken in AV (2020, 4: 48): De universele rechten van de plant. Een boekje dat ik met plezier had gelezen.
Dus besloot ik Briljant groen te lezen. En eerlijk is eerlijk: het is een heel interessant boek. De manier waarop tegen planten wordt aangekeken, is heel anders dan ik mijn hele leven heb geleerd en heb gedaan. Planten gewoon vergelijken met dieren is ongewoon voor mij. Maar ik moet zeggen dat de auteurs dit heel lezenswaardig, informatief en overtuigend doen. Ik heb een hekel aan het toeschrijven aan planten van allerlei ‘menselijke of dierlijke eigenschappen’. In de trant van voelen, zoeken, denken et cetera. Mancuso en Viola gebruiken dergelijke termen ook. Ze beginnen echter met duidelijk uit te leggen dat planten geen mensen of dieren zijn, maar dat ze planten bekijken met een evolutionaire bril. Zoals we tegenwoordig ook naar dieren (inclusief de mens) kijken. Planten zijn ‘vastzittende’ organismen (en daarin verschillen ze essentieel van dieren) die evenals dieren een evolutie van honderden miljoenen jaren achter de rug hebben. En dus hebben planten, net als dieren, allerlei eigenschappen en strategieën ontwikkeld om te overleven en hun genen door te kunnen geven aan volgende generaties.
De eerste zinnen van de inleiding zeggen genoeg: ‘Zijn planten intelligente wezens? Zijn ze in staat problemen op te lossen? Communiceren ze met hun omgeving, met andere planten, insecten en hogere diersoorten? Of zijn het passieve organismen zonder gevoel en zonder een greintje individueel en sociaal gedrag?’ Het mag duidelijk zijn wat de auteurs in de rest van het boek uitleggen bij het beantwoorden van deze vragen.
Het enige moment dat ik verbaasd was, was tijdens het lezen van het laatste hoofdstuk ‘De intelligentie van planten’. Daar volgt een warm pleidooi wat de wortels van een plant allemaal doen en kunnen. Een citaat: ‘Laten we kijken naar de wortel, het deel van de plant dat volgens Darwin een groot besluitvormend en leidinggevend vermogen bezit. Algemeen wordt erkend dat de punt van de wortel, of worteltop, de functie heeft om ondergrondse groei te sturen en in de bodem te zoeken naar water, zuurstof en voedingsstoffen’ (p.138). Wat me verwonderde was dat in de rest van het hoofdstuk op geen enkele wijze wordt gesproken over de symbiose van wortels met mycorrhiza. Jammer, want ik had graag hun visie gelezen over de interactie van schimmels en wortels.
Het moge duidelijk zijn: iedereen die bereid is op een andere, nieuwe manier naar planten te kijken dan gebruikelijk, beveel ik dit boek van harte aan. (KS)
Stefano Mancuso en Alessandra Viola (2013/2017). Briljant groen. De intelligentie van planten. Uitg. Cossee, Amsterdam. € 20. ISBN 978 9059368569.