Inleiding
De NDV liet zich op 17 april van zijn sportieve zijde zien. Met een verkeersregelaar voorop blijkt zelfs een stoet van ruim 40 fietsende dendrologen zich redelijk netjes door het drukke Randstadverkeer te kunnen bewegen.
Ontvangst door gastheer John Todirijo
Na ontvangst met koffie en gebak in de stationsrestauratie van Overveen en een korte inleiding door gastheer John Todirijo (voormalig hoofd Groenvoorzieningen, Sportvelden en Alg. Begraafplaats van de Gemeente Bloemendaal), ging het naar het eerste object: een reusachtige Quercus turneri ‘Pseudoturneri’ op het voorplein van het Kennemer Lyceum in Bloemendaal. Een zeldzaamheid in Nederland.
Het Nachtegaalplantsoen in Bloemendaal
Dit stadsparkje is ongeveer 90 jaar oud en ontworpen door Leonard Springer. Het bestaat voornamelijk uit brede grastaluds, aflopend naar een fraai gebogen waterpartij. Het park is beplant met een verrassend sortiment aan solitair groeiende bomen. We zagen er o.a. Taxodium distichum, Quercus frainetto, Betula utilis ‘Doorenbos’, Betula papyrifera, Populus lasiocarpa, Metasequoia glyptostroboides, Aesculus hippocastanum ‘Baumannii’, Fraxinus excelsior ‘Jaspidea’, Salix ×sepulcralis ‘Chrysocoma’.
Ter Hoffsteedeweg-parkje
Na een kleine rondwandeling op naar het volgende object: het driehoekige Ter Hoffsteedeweg-parkje waar voor ieder lid van het Koninklijk Huis een boom is geplant. In dit parkje was duidelijk te zien dat John Todirijo in zijn actieve loopbaan blijk heeft gegeven van een grote liefde voor bomen. De Koninklijke bomen staan er allemaal goed bij. In een border staan een aantal zeldzame bomen geplant waarvan er één alleen door Mart van den Oever benaamd kon worden: Ziziphus jujuba. Een Rhamnaceae met zigzag groeiende twijgen die vaak in bundels groeien waardoor de bladeren soms dubbel geveerd lijken. De zwarte vruchten zijn eetbaar. Onze aandacht werd getrokken door een boom in de voortuin van een woning. Het bleek een horizontaal groeiende Liquidambar styraciflua te zijn! Reeds een oud exemplaar, gezien zijn dikke stam en takken. Nooit eerder gezien en binnen de groep totaal onbekend!
Park Brederode
Park Brederode op de noordelijke grens van Bloemendaal. Dit park hoorde vroeger bij een psychiatrische instelling. Het is een zeer uitgestrekt park van 35 ha met centraal een prachtige vijver en verder grote, oude beuken en een prachtige directeurswoning. Momenteel wordt een deel van het terrein omgevormd tot een woonwijk. Mede op aandringen van John is hierbij sprake van een tot nu nog weinig vertoonde opmerkelijke aanpak. In plaats van een stedenbouwkundige is een landschapsarchitect ingeschakeld om het terrein te ontwikkelen. Het aantal te bouwen woningen, na sterke oppositie van belanghebbenden, is van 600 naar 300 teruggebracht en er is veel meer ruimte open gelaten voor natuurontwikkeling.
Voordat er met de werkzaamheden werd begonnen zijn alle bomen geïnventariseerd en op kwaliteit beoordeeld (Copijn boomverzorging). Voor de bouw van de woningen zijn 500 volwassen bomen vakkundig voorbereid en gerooid en elders op het terrein voor enkele jaren weggezet (opgekuild). Op dit moment zijn ze bijna allemaal weer op nieuwe plaatsen tussen de woningen en langs de lanen geplant en groeien ze daar monter verder.
Het sortiment is kenmerkend voor de kuststreek: Quercus robur, Fagus sylvatica, Carpinus betulus, Tilia ×europaea en Robinia pseudoacacia. Sommige soorten als Aesculus hippocastanum, Quercus frainetto, Betula utilis en Catalpa bignonioides. Na de rondwandeling werden we vriendelijk ontvangen door Frits Bekker, projectsecretaris van Park Brederode. Hij trakteerde ons op een heerlijke lunch en een duidelijke uiteenzetting over de ontwikkeling van dit park. Na de lunch gingen we per fiets naar de Kleverlaan in Haarlem-Noord.
Begraafplaats Kleverlaan in Haarlem-Noord
Hier werden we ontvangen door Harry Boelé, de beheerder van de begraafplaats Kleverlaan. Harry is een bevlogen dendroloog die prima thuis is in zijn bomenbestand op deze prachtige, oude begraafplaats. Door het prima onderhoud is het een heerlijke plek om te wandelen. In deze voorjaarstijd bloeien overal de narcissen en crocussen in de gazons en taluds.Bij een nu al vol in bloei staande Oost-Aziatische Cornus ontspon zich een brede discussie of dit nou een florida of een kousa kon zijn, of misschien een nuttalii of alternifolia? Ik houd het op Cornus florida, vooral vanwege de vroege bloei en de uitgerande topbladeren van de schijnbloemen (bracteeën). Opmerkelijk waren twee vrij jonge Cercidiphyllum japonicum die op het moment van uitlopen chocoladebruin blad hebben. Later verkleurt dat weer naar groen. Fraai toegepast is hier Taxus baccata ‘Repandens’ op enkele taluds. In een groep hoge Pinus nigra ‘Nigra’, naast het Mausoleum, groeien dikke kolommen van Hedera hibernica tot hoog in de kronen. Mooi is een smal opgaand exemplaar van Fagus sylvatica ‘Borniensis’, de treurbeuk met de doorgaande stam. Ook opmerkelijk is een Zelkova carpinifolia met een prachtig afbladderende schors waardoor er lichtbruine, mosgroene, gele en oranje kleuren verschijnen. Nog niet zo oud, maar vrij zeldzaam, is een Diospyros lotus, evenals gave exemplaren van Ulmus ×hollandica ‘Groeneveld’. Aan de oostkant, vlak bij de graven van de Zochers, die deze fraaie begraafplaats ontwierpen en in Haarlem woonden, groeit een geheel gaaf exemplaar van Araucaria araucana, de slangenden. Na woorden van dank aan Harry Boelé en John Todirijo, fietsten we weer richting Stationsrestauratie Overveen.
Geschreven door: Wout Kromhout