De NDV-zomerreis bracht ons dit jaar naar oosterbuur Duitsland, net over de grens. Op de stralende donderdagochtend van 29 augustus vertrokken we uit Hengelo op weg naar het eerste doel: de Fahner kwekerij in het nabij gelegen Deuringen. Dit bedrijf richt zich op de particuliere markt en heeft als specialiteit vaste planten zonder bestrijdingsmiddelen. We zagen een zeer bescheiden selectie heesters en kleine bomen. Wel bijzonder was een prachtige, majestueuze Gymnocladus. Al met al viel deze ‘tuin’ voor dendrologen wat tegen.
Bij een temperatuur van bijna 30 graden met een hoge luchtvochtigheid, gingen we naar Garten Schwieters in Rosendahl-Holtwick. Eigenlijk was dit tuincentrum gesloten, maar voor de NDV werd een uitzondering gemaakt. We werden groots verwelkomd door Paul Schwieters. Wat een stem en een persoonlijkheid: luid, overweldigend, komisch en innemend. In een drie uur durende tocht in de drukkende zomerse hitte leidde hij ons door dit lustoord. Hij gaf veel informatie en vertelde leuke anekdotes. Om te beginnen werden er twee karren vol takken naar buiten gereden. Ja, we werden onderworpen aan een heuse interactieve….takkenquiz!! Er lag veel bijzonders op de kar zoals een Tetrapanax (Rijstpapierplant). Er werd besloten dat we als één groep door de tuin zouden gaan. Paul gaf iedereen een lijst met meer dan 150 namen voor onze tocht door de tuin. De eerste boom die we bespraken was een bijzondere Taxodium. Drie tekeningen maakten ons duidelijk dat de storm van 24 november 2005 veel schade heeft aangericht maar dat deze Moerascipres op wonderbaarlijke wijze is herrezen: wat een veerkracht kunnen bomen hebben. We zagen een Sassafras, een Rhus chinensis, met imposant blad en een Fagus grandifolia die volgens Paul alleen in de V.S. voorkomt en ook een prachtige Quercus frainetto (Hongaarse eik). Het werd een beetje een sport om bomen te spotten die niet op de lijst stonden. Soms zagen we zeldzame exemplaren en ook hier een Gymnocladus (niet zo mooi als die bij Fahner). De lange, aangename maar vermoeiende tocht eindigde met de Aesculus hippocastanum ‘Baumannii’. De enthousiaste Paul wist van geen ophouden. Al met al zeer de moeite waard.

Foto: Jos Koppen
De volgende dag was het weer totaal anders: tien graden lager en beetje motregen af en toe, eigenlijk goed weer om arboreta te bezoeken. De dag centreerde zich rond het mooie Osnabrück met ’s ochtends een bezoek aan de Botanische Tuin, ’s middags de tuin van de Hochschule van Prof. Jürgen Bouillon met tussendoor een lunch in de mensa van de universiteit.
De ‘Botanischer Garten der Universität Osnabrück’ is indrukwekkend, groot en divers. Het is de jongste botanische tuin van Duitsland. In twee groepen, met als deskundige rondleiders Dr. Yvonne Bouillon en Dr. Nikolai Friesen, liepen we de tuin door. We zagen een grote en indrukwekkende tropische kas met een spectaculaire verzameling. Een dieppaarse Passievrucht, een Theobroma (Cacaoboom) en vele andere exoten. Sommige bomen bloeien direct aan de stam. Je voelde je in het regenwoud. De verstrengeling geologie en botanie is prachtig vormgegeven. 230 miljoen jaar geleden was op deze plek een subtropische zee, iets wat mooi zichtbaar is gemaakt.

Foto: Rob Laas
De tuin is aangelegd op heuvelachtig, bijna bergachtig terrein met fraaie uitzichten en kijklijnen. De tuin is opgedeeld in ‘werelddelen’, elk op zich een dagbezoek waard. Onze rondleider wees ons ook nog op de oorsprong van alle appelbomen: een Malus sieversii uit Almaty (Kazachstan).
Aan de noordkant van de stad ligt de Fachhochschule/University of Applied Sciences. Daar ontmoetten we Prof. Jürgen Bouillon (echtgenoot van één van de rondleiders van de ochtend). Jürgen heeft als leerstoel: ‘Applied plant ecology’. Hij heeft maar liefst zes tuinmannen tot zijn beschikking en is vanzelfsprekend lid van onze zusterclub, de Deutsche Dendrologische Gesellschaft. Ook hier is veel variatie: van lokale bomen, tot palmen en natuurlijk niet te vergeten een tuin met teeltappels. Een tropische indruk gaven de palmen, Yucca’s en de winterharde Fuchsia’s. Jürgen vertelde hoe een tuin mooi in te richten is. Een Robinia uit 1948 is omringd door Geraniums, dat houdt de mensen op afstand. Verder zagen we een Magnolia officinalis var. biloba, een supergrote Pterocarya en heel oude Beuken. Jürgen leidde ons tenslotte naar een gesloten, niet openbaar gedeelte, een klein paradijs met daarin Albizia julibrissin. Voor we het paradijs verlieten, wierpen we nog een snelle blik in het fruitteeltgedeelte van de school met mooie appelsoorten.

Foto: Prof Jürgen Bouillon
De laatste dag bracht ons ’s ochtends naar de ‘Herrenhauser garten’, een soort voorstad van Hannover. Dit complex is immens! Het weer was fris en droog, dus mooie omstandigheden voor de excursie. Twee heren leidden ons rond: Alexander Willets en Brend Kretschmer.
Ook hier doet de klimaatverandering (dus vroegere bloei, al volop in februari) zich gelden. De tuin heeft verschillende onderdelen zoals een bergtuin van 12 ha.
We zien een grote Metasequoia glyptostroboides uit 1967, een reuze Ginkgo en een Gleditsia triacanthos uit 1955. Bijzonder is een imposante Beuk die ten dode was opgeschreven, maar die door de droogte van de afgelopen jaren is gered. De zwam die hem bedreigde ging dood door de droogte. Ook is er een spectaculaire ‘kronkelbeuk’, die zich vastgegrepen heeft in het hekwerk.
Er is veel te bewonderen zoals een Hopbeuk (Ostrya carpinifolia) en een superoude Liriodendron, één van de oudste van Europa die de bombardementen van de tweede wereldoorlog heeft overleefd. Alex wees op een paar 100-jarige Quercus frainetto’s en vertelde ons dat ze nu allemaal doodgaan. De reden lijkt dat ze geënt zijn. Verandering in luchtkwaliteit of klimaatverandering kan meegespeeld hebben, maar helemaal duidelijk is de oorzaak niet. Ze zullen worden vervangen door niet geënte exemplaren. De Liquidambar orientalis, met een mooie kurkbast, blijft groen tot in december. De boom kent geen herfstkleur want de bladeren vallen ineens. De tuin herbergt veel van dit soort grote, traditionele bomen. Alex vertelde het ene verhaal na het andere waardoor we de tijd een beetje vergaten.
Het was een mooie reis die voorbij is gevlogen en ik ben benieuwd naar wat volgend jaar ons brengt.