Uitgestelde Najaarsbijeenkomst op 19 februari 2022

De eerste bijeenkomst van de NDV van 2022 had eigenlijk de laatste bijeenkomst van 2021 moeten zijn. Het coronavirus gooide dit keer gelukkig geen roet in het eten. 50 NDV-leden kwamen samen bij Agro de Arend in Opheusden, toeleverancier voor de boomkwekers en hoveniers.
In zijn welkomstwoord vermeldde NDV-voorzitter Jos Koppen de aanplant van een Gymnocladus dioica op 18 februari voor het stadstheater Musis Sacrum in Arnhem. Een aanbod van de NDV voor de stad Arnhem. De wethouder die de boom in ontvangst nam, had zich goed verdiept in de NDV. Zo wist ze dat de heer Springer, een van de NDV-oprichters, het tegenover het theater liggende Musispark na het winnen van een prijsvraag heeft ontworpen. De wethouder deed de toezegging in 2024 opnieuw een boom te planten ter gelegenheid van het 100-jarige bestaan van de NDV.
Hierna heette gastheer Gerrit Jan van Nifterik van Agro de Arend de deelnemers welkom en gaf hij uitleg over zijn bedrijf.

Het rijke geslacht Hamamelis
Abraham Rammeloo was de eerste inleider. Hij nam de deelnemers mee door de grote verzameling van het geslacht Hamamelis (500 stuks) in Arboretum Kalmthout. Sommige benaderen of overschrijden zelfs de 100 jaar. Alvorens de vertegenwoordigers uit het geslacht Hamamelis onder de loep te nemen, besprak hij een aantal naaste verwanten die tot de familie der Hamamelidaceae mogen worden gerekend. Heesters als Loropetalum chinense, de helaas niet geheel winterharde Chinese franjeboom met paars blad, Parrotia persica en Sycopsis sinensis, een wintergroene boom met rode bloemen, passeerden de revue.

Sycopsis sinensis
Foto: Abraham Rammeloo

Binnen het geslacht Hamamelis zit een grote variëteit. Hamamelis japonica is een grillige groeier met een kleine bleekgele bloem, waarvan de bloemblaadjes gekreukeld zijn. H. mollis is in alles behaard. En dan zijn er nog H. virginiana, die reeds in de herfst bloeit met gele bloemen, en H. vernalis met kleine sterk geurende bloemen.
Van de in Arboretum Kalmt­hout door Jelena de Belder geïntroduceerde Hamamelis ×intermedia cultivars zijn er meerdere vernoemd naar haarzelf en de familieleden. Zo zijn er de geelbloeiende H. ×intermedia ‘Jelena’, de kruidig geurende H. ×intermedia ‘Danny’, waar vernalis-genen in zitten, en de voor de Kerst reeds bloeiende cultivar ‘Robert’. Daarnaast zijn bekende cultivars de roodbloeiende H. ×intermedia ‘Ruby Glow’ en de ‘Fire Blaze’ met zijn kruidige geur en mooie herfstkleur.

Hamamelis ×intermedia ‘Aphrodite’
Foto: Myriam Luyckx

Rammeloo sprak ook over bekende selecteurs en verzamelaars. Zoals Wim van der Werf die de Nationale Plantencollectie van Hamamelis aan het Nationaal Bomenmuseum heeft geschonken, en Jan van Heijningen. Wim van der Werf bracht onder andere H. ‘Doerak’ en de treurvorm ‘Sem’ in omloop. Jan van Heijningen vond een aantal geelbloeiende H. ×intermedia cultivars. Die beginnen allemaal met de letter A, waaronder de bijna tweekleurige H. ×intermedia ‘Albron’.
Wat bodem betreft heeft de Hamamelis een hekel aan kalk, natte voeten in de winter en droogte in de zomer. Vermeerdering vindt meestal plaats door enten, waarbij Hamamelis virginiana en soms Hamamelis verna als onderstam dienst doen. Marcoteren is de manier om de Hamamelis op eigen wortel te krijgen, maar wordt niet veel toegepast.

Japanse esdoorn, een rijke verscheidenheid
De tweede inleider was Piet de Jong, over de Japanse esdoorns. Na de topografie en de verspreiding werden de diverse secties en soorten toegelicht. Van de zeldzame Acer distylum met zijn opstaande bloeiwijze, naar de Acer nipponicum met zijn zeer grote bloeiwijze, die vanwege verbranding van het blad graag in de schaduw staat. En van de behaarde Acer sieboldianum met zijn puur groene bloemen, Acer shirasawanum met blad dat de meeste lobben heeft binnen het geslacht Acer, de tweehuizige Acer carpinifolium, Acer diabolicum met zijn hangende trossen die in de volksmond ‘het duiveltje’ heet, naar Acer tataricum met het grootste areaal van alle Esdoorns, dat zich uitstrekt van Hongarije tot Japan.
Vervolgens kwam ook de Streepjesbast-esdoorn aan de orde, waaronder de bekende Acer capillipes, Acer crataegifolium, Acer micranthum met zijn kleine bloeiwijze en zijn prachtige herfstkleur en de Acer rufinerve met zijn rode vruchten en berijpte twijgen. Als afsluiting passeerden nog de aan Acer campestre verwante en de in zijn herkomstgebied zeer bedreigde Acer miyabei met zijn ruwe stam, Acer pictum met zijn grote aantal ondersoorten, Acer cissifolium met zijn drietallig blad en mooie herfstkleur en Acer pycnanthum, die veel op Acer rubrum lijkt.

Takkenquiz
Na de lunch was het de beurt aan Piet de Jong en Hans Janssen om de deelnemers aan de traditionele takkenquiz te onderwerpen. De deelnemers kregen 30 takken voorgelegd en werden vervolgens getoetst op hun dendrologische kennis, waarbij menigeen zich liet verleiden, waaronder ondergetekende, de verkeerde naam op het formulier te noteren. De winnares van deze takkenquiz was Annet Kessler en zij kreeg de Pierre Theunissen wisseltrofee uitgereikt.
Het was een prima dag met interessante voordrachten. Tot slot bedankte de voorzitter de organisatoren en vooral ook Jan van den Brandhof die veel werk heeft verzet om deze dag mogelijk te maken.

Geef een reactie