Categorie archieven: Verslagen van activiteiten

Kwekerijbezoek aan de Loete te Hazerswoude-Dorp

Inleiding
Het organiseren van een excursie naar boomkwekerijen blijkt een schot in de roos: zo’n 58 leden kwamen hun licht opsteken bij Handelskwekerij J. W. Wezelenburg en Boomkwekerij J. M. van Gemeren.

Klaas Verboom, organisator van de dag, heet de deelnemers welkom
Klaas Verboom, organisator van de dag, heet de deelnemers welkom
Foto: Pierre Theunissen

Introductie door Jan Willem Wezelenburg
Jan Willem Wezelenburg deed de introductie en zei onder andere het volgende: “Bij de ingang van ons bedrijf hebben jullie een aantal strak geschoren linden zien staan (Tilia platyphyllos ‘Fastigiata’) van 20 jaar oud. Vandaag zou ik die niet meer planten, maar er nu Ginkgo biloba ‘Fastigiata’ voor hebben neergezet”. Waarmee maar gezegd wil worden dat trends in de boomkwekerij een grote rol spelen. Wezelenburg heeft een exportbedrijf met handel ‘All over the World’. De kwekerij omvat 3 ha waarop 400 soorten en cultivars worden gekweekt. Er is volle grond kweek en containercultuur. Gestreefd wordt naar productie van grote aantallen en ook naar verkoop hiervan. Wezelenburg: “Als Ikea 800.000 Lavandula wil hebben, dan moeten die er komen”. Bij een vraag: “Hoe lang gaat zo’n plant in een potje mee?” is het antwoord: “Niet zo belangrijk, in ieder geval langer dan een bosje bloemen”. De markt is vluchtig vandaag de dag. Ook sortimentsvernieuwing is belangrijk. Het ontwikkelen van nieuwe cultivars is een uitdaging. In dit kader is de Ginkgo biloba in al zijn groeivormen erg gewild. Kleur, bladinsnijding, opgaande groeiwijze, lage groeisnelheid (voor potten en kleine tuinen) zijn speerpunten. Wezelenburg heeft hiervan een interessante collectie op de tuin. Ginkgo biloba ‘Menhir’ is een eigen selectie met een goede, zuilvormige groei.

Salix moupinensis of is het toch S. fargesii?
Salix moupinensis of is het toch S. fargesii?
Foto: Pierre Theunissen

In de collectie vallen verder op diverse soorten Ilex, o.a. Ilex cornuta ‘Nelson’, veel soorten Acer waarbij de gevraagde bladtinten in paars de overhand voeren, Euonymus phellomanus met nu al opvallend gevormde rode vruchten, Taxodium distichum ‘Pevé Minaret’, met een prachtige compacte vorm en kleur en Neillia affinis met roze bloemtrossen.

Cabrio-kas
Zoon Jan Willem junior werkt graag met de Cabrio-kas: licht, luchtvochtigheid, temperatuur en bodemkwaliteit kunnen hier nauwkeurig worden geregeld. Ideaal om te experimenteren met soorten in een veranderend klimaat, bijv. Albizia julibrissin in verschillende vormen en kleuren.

Het was een boeiende rondgang, die werd gebracht met enthousiasme, motivatie en humor. Ook voor hen geldt de lijfspreuk van vader/grootvader: “Van werken kun je niet doodgaan”.

Kwekerij Hans van Gemeren
Het tweede dagdeel werd besteed aan een bezoek aan buurman Hans van Gemeren. Reeds in de voortuin begint zijn verhaal. Op de RMTS was hij een leerling van Walter Grootendorst en de liefde voor het vak en het sortiment is door hem flink aangewakkerd. Direct al werden we gewezen op Comptonia peregrina, een zeldzame en moeilijk te vermeerderen telg uit de Gagel familie. Hier staat ook een prachtige Oplopanax horridus, de Duivelsknuppel. Dit is een zeldzame heester uit de Aralia familie met mooie rode bessen. Een vochtige bodem wordt geprefereerd. Hans van Gemeren heeft ook een grote collectie Rhododendron williamsianum in de tuin staan. Helaas zijn deze vormen steeds minder in cultuur. Aan de zijkant van het huis staat een Sorbus ‘Chinese Lace’ een bijzondere variëteit met diep ingesneden blad met een zilvergrijze onderzijde en een opvallende herfstkleur.

Oplopanax stenoptera met Comptonia peregrina
Oplopanax stenoptera met Comptonia peregrina
Foto: Pierre Theunissen

In de achtertuin en ook op de kwekerij Prunus serrula ‘Branklyn’, een kleine boom die zijn sierwaarde in stam en takken heeft. Op de kwekerij zien we de lievelingsboom van wijlen Harry van de Hatert: Prunus mume ‘Beni-chi-dori’; hij kon lyrisch doen over de bloesem van deze Japanse sierabrikoos. Verder zagen we nog een prachtige Tetrapanax papyrifera en de nog niet in de handel zijnde Davidia involucrata ‘Sonoma’ die al op zeer jonge leeftijd gaat bloeien.

Uiteraard is dit slechts een zeer summiere opsomming van het enorme sortiment dat op deze kwekerij aanwezig is. We hebben genoten van de kwaliteit van planten in de volle grond die zeer hoog staat aangeschreven.

Hans van Gemeren legt uit
Hans van Gemeren legt uit
Foto: Mannes Konijnbelt

Geschreven door: Co de Bruijn en Mannes Konijnenbelt

Kampeerweekend NDV in het Roergebied

Inleiding
In de middag van 25 juni verzamelden zich 20 enthousiaste dendrologen op de parkeerplaats bij de Botanische Tuin Rombergpark te Dortmund. De heer Herbert Reif, leider van de Botanische tuin, heette ons hartelijk welkom, wees ons de weg door de gebouwen en stelde een mooie strook gras beschikbaar om de tenten op te zetten. We werden ’s nachts bewaakt door o.a. Pinus ponderosa ‘Pendula’ en Picea smithiana.

Botanische Tuin Rombergpark
Om 18.30 uur stond de heer Reif klaar voor de eerste rondleiding door de Botanische Tuin. Hij vertelde e.e.a. over de geschiedenis van de Botanische Tuin en maakte ons met name deelgenoot van zijn grote zorgen over het voortbestaan ervan (waar hebben wij dat meer gehoord?). Hij levert een onafgebroken strijd met de politiek, die kennelijk ook hier niet het belang inziet van goed gedocumenteerde botanische verzamelingen.

De heer Reif heet ons van harte welkom
De heer Reif heet ons van harte welkom
Foto: Pierre Theunissen

Geschiedenis Botanische Tuin Rombergpark
Tussen 1818 en 1822 begon de familie Von Romberg op haar grondgebied rond het Wasserschloss Romberg met de aanleg van een park in Engelse landschapsstijl. In 1926 verwierf de stad Dortmund het park en bracht de Botanische Tuin, die vanaf 1887 aan de rand van de binnenstad lag, over naar het Rombergpark. De eerste directeur was Richard Nose. Hij breidde de collectie flink uit. Een deel van de tuin is naar hem genoemd: het Nose Arboretum. Eind 1944 werd Schloss Romberg door bombardementen verwoest en ook de Botanische Tuin werd zwaar beschadigd. Het enige wat nog aan Schloss Romberg herinnert, is het (gerestaureerde) poortgebouw. In 1949 werd de wederopbouw van de tuin ter hand genomen onder leiding van Dr. Gerd Krüssmann. Hij bracht één van de grootste collecties houtige gewassen in Europa bij elkaar (4500 soorten en cultivars). Daarnaast schreef hij tal van boeken. De Botanische Tuin Rombergpark werd internationaal bekend. In 1958 werden 1000 m² kassen gerealiseerd. In 2008 werd een deel van de kassen van een moderne nevelinstallatie voorzien en werden er 35 Wollemia nobilis geplant. Ook Krüssmann is geëerd met een ‘Krüssmann Arboretum’. Van 1975-1995 had Dr. Bünemann de leiding en van 1995 tot heden zwaait Herbert Reif de scepter. In feite is dit object een Arboretum met een oppervlakte van 65 ha.

De zogenaamde Wollemiakas met zijn bijzondere sfeer
De zogenaamde Wollemiakas met zijn bijzondere sfeer
Foto: Pierre Theunissen

Wandeling door de Botanische Tuin van Rombergpark
Tijdens de wandeling zagen we fraaie exemplaren van o.a.: Quercus rubra ‘Aurea’, Carpinus betulus ‘Columnaris’, Maclura, Juglans cinerea, Carpinus japonica, Pinus peuce, prachtige beuken, waaronder vooral een geweldige Fagus sylvatica ‘Asplenifolia’ uit 1822 opviel. Apart in het beukensortiment is een zgn. ‘Süntelbuche’, die van nature voorkomt in het Weserbergland, noordelijk van Hameln. De groeivorm is erfelijk. De wetenschappelijke naam is Fagus sylvatica f. suentelensis. Ook de moederboom van Ginkgo biloba ‘Tremonia’ hebben we hier bewonderd. Een lindenlaan uit 1822 staat er nog florissant bij.

Dag 2

Recklinghausen
Er werd vroeg opgebroken want we werden om 8.30 uur in Recklinghausen verwacht. De heer Eschrich bleek een vrolijke, onvermoeibare, enthousiaste prater die met veel elan uitleg gaf over alle bijzonderheden in zijn verzameling. Om half twaalf kwamen we bij een tuinhuisje in het 1,5 ha grote arboretum en daar wachtte ons een verrassing. Mevrouw Reif en mevrouw Eschrich hadden een lading wafels gebakken van onovertroffen kwaliteit en daar deden wij ons tegoed aan. Heerlijk!

Sortiment
Interessant: Acer platanoides ‘Tharandt’, die zelfs in de ‘Naamlijst’ niet genoemd wordt. Betula pendula ‘Schneverdinger Goldbirke’, een geelbladige berk van ruim 10 m hoog, Chamaecyparis lawsoniana ‘Wissel’s Saguaro’, een zeer slanke selectie uit de ‘Wisselii’, Pinus armandii met kegels en Tilia monticola (synoniem van T. americana var. heterophylla) met zeer groot blad met witte onderkant. De heer Eschrich oogstte 40 kg vruchten van zijn Actinidia deliciosa en 25 kg van zijn A. arguta!

Schloss Bodelschwingh
Ons volgende object was Schloss Bodelschwingh. Dit waterslot dateert uit 1300. Het oorspronkelijke gebouw was een tweekamerhuis op een fundering van eikenpalen. Een gedeelte van het huidige slot staat nog op die palen. De Heren van Bodelschwingh verkregen in 1336 het recht om zelf recht te spreken. In 1808 werd dit recht door de Fransen ingetrokken. De ‘gerechtsboom’, een honderden jaren oude Meidoorn, is in 1901 door een storm geveld. In 1565 kreeg het slot door uitbreiding zijn huidige vorm. De erfopvolging in mannelijke lijn is enkele malen onderbroken, zodoende is de huidige eigenaar Felix Freiherr zu Inn und Knyphausen.

Rond 1870 is het domein omgevormd tot een groot park in Engelse landschapsstijl. Dit is gedaan door landschapsarchitect Eduard Petzold (1815 – 1891). Petzold is een tijd lang in dienst geweest bij het Nederlandse koningshuis. In die periode werd het bekende ‘Park zu Muskau’ in Bad Muskau onder zijn leiding gerealiseerd. De huidige Duits-Poolse grens loopt dwars door het park. Van het ooit beroemde arboretum, thans op Pools gebied, is niets meer terug te vinden.

Tussen 1970 en 1980 is de A45 dwars door park Bodelschwingh aangelegd zodat nog slechts een fractie van het immense park over is. Er staan nog imposante Castanea, Bruine beuken, een machtige Liriodendron en een zeer oude laan van Carpinus betulus. Tegen 16.00 uur werd de terugweg naar Dortmund aanvaard. We kregen een uurtje pauze en ondertussen konden de liefhebbers voor de barbecue hun inkopen doen.

Rondleiding 2 door de Botanische  Tuin Rombergpark
Om 18.00 uur stond iedereen weer klaar voor een tweede rondleiding door de Botanische Tuin Rombergpark. We werden andermaal overladen met dendrologische lekkernijen zoals: Nyssa sylvatica, Ostrya carpinifolia, Quercus bicolor, Q. frainetto, Q. velutina, Q. libanerris, Q. imbricaria, Picea omorika ‘Bruns’, uitzonderlijk slank, Acer platanoides ‘Walderseei’, Betula ermanii var. subcordata met fraaie stammen, Magnolia sieboldii in volle bloei, een mooie groep Sassafras, door wortelopslag zich langzaam uitbreidend, Syringa pekinensis rijk bloeiend, Chosenia bracteosa, bloeiende Rhus radicans, een Sequoiadendron-vallei, en als hoogtepunt een Buckleya distichophylla. Dit is een houtige halfparasiet uit de Santalaceae, die bij voorkeur groeit op de wortels van Tsuga, maar ook wel op andere gewassen. Komt voor in de zuidelijke Appalachen en is tweehuizig.

Magnolia sieboldii ssp sieboldii in volle bloei
Magnolia sieboldii ssp sieboldii in volle bloei
Foto: Pierre Theunissen

Tegen 21.30 uur kreeg iedereen toch wel trek en werd de barbeque opgezocht. Mevrouw Reif had deze al op temperatuur gebracht. Er stond een rij partytenten met tafels en banken opgesteld en het werd ongelooflijk gezellig. Tegen 23.00 uur zei de heer Reif: “Liebe Leute, ik heb jullie beloofd om onze Cyclocarya te laten zien, maar omdat het terrein zo immens groot is, zijn we daar niet aan toe gekomen. Wie zin heeft kan nu met mij meegaan en dan zoeken we hem alsnog”. En zo werd, in ganzenpas de heer Reif gevolgd door het nachtelijk duister naar de Cyclocarya. Meer dan een schim konden we op dit tijdstip niet zien. Het lukte Gerbert Klein Wassink echter, dank zij zijn lengte, om één overjarig vruchtje te vinden, hetgeen later als bewijs van echtheid gold. Na een kort, maar welgemeend dankwoord aan onze gastheer en zijn echtgenote, werden de tenten weer opgezocht.

Dag 3

Botanische Tuin van de Ruhruniversität
Om 8.00 uur had iedereen zijn tent enz. weer ingepakt en konden we op weg naar de Botanische Tuin van de Ruhruniversität in Bochum. Hier wachtte ons andermaal een verrassing. Er was afgesproken met één rondleider voor ca. 1,5 uur. Echter, er stonden twee mensen op ons te wachten, Dr. Veit Dörken en Prof. Thomas Stützel. En ze liepen niet anderhalf uur met ons rond, maar vier volle uren! Ongelooflijk.

Geschiedenis Botanische Tuin van de Ruhruniversität
Het was knap warm tegen de zuidhelling waarop de 13 ha grote tuin is gelegen. De Botanische Tuin hoort bij de biologische faculteit van de in 1962 gestichte Ruhr Universiteit en deze is in 1968 gestart en in 1971 voor het publiek opengesteld. Het zwaartepunt ligt op diverse biotopen die men hier in stand wil houden, hetgeen aardig lukt. Als bijzonderheid hebben ze een Chinees paviljoen van 1000 m². Dit ligt weliswaar te midden van niet Chinese elementen, maar oké. Het is een geschenk van de Tongji Universiteit uit Shanghai en is in 1990 door Chinese vakmensen met uit China overgebracht materiaal gebouwd. In 2001 heeft een groep Chinese vaklui vier maanden lang een complete restauratie uitgevoerd. Voorwaar een kostbaar geschenk. Wij zagen o.a. Acer buergerianum, Aristolochia brasiliensis, Ehretia dicksonii, Holboellia coriacea, Tetracentron sinense, Welwitschia mirabilis in bloei, Pseudopanax ferox, Robinia hispida, Sorbus torminalis, en Buckleya lanceolata. Het verschil met Buckleya distichophylla konden wij niet vaststellen.

De zeldzame Ehretia dicksonii
De zeldzame Ehretia dicksonii
Foto: Pierre Theunissen
Ginkgo biloba ‘Tremonia’
Ginkgo biloba ‘Tremonia’
Foto: Pierre Theunissen

Stadtpark Bochum
Na een verfrissing van Corrie (sap van Pyrus nivalis) namen enkele mensen afscheid. Elf ‘diehards’ trokken echter nog naar ons laatste object, het Stadtpark Bochum. Dit park, 31 ha groot, is het op één na oudste gemeentelijke park in het Roergebied. Het is in 1878 geopend. Aangelegd in Engelse landschapsstijl vormt het nu een ware oase in de grote stad. De aparte aantrekkingskracht schuilt hier in de grote verscheidenheid aan oude bomen zoals Liriodendron, Cladrastis, Phellodendron, Celtis, Acer macrophyllum, Acer platanoides ‘Cucullatum’, Ginkgo, Sophora, Pinus wallichiana, Sequoiadendron, Catalpa, Parrotia, Liquidambar enz. Door de zeer vruchtbare lössgrond is de groei voorbeeldig. De herfstbeelden zijn hier oogstrelend. Tegen 4 uur namen we afscheid van elkaar
op een terrasje tegenover het park.

Woorden van dank schieten te kort voor de Duitse gastvrijheid. De heer Reif heeft bij de voorbereiding een hele dag aan ons besteed en tijdens het kampeerweekend nogmaals anderhalve dag. En dan nog het gebruik van de kampeerruimte en de gebouwen.

In Bochum stond de top van de Botanische Tuin voor ons klaar en besteedde een hele zondagmorgen aan ons! DANKE, DANKE, DANKE SCHÖN.

Geschreven door: Pierre Theunissen

Doornse dag geslaagd ondanks geringe opkomst van de bosbouwers

Hector de Beaufort, voorzitter van St. Von Gimborn Arboretum heet een ieder welkom. Links achter hem: Wilbert Hetterscheid, directeur Von Gimborn Arboretum.
Hector de Beaufort, voorzitter van St. Von Gimborn Arboretum heet een ieder welkom. Links achter hem: Wilbert Hetterscheid, directeur Von Gimborn Arboretum.
Foto: Joost Gieskes

Inleiding
In het kader van het eeuwfeest van de Koninklijke Nederlandse Bosbouwkundige Vereniging (KNBV) leek het een goed idee om een gezamenlijke bijeenkomst van KNBV en NDV te organiseren. Doorn met het Von Gimborn Arboretum leek daarvoor een geschikte locatie. Maar naarmate de dag, zaterdag 12 juni, naderde werd duidelijk dat de bosbouwers het zouden laten afweten. Uiteindelijk waren er onder de 46 deelnemers slechts 3 bosbouwers.

Introductie Hector de Beaufort
De deelnemers werden welkom geheten door Hector de Beaufort, voorzitter van de Stichting Von Gimborn Arboretum. Hij kon mededelen dat de Stichting nu officieel eigenaar van het arboretum is. De stichting realiseert zich terdege dat het heel belangrijk is dat het arboretum behouden is en dat alles in het werk moet worden gesteld om de verzameling voor de toekomst te bewaren. Aangezien de directeur van Huis Doorn, het te bezoeken middagobject, op het laatste moment verhinderd was, sprak hij als bestuurlid van Huis Doorn ook even over de renovatieplannen van het landgoed, waar ook een pinetum deel van uitmaakt.

Rondleiding Von Gimborn Arboretum
Na enkele woorden van Wilbert Hetterscheid, directeur van het arboretum, ging men in twee groepen onder leiding van Wim Wildschut en ondergetekende het arboretum in voor een bijna twee uur durende rondgang. In dit plantenmekka zijn zoveel highlights dat het te ver voert om daar een volledige opsomming van te geven. Fraai in bloei waren de Sneeuwvlokjesbomen Chionanthus retusus en C. virginicus. De eerste met eindstandige, de tweede met okselstandige bloeiwijzen. Styrax japonica begon juist te bloeien. Jammer dat deze heester, die bloeit na de hoofdmoot van voorjaarsbloeiers, zo weinig bekend is. Fraai in bloei ook Robinia slavinii ‘Hillieri’ met licht paarsroze bloemen. Een trekpleister was de kruising van de twee Liriodendronsoorten, met opvallende oranje bloemen en al rijk bloeiend op jeugdige leeftijd. Een aparte verschijning waren ook de grootbladige Magnolia hypoleuca en M. tripetala. Vooral de laatste bloeide uitbundig met nog veel knoppen te gaan. De eerste trekt toch vooral de aandacht met zijn heerlijke geur. Van een aantal tweehuizige esdoornsoorten zijn er groepen, o.a. van de in Japan zeldzame Acer pycnanthum. Evenals van zijn Amerikaanse verwant, Acer rubrum, rijpen de zaden al eind mei en ze kunnen daarna direct kiemen. Opvallend waren de grote bronskleurige vruchttrossen van Acer henryi. Al jaren zijn de meerstammige Pterocarya echte eyecatchers. Vooral P. rehderiana is een indrukwekkend pronkstuk. Acer platanoides ‘Drummondii’ liet zien dat het niet echt een stabiele bontbladige is, maar Aesculus carnea ‘Aureomarginata’ bakt er helemaal niets van. Aan diverse eenjarige twijgen was de terugslag naar groen aan de bladeren te zien. Twee uur is niet genoeg om Von Gimborn echt te bekijken. Els Doek en Tonny van der Plank maanden de rondleiders om kwart voor één om toch snel met hun groep naar voren te komen, want het was hoog tijd voor de lunch.

Eén groep wordt rondgeleid door Wim Wildschut
Eén groep wordt rondgeleid door Wim Wildschut
Foto: Joost Gieskes

Pinetum van Huis Doorn
Na de lunch volgde een bezoek aan het pinetum van Huis Doorn. We werden verwelkomd door Frans van den Berg die, geassisteerd door Wim Wildschut, bezig is met een inventarisatie van de verzameling. De bomen zijn genummerd en er was een lijst beschikbaar met de namen. Eventuele correcties werden zeer op prijs gesteld. Al snel was men in groepen zeer intensief bezig en bleek het een zeer leerzame gezamenlijke activiteit. De jeugdige afvaardiging van de KNBV viel op door hun enthousiasme, maar het blijft jammer dat de KNBV niet met meer leden vertegenwoordigd was.

Geschreven door: Piet de Jong