Ik ben Ronald Houtman, 52 jaar, getrouwd met Petra en vader van twee zoons, Mark en Bart. Geboren op een kwekerij (De Bonte Hoek) in Glimmen (Gr.), mijn vader werkte daar. Na twee jaar zijn we verhuisd naar Boskoop, waar mijn vader vandaan komt (mijn moeder komt uit Reeuwijk). In het dagelijks leven ben ik sortimentsadviseur, schrijf ik artikelen over planten en hou ik me bezig met kwekersrechten en patenten, waaronder plantbeschrijvingen. Dat varieert van kamerorchidee (Phalaenopsis) tot coniferen, ‘s zomers zijn dat meestal vaste planten. Daarnaast ben ik secretaris van de keuringscommissie van de KVBC en doe ik een dag in de week selectiewerk in de veredeling bij Boot en Dart Boomkwekerijen.
Autodidact en zelfstandig
Ik heb in Boskoop de drie-jarige A-opleiding gevolgd op de RMTuS, een boomkwekersopleiding inclusief middenstandsdiploma voor zelfstandig boomkweker. Verder ben ik autodidact. Van mijn vader heb ik de liefde voor planten en natuur meegekregen. Hij was bevriend met Harry van de Laar, ze werkten beiden op het Proefstation voor de Boomkwekerij. Toen ik 14 jaar was zei ik tegen Harry: ‘Ik wil worden wat u bent.’ Hij gaf me de raad: ‘Je kunt veel beter een beetje weten van veel planten dan heel veel van een paar planten’ en merkte op dat je door veel te lezen heel veel kunt leren. Opmerkelijk dat ik bij de eerste kwekerij waar ik als jongetje werkte al zag dat alle Hamamelis door elkaar zaten en vond dat daar iets aan moest worden gedaan.
In augustus 1985 ben ik, na twee jaar stage, in vaste dienst gekomen bij Rinus Zwijnenburg. Een kwekerij met een uitzonderlijk sortiment, ik koester nog steeds de voorraadlijst uit die tijd. Bij hem maakte ik kennis met Roy Lancaster, die mij wel inspireerde maar van Harry en Rinus heb ik ongelooflijk veel geleerd. Ik heb gelukkig een (bijna) fotografisch geheugen en kan gemakkelijk plantennamen onthouden. Toen de kwekerij naar Texel was verhuisd ben ik in 1991 als kwekerijmedewerker volle grond en pakloods bij Fa. Esveld gaan werken. Daar heb ik ook veel planten leren kennen. In die tijd was het gebruikelijk dat particuliere klanten met grotere orders hun bestellingen afhaalden bij de loods. Op een bepaald moment legde een klant zijn bestelling in de kofferbak van zijn auto. Dick van Gelderen kwam aanlopen en dacht even te helpen door de klep dicht te gooien. Alleen… de klant hing nog half in de kofferbak en kreeg de klep in zijn nek. Dick sprak toen de legendarische woorden: ‘Kijk ik even niet, doet die man zijn hoofd ertussen.’
In 1985 had ik me aangemeld als lid van de KVBC. In 1994 heb ik het secretariaat van de keuringscommissie van Harry van de Laar overgenomen. Omdat ik toch liever zelfstandig wilde zijn begon ik op 1 januari 1998 mijn eigen bedrijf. Twee bestuursleden van de KVBC hebben er voor gezorgd dat ik het eerste halfjaar van werk werd voorzien met opdrachten voor het veredelen en selecteren van planten en het corrigeren van catalogi op plantennamen, teksten en prijzen. Al enkele jaren daarvoor was ik gestart met het schrijven van artikelen.
Ruimte om te schrijven en fotograferen
Na jarenlang een kantoor gehuurd te hebben zijn we vorig jaar verhuisd naar een huis met kantoorruimte. Een ideale plek voor een grote bibliotheek en voldoende ruimte om te werken en mensen te ontvangen. Ik kan er in alle rust artikelen schrijven, correspondentie verzorgen, lezingen voorbereiden, keuringsgegevens van verschillende soorten keuringen verwerken, rapporten opstellen en schrijven voor Dendroflora.
Op je 14e-15e jaar bedenk je niet wat je gaat doen maar ik ben erg blij met hoe het allemaal gelopen is. Ik had het geluk een niche markt te ontdekken, het kwekersrecht was in opkomst. Ik heb midden jaren negentig het proefschrift over kwekersrecht van Boskoper Paul van der Kooij goed bestudeerd en veel geleerd. Bij Rinus Zijnenburg had ik Piet Oudolf leren kennen, hij was vennoot bij Future Plants, een bedrijf uit de bollenstreek dat nieuwe vaste planten introduceert en beschermt. Ik werd daar geïntroduceerd en kreeg de opdracht om mijn eerste plantbeschrijving voor een Amerikaans plantpatent te maken voor Perovskia atriplicifolia ‘Little Spire’. Nu maak ik 200-250 beschrijvingen per jaar.
Het werk komt zoals het gaat, er komen kansen en uitdagingen waarop ik ja of nee kan zeggen. Soms levert een klus veel op, er zijn ook projecten geweest waar ik weinig of niets aan verdiende.
Met Sjaak de Jong ben ik eigenaar van Plants and Pictures, een extra bedrijvigheid. Foto’s maken was altijd al mijn hobby maar nu heb ik er ook mijn werk van gemaakt.
Onverwachte en veranderende wereld
Het leukste van mijn vak vind ik de onverwachte ontmoetingen, zowel met mensen als met planten. Vooral als je planten in het wild ziet die je alleen van de kwekerij kent zoals Jamesia americana, Mahonia repens en Viburnum rufidulum die in Amerika in de berm staan. Maar ook Myrica gale (gagel) in Nederland in het wild zien is prachtig.
Ik probeer onafhankelijk te zijn. Het vak is op het gebied van de handel harder geworden. De bedrijven die zich bezig houden met kwekersrechten vinden alleen hun eigen planten het best. Het is jammer dat Plant Publicity Holland (PPH) niet meer bestaat, die stelde zich onafhankelijk op en deed goede promotieacties voor de gehele boomkwekerijsector. Door het wegvallen van PPH is er een enorme versnippering in promotie ontstaan. Gelukkig zijn er succesvolle initiatieven om gezamenlijk het sortiment te promoten, Perennial Power voor het promoten van vaste planten is hier een mooi voorbeeld van. Ook voor rozen wordt iets dergelijks opgezet (Roses for Gardens).
Mijn reizen in onder andere Amerika, de Britse eilanden en Scandinavië hebben grote indruk gemaakt. En ook de opwinding om in een ander land te zijn met andere culturen, geluiden, geuren en kleuren, ik vind het fascinerend.
Mijn (luxe)probleem is dat ik alles mooi vind, zowel gecultiveerd als natuurlijke vegetatie. Ik heb wel een zwak voor Salix, Betula, Olearia, Viburnum en ‘Engelse’ planten. Tot zo’n tien jaar geleden waren die planten in ons klimaat niet voldoende winterhard en waren ze bestemd voor export naar Engeland en Ierland of Frankrijk en Italië. Door de klimaatverandering kunnen ze ook hier worden toegepast en geeft dat minder problemen.
Kennis doorgeven
Ik vind dat je iedereen die geïnteresseerd is in planten goed moet ondersteunen. Kennis en ervaring doorgeven is heel belangrijk. Ik spreek uit ervaring want ik heb het zelf meegemaakt. Wim van Nierop is voor mij een belangrijke kruiwagen geweest, zeker in de tijd dat ik me ontwikkelde en later toen ik met mijn ‘bonte planten boek’ bezig was. Ik ben door de specialisten ‘opgevoed’ en gevormd. Ik heb het geluk dat ik in een dorp woon met veel gelijkgestemden op plantengebied.
Toen ik van de tuinbouwschool kwam heb ik getwijfeld of ik de Hogere Tuinbouwschool zou gaan doen. Ik heb geen titels bij mijn naam, dat mis ik soms wel maar ik doe mijn werk met veel plezier. Het is heel veelzijdig.