Op zaterdag 18 november was er de leerzame najaarsbijeenkomst met 65 dendrofanaten in het gebouw van Agro De Arend in Opheusden. Traditioneel was dit de laatste jaarlijkse activiteit van de NDV.
Na een introductie door dagvoorzitter Harry de Coo, was het eerst de beurt aan Mirjam Lemmens. Mirjam is de collectiebeheerder van het Belmonte Arboretum en werkzaam voor de Nederlandse Vereniging van Botanische Tuinen (NVBT) en het Nagoya Protocol (/ABS – Access & Benefit-Sharing). Zij gaf een toelichting op de tweede en vernieuwde versie van de standaardlijst van Nederlandse namen van cultuurplanten.
De aanleiding om in 2018 samen met medeauteur Marco Hoffman een standaardlijst te maken voor de Nederlandse namen ontstond uit de behoefte aan eenduidigheid in de Nederlandse naamgeving bij onder andere gemeenten, tuincentra en het groene onderwijs. Mirjam gaf een toelichting op het verschil in schrijfwijzen en de uiteindelijke keuze hierin. Als voorbeeld noemde ze Abies balsamea, de Balsemzilverspar, en vervolgens de verschillende variaties in de schrijfwijze van de naam, zoals met of zonder hoofdletter, met koppelstreepje of aaneengesloten geschreven. Bij de spelling van de Nederlandse namen worden de taalregels gevolgd van het Genootschap Onze Taal, aangevuld met ‘het groene boekje’.
Ook de verschillende Nederlandse synoniemen voor één soort zijn op een rijtje gezet en daaruit is een voorkeursnaam gekozen. Acer davidii werd als voorbeeld genoemd. Davids esdoorn heeft de voorkeur met als alternatieve (‘synonieme’) namen: Chinese esdoorn, Streepjesbast-esdoorn en de Slangenhuid-esdoorn. Voor het zoeken naar de Nederlandse namen zijn bestaande bronnen gebruikt. Denk daarbij onder andere aan de handleiding Nederlandse dendrologie van Dr. B.K. Boom en Heukels’ Flora van Nederland van Dr. H. (Leni) Duistermaat. Voor de eerste versie zijn de Naamlijst van Houtige Gewassen en de Naamlijst van Vaste Planten als basis gebruikt, uitgebracht door de Naktuinbouw. Dit zijn lijsten met de officiële namen uit het handelssortiment van boomkwekerijgewassen in Europa en grotendeels in de Verenigde Staten. In de eerste versie waren de NDV, Naktuinbouw, de Nederlandse Vereniging voor Botanische Tuinen, Vereniging van Nederlandse Gemeenten, Floron en Royal Anthos de partners. In het voorjaar 2024 verschijnt de tweede en vernieuwde lijst met, naast aanvullingen op de eerder genoemde Naamlijsten en verwerking van enkele correcties, daarin ook nieuwe gewasgroepen opgenomen: de bolgewassen, rassenlijst groentegewassen, rassenlijst landbouwgewassen, perkplanten, kamerplanten, snijproducten, tropische planten en tropisch fruit. Bij de tweede versie zijn KAVB en Floricode nieuw aangesloten partners.
Door verslaglegger van deze dag, die als archivaris de notulen van de NDV heeft doorgespit, werd nog gemeld dat het 100 jaar heeft geduurd, nadat Doorenbos tijdens een bestuursvergadering al had opgemerkt dat er een lijst van Nederlandse namen moest komen.
De tweede lezing werd verzorgd door Gerda van Uffelen, voormalig collectiebeheerder Hortus Leiden. In haar introductie over de palmen ging zij eerst in op de familie waartoe de palmen behoren, Arecaceae of Palmae en niet Palmaceae. Vervolgens over de misvatting van sommige met palm aangeduide planten die geen palm zijn, zoals de Boomvaren, de Varenpalm en de Bananenpalm.
Palmen komen van nature voor in de tropen en subtropen en omvatten 180 geslachten met 2500 soorten, waarvan de meeste in Azië en de Pacific. Het zijn eenzaadlobbige bloemplanten. Ze zijn verwant aan de grassen en gemberachtigen.
De vormen van de diverse palmen varieert. Ze kunnen namelijk boomachtig of struikachtig zijn en geen stam hebben of lianen vormen. Bij palmen verdwijnt de kiemwortel en worden adventiefwortels gevormd. Vegetatieve groei gebeurt door de vorming van nieuwe segmenten, wat tot een lengtegroei van de stam leidt. Verder werden beelden getoond van de gevouwen bladeren, welke geveerd of handvormig kunnen zijn, hun bewapening tegen dieren, op stengels, blad of stam, de kleine, driedelige bloemen, de vruchten, steenvrucht of bes en de zaden die meestal door dieren worden verspreid. De Kokosnoot is daarvan de meest bekende, die vanwege zijn drijvend vermogen via water wordt verspreid. Maar in alles zijn dit de kampioenen onder de planten, de hoogste eenzaadlobbige, de langste bladeren, de grootste bloeiwijze, het grootste zaad, de langste stengel en het oudste kiemkrachtige zaad. De presentatie werd afgesloten met informatie over het gebruik van eetbare palmproducten en palmsoorten die het in de Hortus en in ons klimaat redelijk uithouden.
Een prachtig verhaal dat ons prikkelt om nog eens met de NDV een palmenkwekerij te bezoeken.
Het middagprogramma bestond uit de traditionele takkenquiz die door Hans Janssen en Gerbert Klein Wassink werd verzorgd. Een 40-tal takken passeerde de enthousiaste deelnemers, waarbij in totaal 80 punten gescoord konden worden. Na telling van de punten waren er drie deelnemers met een bijna gelijke score, te weten Ronnie Nijboer, Willie Spierings en Wiecher Huisman. Na een spannende barrage ging Wiecher Huisman er met de Pierre Theunissen Wissel Trofee vandoor.
Voor een uitgebreid overzicht van het behandelde verwijs ik naar de PowerPoint presentaties die op de website van de NDV zijn geplaatst.