Op 2 maart heeft, op de inmiddels bekende plek in Driebergen, de algemene ledenvergadering plaatsgevonden. Met negentig deelnemende leden werd die druk bezocht. Tijdens het ochtendprogramma werden verslagen en de begroting goedgekeurd en werden twee bestuursleden herkozen. Ook werd het jubileum besproken. De mededeling dat we een beschermheer hebben in de persoon van Floor Vermeulen, burgemeester van Wageningen en tevens zoon van een (vroegere) kweker uit Boskoop, werd enthousiast ontvangen. Hij zal zeker deuren voor ons kunnen openen naar bijvoorbeeld de WUR, naar politiek en andere overheden. Verder is het predicaat Koninklijk aangevraagd voor de vereniging, een langlopende procedure waarvan het spannend blijft hoe die afloopt.
Een mooi moment was de uitreiking van de bronzen Doorenbosplaquettes aan Marco Hoffman en Mirjam Lemmers, elders uitgebreider besproken in dit blad (zie p. 46).
En ook op de benoeming van Hans Janssen als derde erelid werd enthousiast gereageerd. Hans is sinds 1969 zeer actief lid van de vereniging en voor velen een vraagbaak. Heel zijn carrière is hij met plantmateriaal en lesgeven bezig geweest. Hij zat drie periodes in het bestuur en is nog steeds actief als docent en redacteur van
Dendroflora. Vanaf nu zijn er dus drie ereleden: Piet de Jong, Anneke van Rhijn en Hans Janssen.
Na de lunchpauze volgt de inleiding van Dr. Ute Sass-Klaasen, onder andere lector duurzaam bosbeheer aan de Hogeschool Van Hall Larenstein. Zij werkt in het dendrolab in Velp. Vijf studenten zijn dit jaar afgestudeerd in de dendrochronologie, de wetenschap die zich bezighoudt met het dateren van houten voorwerpen of archeologische vondsten. Jaarringen kun je zien als de barcode van een boom. Met dendrochronologie kun je constateren hoe oud een boom is. De breedte van de ringen zegt iets over de groei en de gezondheid van een boom. Smalle ringen geven stress aan.
Een houtsoort moet je leren lezen. Iedere boomsoort heeft andere jaarringen. Zo hebben die van naaldbomen een andere structuur dan die van loofbomen. Met microscopisch onderzoek zijn de jaarringen het duidelijkst te zien. Voor de studenten van nu is dendrochronologie een hulpmiddel bij het zoeken naar de goede boomsoorten voor een sterk bos in een veranderend klimaat.
Ook kan de stress in een boom op een bepaald moment worden gemeten, door het meten van de sapstroom, met een hiervoor geschikt apparaatje. Zo is al voordat dat voor ons zichtbaar is, te meten dat een boom last heeft van stress. Aan de reacties van het publiek te horen vindt men dit een boeiend onderwerp.
De volgende spreker, veldbioloog Dirk Slagter, vertelt over zijn nieuw verschenen boek Ontdek Winterkenmerken van bomen, struiken, bamboes, houtige klimplanten en houtige kruipplanten. Hij start zijn verhaal met een plaatje van een xylotheek, houten kistjes met meestal een beschrijving van de inhoud. Dat kunnen zaden, takjes of gedroogde blaadjes zijn. Xylotheken zijn te vinden bij universiteiten. De eerste xylotheek was van de universiteit van Franeker, die in 1811 is opgeheven. Ook Leiden en Delft hebben xylotheken maar die dateren uit een latere tijd.
In zijn boek valt veel te ontdekken voor geïnteresseerde groenliefhebbers. In Arbor Vitae 1-2024, pp 48 en 49 heeft Hans Janssen dit boek uitgebreid besproken.
De inleiding van Peter Vanlaerhoven heeft de titel ‘Van zaad tot zaailing’. Peter is als kweker begonnen met zaaien, tegenwoordig wordt er ook geënt en gestekt. Zaaien doe je met botanische soorten. Het is behoorlijk arbeidsintensief: zaad kweken, oogsten, voorbehandelen, weer zaaien en nabehandelen.
Hoe krijg je vitale zaden? Dat is niet eenvoudig en is uiteraard afhankelijk van de soort. Bestuiving is belangrijk. Het feit dat er steeds minder insecten zijn, werkt daarom niet mee. Ook weersinvloeden, zoals een late nachtvorst, kunnen funest zijn voor een goede opbrengst. Er zijn boeken die aangeven op welke tijdstippen gezaaid en geoogst moet worden, maar veel hangt toch af van de weersomstandigheden. Stratificeren van de zaden (het geven van een koude en/of warme behandeling) onder de juiste omstandigheden kan veel helpen. Zo ook scarificeren: het maken van een litteken in het zaad om de dikke beschermlaag te doorbreken. Dit kan met warmte door vuur en rook of chemisch in zuurbaden of mechanisch (kneuzen). Kaneelpoeder en knoflook werken preventief tegen schimmel in zaad en worden toegevoegd bij de bewaring. Tot slot van zijn presentatie laat Peter zo’n 20 soorten zien die hij zelf uit verschillende zaden heeft geselecteerd en in de handel heeft gebracht.
Voorzitter Jos Koppen sluit deze dag af met dank aan allen die een bijdrage hebben geleverd. Voor de enthousiaste plantenliefhebbers is er dan nog gelegenheid om bij Peter planten te kopen. Een leerzame middag.