Tijdens een kort verblijf in Bilbao (Noord-Spanje) viel mij, in een parkachtig aangelegde verkeersrotonde, een treurboompje op waarvan ik van verre al dacht dat het een treurhoningboom zou zijn. Inderdaad bleek dit het geval. Een nog niet zo heel oud exemplaar, fraai groen bebladerd én, wat mijn aandacht trok, met nog zich ontwikkelende bloeiwijzen. Over een maand zou de boom vol in bloei kunnen staan. In Trompenburg staat al sedert 1966 een treurhoningboom maar nog niet eerder heb ik daar bloemen in gezien. Althans, het is mij nooit opgevallen. Ook niet op andere plekken in Nederland waar ik deze sierlijke treurboom weet te staan. In Lissabon heb ik enkele jaren geleden wél een treurhoningboom aangetroffen die vol zat met de ingesnoerde boonvormige vruchten. Die had dus ook rijk gebloeid. Komt dus de vraag naar boven: ligt dit aan het klimaat, bloeit de treurhoningboom alleen in warmere gebieden dan in Nederland? Nazoeken in diverse catalogi, boeken en internet leert dat er wel degelijk variatie is in bloeibaarheid. In België en Nederland wordt wisselend geschreven over de aanwezigheid (of niet) van bloemen. Een kwekerij in Duitsland vermeldt dat zij een niet of zelden bloeiende kloon vermeerderen. In Engeland wordt gesteld dat deze boom enkel bloeit in Zuidoost-Europa. Bean weet te vermelden dat er sedert 1857 verschillende klonen in omloop zouden zijn na zaaien van een treurboom in Parijs, Frankrijk. In het arboretum van de heer Karaca in Turkije staan verschillende treurvormen die schijnbaar weer anders zijn dan de bij ons bekende treurvorm. In ieder geval is één van die exemplaren ‘Karaca Weeping’ genoemd. Over de bloeibaarheid van deze selectie kan ik weinig melden.
De eerste vermelding van een treurhoningboom stamt uit 1827 in Engeland bij de kwekerij Loddiges. De herkomst ervan wordt echter niet vermeld. Destijds ging deze boom onder de naam Sophora japonica ‘Pendula’ maar ondertussen weten wij dat de juiste naam Styphnolobium japonicum ‘Pendula’ is. Styphnolobium leeft, in tegenstelling tot Sophora, niet in symbiose met stikstofbindende bacteriën. Een vreemde eend dus in de bijt van de familie van de Fabaceae, de Vlinderbloemigen. Voorts is de indicatie ‘japonicum’ niet wat je zou denken: de boom komt oorspronkelijk namelijk uit China. In Japan is hij lang geleden ingevoerd als sierboom.
Wat betreft toepassing is de treurhoningboom niet moeilijk. Hij houdt van een standplaats in de volle zon. Elke normale, goed doorlaatbare grondsoort voldoet. De boom is goed winterhard, droogtetolerant, verdraagt zeewind en luchtvervuiling en heeft weinig last van ongedierte. Zowel in de zomer, mét blad, als in de winter heeft de boom grote sierwaarde. Door de compacte kroon met een fijne textuur van het samengestelde blad en de lange hangende takken kijk je tegen een ‘groene wolk’ aan. Daar komt een prachtig gele herfstkleur nog bij. ’s Winters zijn de transparante kroon vol met dikke, zigzag groeiende takken in de kop en de lange neerhangende takken aan de buitenzijde van de kroon een lust voor het oog. Wat betreft onderhoud is het goed om regelmatig de takken die ín de kroon zitten en zijn doodgegaan door lichtgebrek, te verwijderen.