In de ochtend van zaterdag 13 mei 2023 werden we gastvrij ontvangen in het ontvangst- en poortgebouw van de Oosterbegraafplaats in Enschede door beheerder Monique Kiekebosch. Ze vertelde dat het poortgebouw is ontworpen volgens de bouwstijl van de Amsterdamse school en een kleine kopie is van het postkantoor aan de Neude in Utrecht. Het ontwerp van de begraafplaats uit 1899 is van H.F. Hartogh Heys van Zouteveen. Eerder had hij al in Amersfoort de begraafplaats Soesterkwartier ontworpen en ook was hij van 1900 tot 1930 lector tuinkunst aan de Landbouwhogeschool in Wageningen. Het verhaal van de Oosterbegraafplaats is terug te lezen op de website. De ontwerper heeft destijds een lijvig dendrologisch boek geschreven Boomen en Heesters in parken en tuinen en deze kennis is terug te vinden in het park.
We stonden stil bij een fraai exemplaar van Cercidiphyllum japonicum ‘Morioka Weeping’ waarbij werd opgemerkt dat de verschillende variëteiten meer of minder een koekjesgeur hebben bij het afvallen van de bladeren. Het is een boom die veel vocht nodig heeft, omdat hij anders halverwege de zomer al zijn blad laat vallen. Ook bekeken we een door de bloei roodgekleurde Chamaecyparis lawsoniana ‘Wisselii’. Zowel de mannelijke als de vrouwelijke bloemen waren duidelijk te zien op de eenhuizige boom met eenslachtige bloemen. Verder viel de Toona sinensis op, die lijkt op Ailanthus altissima maar geen lobjes heeft aan de bladvoet en een gevoorde ruwe stam toont. De jonge scheutjes werden even geproefd. Ze smaken naar walnoten en zijn te gebruiken als kruid in de sla. Het blad heeft ook een typische geur. Enkianthus campanulatus was volop in bloei, naast een groep bomen van Nyssa sylvatica met veel worteluitlopers. Er werd opgemerkt dat deze laatste boom vooral op een vochtige en natte plek een mooie herfstkleur geeft. Achteraan op de begraafplaats is er op voorstel van de beheerder een muur van wandgraven ontworpen door een Italiaanse architect. Dit is uniek in Nederland. Vervolgens liepen we aan tegen een monumentale Betula lenta (Suikerberk) die door de vorige beheerder op de website Monumental trees is geplaatst. Verder ontdekten we een grote Quercus frainetto (Hongaarse eik) met een stamomvang van 552 cm. In het voorjaar zo uit de (kale) winter komend zien de bomen en heesters er mooi uit op deze soortenrijke begraafplaats. Wel hadden de deelnemers graag naambordjes gezien bij een deel van de bomen en struiken. Er is weliswaar een folder met een plattegrond met een aantal namen van de bomen beschikbaar, maar plaatsing van naambordjes zou toch een verrijking zijn voor de wandelaars.
Na de heerlijke lunch in restaurant Het Hoogspel in Delden ging de excursie verder op landgoed Twickel. Daar werden we rondgeleid door NDV’er Gerrit Spijker. Die werkt al vele jaren als vrijwilliger op het landgoed. Twickel is het grootste landgoed van Nederland (4.500 ha) en wordt al vermeld in 1347 als Herman van Twickelo het huis Eysinck koopt, wat uiteindelijk is uitgegroeid tot het huidige landgoed. Het oude landgoed herbergt veel veterane bomen. Bijzonder is de fraaie, niet vaak toegepaste Quercus robur ‘Pectinata’ (Vareneik). Eén van de deelnemers toonde het kenmerk van de haren in de oksel van de onderste nerven van het blad, te controleren met de tong of met een loupe. Maarten Windemuller van de Bomenstichting vertelde al wandelend over de Zweedse bosecoloog Vikki Bengtsson die als belangrijkste beheeradvies gaf: ’Wat gaat er fout als we niets doen’. Het is moeilijk voor ons als mensen die willen ingrijpen om te beseffen dat wij in de natuur laatkomers zijn. Bomen zijn al 300 miljoen jaar op aarde en de mens zo ongeveer vijf miljoen jaar, wat betekent dat bomen veel beter in staat zijn om te overleven.
Ook de bloeiende Rododendrons ontbreken niet op het landgoed. Met behulp van de app lukt het ons om een deskundig lid in te schakelen en dat helpt als bij het zoeken van de namen. Onder andere treffen we aan een oranjerode Rhododendron Mollis Azalea ‘Hotspur Red’, de kleinbloemige paarse Rhododendron obtusum en de witbloeiende Rhododendron luteum ‘Daviesii’. Daarmee sloten we de dag af. De laatste barones van Twickel, die in 1975 overleed, zei ooit tegen haar tuinlieden “we leven niet voor ons zelf maar we leven voor Twickel”. Waarvan akte en deze boodschap gaven wij na afloop mee aan onze gewaardeerde gids Gerrit Spijker!
Gerrit Haverkamp, bedankt voor organisatie van deze prachtige excursie.